Binï-enland
Dales vrikt aan bestuursbouwwerk
Bajesba>y's: veel
liefde, \eel tralies
'Ik denk wel dat ik normaal kan leven
Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) PATRICK VAN DEN HURK JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN FRANS VISSER Vormgeving: COR HOOGETERP
5
Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), leenschappelijke Persdienst (GPD), Inter Press Service (IPS).
Kamer debatteert mndag met kabinet over regionale besturen
Zelfs een spelende peuteieet het al: als je één steen uit
een bouwwerk haalt, laztde hele boel in elkaar. Deze
eerste levensles blijkt op nisters weinig indruk te ma
ken. Tenminste, als we zi hoe minister Dales van bin
nenlandse zaken héél vczichtig een steentje los pro
beert te wrikken uit het iuwwerk van het Nederlands
openbaar bestuur. Door stilletjes een nieuw steentje
tussen te voegen, hoopt :de rest gewoon in evenwicht
te houden.
DEN HAAG WILFRED SCHOLTEN
Helaas voor de minister bli
dit ijdele hoop. Toen zij met l
plan kwam de stedelijke geb
den in ons land meer bestuui
ke armslag te geven, heeft*
niet voorzien wat dat tew$
zou brengen. Want nog ge
twee jaar later staat werkelijk
hele bestuurlijke organise
van ons land ter discussie.
Over pakweg tien jaar is n
de erfenis van de liberale stal
man Thorbecke de e
eeuwse grondlegger van :t
huidige bestuur waarsch-
lijk weinig meer over. De p-
vincie is dan verdwenen, oe
hoofdstad bestaat niet meem
het aantal burgemeestersis
drastisch afgenomen.
De minister heeft het bespnc-
baar maken van het hete hang
ijzer dat 'bestuurlijke reorgani
satie' heet, niet geheel aan zich
zelf te wijten. De bezweringsfor
mule 'Europa'92' en de onge
breidelde groei van het aantal
regio's voor onder meer politie,
brandweer en verkeer hebben
het vuurtje mede opgestookt.
Maar de pragmatische aanpak
van Dales is er wel 'schuldig'
aan dat bestuurders momenteel
over elkaar buitelend en zonder
taboe landjepik spelen.
Het begon twee jaar geleden
met een voorzichtige poging de
grote steden uit hun bestuurlij
ke problemen te helpen. Want
de vier grote steden, maar ook
de iets kleinere (Eindhoven,
Hengelo-Enschede, Amhem-
Nijmegen) hébben het moeilijk
in deze tijden: er is te weinig
geld, speelruimte en grondge
bied.
De omliggende randgemeen
ten krijgen daarentegen vaak de
beter gesitueerde burger
binnnen de grenzen, hebben
wèl ruimte voor nieuwbouw en
bedrijven en profiteren boven
dien van de voorzieningen van
de in moeilijkheden verkerende
'centrumsteden'.
Na jaren van grootstedelijke
noodkreten en rapporten ko
men minister Dales en staatsse
cretaris De Graaff-Nauta daar
om in maart 1990 met de oplos
sing: 'Bestuur op niveau'.
Samenwerken
Kortweg komt het er in dit plan
op neer dat de steden en omlig
gende gemeenten in de zeven
genoemde stedelijke gebieden
meer moeten én kunnen gaan
samenwerken. Het kabinet wil
hen daarvoor het benodigde ge
reedschap geven: allereerst een
gemeentelijke samenwerking
waar de vrijblijvendheid uit is
en dus bij meerderheid van ge
meenten kan worden besloten.
Bepaalde taken van afzonderlij
ke gemeenten kunnen aan zo'n
samenwerkingsverband worden
overgedragen.
In tweede instantie kan een
volwaardig regionaal bestuur
ingesteld worden met vergaan
de taken en bevoegdheden. In
stedelijke gebieden kan dan
slagvaardiger worden besloten
over zaken als huisvesting, eco
nomische expansie, verkeer,
ruimtelijke ordening en milieu.
Geleidelijk
Belangrijk is daarbij dat het alle
maal geleidelijk gaat. Want,
waarschuwt Dales, het moet al
lemaal per regio gaan 'groeien'.
Aan uniforme blauwdrukken
heeft de minister een bloedhe
kel. In de jaren zestig en zeven
tig ontaardde dat namelijk in
oeverloze discussies over de ge
wenste bestuurlijke indeling
van Nederland - waar vervol
gens slechts één nieuwe provin
cie (Flevoland) uit te voorschijn
kwam.
