Extra
De dokter verlangt terug naar het front
Edwina stapte toch uit Mountbattens schaduw
Zaterdag 25 januari 1992
19
Oudste soldaat uit Golfoorlog zit met twee katers
De oudste soldaat uit de Golfoorlog zit
met een kater. Twee zelfs. Herman de
Smet, een Zeeuw van zestig en chirurg
in Limburg, was deze lente wat graag
Bagdad binnengetrokken. Samen met
de generaal die-niet-verder-mocht:
'Storming Norman' Schwarzkopf. De
Smet steekt z'n zoveelste filter op.
Veegt door de rookwolk in zijn be
nauwde kantoor, drie hoog in het St.-
Maartensgasthuis in Venlo. En raspt:
„Heb ik laatst ook tegen Schwarzkopf
gezegd, toen hij even in Nederland
was. Vond ie prachtig van zo'n oude
rakker als ik."
In zijn hart, zo zei Schwarzkopf, had hij ook
liever nog een paar dagen willen doorknok-
ken om Saddam Hussein uit Bagdad te ver
jagen. Maar politiek gezien was dat onver
standig. Als we Irak totaal hadden uitge
schakeld, zouden Syrië, Turkije en Iran
meteen met hele stukken Irak aan de haal
zijn gegaan. Menselijk gezien kan ik het
echter niet verkroppen dat de dictator nog
altijd zijn gang kan gaan. Zeker nu ik weet
wat Saddam Hussein later met de Kurden
heeft uitgespookt, vind ik dat we tot in de
straten van Bagdad hadden moeten door
vechten. En dan langs de andere kant van
de Eufraat via Basrah weer terug. Dan had
ik nu maar met één kater gezeten."
Buigt naar voren en biecht zijn tweede ka
ter op: „Het is oök zo godvergeten snel ge
gaan, die grondoorlog. Als soldaat wilde ik
wat meer meemaken. Het liefst had ik bij de
eerste linies gezeten, laat ik het maar eerlijk
zeggen. Toen de slag zo vlug voorbij was,
wilden wij mee naar voren, richting Koe
weit. Heeft me aan dag gekost om de te
leurstelling bij mijn jongens weg te praten."
Heel fel: „Niks jongensdroom. Daar ben ik
nou twintig jaar voor gedrild om als hospik
aan het front gewonden te verzorgen. „Na
tuurlijk ben ik ook hartstikke blij dat het zo
snel en met zo weinig doden en gewonden
.aan onze kant, is afgelopen. Maar alleen
naar mezelf kijkend, ben ik teleurgesteld.
Onlangs heb ik ook tegen onze chef van de
landmacht gezegd: beste generaal, ik heb
gedroomd dat een Nederlandse brigade
Baghdad binnenrijdt. En ik was met mijn
geneeskundige troepen ook van de partij.
Waarop de generaal zei: beste Herman,
daar had ik twee rangen voor over geljad."
Bonkig
Een ijzervreter van een chirurg, deze boe
renzoon uit het Zeeuwsvlaamse IJzendijke?
Dat is te gemakkelijk. Eerder een wat bonki
ge dokter, die van zijn vak houdt. Maar die
dreigt te verpieteren in een samenleving
waar je van Sonja vootal gezond moet op
staan. Een eigenwijze donder, dat zeker.
Van het tintelende soort dat in discussies
maar twee oplossingen kent: de verkeerde
en de zijne. Di'e een broertje dood heeft aan
Chirurg Herman de Smet zou meteen terug willen om Saddam uit Baghdad te verjagen.
praatgroepen en overlegplatforms, omdat
die alleen maar verlammend zullen werken
op doordouwers als Herman de Smet. Die
dan ook geen seconde aarzelt, wanneer hij
op een late donderdag in januari als kers
verse reserve kolonel-chirurg naar de Golf
wordt gedirigeerd. Om er zijn handen te la
ten wapperen in een veldhospitaal, door de
Zweden opgetrokken in Riad, de 'beScudte'
veste in Saudiarabië. En klaar om de even
tuele gewonden van het 50.000 man sterke
Britse legeronderdeel weer dicht te naaien.
Improviseren
Waarom hij vrijwillig de oorlog opzocht? De
Smet drukt zijn sigaret uit. „Luister 'ns
goed. De geneeskundige wereld barst van
de bureaucratie. Bovendien is het gros van
de patiënten dat ons wordt aangeboden,
voorgekookt spul, als ik het zo even mag
zeggen. Komt er iemand met een maag
zweer, dan weten we precies waar ie zit.
