Extra Iedere bewoner van Asterdorp zag zichzelf als een getekende Dictator moet het veld ruimen Maandag 3 februari 1992 26 FOTO GEMEENTEARCHIEF AMSTERDAM V/.S„,^ De muur rond de asobuurf was minimaal 2.20 meter hoog. Alleen het poortgebouw is na de sloop van Asterdorp bewaard gebleven. Wijk voor 'volslagen gedegenereerden met wie niks te bereiken is' De grote steden kampten begin deze eeuw allemaal met hetzelfde probleem. Aan de onderkant van de samenleving bevonden zich rauwe individuen, die met geen mogelijkheid te plaatsen wa ren in de nieuwe, frisse en goede volks woningen. De nieuwbouw verving ver vuilde krottenwijken. Maar deze krot opruiming maakte stadsbestuurders pas bewust van de kleine groep 'onmaat- schappelijken' tussen de overige inwo ners van de stad. Er kwamen oplossin gen. In speciale wijken moesten ook deze mensen onder begeleiding van opzichteressen en politie léren wo nen, vonden vooral de sociaal-demo craten. Het experiment met deze 'op voedende inrichtingen' mislukte: wie in een dergelijke 'ontoelaatbarenwijk' be landde, was en bleef voor de omgeving een asociaal. AMSTERDAM «PIET ARP GPD In Amsterdam hebben het Zeeburgerdorp en Asterdorp, wijken met een 'bijzondere woonbestemming', slechts kort bestaan. Binnen enkele jaren was duidelijk dat het verheffende' experiment een faliekante mislukking was. Uiteindelijk werd Aster dorp vlak na de oorlog gesloopt. Niemand wilde in het tot Complex Tolhuis herdoopte buurtje in Noord wonen, ondanks de grote woningnood. De paar tuinloze straatjes achter een hoge muur hadden tussen 1927 en 1938 een te slechte naam opgebouwd in Amsterdam. De steden ruimden eind vorige eeuw einde lijk massaal de ergste krotten op. „Deze holen der mensen zijn nog minder dan de stallen voor dieren, ze belemmeren alle ver standelijke en redelijke ontwikkeling", meldden bevlogen onderzoekers van de ne derige arbeidersstand anderhalve eeuw ge leden. De nieuwe woningen waren paleis- jes, vergeleken met de holen. De arbeider was blij en tevreden. Maar er waren ook mensen, merkte de ge meentelijke woningdienst al snel, die het nieuwe huis binnen de kortste keren op de oude, zompige kelder konden laten lijken. Of die steeds de huur niet betaalden. Men sen die op straat iedereen van hun ruzies lieten meegenieten. Dergelijke types kon den niet meer met goed fatsoen geplaatst worden tussen al die andere arbeiders, die wèl hun woning en buurt op waarde wisten te schatten. Deze groep was, na hun bevrij ding uit de 'holen der mensen', te onge schikt om in moderne prachtbuurten te wonen. Verheffing Directeur Arie Keppler van de gemeentelij ke woningdienst in Amsterdam gaf in 1924 aan waar de oplossing gezocht moest wor den. Onder toezicht van een opzichteres zou een deel van de ontoelaatbaren omge vormd moeten worden van onmaatschap- pelijken en sociaal achterlijken tot mensen die in elke arbeiderswijk welkom zijn. Het was de tijd van de verheven idealen en een mooie toekomst voor de arbeiders. De on toelaatbaren ervoeren al die aandacht voor hun levensstijl overigens vooral als betutte ling, onderdrukking en discriminatie. Den Haag bijvoorbeeld had een eigen aso- cialendorp: de ene toegangspoort naar de ommuurde 'controlewoningen' ging elke avond op tijd dicht. Bezoek mocht slechts op bepaalde tijdstippen komen, en de op zichteres kon de hele wijk overzien vanuit haar centraal gebouwde controlepost. Al snel werd duidelijk dat de Haagse aanpak niet werkte. Iedereen vertikte het daarheen te verhuizen, het wijkje ruimde het veld voor volkstuintjes. In Amsterdam gingen intussen de voorbe reidingen voor de asowijken gewoon door. In Amsterdam-Noord zou Asterdorp ge bouwd worden op de kruising van de Dis In Asterdorp swaren