Nu het plan maandag in de
Tweede Kamer wordt bespro
ken, mag de minister op brede
steun rekenen. De hoofdlijn
wordt gedeeld: stap voor stap
de stedelijke gebieden de moge
lijkheid geven bestuurlijk meer
armslag te krijgen. Dat gaat ten
koste van taken en bevoegdhe
den van de afzonderlijke (rand-
jgemeenten en de provincie. In
weer een nieuwe (vierde) be
stuurslaag met de daarbij beho
rende stroperige afspraken,
controles en procedures heeft
niemand in dit dicht-geregu-
leerde landje meer zin.
Toch zullen de coalitiepartij
en CDA en PvdA elkaar op een
aantal punten tegenkomen. Bij
voorbeeld als het gaat om pro
vincies. Hebben zij nog een
functie als zulke zware regiona
le besturen zullen ontstaan? De
CDA-woordvoerders Van der
Heijden en Koetje denken van
niet. In de toekomst zullen ze
dan ook geleidelijk verdwijnen.
Net als nu in de stedelijke ge
bieden zullen elders in ons land
regionale besturen ontstaan.
Over het aantal wil het CDA-
duo nog niet vooruitlopen,
maar gedacht wordt aan zo'n 25
regio's. Tegen het eind van deze
eeuw zullen dan ook de wirwar
aan regio's voor verkeer, politie
en dergelijke samengevoegd
worden met deze regionale
'provincies-nieuwe-stijl'. Daar
bij zullen ook belangrijke pro
vinciale- en rijkstaken overge
heveld moeten worden naar de
ze nieuw besturen. Daarin gaan
zij zelfs verder dan de minister.
De PvdA'er De Cloe vindt het
voor deze conclusie veel te
vroeg. Het Kamerlid is voor een
sterk regionaal bestuur met zo
veel mogelijk taken. Dat bete
kent dat de provincie een
soms forse stap terug moet
doen. Maar dit 'provincie-arm'
bestuur gaat minder ver dan het
'provincie-vrije' van de coalitie
genoot. Bovendien wil de PvdA
nu nog niet zo 'model-matig'
denken over de toekomst van
de provincie.
Ook vindt De Cloe dat de eer
ste stap, hechtere en minder
vrijblijvende samenwerking, na
een aantal jaren verplicht moet
worden gevolgd door een regio
naal stedelijk bestuur. Het CDA
wil de gemeenten zelf de vrij
heid geven tot deze tweede fase
over te gaan of niet.
Voorzichtig
In ieder geval is over één ding
wel overeenstemming: CDA en
PvdA willen het heel voorzichtig
van de grond laten komen, net
als de minister. Aan luchtfietse
rij (De Cloe) of blauwdrukken
(Koetje) is geen behoefte. Van
der Heijden vindt de opgelaaide
discussie van provinciale be
stuurders, zoals die wordt ge
voerd door de Zuid-Hollandse
Commissaris van de Koningin
Patijn, over de fusies van pro
vincies tot landsdelen 'voltrekt
defensief.
Maar het valt te betwijfelen of
de geesten die nu uit de fles zijn
gekomen zich door de gerust
stellende woorden weer gewillig
terug in de fles laten persen.
Misschien hangt inderdaad niet
alles met alles samen, zoals re
gering en kamermeerderheid
beweren. Een instortend bouw
werk blijft echter niet door sus
sende woorden in stand. Nie
mand kan immers ongestraft
een steen uit de muur halen.
Hoe graag men dat ook zou wil
len.
Minister Dales. Aan uniforme blauwdrukken heeft ze een bloedhekel.
•FOTO ANP RUUD HOFF
AMSTERDAM MADELEEN WESSELIf
ANP-VERSLAGGEVER
Ze mag paardje rijden ojde
rug van bewaarders. Spen
met sleutelbossen. Dribben
door de cellen van vrouwedie
wegens moord of drugs hg-
gestraft zijn. Ze heeft ooieen
warm bedje. In een klein cel
vol knuffelbeesten. Eter en
drinken, medische verzorng.
Alles is perfect geregeld. Cteral
is aandacht, overal is liefd En
vooral: overal is mama. Tant
die zit wegens drugssmickel
een straf van drie jaar uit.
Naast de cocaïnebolletp in
haar buik, bleek de 20-rige
moeder bij haar aanhoudig tot
haar eigen verrassing ooi een
foetus bij zich te dragen Een
paar maanden later werd jnny
geboren. Op de kraamafeling
van een gewoon ziekenuis,
met een bewaarder in burpr op
de gang. Dat was het enig wat
ze van de buitenwereld prefde.
