De reconstructie van wat eens is geweest
Erotiek en macht
Schrijver Willem van Toorn over de waarneming van de wereld om ons heen
CEES VAN HOORE
Van Toorn draagt een prachtig col
bert. De kleur zweemt naar oud-
rose. Let wel: zweemt. Door het ro
ze is wat antracietgrijs gemengd. Onder dat
colbert draagt de schrijver een bijpassende
coltrui. Een met smaak geklede man, die
zich, als dat nodig zou zijn, nog aan zijn ei
gen haar uit het moeras zou kunnen trekken.
Het compliment voor het colbert neemt
Van Toom glimlachend in ontvangst. „Ach.
als Couperus een rose smoking had, mag ik
toch wel een eenvoudig colbertje hebben, of
niet soms?"
Zijn vader is kleermaker geweest. Een ou
derwetse vakman die nog in kleermakerszit
op de tafel plaatsnam. Als Willem vriendin-
nen van de middelbare school mee naar huis
bracht, zaten die al vlug naast zijn vader op
de tafel. Een man die vrouwen zo mooi kon
aankleden, dat vonden ze wel wat. Boven
dien was de kleermaker een rijzige, knappe
Goed. We gaan het hebben over de poëzie
van Van Toom. Maar allereerst die bloemle
zing over de bloem in de hedendaagse dicht
kunst. Moeten we daarbij niet meteen den
ken aan nuffige dametjes? Aan gedichten die
door de schooljeugd in de jaren vijftig tijdens
de lessen Nederlands belachelijk werden ge
maakt met tegengedichten als: 'O, ik wou dat
mijn kont een roosje was en dat jij er aan lag
te ruiken.' Is de»bloem, dat symbool voor ro
mantiek en liefde, sinds De Tachtigers eigen
lijk niet al lang uit de poëzie verbannen?
Nee. Ook hedendaagse dichters laten de
bloem toe in hun gedichten. „Maar zij schrij
ven er heel anders over dan, laten we zeggen,
Hélène Swarth of dergelijke dichters", zegt
Van Toom. „Bemlef heeft bij voorbeeld een
mooi gedicht gemaakt over een armelijke
distel. En de chrysanten uit Favereys gedich
tenbundel 'Chrysanten, roeiers' fungeren al
leen als object, waarmee de dichter laat zien
dat de werkelijkheid nooit uitputtend in taal
„Wel is de lyrische component bij het
schrijven over bloemen in de moderne poë
zie verdwenen. Het bezingen van bloemen is
na Auschwitz bijna onmogelijk geworden.
Toen heeft, zoals Lucebert dat schreef, 'de
schoonheid haar gezicht verbrand.' Trou
wens, de hele natuur heeft een andere rol ge
kregen in de poëzie. Vroeger troostte de na
tuur de mens. Zij vormde de spreekbuis van
God of wie dan ook. Nu zie je vaak dat de
mens die de natuur intrekt, op zichzelf wordt
teruggeworpen. Als ik een landschap zie, een
weids landschap, en die rust ervaar, heb ik
het idee dat het een decor is. Bedacht. Dat er
ergens scharnieren zitten. Dat er ergens een
achterdeur is die toegang geeft tot het werke
lijke leven."
In 'Eiland', de cyclus waarmee Van Tooms
gelijknamige gedichtenbundel opent, bestu
deert de ikfiguur een landkaart van een ei
land. De lijnen op de kaart volgend, denkt hij
terug aan een idyllische plek aan zee. Naar
die plek zou hij willen gaan met zijn geliefde,
weg van de gore stad en de kranteberichten
over oorlogen, ongelukken, moord en dood-
slag.
Van Toom: „Ik beschrijf een plek op Kreta,
aan zee. Archeologen waren er net bezig met
het opgraven van een stad, een soort laby
rinth dat als een halve maan naar de zee lag
gekeerd. Die plek ademde een onwaarschijn
lijke rust. In de krant las ik dat er in die stad
waarschijnlijk 'nooit levenden' hadden ge
woond. De dood dus, een rustige, mooie plek
naast dit leven."
