Extra Welluidende titels voor een paar tientjes Nedlloyd is volledig kredietwaardig Redactie: 023-150225 JAN VAN DER NAT - FRANS VISSER Vormgeving: HANS BOEZELUN 16 Groesbekenaar grossiert in graven en grootvorsten ^erconalMatt^ Diploma's en getuigschriften uit de collectie van Van den Bosch. GROESBEEK PETER LEUNISSEN De Vlaamse schrijver Willem Elsschot zou in Groesbekenaar Bemardus in den Bosch een pracht van een romanper soon hebben kunnen vinden. In zijn meesterlijke romans 'Lijmen' en 'Het Been' voert Elsschot ene Laarmans ten tonele, die van bedriegen zijn beroep heeft gemaakt. Laarmans geeft een tijd schrift uit, dat de pretentieuze naam 'Wereldtijdschrift voor financiën, han del, nijverheid, kunsten en wetenschap pen' draagt. Zijn slachtoffers doet hij geloven dat het om een befaamd tijd schrift gaat, dat bovendien een wijde verspreiding kent. Op die wijze krijgt Laarmans goedgelovigen zover dat ze hem een vermogen betalen, opdat hij in het niet bestaande periodiek een artikel aan hen wijdt. Groesbekenaar Bernardus in den Bosch dóet niet anders. Al verkoopt hij geen tijd schriftartikelen maar titels: adellijke titels, ridderlijke titels en zelfs academische titels. Titels die in welluidendheid niet onderdoen voor die van het Wereldtijdschrift. En die nog een overeenkomst hebben met Laar- mans produkt: ze bestaan niet. Op de voordeur van een kleine tussenwo ning in het dorpje Horst bij Groesbeek toont het naambordje dat we het hier met een man van formaat te doen hebben. Trots prijkt er: Prof. dr. BJ. in den Bosch. Het schildje is in feite heel bescheiden. Want In den Bosch draagt maar liefst zes tien titels. Niet alleen is hij ridder, kapitein en zelfs kanselier in diverse ridderlijke or den, ook is hij baron in de koninklijke orde van de Boheemse kroon, lid van het inter nationale parlement voor veiligheid en vre de en bovendien sieren, naast professor en doctor, nog een stuk of vijf academische ti tels zijn visitekaartje. Kortom, In den Bosch is zelf ongetwijfeld de grootste afnemer van de door hem aangeboden titels. In den Bosch is in zijn nopjes met het be zoek. Ijverig haalt hij uit een archiefbak tal van oorkonden, getuigschriften en diplo ma's te voorschijn die de reeks titels op zijn visitekaartje moeten legitimeren. „Ia", zegt hij, „ik ben een bereisd man. Ik heb op veel plaatsen in de wereld les gege ven, heb ontzettend veel contacten. En dan worden ze je aangeboden hé, die eredocto raten, lidmaatschappen van internationale organisaties, ridderlijke orden. Ach, dat gaat vanzelf." Kleine vergoeding „Op een gegeven moment hebben diverse organisaties mij gevraagd of ik niet als be middelaar voor hen wilde optreden. Ik mag dus aan geselecteerde mensen een titel aanbieden. Niet aan de eerste de beste, maar aan personen die een titel verdienen. Mensen die op het aanbod ingaan betalen een kleine vergoeding voor de afhande- lingskosten. De oorkonde, eventuele me dailles, porti en dergelijke kosten natuurlijk geld. Hoeveel? Afhankelijk van de titel, tus sen de 60 en 120 dollar." In den Bosch kan het zelf zeggen zonder te lachen. Dat de prijstelling in dollars wordt aangegeven, is niet zonder reden. In den Bosch laat bij voorkeur Amerikanen in aan merking komen voor de titels. De namen en adressen van de uitverkorenen haalt hij uit biografieën als bijvoorbeeld de 'Who is Who'. Zijn voorkeur gaat echter uit naar de The International Register of Profiles. In den Bosch: „In de Who is Who staan tienduizenden namen. Daarin is het moei lijk zoeken. Het Register of Profiles daaren tegen is minder uitgebreid én dus overzich telijker. Bovendien kun je in die biografie een plaats kopen. Kijk, ik sta er zelf ook in." Hij zwijgt even en zegt: „Ik vermoed dat de meeste mensen in het Register of Profiles er op eigen initiatief in terecht zijn gekomen. Het is een beetje een galerij van ijdeltuiten. Maar afijn, dat zijn natuurlijk wel mensen die het ook