geen tuintjes tel weg en de Asterweg, in een van de indus triegebieden aan de noordkant van het IJ. De ondernemers vonden het geen leuk plan: „Er komt vlak naast onze bedrijven een kolonie van minder gewenste elemen ten," schreven ze aan de gemeenteraad. De politici waren des duivels, zo hoorde je niet over deze arme mensen te spreken. Toch werd voor extra politiebewaidng gezorgd. En het dorpje zag er ook niet al te uitnodi gend uit. De vrijwel raamloze achtermuren van de huizen maakten het complex tot een van de buitenwereld afgesloten woonblok. De be woners moesten langs een poort, waar de opzichteres woonde, om bij hun huizen te komen. De muur rond het dorp was mini maal 2.20 meter hoog. Boven de poort stond uitnodigend: „Tijdelijk tehuis voor gezinnen", maar als het even kon bleven de gezinnen weg. Tussen 1927 en 1938 was vrijwel nooit dat meer dan de helft van de ruim 130 huizen verhuurd. Overigens, om het bijzondere van het wo- npn in de wijk te benadrukken werd geen huur gevraagd, maar een 'vergoeding voor verblijfskosten' berekend. De straatjes kre gen geen naam, alles heette simpelweg 'As terdorp'. De bewoners waren slechts ver blijvers in deze inrichting. Uit alles moest het verschil tussen 'normaal' en 'abnor maal' blijken. Zo was er slechts één centrale badgelegenheid, geen badhuis met dou ches. Daar kon men zich poedelen in een zinken teiltje. Er was maar weinig animo Betaalbaar of de kinderen goed gekleed waren en op tijd naar school gingen. Moeders die het ge zin niet aankonden waren al snel 'achter lijk', de kinderen 'ongezeglijk', de vader 'aan de drank' en de woning 'een smeer boel'. Het kostte moeite om je door goed gedrag uit Asterdorp te vechten. Je moest je laten welgevallen dat regelmatig leden van een beoordelingscommissie op inspectie kwamen. De aandacht van de commissiele den was gericht op de 'kinderen die uit dit milieu opgeheven konden worden naar de maatschappij". De ouders waren bij voor baat praktisch opgegeven. In zijn diepste wezen was het probleem dat deze asocialen veroorzaakten een probleem van de samenleving, argumenteerde dr. A. Querido al in 1933 in zijn studie naar de be woners van het Zeeburgerdorp. Het wemel de daar van de zwakzinnigen, half-debielen, achterlijken, zwakbegaafden en lijders aan toevallen, constateerde de onderzoeker. „Sterilisatie en afzondering is geen oplos sing," aldus deze psychiater. Oplossingen moesten vooral gezocht worden op maat schappelijk gebied. Querido hield als een van de eersten een gefundeerd pleidooi voor het niet langer apart plaatsen van aso ciale gezinnen. Betutteling Zeeburgerdorp en Asterdorp waren daar mee niet meteen van de kaart verdwenen. In Asterdorp kwamen groepen bewoners regelmatig in opstand tegen de betutteling. In De Tribune, het blad van de communis ten, werd telkens fel uitgehaald naar dit ex periment van de sociaal-democraten. Aster dorp moest weg, vonden de communisten. „Overal heerst grauwe, bittere, tastbare el lende". De leefomstandigheden waren wer kelijk slecht: al een jaar na de bouw werd in 1928 geklaagd over de grote vochtproble- men. Die werden nooit verholpen. In Het Volk, krant van de sociaal-democra ten, werd juist hoog opgegeven van de ver heffende werking die van Asterdorp uitging. Partijgenoot en huisvestingsdirecteur Keppler kon schrijven dat Asterdorp welis waar te groot was om er echt gunstige re sultaten te bereiken, maar dat. ondanks de ellende, ook wel wat humor te beleven viel. Voorts pleitte hij uiteindelijk voor een wat vriendelijker aanblik van het dorp, waar veel bewoners 'opstandig en recalcitrant' bleken. Hij wilde hier voortaan alleen nog de 'super-sociaal achterlijken' onderbren gen. De 'verstokte wanbetalers' en 