Sindsdien kijken de dokere
oogjes niet verder dan d< mu
ren van de Bijlmerbajes ei is ze
gewend aan camera-ogn en
zware deuren, die niet zijrafge-
stemd op kindervingertj6. Ze
weet niet beter of 's nachs gaat
de celdeur op slot.
Janny is 16 maanden ad en
een uitzondering binnen je Ne
derlandse gevangeniswereld.
Normaal gesproken worden ba
by's na negen maanden met
hun moeder in de cel elders on
dergebracht. Bij familie in bin
nen- of buitenland, of in een te
huis. Moeder en kind moeten
het dan verder doen met één of
twee uurtjes bezoek in de week.
Janny en haar moeder bleef die
scheiding gespaard. Omdat ze
begin maart toch uitgeleverd
wordt aan Colombia en er el
ders geen mogelijkheid was Jan
ny onder te brengen, mocht het
kind bij mama blijven.
Afscheid
Andere gedetineerde vrouwen
moeten na negen maanden cel
afscheid nemen van hun baby.
Omdat onderzoeken hebben
uitgewezen dat juist rond die
leeftijd het hechtingsproces tus
sen moeder en kind heel be
langrijk is, wordt deze zomer
een voorstel behandeld om ba-
jesbaby's tot hun vierde jaar bij
hun moeder te laten. Niet in de
huidige gevangenissen die
zijn daar volstrekt niet op afge
stemd maar in een speciale
inrichting in Alkmaar.
„Een kind in de gevangenis
wordt gezien als een uiterst red
middel, een ultimum remedi-
um. Schadelijke effecten bij ba
wervende werking krijgt. Voor
op blijft staan dat eerst gezocht
wordt naar een andere moge
lijkheid om het kind op te van
gen. Zodra het alleen uitzicht
heeft op een jarenlang verblijf
in een tehuis, of dat het naar
het buitenland wordt gestuurd
waar de opvangsituatie ondui
delijk is, blijft als enige moge
lijkheid over om het kind bij de
moeder te laten. En als dat dan
nodig is, moet de leef-sfeer voor
het kind er zoveel mogelijk aan
gepast worden."
De vijf moeders met kinderen
die nu in de gevangenis zitten,
zijn niet ontevreden, maar het
zou veel beter kunnen. Het gro
te probleem zit in de frisse
lucht. In de bajes zit alles pot
dicht. Daarbuiten is alleen de
luchtplaats, waar een boompje
of struikje zich met moeite tus
sen de stenen doorwringt. Glij-
en, schommelen of kledderen
met water en zand is er hier niet
bij. Rondjes lopen met mama is
het enige uitje op een dag.
Voor uitstapjes naar de echte
buitenwereld zijn de hummel
tjes aangewezen op een welwil
lende bewaarder die hen, bui
ten werktijd, meeneemt naar
een speeltuintje of een parkje.
Of ze moeten wachten op be
zoekers die hen vrijelijk in en
uit de gevangenis mogen mee
nemen. Maar dat is niet voor ie
dereen weggelegd.
Relatie
De moeder van Janny ontmoet
te in een gevangenis in het
noorden van het land een be
waarder en kreeg met hem een
relatie. De man werd geschorst
privécontact tussen perso
neel en bajesklanten is immers
verboden maar woont daar
nog wel. Eén keer per week
komt hij op bezoek en neemt de
dreumes dan mee naar buiten.
De andere dagen moeten Janny
en haar kind het doen met de
luchtplaats, naast de spoorlijn,
ingeklemd tussen de oprijzende
witte torens.
Het kan allemaal anders, be-
Dat blijkt uit situaties binnen
gevangenissen in het buiten
land. Tal van landen hebben
voor gedetineerde moeders met
kinderen speciale verblijven ge
bouwd: l.aagbouwhuisjes met
aparte cellen. De vrouwen die
daar wonen, vaak gaat het om
langgestraften, kunnen samen
voor hun kroost zorgen en spe
cifieke moederproblemen be
spreken. Voor de kinderen is er
buitenlucht en speelruimte.
Natuurlijk, van volledige 'vrij
heid-blijheid' is ook hier geen
sprake. Dat weten de vrouwen
en dat voelen de kinderen, zo
leren de ervaringen eveneens.