leuk vinden om een ridderlijke orde te krijgen of een academische titel." Dan, de laatste opmerking relativerend: „Maar het zijn natuurlijk toch wel mensen die wat bereikt hebben in hun leven." Verontwaardigd: „Ne^, hoe komt u erbij. Ik bedrieg die mensen zeer zeker niet. Het zijn allemaal echte titels. Natuurlijk, de aca demische titels zijn honoraire titels. Je kunt er geen les mee geven op een universiteit of zo. En de riddertitels worden allemaal uit gegeven door bestaande orden." Leugens En dat zijn leugens. Noch in de 'Study Abroad', noch in 'The World of Learning' - twee naslagwerken met daarin tienduizen den namen en adressen van universiteiten en hogescholen in 126 landen - komen de instituten waarvan In den Bosch titels aan biedt voor. Het 'Australian Institute for Co ordinated Research' is een hersenspinsel. De 'Académie des Sciences Humaines Uni- verselles' in Parijs en het Spaanse equiva lent daarvan, de 'Academia Universal de Humanidados' in Buenos Aires, hebben hun werkelijke zetel in een tussenwoning in Groesbeek. Hetzelfde geldt voor de Acade mie des Sciences Universelles, het College Sancti Spiritus in Californië en The Interna tional University in Bombay. Weliswaar heeft Bombay een universiteit, maar die heet gewoon University of Bombay. In den Bosch: „Ik zeg ook niet dat die in stituten nog werkelijk bestaan in de zin van dat ze studenten aannemen. Maar het zijn wel bestaande scholen of scholen die be staan hebben. Hier, neem de London Insti tute of Applied Research. Dat was een Ame rikaanse school in London, die opgeheven werd toen de school geen subsidie meer kreeg. Ik heb die school gekocht. De diplo ma's ervan bedoel ik, de stempels en zo. Ik mag dus aan wie ik dat wil eredoctoraten verlenen. Sommige mensen vinden het leuk om zo'n ding aan de muur te hangen. Dat is niet strafbaar, zolang je je er maar niet op Overigens vormen de beginletters van het London Institute of Applied Research het woord LIAR, Engels voor leugenaar. Maar dat is toeval, volgens prof. Dr. In den Bosch. In ieder geval is het woord van toepassing op In den Bosch zelf als hij beweert dat de ridderlijke orden waarvan hij het lidmaat schap, aanbiedt echt bestaan. Zo is In den Bosch zelf kanselier van de Lof- sensic Ursinius Order. Een orde die reeds in het jaar 653 gesticht zou zijn door koning Sigibert ter herinnering aan de Hertog Ursi nius von Loew. Noch Nederlandse, noch Duitse encyclopedieën hebben ooit van Hertog Ursinius of koning Sigibert gehoord, laat staan van de Ursinius Orde. Oplichter Een medewerker van de Hoge Raad van de Adel vermaakt zich dan ook kostelijk als hij de door In den Bosch aangeboden titels hoort. „Kapitein van de militaire orde van de Aigle de Mer (adelaar van de zee)? De rang van kapitein bestaat niet eens in rid derlijke orden. In de heraldiek komen heel wat adelaars voor, maar van een adelaar van de zee heb ik nog nooit gehoord. En biedt hij voor die zogenaamde Lofsensic Orde ook het kanselierschap aan? De man is een oplichter en nog een amateuristische ook. Bij orden is er maar één kanselier. Dat is simpelweg de voorzitter. Lijkt me toch nauwelijks een positie die je per post aan biedt". De medewerker van de Hoge Raad van de Adel verwijst naar de Johanniterorde in Den Haag. Een van de zeer weinige echte, nog bestaande ridderlijke orden. De leden hou den zich bezig met charitatief werk. Een medewerker zegt het bestaan van valse or den te kennen: „Opgericht door malifide fi guren die zichzelf proberen te verrijken on der het mom dat ze representanten zijn van de bestaande orden." De (internationale) Johanitterorde beschikt zelfs over een valse-ordencomité waarvan het secretariaat gevestigd is in München. Het comité registreert valse orden en pro beert misbruik aan te pakken. De secretaris van het comité, Herr Alexander Graf zu Pappenheim, zucht als hij van de activitei ten van In den Bosch hoort. „De ordetitels die de man