Extra
Stormreis rond de Noordkaap
Donderdag 30|anuan1992
Depressies een loerend gevaar voor deklading van de Tina H.
De grijze wolven hebben zich verza
meld in de koude zeeën bij Spitsbergen
en nu gaan ze op jacht in zuidelijke
richting, opgestuwd door de poolwind.
Ze worden eerst gesigaleerd bij Beren
eiland. Bewesten de Noordkaap, op het
topje van Noorwegen, bespringen ze
het achterschip van de Nederlandse
kustvaarder Tina H. De enorme grijze
watermassa's die het schip belopen,
maken niet alleen het leven aan boord
ongemakkelijker, ze sturen ook het tijd
schema van kapitein Jan Lohuis in de
war. Bovendien, en het is niet het minst
nadelige aspect van de noorderstorm,
bedreigen de watermassa's de deklast
hout die op de luiken is opgetast.
SYMEN KINGMA GPP
Lohuis staat op de brug, wacht een minder
agressief ogend golfbeeld af en stuurt de Ti-
na H. met de kop in de wind. Met deze ma
noeuvre beschermt hij de deklading tegen
de opdringende golven, die zich al tot bin
nen de gangboorden hebben gevochten. De
brede bak, het voorschip van de Tina H.,
vangt de wit en grijs dooraderde huizenho
ge golven op, en daarna rijdt ze er dapper
tegenop. Het kolkende, brullende water
stormt onder het schip door, om uren later
zichzelf te verpletteren op de rotsen van de
Noorse westkust. Maar in hun zelfmoord
pogingen kunnen de kille golven van de IJs
zee zomaar een schip meenemen, of ten
minste de deklading.
Zo'n 1200 kubieke meter hout, het derde
deel van de totale lading, is kundig vastge
sjord door de bemanning van de Tina H.
toen de sneeuw al op de kade lag in Ar
changelsk. Nederlandse houtvaarders heb
ben al vanaf het moment, dat ze zee kozen
om in noordelijke landen hout op te halen,
geworsteld met deklasten, die de stabiliteit
van het schip aantasten. Het drijfvermogen
van het materiaal is hoog, vandaar dan ook
de mogelijkheid om hout bovenop de rui
men mee te nemen. Met behulp van de in
houd van brandstof- en watertanks kan de
stabiliteit, of de 'trim' van een modern
schip worden verbeterd, maar deze moge
lijkheid was er niet op de zeilschepen van
weleer. Toen verloor menig schip zijn la
ding, soms tot geluk van juttende kust- en
eilandbewoners.
Jan Lohuis gunt de Terschellingers en ook
de Noren hun gratis pakket hout, maar dan
zeer zeker niet afkomstig van de Tina H.! De
Almelose schipper heeft geen keus, als de
storm uit het Noorden over de zee jaagt.
Uur na uur houdt hij de kop van het schip
in de golven, totdat aan het einde van de
wacht stuurman Andries Hoekema op de
brug verschijnt ^n het stuurapparaatje in
zijn rechterhand neemt. Er staat een stuur
wiel op de brug, maar dat heeft een min of
meer decoratieve functie. Het schip wordt
elektronisch en automatisch bestuurd en er
is op de wereld geen betere roerganger te
vinden dan de automatische piloot.
Nacht
De novembernacht valt vroeg op 71 graden
Noorderbreedte en wanneer zware wolken
partijen over de zee jagen, krijgt de zon
overdag slechts een schrale kans. De be
manning van de Tina H. wacht een lange
nacht in een zeer eenzaam zeegebied, tus
sen de Noorse noordkust, Groenland in het
Westen en Spitsbergen als laatste bewoon
de gebied tot de Noordpool in het Noorden.
De oceaan likt langs de scheepsflanken, niet
eens onvriendelijk. Maar het is een list, een
poging om de Tina H. te misleiden, want
van tijd tot tijd duikt een brok water op uit
het duister en probeert de deklast aan te
vallen. Schip en stuurman vangen de aanval
op, de man op de brug staat op scherp. Hij
tuurt in het donker om de hoogste rollers
tijdig te ontdekken en met een subtiele be
weging van zijn vingers te ontwijken.
Het lukt, de deklast blijft in tact, maar Lo
huis en Hoekema tuimelen na afloop van
hun wacht lichamelijk en geestelijk doodop
in hun kooi. „Het kan nog erger, hoor",
lacht Jan Lohuis, als de depressie is wegge
waaid en de Tina H. stampend in een nog
steeds hoge deining de donkere wolken
volgt in zuidoostelijke richting. Daar ligt de
Noorse kust, waarvan elke zeeman weet dat
ze levensgevaarlijk is bij westenwind en
vooral als het schip voorzien is van een
wind- en watervangende deklast. Maar 'la
gerwal' kan ook beschutting bieden als er
havens zijn, of baaien achter hoge bergen.