Auto-ongeluk
Om de hedendaagse onverschilligheid voor
het leed van anderen te illustreren, heeft Van
Toorn de krant in zijn gedicht binnenge
haald. Een wel zeer schrijnend, en tegelijk bi
zar bericht is gestileerd en in strofevorm
weergegeven: Een autoweg./ Een auto
slaat over de kop./De man aan het stuur
wordt er uit/ geslingerd met zijn drie kinde
ren./ Het oudste meisje is tivaalf./ Ze sleept de
man naar de bermen zet haar twee kleine
zusjes/ bij hun stervende vader terwijl zij om
hulp gaat zwaaien naar de passerende auto's./
IX' eerste rijdt haar aan/ en daarna gaan
De schrijver Willem van Toorn
gaat voor het Leid.se Museum
De Lakenhal een bloemlezing
samenstellen met als thema: de
bloem in de hedendaagse
poëzie. De bloemlezing zal
tijdens de opening van een
expositie van moderne
bloemenschilderijen in De
Lakenhal (april '92) worden
gepresenteerd als een soort
catalogus. Van Toorn heeft
talrijke romans, gedichten- en
verhalenbundels opzijn naam
staan. Onlangs verscheen bij
Querido Van Toorns nieuwste
gedichtenbundel 'Eiland'. Een
boek met huiveringwekkende
beelden en onvergetelijke regels.
twintig auto'sover haar steeds dodere li
chaam./ Geen weggebruiker die stopt./ Het is
zondag niet ver van de hoofdstad.//Maandag
na het journaal/ op de tv meldt zich een
vrouwbij de politie. Zij is wellichtook over
het kind heen gereden:/ haar auto is zwaar
beschadigd/ en zit onder het bloed./ Bij de
beelden van na het eten/dacht ze ik misschien
ook./ Ze had wel iets menen te voelen/ op die
plek maar niet durven stoppen! want ze had
zelf een kind achterin.
„Dit is echt gebeurd", zegt Van Toom.
„Het stond als bericht in het dagblad de
NRC. Ik een paar mensen gevraagd of ze het
hadden gelezen, maar niemand kon zich het
bericht herinneren. Zo'n voorval zegt toch
wel iets over deze maatschappij. Over onze
onverschilligheid als het gaat om andermans
ellende. Over ons onvermogen om te kunnen
helpen. Als ik dan in diezelfde krant lees dat
dat idyllische en vredige eiland alleen door
doden kan zijn bewoond, denk ik: ja, dat
moet haast wel. Je leest de laatste tijd veel
over grote schurkachtigheid, over systeem-
moordenaars. De ene gruwel na de andere.
'De onverschilligheid
als het gaat om
andermans ellende'
Maar zo'n berichtje over een ramp die ge
beurt met een familie, misschien net terug
komend van een bezoek aan oma, gaat langs
de mensen heen."
„In zekere zin zou je dit gedicht uit die cy
clus een geëngageerd gedicht kunnen noe
men. Maar ik ga niet schelden of verontwaar
digd doen. Mijn boosheid en bewogenheid
zijn voor een goede lezer waarneembaar, die
bevinden zich onder de oppervlakte. Dan
werkt het sterker. Ik doe dat ook in mijn pro-
In het werk van Van Toom is er steeds
sprake van een plek waar twee mensen sa
men zijn geweest en weer samen zouden wil
len zijn. Of een gedroomd landschap wordt
'bevolkt' met de afwezige. Wat is dat toch? Is
dat motief op een concrete ervaring terug te
voeren? En waarom tracht Van Toorn ook op
plekken waar hij nog nooit is geweest het
menselijk leven dat er zich moet hebben af
gespeeld te reconstrueren?
„Mensen laten uiterst geringe sporen na in
hun leven, als je het tenminste over een pe
riode van enkele eeuwen bekijkt. Maar vol
gens mij verandert een landschap als er een
mens in heeft gelopen. Dat landschap herin
nert zich dat en is gevuld met indrukken en
Van Toom: „Ik ga
niet schelden of ver
ontwaardigd doen.
Mijn boosheid en be
wogenheid zijn voor
een goede lezer
waarneembaar, die
bevinden zich onder
de oppen/lakte. Dan
werkt het sterker.
FOTO NIEUW ANEFO
betekenissen. En dan denk ik niet alleen aan
voetsporen of zoiets."
„Ik heb altijd sterk de neiging tot recon
structie van leven dat er eens is geweest. Je
bent in deze werkelijkheid altijd bezig met
terug- of vooruitkijken. De directe waarne
ming van het leven ontsnapt je. Alsof je de
kop koffie die je wordt voorgezet niet meteen
leegdrinkt, maar eerst even laat afkoelen. Het
leven niet meteen genieten dat heeft iets
tragisch. Maar heel weinig mensen vallen
met zichzelf samen in de tijd. Ik heb in een
dorp in Italië eens een man gezien die met
zijn voorschoot aan een pijpje zat te roken
voor zijn winkel. Ik had het idee dat die man
dat moment van zijn leven ook werkelijk be
leefde. Dat hij volledig met zichzelf samen
viel."