aanbiedt zijn allemaal vals. Rid der van de orde van Tempeliers? De laatse tempelier, de grootmeester Molay, is in 1314 gestorven op een brandstapel. Er zijn - vooral na de Tweede Wereldoorlog - wel al lerlei nieuwe tempeliersorden opgericht, maar die zijn nooit erkend. De orde van het Heilige Kruis van Jeruzalem? Populair bij veel oplichters, maar bestaan doet de orde niet. De koninklijke orde van de Boheemse Kroon is pure fantasie. Een dergelijke orde heeft nooit bestaan evenmin als die van de Aigle de Mer. Von Pappenheim wijst erop dat veel lieden ook ordetitels voor fikse be dragen aanbieden, onder het mom dat de opbrengsten bestemd zijn voor het goede doel. Arme studenten En daar zou In den Bosch zich ook wel eens schuldig aan kunnen maken. In den Bosch namelijk is voorzitter van de stichting Ethiopia-Economia (hijzelf heeft in Ethio pië gedoceerd). Een stichting die zich be zighoudt met het inzamelen van gelden die weer ten goede moeten komen aan arme Ethiopische studenten, die zonder financië le steun niet zouden kunnen studeren. De opbrengsten van de verkoop van titels ko men volgens In den Bosch ten goede aan die stichting. Zulks staat ook vermeld in de brief waarmee hij potentiële kandidaten voor een titel benadert. De stichting is inderdaad officieel geregi streerd, maar heeft in de statuten een aan tal opmerkelijke clausules staan. Zo zal de stichting uiterlijk in 1994 overgaan tot daadwerkelijke steun aan studenten en dan pas als de politieke situatie in dat land ge stabiliseerd is. Dat laatste is hoogst onzeker. In den Bosch kan ook niet zeggen hoeveel geld inmiddels door de stichting is ingeza meld. „Kleine bedragen. Misschien in totaal 10.000 gulden. Het verkopen van die titels levert bijna niets op. Ik slijt er misschien twee of drie per week. Trouwens, hoeveel denkt u niet dat het kost om ze te maken?" Niet veel. Hoewel sommige titels op groot formaat (a3) worden aangeboden, laten de specimen zien dat niet veel meer dan kopi eermachine en een potje typex nodig zijn om ze te vervaardigen. En het basreliëf in het vergulde zegel (vervaardigd van ge kleurd aluminium in een dikke kwaliteit) dat de oorkonde een officieel tintje moet geven, heeft In den Bosch ongetwijfeld ver vaardigd met een van de stempels die hij verwierf bij de aankoop van de LIAR. Pardon, The London Institut of Academie Research. Henk Rootliep (58) werd in Nederlands-Indië geboren en groeide daar ook op. Na een studie in Nederland (bedrijfskunde aan Nij- enrode), werkte hij onder meer in Singapore en Calcutta voor de Stoomvaart Maatschappij 'Nederland', één van de vijf rederijen waaruit in 1970 het fusie-concern Nederlandsche Scheepvaart Unie ontstond. Zeven jaar later werd deze NSU omgezet in de Koninklijke Nedlloyd Groep. Twaalf jaar geleden werd Rootliep tot lid van de raad van bestuur benoemd, om in 1987 voorzitter van die raid te worden; hij was de vijfde, na Luciën Ruys, Barend Scheffer, Bernard Ruys en Koos Groenendijk. Nedlloyds bestuursvoorzitter zei drie jaar geleden, toen hij naar de nabije toekomst keek en tevens terugblikte: „Er is sinds 1980 veel veranderd binnen Nedlloyd. Kijkend daarnaar, denk ik dat we in de jaren die komen ten minste een aantal vergelijkbare veranderingen op ons af zullen zien komen. Het zal dan ook weer een levendig geheel zijn, met een continue verschuiving van be langen binnen al de activiteitsgroepen die we hebben, met het accent op de ontwikkeling van kernactiviteiten." Verschuivingen binnen de activiteitsgroepen zijn er sinds die tijd inderdaad ge weest. Heel wat bedrijven en deelnemingen zijn, met het oog op de te geringe omvang, het ontbreken van echte groeikansen of het onvoldoende aansluiten bij de kernactiviteiten van het con cern, inmiddels verkocht: zoals een deel van de energiesector, het chemicaliënvervoer met kleinere tankers, Radio-Holland, en kele luchtvrachtbedrijfjes en het 40-procents belang in Transa- Henk