De rotsen van de Noorse westkust grijnzen
wreed en glad vanuit zee.
Het schip dat door een van de openingen in
deze duizenden kilometers lange granieten
muur glipt, is veilig voor het wolvenpak dat
bij stormweer buiten de Noorse territoriale
wateren op de loer ligt. De Tina H. begint
na het duel met de Noordkaap-depressie
een race tegen de tijd, een wedstrijd die is
uitgelokt door drie uitdiepende depressies,
waarvoor Noorse en Britse meteorologen
alle schepen tijdig hebben gewaarschuwd.
De fronten hangen nu boven IJsland en bo
ven de Far Oer, en het derde ontwikkelt
zich zuidwestelijk van Ierland. De kracht
van de lagedrukgebieden mag verschillend
zijn (dat bij Ierland drukt de barometer
naar 942 millibar), er is een dramatische
overeenkomst: ze bewegen zich alledrie in
30
Noordkaap
C
Ar^eisk
De route van de Tina H.
KAARTJE GPD
De Tina H. in rustig vaarwater.
Deklast, de Achilleshiel van kustvaarders in de noordelijke wateren.
oostelijke richting en ze zullen zwaar tot
zeer zwaar weer veroorzaken in het zeege
bied op de route van de Tina H.
Bont en hout
De Friese kustvaarder is vijf dagen eerder
vertrokken uit de monding van de Dwina,
toen het goed weer was. De Russische win
ter was al voelbaar in de stad, die is ge
noemd naar de aartsengel Michael: Archan
gelsk. Nederlandse schippers en handelaren
kwamen hier voor het eerst in 1584 en een
verdwaalde sticker in een kantoor van een
van de houtwerven herinnert aan het jubi
leum, dat zeven jaar geleden kon worden
gevierd: Archangelsk 1584 Holland staat er
op. De ondernemende Nederlanders laad
den hout voor hun land, waar de grootste
handelsvloot van Europa in aanbouw was.
Maar nog liever namen ze bont mee, want
dat leverde veel meer geld op.
De tocht overzee was niet alleen gevaarlijk,
maar verliep meestal ook moeizaam. Land
kaarten van dit gebied, een uithoek van de
wereld, bestonden nauwelijks, en zeker niet
in West-Europa. Er was een vaag beeld van
de geografische situatie bij de monding van
de Dwina. Schippers en handelaren die de
concurrentie op de Oostzee uit de weg gin
gen, probeerden na een zeiltocht 'rond Sa-
mojeedenlandt en Moscoviën' een boter
ham te verdienen. Gedetailleerde zeekaar
ten ontbraken. Later zouden Nederlandse
cartografen zeelieden vragen om zelf kaar
ten te maken op door hen ter beschikking
gesteld papier.
Buitenlandse koopvaardijschepen zijn langs
de kaden van de zaagmolens in Archan
gelsk meer dan ooit welkom, zegt Iwan Eu-
dokimov. Hij is namens Inflot de manager
voor Archangelsk. Inflot, de voormalige
staatsonderneming die is geprivatiseerd,
treedt in alle Sovjethavens op als agent voor
westerse rederijen en bevrachters.
Arctische route
Iwan heeft intussen meermalen West-Euro
pa bezocht om bestaande relaties te verste
vigen en zo mogelijk nieuwe aan te knopen.
„Archangelsk is een belangrijke haven, ook
een uitvalsbasis voor het arctische gebied.
Wat we nodig hebben is een betere infra
structuur van de haven en betere verbin
dingen met het achterland. Misschien nog
wel belangrijker is de noodzaak van een
modem communicatiesysteem in de ha
ven, zodat we gemakkelijk verbinding kun
nen krijgen met de schepen die er liggen.
We moeten heel veel investeren om de ha
ven en alles wat erbij hoort te modernise
ren. Daarom willen we meer maritieme ac
tiviteiten zien."
De haven is in de winterperiode ontoegan
kelijk gebied voor buitenlandse schepen.
De Russen maken in het winterseizoen, dat
een maand of vijf kan duren, wel gebruik
van de haven. Een loods, die de Tina H. van
de ene zaagfabriek naar de andere brengt,
wijst trots op een ijsbreker die nu nog wer
keloos aan de kade ligt. In de wintertijd
vaart hij op dit schip om de route om de
noord open te houden. Deze zeeweg door
het pakijs loopt van de Witte Zee via de Ba-
rentszee (Murmansk) en langs Nova Zem-
bla naar de Beringstraat, tussen de Oost
kaap van de Russische republiek en Alaska.
Langs deze route varend wordt de zeeweg
tussen Europa en het Verre Oosten met en
kele duizenden mijlen bekort.