Wat ik mis, is het onverwachte. Ik wil im
proviseren zonder dat je zo'n heel medisch
centrum achter je hebt. Gewoon leunen op
je nuchtere boerenverstand. De patiënt
komt patsboem op je tafel en moet acuut
onder het mes. Die spanning mis ik."
Zijn opmars naar het front van 'Desert
Storm' houdt even de pas in op Cyprus. Van-
enkele Britse legerartsen, vaak bleek maar
vast te zetten. Niets ontbreekt e
vooral wijs geworden in de Falklandoorlog
(1982), krijgen de vijf jonge, bataljonsartsen
uit het gezelschap van veteraan-chirurg De
Smet, een exercitie in het oplappen van
oorlogsgewonden. 'Keep it simple' luidt het
devies van de Britten. De Smet, die door
zijn enorme chirurgische ervaring niet aan
deze stoomcursus hoeft deel te nemen, legt
uit: „Voor oorlogsverwondingen, die je rus
tig kunt vergelijken met ernstige ongeluk
ken in de landbouw, hoef ik niet terug naar
school. Ik ben gepromoveerd op slagaderlij
ke bloedingen. Heb daarvoor de hele oor-
logschirurgie bestudeerd. De Engelsen pas
ten de keep-it-simple-methode ook toe tij
dens de Falklandoorlog. Direct achter het
front of op de nabijgelegen hospitaalsche
pen werden alleen eenvoudige handelingen
verricht. De Argentijnen daarentegen sleep
ten allerlei specialisten mee, die dan ook
meteen begonnen met reconstructieve chi
rurgie. Dat is bijna in een ramp geëindigd,
omdat je kort na een ongeluk niet goed
kunt beoordelen wat nog goed of slecht is."
Handboeien
Eenmaal in Riad stelt De Smet na een
weekje voor handboeien te kopen. Zijn
voorstel komt even vreemd over als zijn
verzuchting, gemaakt vlak voor zijn vertrek
uit Nederland. Namelijk dat hij 'onze jon-
FOTO PAUL KUIT
gens' in de Golf desnoods met mes en vork
zou opereren. Houdt een aansteker onder
weer een filter. „Daar bedoelde ik mijn nei
ging tot improviseren mee. Die handboeien
zijn echter minder grappig bedoeld. Want
wat zag ik daar in Riad? Vooral veel super
specialisten, van wie de vingers jeukten. Be
grijpelijk, want ze zaten er al weken te nik
sen. Toen de eerste groep gewonden - wij
hebben uitsluitend Irakezen opgelapt -
werd binnengebracht, zag je de specialisten
er dan ook op afstormen. Meteen werden er
spieren omgeleid. Men deinsde zelfs niet
terug voor huidtransplantatie. Dit gaat mis,
zei ik tegen mijn meerdere, een Zweedse
collega. En inderdaad, zoals voorspeld, bin
nen een week moest tachtig procent van
deze eerste operaties opnieuw. Toen heb ik
voorgesteld de specialisten handboeien om
te doen. Niet voor hun buik, want dan gaan
ze alsnog opereren. Maar op de rug, zodat
ze de eerste dagen van de gewonden afblij
ven. Voor reconstructie van kapot gescho
ten ledematen moet je namelijk het goede
moment durven afwachten."
No.g geen week later heeft De Smet met zijn
kleine Nederlandse staf de leiding over bij
na het gehele veldhospitaal, dat door de
Zweden - dat moet gezegd - tot in de
puntjes was uitgerust. Van high tech appa
ratuur tot chroomstalen bouten en spalken
om gecompliceerde fracturen weer recht en
d lijkt
Op zomaar een hete dag in de woestijn kan
De Smet de chirurgische boren nergens
vinden. Die hebben de Zweden vergeten.
Maar de Zeeuw is niet voor een gat te van
gen. Met permissie koopt hij in Riad vier
Black Deckers voor, neem mee, honderd-
vijftig gulden per stuk. De Smet grijnst:
„Dat bedoel ik nu ook, toen ik het had over
opereren met mes en vork. Met die Black
Deckers was het prima werken. De boren
zijn van staal. Kun je dus goed steriliseren.
Zijn ze verroest dan pak je weer nieuwe. En
de boormachine kun je makkelijk met plas
tic inpakken. Van infecties hebben we to
taal geen last ondervonden." Van gewonde
Britten, voor wie 200 tot 300 bedden ge
spreid stonden, ook niet. Allah en Schwarz
kopf zijn geprezen.