Rootlieb: 'Leuk of niet, je hebt het maar te Topman Henk Rootliep kijkt terug op een moeizaam verlopen jaar: ROTTERDAM BRAM OOSTERWUK Veel oppositie van aandeelhou ders - de Noor Torstein Hagen voorop - een concemwinst die van een forse plus in 1989 naar diep onder nul duikelde, moei zame reorganisaties en dus: een berg kritiek. Voor Nedlloyd en zeker voor zijn bestuursvoorzit ter Henk Rootliep zijn de tijden dan ook allesbehalve gemakke lijk. Hij is de eerstverantwoorde lijke temidden van de omstreeks 23.000 medewerkers die Ned lloyd telt. Ook letterlijk zit hij hoog: op de zeventiende verdie ping van het indrukwekkende, witte Nedlloyd-hoofdkantoor aan de Boompjes in Rotterdam. Het uitzicht is er adembene mend. - Vindt u het nog steeds leuk om in deze moeilijke positie te ver keren en heeft u vanwege de vele problemen nog wel tijd voor uzelf? Rootliep: „Leuk of niet, je hebt het maar te nemen. Dit soort dingen gebeuren nu een maal, je weet ze niet vén tevo ren. Ik heb deze baan aangeno men en die doe ik dan ook zo goed mogelijk. Ik lijd er in elk geval niet onder. Vrije tijd? Ach, niet zo veel. Ik ben een perfec tionist en ik lees me kapot. De zaterdag probeer ik vrij te hou den. Op zondag begin ik met de voorbereidingen voor de nieu we week. Ik ga altijd een week met wintersport en neem drie weken zomervakantie. De eerste week ben je dan nog met je club bezig, de tweede is ontspan ning, maar in de derde week be gint het alweer te kriebelen. Nedlloyd neemt veel tijd van me. Maar aan de andere kant maak je in deze functie toch ook dingen mee die je anders niet beleeft. Zo vond ik het toch his torische momenten dat ik, in een groter gezelschap, kortgele den mocht dineren met presi dent De Klerk van Zuid-Afrika en mocht lunchen met presi dent Bush." - U gaat eind 1993 met pen sioen. Wanneer is uw opvolger bekend? Rootliep: „Bij ons is het de ge woonte dat dit niet lang van te- zal zijn. Sommige bedrij ven «maken dit een jaar vooraf bekend, wij niet. Hooguit drie tot zes maanden. De periode voor een opvolger moet je zo kort mogelijk houden, anders functioneert hij niet goed meer in zijn oude baan." - Nedlloyd wordt vaak nog ge zien als een traditionele onder neming en dat wordt dan nega tief bedoeld. Hoe voelt u dit? Rootliep: „Elk groot bedrijf heeft zijn traditie en zijn cul tuur. Als de traditie heel slecht is, is dat verkeerd. Maar aan de andere kant kan traditie ook po sitieve kanten hebben. En dan is het natuurlijk ook zo dat je zo maar geen knop kunt omdraai en en het veranderd hebt. Ja, wij hebben een eigen cultuur. Bij het aannemen van personeel zit ook een cultuur-aspect. We doen dat op grond van een be paalde cultuur-gedachte. Posi tief bij Nedlloyd vind ik dat we nogal operationeel zijn, erg doe- nerig. Maar dat is eigen aan de scheepvaart." - Torstein Hagen moet lid van de raad van commissarissen worden, vinden velen. Hijzelf wil dat ook graag. U heeft meerma len laten blijken dat u zijn be doelingen met Nedlloyd niet he lemaal vertrouwt. Wordt hij commissaris? Rootliep: „Wij proberen al heel lang een constructieve dia loog te voeren, maar daar heb je twee 'partijen voor nodig. Ik doe geen uitspraak of hij aanvaard baar is. We leven in een open maatschappij en een aan de beurs genoteerde onderneming als Nedlloyd kan zoiets overko men. Andere bedrijven natuur lijk ook. Jammer is het wel dat de zaak publicitair zo op de spits wordt gedreven. Er komt zodoende meer druk van buiten op partijen en die heeft dan weer een eigen rol in de dia loog." - Nedlloyd is bezig zich meer op de kernactiviteiten te richten, zoals de containerlijnvaart, het wegtransport en de opslag en distributie van goederen. Tal van andere zaken zijn reeds of wor den nog afgestoten. Vindt u dat Nedlloyd deze doelstelling haalt? Rootliep: „Half maart, tijdens de bijzondere aandeelhouders vergadering, heb ik gezegd dat we het komende jaar voor 800 miljoen gulden zouden verko