'volsla gen gedegenereerden, met wie niks te be reiken is'. Anderen, die met enige begelei ding van buitenaf voor reclassering vatbaar waren, konden beter meteen in de goede gemeente woningen geplaatst worden. Gevolg was, dat iedere bewoner van Aster dorp zichzelf zag „als een getekende", ver telde een opzichteres over haar 'trieste her inneringen'. Maatschappelijk werkers in opleiding kwamen langs en vroegen nieuwsgierig: Laat ons nog eens zo'n heel vies kind zien?. Er werd zonder scrupules diep in het privéleven van de bewoners ge spit. „Vrouw is nooit thuis, altijd bij de bu ren. Bewoning is slordig, de kinderen wor den verwaarloosd," penden de opzichteres sen in hun rapporten. Zij hadden boven dien een scherp oog voor vervuiling van de woning. Sloop Na 1930 werd het regime wat verlicht, er kwam een tweede toegang naar het dorp, de straatjes kregen namen. Er werden wat struiken en bomen geplant. Vanaf 1937 kwamen er zelfs 'gewone' mensen te wo nen. Mensen die als gevolg van de econo mische crisis aan de grond waren geraakt. Er werden juist plannen voorbereid er hele maal een 'gewone woonwijk' van te maken toen de oorlog begon. Asterdorp bood op dat moment nog slechts onderdak aan on geveer tien gezinnen. In de honderddertig huizen van Asterdorp werden daklozen uit Rotterdam geplaatst. In 1942 werden de huizen gevorderd voor het onderbrengen van joodse gezinnen, die in 1943 werden gedeporteerd. Vanaf 1946 werd Asterdorp als Complex Tolhuis nor maal verhuurd. De woningen bleven slecht van kwaliteit, zodat ze in 1955 werden ge sloopt. Daarmee was een filosofie definitief ten grave gedragen. De problemen met asociale gezinnen die hele buurten op stelten zetten door buitennissig gedrag zijn er nooit door verd\fenen. Sociale instellingen verzorgden na de oorlog de begeleiding van asociale gezinnen. Zonder opvallend succes. Nog steeds worstelen beleidsmakers met het zelfde probleem en zoeken ze naar nieuwe, pragmatische oplossingen. Ze komen bij hun zwerftochten toch weer terecht op paadjes waar anderen hen zijn voorgegaan, en soms ook van zijn teruggekeerd. (Geraadpleegde literatuur Ali de Regt: Arbeidersgezinnen en bescha vingsarbeid; ontwikkelingen in Nederland 1870-1940. Boom Meppel/Amsterdam 1984. Wil Swart: Amsterdam Noord 1850-1930. De geschiedenis achter de feiten. Bewust zijn Alkmaar 1990. Dr A. Querido: Het Zeeburgerdorp. Een sociaal-psychiatrische studie. H.E. Sten- fert Kroese Leiden/Amsterdam 1933. Antje Dijk en Stephan Steinmetz: Aster dorp. Woningbedrijf Noord/West, 1983). De bewoners zouden niet Dat er iets merkwaardigs was met Asterdorp viel, volgens de verhalen van oud-bewoners, de huurders in het begin soms niet eens op. Men was ge woon op zoek geweest naar een andere woning, en Aster dorp zag er wel aardig, èn vooral betaalbaar, uit. Maar meestal werd er scherp gese lecteerd. Mensen die een huis aanvroegen bij het gemeente lijk woningbedrijf kregen van af 1927 een opzichteres in hun oude huis langs. Die loerde overal of het huis wel proper genoeg bewoond werd, en ging na of de huur steeds op tijd betaald was. Wie in gebreke bleef, kreeg van de opzichteres het stem pel 'ontoelaatbaar'. Dan volg de een verhuizing naar Aster dorp of het Zeeburgerdorp. Sommige bewoners kregen daar het gevoel in een gevan genis beland te zijn. De opzichteres kwam regel matig controleren hoe het foto gemeentearchief Amsterdam huis werd schoongehouden, •LOUIS BURGERS Nog geen twintig jaar geleden hielden een paar honderd mil joen Europeanen, Noordameri kanen en Australiërs de vlam van de democratie brandend. Vrijwel overal elders leek de dic tatuur in opmars. De volksrepu blieken en de één-mans-rege- ringen kregen het in steeds meer landen voor het