„Het is een naïef idee dat je de werkelijk
heid meteen en absoluut zou kunnen erva
ren. Wat voorstelbaar is, is veel concreter
voor je dan wat er gebeurt. Het denken aan
wat gebeurd is of wat kan gaan gebeuren, is
veel reëler dan de directe ervaring."
„Ik was eens met een paar
vrienden in de Ardennen. We
zijn daar aan het wandelen en
opeens zien we een huis staan,
een verlaten huis. Het zag er uit
alsof het plotseling door de be
woners was achtergelaten, met
de steelpannen nog in dé goot
steen en het mes en de kruimels
nog op de broodplank. Net alsof
die bewoners waren verdampt!
Een beetje zo'n Walker Evans-
achtige sfeer. We hebben er aller
lei dingen bij verzonnen, gekke
toneelstukjes gespeeld en zo.
Toen ik weer thuis was, raakte ik
geïrriteerd. Ik moest en zou die
leegte opvullen."
Fopspeen
Je kunt Van Toom geen schrijver
van geëngageerde poëzie noe
men. Wel zie je dat de misstan
den in de maatschappij hem niet
onberoerd laten. Ooit heeft hij
zich geïnteresseerd voor politiek,
vooral voor die van de PvdA,
maar dat is de laatste tijd huilen
met de klep dicht.
„Ik heb in Praag nog eens een
lezing voor Charta gegeven. Dat
was een vreemde ervaring. De
bijeenkomst was in een flatge
bouw. Iedereen zat dicht op el
kaar gepropt. Voor de deur stond
de politie te wachten. Mijn lezing
ging over de ontwikkelingen in
de moderne literatuur. Ik sprak
over 'The Dean's December' van
Saul Bellow. Daarin wordt nogal
wat kritiek geleverd op het kapi
talistische systeem. Het publiek
wilde er niets van weten. Het ka
pitalistische systeem was het he
lemaal, kijk maar naar de wel
vaart die het de mensen heeft ge
bracht, zeiden ze. De zwarte kan
ten van dat kapitalisme zagen ze
niet. Dat er werkloosheid bij ons
was, vonden ze niet erg. Je krijgt
dan toch een uitkering? Wat een
weelde! Kortom: het was allemaal
erg naïef. Ook bij een man als
Havel."
„Die visie op het kapitalisme
zal in Praag, waar ze nu op het
vrijemarktsysteem zijn overge
gaan, inmiddels niet meer zo
rooskleurig zijn. Als je ziet hoe
het er hier aan toe gaat met de
Europese eenwording: het gaat
alleen maar om de handelscon
tacten! Neem nu zo'n PvdA, het
gekeutel en geiirm binnen die
gelederen. Het vervult mij met
grote ongerustheid. Er zou eens
iemand moeten komen die de
waarheid hardop durft te zeggen.
Als het over een Verenigd Europa
gaat, komen ze ook bij de PvdA
altijd weer op de proppen met
dat economische-groeiverhaal.
Het is een grote fopspeen. En het
is een schande dat dit allemaal
ten koste zal gaan van de Derde
Wereld."
„Ook zoiets belachelijks is, dat er binnen
die akkoorden nog steeds geen aandacht is
gegeven aan een cultuurparagraaf. Aan de
cultuur wordt helemaal niet gedacht. Samen
met Nicolaas Matsier heb ik een stuk in de
NRC geschreven over de aanslag die zal wor
den gepleegd op het Nederlandse Fonds voor
de Letteren. Het is sinds kort zo dat ook Bel
gische schrijvers een beroep op dat fonds
kunnen doen voor een werkbeurs. Zo'n 185
Belgische auteurs komen daarvoor in princi
pe in aanmerking. Maar ook elke Italiaan die
Nederlands schrijft, mag hier aankloppen.
Omgekeerd kan de Nederlandse schrijver
in België en Italië niet terecht. De voorzienin
gen zijn daar veel slechter. Natuurlijk zullen
die buitenlandse schrijvers dat geld ook no
dig hebben, maar ik vind dat je als regering
ergens een grens moet trekken. Anders ga je
afbreken wat je hier aan sociale voorzienin
gen hebt opgebouwd. Straks moeten de Ne
derlandse schrijvers hier met de pet rond."