pen. Er stonden toen een paar potjes op het vuur. En nu zeg ik: we zitten op schema. Je moet bij zoiets geen haast hebben. Een en ander is dus rustig, snel en goed verlopen. Ook intern is er begrip voor deze gang van zaken. Met ondernemingsraden bijvoorbeeld hebben we hele maal geen problemen gehad. Van de aangekondigde 800 mil joen is nu al 600 miljoen verwe zenlijkt." - Nedlloyd verkoopt, maar bent u soms ook geïnteresseerd in de aankoop van andere acti viteiten of bedrijven? Rootliep: „Nee, we hebben geen directe ambitie in die rich ting. We hebben gezegd pas op de plaats te zullen maken en dat doen we. We werken ons nor male investeringsprogramma af, zoals in de telematica en ook bij het vervangen van trucks. We krijgen vijf nieuwe schepen en die moeten ook worden be taald. We kunnen ons geld echt wel kwijt." - Deze maand is het eerste van die vijf nieuwe, in Japan te bou wen schepen gaan varen. Het zijn wat hun beladingssysteem betreftbijzondere schepen. Is Nedlloyd daarmee een voorlo per? Rootliep: „We zijn de eerste en we hebben geen aanwijzin gen dat andere rederijen ons zullen volgen. De grote maat schappijen hebben hun tonna ge inmiddels besteld en ik denk dan ook dat we de komende ja ren een zekere voorsprong zul len hebben. De schepen hebben geen dekken meer, zijn open van boven. De Nederlandse Scheepvaartinspectie heeft er toestemming voor gegeven en ik heb niet gehoord dat dit sys teem in andere landen ook speelt. Overkomend water of re genwater dat in het schip komt, wordt er snel weer uitgepompt. Technisch is er geen enkel pro bleem. Met deze zeer geavan ceerde schepen snijdt het mes aan vele kanten. Ze hebben een Een containerschip van Nedlloyd wordt bij ECT geladen. snelle ladingbehandeling bij de stuwadoor, zodat de los- en laadtarieven omlaag kunnen. Er zijn geen kosten om de contai ners vast te maken, want dat hoeft dus niet. Door deze tijdwinst kunnen ze langzamer varen en dat levert een bespa ring op brandstof op." - President-directeur Worm meester van het stuwadoorsbe- drijf ECT. waarin Nedlloyd voor 44 procent deelneemt, gaat er vanuit dat u dit aandeel vanwe ge het te lage rendement en het onvermogen om mee te investe ren, vooreen deel of volledig zult verkopen. Is dat juist? Rootliep: „Wormmeester heeft zijn mond voorbij gepraat. Er is geen directe aanleiding om uit ECT te stappen. Wij vinden het een hoge prioriteit dat ECT zich goed ontwikkelt, dat is van enorm belang voor Rotterdam. Trouwens, er is van ECT-zijde nog nooit aan ons gevraagd of we bereid zijn te investeren in nieuwe infrastructuur. En bij mijn weten ook niet aan andere aandeelhouders (Internatio- Müller en de NS). Het rende ment is inderdaad niet best, maar Nedlloyd kijkt toch naar de lange termijn. ECT werkt aan verbetering." - Vorig jaar leed het concern een verlies van 148 miljoen gul den, na een witist van 252 mil joen in 1989. Hoe gaat het nu in financieel opzicht? Rootliep: „Het gaat de goede kant op, vooral ook in de moei lijke sectoren van de lijnvaart en het wegtransport. Voor ons is 1991 een moeizaam jaar ge weest, vooral in het begin. Maar we komen er uit. Hoewel we dit jaar voor het netto-resultaat voor een deel op boekwinsten steunen, zal het bedrijfsresul taat duidelijk positief zijn." - Torstein Hagen kreeg het, met steun van andere aandeel houders, voor elkaar dat de jaarrekening over 1990 niet werd goedgekeurd. Wat staat er nu te gebeuren? Rootliep: „We leven er mee, tot de volgende jaarvergadering. Wij tillen er niet zwaar aan en onze omgeving evenmin. Ned lloyd is volledig kredietwaardig en betaalt £ijn rekeningen op tijd. De jaarrekening is afge keurd op oneigenlijke gronden-- en niet inhoudelijk. Dus we ver-! binden er geen conclusies aan. - Als de rekening over 1991 straks wbrdt goedgekeurd, wordt au tomatisch die over 1990 goed gekeurd. Dus dan is er niets meer aan de hand."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 16