Maar het gevangenisleven ziet
er zo toch een stuk gezonder en
vrolijker uit, dan met de huidige
opvang in Nederlandse inrich
tingen. Het zijn juist dat beetje
extra frisse lucht, de wat plezie
riger omgeving en de iets grote
re bewegingsvrijheid die kleine
kinderen zo hard nodig hebben.
Nieuwe toekomst voor zwerfjongeren in Rotterdam
Het spektakel van de Italiaanse tenor Pavarotti vorig
jaar in Rotterdam leverde weliswaar weinig op voor het
goede doel, het vestigde wel even de aandacht op het
probleem van de zwerfjongeren. Een groeiend pro
bleem. Voor het einde van de eeuw wordt een verdubbe
ling verwacht van het aantal dakloze zwervers. In Rot
terdam wordt geprobeerd zoveel mogelijk zwerfjonge
ren een andere toekomst te bieden.
zegt Marco stoer. „Het leven dat
ik heb, bevalt mij best."
Marco heeft nu een comforta
bel onderkomen gevonden in
ROTTERDAM PETER LOUWERSE
„Die Pavarotti zingt voor geen
meter," zegt Marco beslist,
„maar het is wel een toffe goser.
Hij geeft toch zomaar eventjes
50.000 gulden aan de zwerfjon
geren." Marco is zelf zwerfjon
gere, een van de honderden in
Rotterdam. Hij is nog maar zes
tien jaar, maar hij heeft al een
heel leven achter zich.
Vorig jaar augustus liep hij
van huis weg. „Problemen met
mijn ouders," legt hij kort uit.
„Ik had een heel simpele stief
moeder, ik kon het thuis niet
meer uithouden." Marco was
vijftien, toen hij de deur van het
ouderlijk huis achter zich
dichtsmeet om nooit meer te
rug te keren. „Wat dacht je dat
er met je gebeurt als je op straat
leeft? Je slaapt in portieken, op
een bank in het park. Toen was
ik zwerfjongere, nu niet meer,"
het gebouw van stichting De
Plataan, aan de statige Mathen-
esserlaan in Rotterdam. Over
een week wordt hij overge
plaatst naar een tehuis van de
Stichting voor Kleinschalige
Hulpverlening aan Jongeren
(SKHJ). Eigenlijk is hij nog een
puber, maar hij probeert te pra
ten als een volwassene. Hij
heeft het over vorige banen en
is druk bezig met solliciteren.
Zijn zijn oudefs niet ongerust
over hem? Marco blaast wereld
wijs een dun straaltje sigarette-
rook uit en antwoordt, verbaasd
over zo veel naïviteit: „Dan ken
je mijn ouders nog niet."
Marco is deze avond net als
vijftien andere zwerfjongeren
afgekomen op een warme
maaltijd, een bed en gezellig
heid in het tehuis van stichting
De Plataan. De samenleving
heeft de zwerfjongere ontdekt,
al ging dat aanvankelijk moei
zaam. „Toen De Plataan in 1988
werd opgericht," vertelt coördi
nator Cor Heijnen, „vonden de
gevestigde instellingen voor
dak- en thuislozen dat maar on
zin." Toch kwam het project
van de grond en inmiddels
heeft De Plataan haar nut bewe
zen. „We hebben sinds de op
richting 1100 mensen binnen-
gehad. Achthonderd van hen
zijn goed terechtgekomen,
tweehonderd zien we hier nog
wel eens terug. De overige hon
derd blijven in het dak- en
thuislozencircuit hangen."
De Plataan biedt per dag on
derdak aan maximaal vijftien
jongeren tussen de 12 en 23
jaar. „De bedden zijn altijd be
zet," vertelt Heijnen. Jongeren
mogen er hoogstens een week
per maand blijven.
Uit recente cijfers van de Pro
vinciale Raad voor de Volksge
zondheid in Zuid-Holland blijkt
dat het aantal zwervers in Zuid-
Holland enorm toeneemt: van
5000 nu tot 10.000 over tien
jaar. Aan die toename zullen
weinig cliënten van De Plataan
bijdragen, zegt Heijnen. „Zwerf
jongeren willen absoluut niet
lijken op oudere dak- en thuis
lozen," zegt de coördinator. „Je
zult ze niet bij de opvangcentra
voor die categorie mensen zien.
Eigenlijk willen ze hetzelfde als
de meeste mensen: huisje,
boompje, beestje."