zeggen. De afgelopen vijf jaar is dat beeld ingrijpend veranderd. De uit elkaar gevallen Sovjetunie is niet langer de steun van talloze opstandige bewegingen. Het faillissement van net Moskouse imperium betekent ook vrijwel overal elders het einde van link se dictaturen. Ook rechtse dictaturen verloren steun. Na het wegvallen van de Sovjetunie als supermacht kun nen de Verenigde Staten zich eindelijk veroorloven om dicta tors aan te pakken. Tot dat mo ment waren ze immers bruik baar bij de verdediging van het kapitalisme. Hun aanwezigheid voorkwam het ontstaan van linkse volksregeringen. Mobutu Maarschalk Mobutu Sese Seko, van beroep dictator van Zaïre, moest deze herfst bijna het veld ruimen. Honderden opstandige militairen, die al maanden geen soldij meer ontvingen, hielden huis in de Zaïrese hoofdstad Kinshasa en in de provincies. Grote groepen burgers sloten zich bij de muitende militairen aan. Ben bloedige burgeroorlog stond op het punt uit te breken. Mobutu, die zich tot een van de rijkste mannen van de wereld heeft weten te plunderen, kon overeind blijven. I-ranse en Bel gische para's brachten de dui zenden buitenlanders in veilig heid, en trokken zich daarna langzaam uit de Afrikaanse staat terug. De militairen waren niet gekomen om de wereld van deze ongewenste dictator te be vrijden. Mobuto moest blijven, omdat de VS en de EG denken dat hij als enige in staat is het enorme Centraalafrikaanse land onder controle te houden. Zo zou de export van koper gega randeerd blijven. Aan de andere kant van de we reld wankelt een andere troon, die van de Cubaanse dictator Eidel Gastro. De 'volksheld' en 'bevrijder van het onderdrukte Cuba' beheerst al ruim dertig jaar de eilandstaat voor de kust van Florida. Hij zat er bij de gra tie van opeenvolgende Sovjet regeringen, die hun bondge noot op deze strategische plaats met miljarden ondersteunden. Het einde van de Sovjetunie zal onvermijdelijk ook het einde van Castro betekenen. Stijgende tekorten zorgen voor groeiende spanningen. Massale, hysteri sche bijeenkomsten zullen het volk niet voortdurend kunnen bedwelmen. Uiteindelijk zal ook Castro worden weggeblazen als een blaadje in de wind. Buurland Haïti leek op de goede weg te zijn. De Duvaliers ('Papa Doe' en zijn zoon 'Baby Doe') en hun kliek verdwenen na een volksopstand in 1986, gevolgd door een militaire staatsgreep. Na een intermezzo met de de mocratisch aan de macht geko men president Jean-Bertrand Aristide maken militairen op nieuw de dienst uit. Castro's politieke vrienden in Peking hebben het in vergelij king met de machthebbers op Cuba en Haïti gemakkelijker. Het systeem slaagt erin de ruim 1 miljard Chinezen al tientallen jaren achter een ideologische muur opgesloten te houden. De volksrepubliek vormt door zijn massaliteit een belangrijke fac tor in de internationale politiek. Het is daarom onwaarschijnlijk dat revolutionaire krachten van buitenaf het bewind zullen kun nen ontregelen. De regering van Burma, of Myanmar zoals deze militaire dictatuur tegenwoordig heet, probeert zich ook van de wereld af te zonderen. Oppositieleid ster Aung San Suu Kyi behaalde in 1990 weliswaar 86 procent van de stemmen, maar dat ver anderde niets aan de onder drukking. Zij heeft nog steeds huisarrest. Echte democratie Dictaturen bestaan er in alle vormen en maten. Zij hebben echter één ding gemeen: het worden er steeds minder. Zuid- Amerika, vroeger een broeinest van kolonels en generaals die het leger gebruikten om de macht te verwerven, is nage noeg geheel democratisch ge worden. Dat geldt ook voor Midden-Amerika. Hoewel een vraagteken kan worden geplaatst bij het demo cratisch gehalte van landen als Guatemala, Honduras, Nicara gua en El Salvador