Dat is economisch interessant. Een Franse
proefexpeditie heeft de arctische route deze
zomer verkend met hulp van Russische ijs-
brekers, maar de voortgang van de expedi
tie viel tegen. De Terschellinger navigator
Willem Barentsz stond er vier eeuwen gele
den veel slechter voor, toen hij, op zoek
naar de noordoostelijke doorvaart, zijn
schip verloor in het ijs van Nova Zembla.
Barentsz stierf na zijn beroemde overwinte
ring, toen hij en zijn mede-expeditieleden
vanuit het arctische gebied in twee kleine
open sloepen onderweg waren naar de
Noordkaap.
Diplomaat
De Barentszzee oogt leigrijs, als de Tina H.
op een sombere morgen zich daar vertoont,
wulps wiegend op de deining die op zee al
tijd 'swell wordt genoemd op weg naar
Delfzijl. Over bakboord, dat is links vanaf
het achterschip gezien, ligt het schiereiland
Kola, over stuurboord, maar nog ver weg,
huivert Spitsbergen in de late herfst. Jan Lo
huis, kapitein van de Tina H., prijst zich ge
lukkig dat het de laatste reis naar de Dwina
is, voor dit jaar. In april voer hij voor het
eerst de Witte Zee op en er zouden nog vijf
reizen volgen. Hij kent inmiddels de Russi
sche walgasten, die naar papieren komen
vragen en intussen een Nederlandse Bols-
kaya-wodka meedrinken.
Lohuis, die veel havens van de wereld heeft
bezocht, denkt zijn pappenheimers te ken
nen. In een Russische haven wijkt de diplo
matie van de kapitein af van die in Saudia-
rabië. En in Shanghai of Singapore is op
nieuw aanpassing vereist aan de plaatselijke
omstandigheden. De zeekapitein is naviga
tor, diplomaat, accountant en hoofd persp-
neelszaken tegelijk.
De Russen in Kola en Murmansk communi
ceren draadloos en luidruchtig, maar pas
als de Noorse Vardo-radio antwoord geeft
op Lohuis' verzoek om een weerbericht,
voelt de bemanning zich écht op weg naar
huis. In de hutten is het lekker warm, dank
zij de machtige machine die de Tina H.
voortstuwt onder toezicht van 'meester'
Maarten Koopmans uit Pietersbierum en
diens assistent Ferdinan Latumatan. De
coaster, gebouwd in 1977 bij Barkmeijer in
Stroobos voor rekening van rederij Holwer-
da in Heerenveen, biedt verder onderdak
aan leerling-stuurman Bas Go ris, de kok
Misbah en de matrozen Jimmy Barael, Udin
Jantra, en Emir Emirsyah.
Skutsjes
De bemanningsleden hebben hun privé-
vertrekken aan boord, het één wat groter
dan de ander, want de hiërarchie aan boord
begint al als het schip wordt ontworpen.
Aan boord staat niemand op z'n strepen, al
is het rangverschil duidelijk. De officieren
eten in hun eigen messroom, steeds onder
het toeziend oog van het fameuze schilderij
van het guitig ogende zigeunermeisje, dat
zowel op zee als in de huiskamer haar sup
porters heeft. Er staan tv-toestellen in de
beide messrooms en eentje is voorzien van
een videorecorder. Maar de films zijn in
middels grijs gedraaid en het wachten is op
een georganiseerde vervanging van de cas
settes, zoals elk schip ook de beschikking
krijgt over een wisselend boekenbestand.
Op de brug, tijdens de wacht, is er volop tijd
voor de discussie, die steeds dezelfde ricn-
ting inslaat. Jan Lohuis is een fan van FC
Twente, Andries Hoekema leeft op als de
skütsjes zeilen en in het bijzonder, wanneer
Woudsend het klassement aanvoert. Maar
ten Koopmans, de meester van de machi
nekamer, beluistert de palavers zwijgend en
draait geroutineerd een Drum.
Als na het ronden van de Noordkaap, die in
dit jaargetij enkele uren per dag wordt be
schenen door een laagstaande, bloedrode
zuiderzon, de noordenwind zich aandient
en na enige uren zeer hard gaat blazen, is
iedereen aan boord met zijn gedachten bij
de storm. Vorig jaar moest de Tina H. onder
een andere kapitein een oppertje zoeken bij
de Noordkaap, toen achterin komende zee-
en de deklast hout verschoven. En Lohuis
herinnert zich de nachtmerrie van de vorige
reis, toen hij ter hoogte van Bergen dertig
uur achtereen op de brug stond om zich
een orkaan van het lijf te houden. Zo'n er
varing wenst hij niemand toe.
Depressies
De Tina H. weet wat van haar wordt ver
wacht als die watermassa's voor haar boeg
opdoemen. Als de bemanning na de storm
bij de Noordkaap het syndroom van onbe
schrijflijke nietigheid in de waterwoestenij
van zich heeft afgeworpen, doemen in het
Westen nieuwe bedreigingen op. De de
pressies marcheren naar het schijnt in co
lonne vanover de Atlantische Oceaan naar
het Oosten. De BBC meldt voor 'early mon-
day morning' storm voor de Noorse kust.