Doodsbang
„Wel hebben we honderdtachtig zwaar ge
wonden Irakezen geholpen. Ik zie ze nog
binnenkomen. Doodsbang, want ze dach
ten dat wij ze zouden laten verrotten. Dat
was hen ook ingepeperd door de eigen le
gertop. De Satanse troepen, wij dus, kenden
geen mededogen in deze Heilige Oorlog.
Kun je hun dankbaarheid voorstellen, toen
wij hen wel oplapten. Weetje dat ze huil
den, toen wij begin april terug naar huis
moesten. Wat er verder met ze is gebeurd,
weet ik niet. Wel denk ik dat er nu nog maar
weinig heel is van ons werk. We hebben
weliswaar heel wat armen en benen kun
nen behouden. Maar of die er nu nog aan
zitten, waag ik te betwijfelen. Op zo'n hoog
peil staat de Iraakse medische nabehande
ling volgens mij niet." Of ze, eenmaal terug
in Irak, niet alsnog als 'overlopers' de kogel
hebben gekregen? De Smet zucht diep:
„Dan moet Saddam er wel heel veel tegen
de muur hebben gezet. Vergeet niet dat het
leeuwedeel van Saddams leger door de
luchtoorlog al murw was. De soldaten aan
het front zaten wel goed ingegraven. Maar
psychisch lagen ze in puin. Zelfs in ons
veldhospitaal doken de Irakezen nog steeds
in elkaar als er een jager overvloog."
Kapot
Wel vreest hij dat de echt zwaargewonden
gewoon op het slagveld zijn gesneefd. „Het
Iraakse leger kent nauwelijks logistieke
voorzieningen. Veldhospitaals hebben ze
niet. Op één Nederlandse brigade, en dan
heb je het over vijfduizend man, hoort een
hele compagnie hospikken. Dat is dus drie
honderd man. Zover ons bekend, had Irak
per brigade een jonge arts en twee gewon
denverzorgers. „Weet je waarom ik er ei
genlijk van overtuigd ben dat Irak amper
medische zorg besteedt aah zijn leger. Van
elke honderd gewonden aan het front in,
maakt niet uit welke veldslag, zijn er zeker
dertig in hun borst en bijna evenveel in hun
buik getroffen. Door eèn scherf of door een
kogel. Van hen heb ik er maar enkelen op
de operatietafel gezien. Dit betekent dat ef
veel Irakezen gesneuveld zijn, voordat ze
krijgsgevangen zijn gemaakt. Juist deze
zwaargewonden moeten binnen 24 uur
doeltreffend behandeld worden, anders
overleef je zo'n borst- of buikschot niet." Si
garet in een gebalde vuist: „Je mag dus ge
woon kapot gaan van Saddam, die een
veldhospitaal alleen maar lastig vindt. Het
kan de legertop geen donder schelen dat
zijn soldaten doodbloeden. Als westerling
kun je dat moeilijk bevatten. Religie zal on
getwijfeld een rol meespelen. Tijdens de
achtjarige oorlog tegen Iran kregen de sol
daten aan beide fronten een briefje mee
voor de hemel."
Scuds
Elf Scuds zijn er op Riad afgevuurd. Twee
raak, de rest is door een Patriot uit de lucht
gehaald. Stuk voor stuk toch angstaanja
gende taferelen, veronderstel ik. Haalt zijn
schouders op. .Alleen bij de eerste Scud-
aanval heb ik keurig het gasmasker opgezet.
Bij de tweede niet meer. En bij de derde
aanval heb ik zelfs buiten staan kijken.
Echt, het heeft me niks gedaan. Nee, ik hou
me niet stoer. Het heeft alles te maken met
mijn jeugd. Veertien was ik, toen de oorlog
in Zeeland voorbij was. Tijdens de slag om
de Scheldemond wist ik precies wat me te
doen stond. Want in IJzendijke had ik al die
oorlogsjaren de Duitsers zien oefenen. Bij
het eerste granaatvuur moet ie het schut
tersputje in. Er kan je niks gebeuren, tenzij
je een voltreffer krijgt. „Bang voor gifgas? Ik
had drie gaspakken, allemaal piekfijn gere
geld. Maar in de winter waait het behoorlijk
in Saüdiaarabië. Het land is vlak en Riad
zelf is dun bebouwd. Een aanval met gifgas
zou nauwelijks invloed hebben gehad op de
inzetbaarheid van het leger of op de burge
rij. Het gas vervliegt heel snel."