Zwerfjongeren hebben echter
niet zo'n gewone jeugd gehad
als de meeste mensen, en daar
om gaat het vaak fout. De onge
lukkige jeugd, de harteloze stief
moeders, de treurige tocht langs
internaten, pleeggezinnen en
jeugdhulpverleningsinstellin
gen: het lijken cliché's, maar bij
veel zwerfjongeren gaan ze wel
op. „Het zijn meestal kinderen
uit gebroken gezinnen. De rela
tie met de ouders is verknald,"
legt Heijnen uit. „Ze wonen te
vroeg op zichzelf en hebben te
weinig sociale contacten, te
weinig geld, vaak geen werk.
Soms komt daar het gebruik
van softdrugs nog bij, wat ook
niet bevorderlijk is voor een re
alistische kijk op de wereld."
Inmiddels is ook de gemeente
Rotterdam over de brug geko
men met een jaarlijkse subsidie
van 200.000 gulden, gegaran
deerd voor drie jaar. De overige
300.000 gulden wordt geput uit
particuliere fondsen. In De Pla
taan heerst daarom tevreden
heid, nu de stichting voorlopig
geen geldzorgen heeft. De jon
geren eten gezamenlijk en kij
ken in luie stoelen naar de mu
ziekzender MTV. Gezelligheid
troef dus, maar dat betekent
niet dat de jongeren een luizele-
ventje hebben. „Nee, in wezen
is het een drama voor die jeug
digen," vindt Heijnen. „De
hulpverleners zien er geen
brood meer in. De jopgeren lo
pen groot gevaar, omdat ze ex
perimenteren, wat in hun situa
tie een groot risico betekent."
Veel jeugdige zwervers lopen
dan ook grote kans om vroeg in
aanraking te komen met drugs,
gokverslaving of alcohol. Voor
zulke jongeren is het van cru
ciaal belang dat ze af en toe om
raad kunnen vragen aan een
volwassene. Neem nu Abdoel
(18), die net als Marco thuis
wegliep, omdat hij slaande ru
zie had met zijn ouders. Ab-
doels moeder overleed, toen hij
zes was. „Ik heb van mijn vader
nooit liefde gehad." zegt Abdoel
vol wrok. Vier jaar later her
trouwde zijn vader tot overmaat
van ramp met een vrouw, die
het niet zag zitten in haar stief
zoon.
Toen begon Abdoels jarenlan
Zwerfjongeren in Rotterdam: „Wat dacht je dat er gebeurt als je op straat leeft?".
FOTO FOTOPERSBUREAU COR VOS
ge lijdensweg. Via pleeggezin
nen en internaten kwam hij uit
eindelijk zelfstandig op een ka
mer te wonen. „Maar omdat ik
te veel geld uitgaf aan uitgaan,
kon ik de huur niet meer beta
len. Als dit er niet was, zou ik nu
ook rondzwerven," verklaart hij
zijn aanwezigheid in De Pla
taan. Een maatschappelijk wer
ker leert hem nu met geld om te
gaan. Abdoel ziet zijn toekomst
redelijk zonnig in. Hij werkt bij
de PTT en gaat twee dagen per
week naar school. „Je begint
onderaan de ladder," zegt Ab
doel. „Een dak boven je hoofd,
een bed en eten. Ik denk wel dat
ik normaal kan leven. Je leert
van je fouten."
by's die hun prilste jeugd achter
tralies of kogelvrijglas hebben
doorgebracht, zijn nooit aange
toond. Maar een normale situa
tie is het natuurlijk niet", zegt
drs. J. Piek, directeur van de
vrouwengevangenis de Singel
van de Bijlmerbajes in Amster
dam. Piek is lid van de werk
groep 'Vrouwen in detentie' die
de voorstellen rond bajesbaby's
heeft gepresenteerd. De werk
groep ziet het creeëren van spe
cifieke vrouwenafdelingen met
opvangmogelijkheden voor ba
by's en kleuters binnen gevan
genissen dan ook nog steeds als
uitzondering op de regel.
Vrouwen die zwanger zijn als
ze worden opgesloten, of tijdens
hun detentie in verwachting ra
ken, vormen eveneens een uit
zondering. Van de ongeveer 300
vrouwen die in Nederland vast
zitten, hebben er nu vijf hun
kind bij zich in de cel. De nieu
we situatie gaat uit van een ca
paciteit van twaalf verblijven
voor vrouwen met kinderen.
Piek zegt dat dit voldoende
zal zijn. „Het is niet de bedoe
ling dat de speciale situatie een
De zestien maanden oude Janny, op de rug van een bewaker van de vrouwengevangenis in Amsterdam
COR MULDER