ZATERDAG 1 FEBRUAR11992
Denkwijzer
Een mooie vrouw, zich overduidelijk van haar
uitstraling bewust, komt op een persconferentie
de hele wereld uitleggen dat ze jarenlang een re
latie met een getrouwde vent heeft gehad.
Nieuws van het ergste soort, want de man in
kwestie is toevallig presidentskandidaat.
Wat doet de pers
dus? Die gaat
zichzelf en het
publiek dagenlang opwinden
over: deed ie het nou of deed-ie
het niet? Maar dat is natuurlijk
niet de hamvraag. Die is: waar
om doet zij het? Waarom klapte
zij, zangeres Gennifer Flowers,
afgelopen maandag zo publieke
lijk uit de school over Bill Clin
ton, gouverneur van Arkansas?
De verklaring die zij er zelf bij
gaf, was niet erg overtuigend. Net
als trouwens de verklaring die de
media voor haar ontboezeming
in petto hadden. Gennifer be
speelde de trom van de eerlijk
heid door te zeggen dat ze beslo
ten had te praten omdat zij had
gelogen tegen de pers en ziek
was van alle bedrog en leugens.
Voor wie even doordenkt is die
uitleg natuurlijk onzinnig. Als je
behoefte hebt om je geweten te
wassen, dan geef je toch niet
meteen maar even een perscon
ferentie. De media zijn niet de
meest voor de handliggende
keus als biechtstoel. Ze zijn ook
bepaald niet de 'gouden stan
daard' voor eerlijkheid en dat
geldt al helemaal voor het boule
vardblad Star waarin dp zangeres
voor het eerst met haar onthul
lingen op de proppen kwam.
De media zelf roffelden op de
tam-tam van de hebzucht. Gen
nifer zou een fiks bedrag, ergens
tussen de 50.000 en 200.000 dol
lar voor haar verhaal hebben ge
kregen. Zelfs als dit motief heeft
meegespeeld, dan nog is het ui
terst onwaarschijnlijk dat geld
haar enige of belangrijkste be
weegreden is geweest. Want Ge
nnifer heeft natuurlijk verdomd
goed beseft dat met haar verhaal
haar vroegere minnaar(?) grote
en misschien wel onherstelbare
averij zou oplopen in zijn race
naar het presidentschap.
De meeste vrouwen hebben de
macht om hun mannen of min
naars in moeilijkheden te bren
gen door het rondbazuinen van
intieme bijzonderheden. Als ze
van die macht gebruik of mis
bruik maken, is er vrijwel altijd
sprake van wraakzucht, van be
hoefte om te vernederen, naar
beneden te halen. Die behoefte
komt meestal voort uit vernede
ring of afwijzing, die zij op hun
beurt van de zijde van man of
minnaar hebben opgelopen.
In veel (exjrelaties zijn mannen
en vrouwen tot in lengte van da
gen in een harde en vaak geme
ne machtsstrijd verwikkeld, maar
het risico daarop is groter als de
relatie zelf uit macht is geboren,
zoals bij Gennifer en Bill onge
twijfeld het geval is geweest.
Ik denk bijvoorbeeld dat Genni
fer nooit aan een relatie met Bill,
een getrouwde man, zou zijn be
gonnen als hij geen rijzende poli
tieke ster was geweest, maar bij
voorbeeld een werkloze bouw
vakker. Voor het aangaan van
een seksuele relatie met een man
stellen vrouwen, bewust of onbe
wust, meestal een hele reeks
voorwaarden uiterlijke aan
trekkelijkheid, respect, invoe
lingsvermogen, intelligentie en
vooral ook status of succes.
Bij het uitzoeken van een partner
of minnaar kiezen vrouwen vrij
wel altijd 'naar boven'. Daarom
hebben machtige mannen op
veel vrouwen zo'n erotiserende
uitwerking, of zoals Henry Kis
singer het ooit zei: macht is de
ultieme liefdesdrank.
Mannen daarentegen, vooral ook
machtige mannen, stellen voor
een seksuele relatie aan een
vrouw meestal maar één enkele
voorwaarde, namelijk dat ze li
chamelijk aantrekkelijk is. Ze
mag best een werkloze danseres,
zangeres of stewardess zijn, als
ze maar een 'stuk' is.