Handdruk
De ochtend van onze ontmoeting in Venlo
bericht de krant over de burgemeester van
Bergen, Noord-Holland. De burgervader
heeft geweigerd generaal b.d. Scharzkopf de
hand te schudden. Omdat de vechtjas
100.000 doden op zijn naam heeft staan.
Herman de Smet, die na nagloeit van de
handdruk van Schwarzkopf op bezoek in
Eindhoven, vindt nu juist dat deze solda-
tengeneraaJ de wereld 100.000 doden en
nog eens 50.000 gewonden bespaard heeft.
De Arabieren hadden Saddam Husssein
nooit een halt toegeroepen, daar van is de
heelmeester overtuigd. „Begin augustus
1990, toen menigeen in Saudiarabië vrees
de dat Saddam na Koeweit meteen hun
land zou inpikken, zag je nauwelijks leger
uniformen in Riad, zo is me bezworen. Pas
toen Amerika besloot in te grijpen, durfden
de Saoedische militairen weer in uniform
schoorvoetend de straat op."
Of hij opnieuw vooraan zou staan als presi
dent Bush alsnog besluit af te rekenen met
de 'tweede Hitier'? „Onmiddellijk! Alleen...
ik mag niet meer mee. Ik ben nu zestig.
Herman de Smet lacht net zo zuinig als het
Zeeuws meisje.
JAMES MCGONIGAL GPD
Edwina Mouritbatten (1901-1960) is vooral bekend geworden als
aanhangsel van haar echtgenoot, Louis Mountbatten, Lord of
Burma (1900-1976). Gedurende het overgrote deel van haar le
ven heeft zij geleefd in de schaduw vah deze typisch Britse riiari-
ne-officier, oorlogsheld, laatste onderkoning van India, van wie
de huidige Britse koningin een oomzeggertje was.
Lord Louis heeft meer openbare, en belangrijker, functies gehad
dan lady Edwina. Maar uit een pas verschenen biografie van
Edwina blijkt dat zij, ondanks veel tegenstand, van haar leven
meer heeft gemaakt dan aanvankelijk dat van verwende nietsnut
en later 'de vrouw van'.
Edwina was de kleindochter van Sir Edward Cassel, eind vorige
eeuw één van de rijkste mannen van Engeland en bankier van
het Britse koninklijk huis. Zijn dochter was zijn oogappel en toen
die jong overleed, werd die rol overgenomen door kleindochter
Edwina. Deze verkeerde aldus niet alleen in de hoogste kringen -
thee drinken bij koning en koningin, dat soort dingen - maar
wa,s ook een bijzonder aantrekkelijke partij, aangezien zij een
aanzienlijk deel van het fortuin van opa zou erven.
Elite
De biografie van Edwina, geschreven door Janet Morgan, die
eerder het leven van Agatha Christie beschreef en een belangrijk
politiek dagboek redigeerde, gaat dan ook over twéé hoofdzaken:
de persoon en het leven van Edwina, maar tegelijkertijd over de
manier van leven van de Engelse maatschappelijke en bestuurlij
ke elite.
Doordat Morgan als eerste toegang kreeg tot het persoonlijk ar
chief, is zij erin geslaagd een buitengewoon helder en intiem
beeld te schetsen van Edwina, als meisje en vrouw, als partner
van Mountbatten en als harde werkster tijdens de oorlog en de
aansluitende periode in India.
Gecombineerd met de schets van het openbare eri particuliere
leven vpn de Engelse maatschappelijke en bestuurlijke top, van
eind vorige eeuw tot aan Edwina's overlijden, levert dat een fas
cinerend beeld op.
KOOI
Meisjes als Edwina werden opgevoed door bedienden en zagen
hun ouders weinig. Ze waren in ieder geval nooit alleen, werden
voortdurend gechaperonneerd en gecontroleerd en konden dus
nooit kattekwaad uithalen. Edwina beschikte echter over een on
afhankelijke geest en was gesteld op haar privacy. Beide eigen
schappen werden geacht niet voor te komen bij rijke Engelse
meisjes van goede komaf - dat gaf maar problemen bij het op
voeden en bij het zoeken naar een geschikte partner.
Wellicht verklaart dit Edwina's huwelijk op onverwacht jeugdige
leeftijd, met de maatschappelijk al evenzeer onervaren Louis
Mountbatten, roepnaam Dickie. Hun huwelijk begon in storm
achtige'verliefheid (cadeautje van haar aan hem: een op maat
gemaakte Rolls Royce), maar Edwina had al snel door dat de hu
welijkse staat ook betekende dat de gouden kooi was open ge
gaan. Haar onafhankelijkheid dreigde al snel tot problemen te
leiden: het Britse hof vond het niet leuk dat de wederhelft van
neef Dickie met playboys werd gesignaleerd.
