Sport in
Nederland:
'n kouwe hap
T\
ZATERDAG 25 JANUAR11992
IPubliek krijgt te weinig waar voor zijn gela
'Ook mensen in
een voetbalstadion
kun je vermaken'
speelt de Alkmaarse drumband Excelsior het
Wilhelmus dat prachtig smoort in de mist.
's Avonds in Den Helder knalt harde, op
zwepende rap-muziek de bezoekers tege
moet die komen voor Commodore tegen de
Graydon Canadians uit Amsterdam. Het is
basketbal en düs Amerikaans: het voorstellen
van de spelers, het Commodore-lied en zelfs
een gorilla die anderhalf uur op onbeholpen
wijze sfeerverhogend tracht te zijn. Hij rent,
kruipt, klimt en dwingt de scheidsrechter
zelfs tot een dansje. Niemand wordt echt en
thousiast van de aap, niemand stoort zich er
aan. Behalve de scheidsrechten „Hij haalt me
uit mijn concentratie."
Hoe professioneel dat in de VS gaat, liet
Ted Gianoulis ooit zien, de man die duizen
den Amerikanen op de banken krijgt als de
San Diego Chicken. Toen Voskuilen hem had
contracteerd voor de sportweek in Haarlem,
kreeg hij een telefoontje van Gianoulis: „De
Chicken, die trouwens in de VS goed is voor
zevenduizend dollar per wedstrijd, wilde van
alles weten. Hoe de Nederlandse vlag er uit
zag bij voorbeeld. En hoe lang een time-out
bij ons duurt Speciaal voor hem hebben we
de time-outs verlengd tot anderhalve mi
nuut, zoals in Amerika, want hij had allerlei
acts die precies 90 seconden duurden."
Onderbroek
Als Nederlanders onder elkaar doen we dat
anders. De voorzitter van de Rotterdamse
Panda's, de ijshockeyclub, verzon vijf jaar ge
leden dat naar Amerikaans voorbeeld een or
ganist de wedstrijd moest komen opvrolij
ken. Jan van den Beid uit Langerak, al dertig
jaar pianist bij feesten en partijen: „Die voor
zitter belde op en zei: als je bij ons wilt spe
len, doe dan wel een lange onderbroek aan,
want het trekt koud op."
Van den Beid is er op de vrijdagavond van
de wedstrijd Gunco Panda's tegen Bakker
Bart Nijmegen al vroeg bij. ,,'s Middags begin
ik al zenuwachtig te worden. Ik hoop dat ze
een beetje scoren, want dan krijg ik het pu
bliek wel mee. Ik speel lekkerder als de Pan
da's winnen."
Vlak voor het beginsignaal trekt Jan van
den Beid een extra trui aan en zet een muts
op. „Ik begin straks met een foxtrotje, om er
een beetje in te komen." Hij zit met twee
keyboards op een verhoging, vanwaar hij een
goed uitzicht heeft over de ijsvloer. Het is ijs
koud, de damp slaat uit zijn mond en hij
weet nu al dat hij straks in de pauze een glas
Jagermeister nodig heeft om weer een beetje
op temperatuur te komen.
Tijdens de wedstrijd gebruikt hij alle ge
luidseffecten die er in zijn elektronische ap
paraten besloten liggen. Bij een doelpunt ra
telen er machinegeweren, als iemand protes
teert tegen de scheidsrechter laat Jan honden
blaffen via zijn keyboard. „Je moet wel uitkij
ken wat je speelt. We stonden een keer met
4-1 voor tegen Amsterdam, en toen speelde
ik 'Er is een Amsterdammer doodgegaan'.
Verloren we met 5-4!"
Deze avond gaat het beter met de Panda's.
Het team uit Nijmegen wordt met 10-4 weg
getikt, tot grote vreugde van organist en pu
bliek dat zelfs inhaakt bij de elektronische
meezingers. Dat sommige mensen na vijf
jaar nog altijd een beetje moeten wennen
aan de muzikale omlijsting, wordt na twee
uur fijntjes verwoord door een van de Rotter
damse supporters: „Hé, ken je nou niet vijf
minute je klauwe van die piano houwe?"
Amerikaanse cheerleaders met hun opgeplakte
glimlach komen bij de Hollandse sportliefhebber
een beetje overdreven over. Maar tijdens de
Haarlemse Basketbalweek vielen een
basketballende aap en andere attracties uit de
Verenigde Staten bij het publiek zeer in de
smaak. Gewoonlijk echter wordt een
sportwedstrijd omlijst door de Edammer
Kaasdragerskapel. In het slechtste geval ivordtde
betalende toeschouwer helemaal aan zijn lot
overgelaten. Een rondje langs de velden.
Zelfs de nuchtere Hollander kan een beetje show waarderen, getuige het enthousiasme waarmee
Amerikaanse cheergirls werden onthaald tijdens de onlangs gehouden Haarlemse Basketbal-
week. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER
i| e clubliefde van sommige men-
I B sen is groots. Een zondag in ja-
nuari, een loodgrijze middag:
1398 supporters staan twee uur lang te
blauwbekken bij BW Den Bosch tegen Go
Ahead Eagles, een duel in de eerste divisie.