Wègwezen, naar de beschutting van de wal,
beslist Lohuis. Hij geeft zichzelf dertig pro
cent kans om tijdig een oppertje, een
plaatsje in de luwte, te bereiken. Vooralsnog
laat de Noorse Zee zich van zijn beste kant
zien. Er is deining, het bewijs van storm
weer elders, maar er is ook tijd om naar bo
ven te kijken.
Daar ontplooit zich het Noorderiicht in al
zijn bleke en pure grootsheid, van ooster
kim tot in het Westen, waar een vertraagd
vuurwerk lijkt te worden afgestoken. Moet
je hier zien - en op het eenzame schip klin
ken de verbaasde uitroepen over deze stille
uitbarsting van de natuur, totdat een opko
mend wolkendek de mooiste effecten van
de aurora borealis aan het gezicht onttrekt.
Een uur voordat de wind, die lange tijd uit
het zuidoosten waait, via 'de zuid' naar het
Westen ruimt, steekt de Tina H. haar neus
binnen de veilige omarming van een Noor
se fjord. De hemel boven Trondheim kleurt
rood in het avondlijk duister. Jan Lohuis, en
hij niet alleen, is opgelucht.
Terwijl twee mijl westwaarts enorme golven
de weerstand van de rotsen beproeven,
houden Lohuis en Hoekema het schip
gaande in het stille fjordwater. Een poging
om na de passage van de eerste depressie
weer zee te kiezen wordt gestuit door het
beestachtige weer buitengaats. Het getuigt
van goed zeemanschap als Jan Lohuis via
de radio een loods bestelt. Dat kost geld en
overleg met het bevrachtingskantoor in
Lübeck is nodig, voordat er, weliswaar aar
zelend, toestemming wordt gegeven om
'binnendoor" naar het Zuiden te koersen.
Een weergaloos mooie kruipdoor-sluip-
doorroute tussen Stavanger en Kirkenes in
het Noorden kronkelt zich tussen de zee en
het Noorse vasteland. Bovendien is het een
veilige route, bij voorbeeld voor kleine sche
pen met een hoge deklading hout die de
stormen in de herfst willen mijden.
Verrassing
Terwijl depressie na depressie over de mas
ten van de Tina H. jaagt, vaart het schip in
de fjorden als geldt het een zomers reisje op
het Sneekermeer. In de buurt van Bergen
klaart het weer op en Lohuis durft het aan
de zee weer op te zoeken, ondanks een for
midabele deining die recht op de kust staat.
De bemanning krijgt weer het Noordzee-
gevoel: het mag dan nog hard waaien,
rondom is land en dat geeft, met die deksel
se deklast als extra moeilijkheidsfactor, toch
een veilig idee. De Duitse bevrachter deelt
mee, dat de lading, voor 99 procent zeker
gelost moet in 'Delfsiel' en iedereen aan
boord scheert zich beter dan ooit en trekt
een schoon overhemd aan. Dat doen ze niet
voor de Groningers, maar voor de familie
en aanstaande familie, die in de haven aan
boord zal komen.
Maar Axel in Lübeck gunt Lohuis, Hoeke
ma, Koopmans en die anderen geen vrij
weekeinde in het vaderland. De oproeplijst
van Scheveningen-Radio seint de letters
PHYP uit en dat is de code Papa Hotel Yan
kee Papa voor de Tina H. Het telegram be
vat de tijding: doorvaren naar Antwerpen
en daar de deklading lossen. Andries wordt
het moeilijk gemaakt om zijn vriendin tele
fonisch te bereiken, aangezien het winkel
bedrijf waar ze werkt, slechts spaarzaam te
lefoongesprekken voor medewerksters
wenst door te geven. Zeelieden hebben
vaak het gevoel, dat er op de wal geen be
grip bestaat voor het zeemansleven en hier
blijkt helaas, hoe ze daar gelijk in hebben.
Scheveningen-Radio, de brenger van goed
en slecht nieuws, heeft kort tevoren het be
richt rondgezonden aan 'all ships, alle sche
pen', dat de stormwaarschuwingen zijn in
getrokken. De kustvaarder, die geen zee te
hoog gaat, vaart op het zuidelijke deel van
de Noordzee in een romantische straal
maanlicht en, later, tussen tientallen fel ver
lichte olieplatforms door. Op een morgen,
na een vertraging van twee dagen wegens
stormachtig weer, boort de Tina H. haar
boeg door de mist in het oude Antwerpse
havengebied, aan de korte tros van een
sleepboot. De volgende bestemming is al
bekend: in Delfzijl zout laden voor Zweden.