Aangezien echtscheiding niet gewenst was, kwamen de Mount
battens een verstandshuwelijk overeen: Edwina hield zich voort
aan relatief rustig, Dickie zeurde niet en had z'n eigen vriendin
nen. De rijkdom waarin zij zich dank zij Edwina's erfenis bevon
den, hielp daarbij natuurlijk wel. Als zij geen zin had mee te gaan
naar Dickie's verplichtingen als marine-officier, kon Edwina al
tijd een wereldreis of een tripje door Europa gaan maken, al was
het maar om inkopen te doen in Parijs.,
Oorlog
Tot het uitbreken van de tweede wereldoorlog werd Edwina
voornamelijk gezien als een mooi, verwend vrouwtje, op het oog
gelukkig getrouwd met een veelbelovend marine-officier, maar
zonder veel eigen inhoud. De oorlog gaf Edwina dp kans zich te
bewijzen.
En die kans greep Edwina. Zij slaagde erin lid te worden van een
aantal ondersteunende comité's en toonde binnen korte tijd
aan, dat zij goed kon organiseren en haar contacten in de hoog
ste kringen kon benutten.
Lukte de verzending van warme wollen sokken naar kleumende
zeelui niet? Edwina belde even met de chef marinestaf, die kort
'tevoren nog met haar en Dickie had geborreld. Kregen de troe
pen in Noord-Afrika onvoldoende boeken? Edwina besprak het
tijdens een broodje met Winston Churchill.
Dit vermogen om zaken in beweging te krijgen kwam haar later
te pas, toen zij in India en Burma inspectrice van veldhospitalen
werd. Tegenwerkende bureaucraten schrokken zich rot als zij na
een kritisch bezoekje van Lady Mountbatten opeens de adjudant
van de opperbevelhebber in hun nek kregen.
India
Wellicht de belangrijkste openbare rol heeft Edwina gespeeld
tussen eind 1947 en 14 augustus 1948, de dag van de onafhanke
lijkheid van India en Pakistan. India was al voor 1939 een ver
scheurd continent dat in ieder geval de Britse overheerser kwijt
wilde. Na 1945 was er geen houden meer aan en het Britse kabi
net besloot dat het dan maar snel moest ook.
De rol van de Britse onderkoning zou cruciaal zijn: er dreigde
een bloedbad tussen hindoestanen en moslems. Hoe kon Enge
land de 'parel in de kroon' van het Empire zo goed mogelijk naar
onafhankelijkheid leiden?
Dickie Mountbatten bleek geknipt voor de rol van bemiddelaar,
mede of misschien vooral door de inbreng van zijn vrouw. Het is
voor een deel te danken aan het onverwachte politieke inzicht
dat zij bleken te hebben dat de onafhankelijkheid niet nog veel
meer levens heeft geëist.
Zij toonden ook persoonlijke moed, zoals toen tijdens de crema
tie van de in januari 1948 vermoorde Mahatma Gandhi, de wan
hopige menigte baar en genodigden het water van de Jumna in
dreigde te duwen. De Mountbattens redden de situatie door ge
woon maar te gaan zitten, gevolgd door de anders VIPs, waarna
de menigte kalmeerde. Korte tijd later wisten zij een bloeddorsti
ge menigte van enkele tienduizenden gewapende hindoes, die
een islamitisch dorp wilden uitmoorden, ook zo te kalmeren. De
politie en het leger ter plekke waren ten einde raad, maar de toe
vallig aanwezige Dickie en Edwina klommen op een spoorweg
talud en wuifden vriendelijk, tot de menigte uiteen ging.
Zee
Al was hun huwelijk steeds stormachtig geweest, toch was haar
dood in 1960 voor Dickie een ongelooflijke klap. Op de terugreis
van een vakantie in India, op Noord-Bomeo, overleed zij in haar
slaap, na een periode waarin zij zich wat onwel had gevoeld. Hij
is nimmer hertrouwd.
Edwina had in haar testament bepaald dat zij niet in de be
nauwdheid van een graf haar laatste rustplaats wilde vinden. Op
25 februari 1960 gleed haar kist vanaf het dek van een Brits mari
neschip de zee in.
Edwina Mountbatten, A Life of Her Own, Janet Morgan, Har
per Collins, f78,20.
Edwina Mountbatten in haar uniform
Britse strijdkrachten.