Geheel verstijfd door de vochtige kou laten
velen hun zitplaats voor wat-ie is en probe
ren stampvoetend het voetbaltreffen tot het
eind bij te wonen.
Afgezien van een matige pot voetbal wordt
hun niets geboden. Geen verwarming. Natte,
vuile stoelen. Het café-restaurant is wegens
[verbouwing gesloten, men dient'zich te ver
voegen in de verderop gelegen snackbar
'Jeannet en Tiny". Er is geen voorprogramma.
Ook in de rust wordt niets geboden, behalve
een speaker die de tussenstanden van andere
wedstrijden door het stadion brult.
'BW Den Bosch zorgt voor vuurwerk',
meldt het scorebord wervend. De enigen die
[het afsteken zijn de rumoerige supporters
van vak P. Die prompt worden aangehouden
door de met bontmutsen getooide politie
agenten.
Dunkende aap
Nee, dan de Haarlemse Basketbalweek, eind
december. Ook geen supersporters, maar
wel: cheergirls van de Chicago Bulls, een
dunkende manaap van de Phoenix Suns, de
basketbalacrobaat Sandy Spin Slade, veel
licht, geluid en warmte. En publiek, véél pu
bliek op de banken. Het kan dus wel in dit
calvinistische, uit de klei getrokken nuchter-
land.
Frank Voskuilen, de man die de attracties
uit de VS haalde: „In een zaal of op een voet
balveld, dat is wel een verschil. Maar ook
I mensen in een voetbalstadion kun je verma
ken. In de jaren '60 stonden tienduizenden
1 supporters te juichen in de Rotterdamse Kuip
toen iemand in de rust prachtig de bewegin
gen van Coen Moulijn nadeed." In het voet
bal, zegt Voskuilen, hebben ze nog nooit
goed nagedacht hoe leuk het voor een pu
bliek kan worden gemaakt.
Er is ook niemand in de voetbalwereld die
precies weet wat het publiek wil. Het is niet
onderzocht en betaaldvoetbalorganisaties
doen maar wat, of doen dus helemaal niks.
Zelfs bij PSV, toch veruit de meest professio
nele voetbalorganisatie van ons land, haalt
'"I! assistent-manager Peter Westelaken de
fe|| schouders op. „Als wij iets. extra's voor het
in|| publiek doen, dan is dat eigenlijk altijd een
I samenloop van omstandigheden. Af en toe
;t bedenkt iemand hier wat. Het is meer toeval
dan beleid."
,n| Dus staat Lee Towers een keer op de mid-
I denstip van het Philipsstadion, of zo'n ande-
st re coryfee: Corrie Konings. Ook is het PSV-
rJJ legioen wel eens beziggehouden met een
,n]j jongleur, landende parachutisten en een de-
monstratie van politiehonden. En natuurlijk
het harmonieorkest in de rust van belangrij-
ke, internationale wedstrijden. Westelaken:
S1 „Maar ik betwijfel of het publiek wel zit te
r_ wachten op iedere we?k een artiest."
te j Dat «aatste heeft Westelaken niet onder
op i zocht, maar voorlopig heeft hij het gelijk aan
zijn kant: bij thuiswedstrijden van PSV zitten
gemiddeld 23.000 mensen. Ze hebben dan
ook allemaal een verwarmde, overdekte
plaats. Ten gerieve van het publiek is er een
heel groot videoscherm geplaatst, waarop
van alles te zien valt, op meerdere plekken in
het stadion hangen verder tv-schermen.
Niet zonder trots toont Westelaken de
ruimte voor bezoekers met een kaartje voor
de hoofdtribune. Bij iedere thuiswedstrijd
staat daar een orkest opgesteld en is er gele
genheid voor een hapje en een drankje. Maar
de grootste koestering heeft PSV toch voor de
sponsors. Hier is geen sprake van toevallig
heden: sponsors, grote en kleine, worden als
vorsten onthaald. En nou niet zeuren dat er
voor de gewone man niks wordt gedaan.
„Want de gewone man zit bij ons ook op de
hoofdtribune", zegt Westelaken.
Conservatief
PSV is natuurlijk niet representatief, al meer
dere keren kampioen van Nederland en geld
zat. Dan móet er wel publiek op de tribune
zitten. Daar staat tegenover dat in de afgelo
pen twintig jaar het betaald voetbal in Neder
land zo'n 1,7 miljoen toeschouwers is kwijt
geraakt. In het seizoen '70-'71 kwamen er
nog bijna vijf miljoen mensen naar de sta
dions, vorig seizoen nog ruim 3 miljoen.
Een deel van die 'verdwenen' 1,7 miljoen
haakte af vanwege het toenemende suppor-
tersgeweld in en rond de stadions. Maar er
zijn meer verklaringen. Voetbal is vanouds
volkssport nummer één en de clubs hebben
zich tientallen jaren lang kunnen wentelen in
de comfortabele zekerheid dat het publiek
tóch wel kwam. Dat je een trouwe supporter
aan een club kunt binden door middel van
het verlenen van service en het scheppen van
sfeer, zijn clubs pas heel laat gaan inzien.