De erotiserende uitstraling van
macht en het verschil in voor
waarden die mannen en vrou
wen aan een seksuele relatie stel
len, maakt dat machtige mannen
vaak uit een groot aanbod van
knappe vrouwen kunnen kiezen.
En dat doen ze dan ook De pre
sidenten Roosevelt, Eisenhower,
Johnson en 'most of all' John F.
Kennedy zijn sprekende voor
beelden in dit opzicht.
Wat dat betreft verschilt de men
selijke soort nog altijd weinig van
de eerste de beste apensoort,
zoals de baviaan. Ook daar geldt
dat de machtigste, sterkste man
netjes de meeste en de beste
vrouwtjes hebben, terwijl de
'mindere' mannetjes het toe
kijken hebben (al doen bavianen
dat niet via de televisie).
Het valt overigens te betwijfelen
of het wat de mens betreft alleen
maar om een biologisch bepaald
patroon gaat. Reclame-psycholo
gen hebben al sinds jaar en dag
vastgesteld dat er maar één ge
meenschappelijke noemer is,
waaronder alle mannen van alle
sociale klassen 'gepakt' kunnen
worden: hun verlangen om door
de mooiste vrouwen in hun cul
tuur geaccepteerd te worden.
We kunnen het ook omdraaien:
de gemeenschappelijke noemer
is hun angst om door deze vrou
wen afgewezen te worden. Hoe
groter de angst, hoe waarschijn
lijker de kans dat hij het produkt
koopt dat hem belooft dat die
angst overbodig is. Met een 14-
jarige jongen die werkelijk con
stant door de media wordt ge
bombardeerd met beelden van
de 14- tot 29-jarige modelvrouw,
gebeuren twee ingrijpende din
gen.
Allereerst gaat dit ideaalbeeld
een centrale plaats in zijn fanta
siewereld innemen en heeft het
hem in zijn macht. Het tweede is
dat hij, met zijn puistjes en on
beholpenheid, zich bij dit type
meisje of vrouw volstrekt on
waardig voelt. De meisjes uit zijn
omgeving die enigszins lijken op
het fantasiebeeld, hebben door
hun schoonheid macht over
hem.
Zijn diepste verlangen is dat zij
net zo met hem bezig zijn, net zo
achter hem aan lopen als hij ach
ter hen. Dan zou hij het gevoel
kunnen hebben: ik ben oké.
Maar meestal is hij niet zo geluk
kig. In zijn verlangen om toch
door hen opgemerkt of geaccep
teerd te worden en in zijn angst
dat dat niet gebeurt, gaat hij op
zoek naar manieren waarop hij
zich kan bewijzen: sport, spullen,
studie- of beroepsprestaties. Het
streven naar maatschappelijke
macht van veel mannen is daar
om voor een belangrijk deel in
gegeven door een gevoel van on
waardigheid ten opzichte van het
ideaalbeeld van de vrouw dat in
hun innerlijk rondwaart.
En dan gebeurt er op een dag iets
bij de man die inderdaad status,
succes en macht weet te verwer
ven, iets dat althans voor hem
zelf strelend verrassend is. Vrou
wen die het ideaaltype dicht be
naderen, beginnen werkelijk
achter hem aan te lopen. Het
succes begint z'n erotische
vruchten af te werpen. In het be
gin heeft de man vaak de neiging
die met handenvol te grijpen, als
een kind in een onbewaakte
snoepwinkel. Totdat er een mo
ment komt dat hij beseft dat hij
voor het behoud van zijn macht
de erotische voordelen ervan
moet opgeven. De mooie minna
res moet aan de dijk.
Maar die laat zich die krenking
ondanks haar uiterlijk is ze
blijkbaar niet meer aantrekkelijk
genoeg om de relatie voort te
zetten niet zomaar aandoen.
Onder het motto 'als hij denkt
mij te kunnen opruimen, wan
neer hij geen behoefte meer aan
mij heeft, dan zal ik er wel eens
voor zorgen dat hij iemand
wordt waar ik geen behoefte
meer aan heb' onderneemt ze
pogingen om ook hem van zijn
aantrekkelijkheid, van zijn macht
dus, af te helpen. Zoals altijd in
de strijd tussen twee ego's is dan
al gauw geen middel meer te
grof.
En net als bij de baviaan geldt
ook bij de mens, dat als de kans
zich voordoet, de 'mindere'
mannetjes maar al te graag het
knappe vrouwtje helpen om zo
wel het machtige mannetje als
hun eigen afgunst een stuk klei
ner te maken.
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische
en gezondheidspsychologie