worden er wel regelmatig verkiezingen ge houden. Schendingen van de mensenrechten zijn er echter nog volop. Geen van deze lan den is een échte democratie. Op het hele Latijns-Amerikaan se werelddeel is er nog maar één echte dictatuur: de coöpe ratieve republiek Guyana, met zijn president Hugh Desmond Hoyte en diens partij van het 'Coöperatieve Socialisme'. Er zijn oppositiegroepen, maar met behulp van de nodige stembusfraude, weet de heer sende partij telkens rond 75 procent van de stemmen te ver werven. Buurland Suriname was de voorlaatste dictatuur, maar de vroegere kolonie werd door economische problemen ge dwongen een andere weg in te slaan. Zolang legerleider Bou- terse zich nog met het landsbe stuur kan bemoeien, is het risi co van een nieuwe staatsgreep met het wapen in de aanslag of per telefoon, dat doet er niet veel toe niet uit te sluiten. In andere delen van de wereld lijkt het meerpartijen-stelsel be zig aan een opmars: zelfs in Afrika, dat toch bekend staat om zijn stammendemocratieën en -oorlogen. De belangrijkste dictatuur, die van de blanke overheersing in Zuid-Afrika, werd in de loop van dit jaar ten grave gedragen. Het land is op weg een parlementaire demo cratie te worden. De Volksrepubliek Ethiopië raakte in mei van dit jaar zijn dictator Mengistu Haile Mariam kwijt en is sindsdien bezig uit een te vallen. Een echte demo cratie is het nog niet. Interim president Meles Zenawi was marxist, maar toont zich nu vooral een pragmaticus. Een re alist, die veel gemakkelijker dan zijn voorganger de komende af scheiding van Eritrea kan aan vaarden. Machtsposities Het Arabisch schiereiland kent zijn absoluut heersende sjeiks en sultans* Maar hun macht is gebaseerd op traditionele stam verbanden. zodat de stamgeno ten hun invloed kunnen uitoe fenen. Niet overal is het zo goed geregeld als in Oman, waar sul tan Qaboos bin Said de machts posities eerlijk heeft verdeeld over de verschillende stammen in zijn land. In Kuwayt en Saudi-Arabië heersen sjeik Jabar al-Ahmed as-Sabah en koning Fahd ibn Abd al-Aziz as-Saud nog steeds als absolute vorsten. De Golf- oprlog kon geen einde te maken aan hun regimes. Aan de andere kant van het schiereiland ging in 1990 de (communistische) democratische volksrepubliek Jemen samen met de (islami tische) arabische republiek van Jemen (Noord-Jemen). Een bij- na-democratie was het resul taat: de 270 leden van de twee parlementen vormden een nieuw Huis van Afgevaardig den, waarbij ook voor vijftig le den van oppositiegroepen plaats werd ingeruimd. Over een jaar zal lemen r kiezingen houden. De twaalf miljoen i Syrië leven onder de harde dic tatuur van president Hafez al- Assad. De Golfoorlog, waarin Damascus de westerse zijde koos, bracht daar nauwelijks verandering in. De beslissing van Assad betekent dat Syrië nu naast het Egypte van Mubarak toonaangevend is in het Mid den-Oosten. Assad profiteert van de ondergang van zijn buurman, de Iraakse dictator Saddam Hussayn. De afgelopen jaren moesten flink wat dictators het veld rui men. Manuel Noriega van Pa nama verdween van het politie ke toneel. Oost-Europa verkreeg de vrijheid, de Sovjetunie valt gestaag uiteen. Enkele Afrikaan se staten hebben ook al parle mentaire verkiezingen gehou den. Dat wil overigens niet zeg- Het houden van verkiezingen en wat meer aandacht schen ken aan de mensenrechten be tekent nog niet dat democratie wortel geschoten heeft. Wat dat betreft zijn de ontwikkelingen in sommige Baltische staten, en bijvoorbeeld Hongarije, Roeme nië en Joegoslavië angstig ge noeg. De staten die de afgelo pen jaren van de vrijheid heb ben geproefd, moeten nog een lange weg gaan. voordat zij 'de- zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 26