Frank Voskuilen: „De voetbalwereld is star
en conservatief. De clubs durven niet eens de
spelregels te veranderen om het spel aantrek
kelijker te maken. Vergelijk dat nou eens met
een Amerikaanse sport zoals basketbal. Toen
het spel onder de basket te ruw dreigde te
worden, wijzigde men de regels om het spel
wat meer te spreiden-over het veld. Van grote
afstand raak schieten levert een extra punt
op. Het publiek vindt het prachtig."
Voskuilen vindt dat het publiek in dit land
wordt verwaarloosd. In de VS, vertelt hij en
thousiast, staat je stoeltje klaar en word je
door iemand naar je plaats geleid. „Je loopt
een trapje op en je kunt een hamburger ko
pen. De Amerikanen leveren veel meer ser
vice aan de toeschouwer. En een plaats bij
een grote wedstrijd kost daar ook niet meer
dan tien dollar."
Bij ABN-AMRO, hoofdsponsor van Ajax, is
men er inmiddels van overtuigd dat je een
slechte geldschieter bent als je alleen maar je
naam op een shirt zet. Jan Frommink, van de
afdeling markering-communicatie: „Het gaat
om het totale imago dat je als sponsor wilt
uitstralen. Naambekendheid alleen is voor
ons niet meer voldoende. Kom je ook sympa
thiek over? Toeschouwers in het stadion
moeten denken 'hé dat is leuk van de spon
sor' als je ze iets extra's biedt."
De bank heeft wat dat aangaat allerlei
plannen, maar heeft het moet gezegd
niet de gemakkelijkste sport gekozen. De
Amerikaanse basketballende aap (overigens
gespeeld door een man), wiens optreden tij
dens de Haarlemse basketbalweek werd be
taald door ABN-AMRO, zou ook optreden bij
een thuiswedstrijd van Ajax. De manaap zou
aan een liaan het stadion binnenslingeren.
Men zag er van af, toen iemand er op wees
dat het racistische deel van het publiek wel
eens een relatie zou kunnen leggen met de
zwarte, toch al vaak met bananen bestookte
Jan van den Beid uit Langerak: „De voorzitter zei: 'als je bij ons wilt spelen, doe dan wel een lange onderbroek
Ajax-doelman Stanley Menzo.
Frank Voskuilen denkt dat stadions en
sporthallen veel sfeervoller en gezelliger zou
den zijn, als een en ander wat Amerikaanser
zou worden benaderd. „Het willen winnen is
daar tot amusement verheven en ook de
sporters zijn zich daarvan bewust." Voskui
len herinnert zich een avond met indoor-
voetbal in de Rotterdamse Ahoyhal, enkele
jaren geleden. Op Amerikaanse wijze werden
daar licht uit, spot aan de spelers aan
het publiek voorgesteld.
„De eerste speler foas Bennie Wijnstekers.
In het spotlicht sjokt de man, handen in de
zakken, naar voren bij het noemen van zijn
naam. Dat was absoluut geen gezicht. Ach,
het ligt niet aan die jongen weet hij veel
maar een beetje gevoel voor show is niet ver
boden."
Een enkele voetballer heeft het wel door:
zo deelde de latere quizmaster Frank Kramer
ooit stencils uit onder het publiek van Telstar
met het verzoek te juichen als hij aan de bal
was. En Haarlem-trainer Barry Hughes
maakte zich indertijd populair met een rol-
fluitje, waarmee hij de draak stak met zijn
degelijke, maar oh zo saaie collega Georg
Kessler.
Maar tegen Amerika valt niet te concurre
ren. Jan Frommink van ABN-AMRO: „Het
publiek juicht daar vijfhonderd keer per wed
strijd. Hier pas als er et
dan mag je hopen dat
Een rondje langs de velden gedurende een
weekeinde leert dat ook.
Zaterdagmiddag 11 januari, het Neder
lands Kampioenschap marathon schaatsen
te Alkmaar. In het mistige ijsstadion ontrolt
tan, want het trekt koud op'."
FOTO MONIQUE BAAN
zich een uitermate Hollands tafereel, een
beetje koek-en-zopiesfeertje, waar cheer
leaders een verdwaalde indruk zouden ma
ken. Er staan mannen met petten en klom
pen op de tribune en de Edammer Kaasdra
gerskapel toetert geroutineerd enkele mee-
deiners.
De wedstrijd duurt maar liefst 150 ronden:
60 kilometer. Over de 10 kilometer bij het all
round schaatsen zei een Amerikaan ooit: dat
is toezien hoe gras groeit. Maar het publiek
in Alkmaar kijkt niet op een rondje. Er is geen
doelpunt valt. dus hoempapa tijdens de race, een speaker praat
gescoord wordt." de middag deskundig vol, de toeschouwers
eten een erwtensoepje, maken een praatje en
zien 150 keer mannen in felgekleurde pakken
langskomen. Niets meer, niets minder.
Na afloop presenteren kleine, rillende
meisjes op kunstschaatsen de medailles en