Generaals en luitenant] es
ZATERDAGS BIJVOEGSEL
EINDREDACTIE: WILLEM SCHRAMA MARGOT KLOMPMAKER
ZATERDAG 18 JANUAR11992
VORMGEVING: FRED VAN GELDEREN MARCO KROES RUUD VOGELESANG
I De schrijver Bill Buford trok
I een aantal jaren op met de be-
ruchtste Engelse voetbalsuppor
ters, de 'hooligans' van Man-
i Chester United. In zijn boek
'Tussen het tuig' beschrijft hij
I de organisatie van dit volkje,
het massale geweld en de kick
die het geeft. Ook rekent hij af
met de gedachte dat het zou
gaan om kansarme jongeren
die zo hun gram willen halen.
Sommigen laten zich van Mar
seille per taxi naar Turijn laten
rijden. En als ze geen bedrijf of
goede baan hebben, dan roven
ze onderweg alles wat los en
vastzit. Netzo makkelijk.
Schrijver Bill Buford als 'oorlogsverslaggever' onder Engelse hooligans
Bill Buford: „Een massa treedt niet
op als een 'wij', maar als één gro
te onpersoonlijke moloch die ons
lijkt op te tillen zodat we bijna ge
wichtloos worden.
Het relaas van Bill Buford zal na
volgende week zondag, wan
neer hij met zijn boek 'Tussen
het tuig' in het programma van Adriaan van
Dis is geweest, nog lang blijven nadreunen in
de Nederlandse media. Buford, een in Lon
den woonachtige Amerikaan, schrijver, jour
nalist en hoofdredacteur van het literaire tijd
schrift Granta, liep enkele jaren als 'oorlogs
verslaggever' mee met de harde kem van de
'hooligans' van Manchester United. Hij iden
tificeerde zich zo met deze gewelddadige
voetbalsupporters van de Red Brigade, dat hij
op Sardinië door de Italiaanse politie voor
een van de leiders werd aangezien en gron
dig in elkaar werd geramd.
Maar ook tijdens die aframmeling bleef
Buford observeren. „De meeste mensen wa
ren aan hun hoofd geraakt en hun hemden
zaten onder het bloed. Een van hen lag in el
kaar gedoken te kokhalzen van de pijn. Toen
een agent zag dat hij lag te kotsen, schopte
hij hem in zijn ribben. Het gezicht van deze
politieman kan ik me nog voor de geest ha
len. Twee dagen later zag ik hem tijdens een
persconferentie op de televisie."
Hoge nood
Het ADO-terrein in Den Haag. Met mijn va
der bezoek ik de wedstrijd tegen Sparta, of
Spagta, in het jargon van de staantribunes.
Na afloop van de wedstrijd, die door ADO
wordt verloren, schieten een paar vetkuiven
hun peukjes nonchalant weg. Ze komen te
recht op de hoeden van de heren die bene
den hen op de tribune staan. Het zijn dezelf
de raddraaiers die bij het uitgangshek altijd
ongegeneerd hun blaas staan te ledigen.
Ook deze keer hebben ze hoge nood. Er
komt een vrouw met twee kinderen voorbij
als de vier jongens net, zwaar zuchtend,
staan te urineren. „Hé, wijffie", roept één van
hen, terwijl hij met zijn hoofd naar zijn eigen
geslachtsdeel en dat van zijn kornuiten ge
baart, „is er wat voor je bij? je zoekt maar uit
hoor!"
Voetbalsupporters in de jaren vijftig. Ach,
wat een onschuldige tijd, de jeugd leefde nog
in Brillantinië. Maar ook toen werd er al
schande gesproken van dat 'voetbaltuig'.
Toch zijn hun wandaden kinderspel als we
zien wat er tegenwoordig op en om de velden
wordt uitgevreten. Het Engelse supporters
volkje, vooral de aanhang van Manchester
United, is bemcht om z'n agressieve optre
den.
Niet alleen bij het Heizel-drama zorgden
zij voor vele doden. Overal waar ze hun geta
toeëerde spierballen lieten zien, hebben ze
een spoor van vernieling en geweld achter
zich gelaten. Maar dat het zo erg is als Bill
Buford in zijn roman 'Tussen het tuig'
schrijft, is bijna onvoorstelbaar.
Buford drong zich als een soort kroniek
schrijver binnen bij de Engelse voetbalsup
porters, bezocht samen met hen belangrijke
wedstrijden, zoop en schreeuwde met hen
mee en schreef dat allemaal op in het boek
'Under the thugs'. En dat allemaal onder het
motto: 'Ik schijt niet in mijn broek, ik schijt
niet in mijn broek.'
In het begin wordt Buford argwanend be
keken. Hij moet zijn notities maken op de
toiletten van de pubs die hij met de suppor
ters bezoekt. Maar omdat hij dapper mee
doet met het verzwelgen van grote 'pints of
bitter', wint hij langzamerhand hun vertrou-
Wat is nu in hemelsnaam zo lollig aan het
bezoeken van een voetbalwedstrijd?, vraagt
Buford zich af. Hij ziet hoe mensen in 'die-
renhokken' bijeen worden gedreven en gruwt
van de weke, maar o zo gevaarlijke massa.
„Het deed een beetje denken aan alcohol of
tabak: eerst is het weerzinwekkend, als je
doorzet wordt het lekker, na een tijdje versla
vend. En misschien wordt het uiteindelijk wel
suïcidaal."
'Lachertje
In het voorjaar van 1984 wist Manchester
United tot de halve finale van de UEFA-cup
door te dringen en lootte in die poule Juven-
tus. Na de thuiswedstrijd moest de Engelse
club naar Turijn. Als maatregel tegen eerdere
ongeregeldheden mochten er geen suppor
ters van Manchester mee. Die maatregel be
schouwde de harde kem van de supporters
als een lachertje. Fuck 'm all, zei de Man
chester-aanhang en ging toch.
Ene Bobby Boss bood een geheel verzorg
de reis aan en de 'Firm', zoals de zware jon
gens van Manchester United zich noemden,
maakte" daarvan gretig gebruik. Al vóór het
opstijgen van het toestel waren de eerste.fles-
sen whisky soldaat gemaakt. Brooddronken,
als balletjes, kwamen de supporters aan op
het vliegveld in Turijn, waar een inderhaast
gealarmeerde consul zoete broodjes met hen
probeerde te bakken en ze op het hart drukte
geen stennis te maken. Mick, Bufords contact
binnen 'the Firm', liet een keiharde boer in
zijn gezicht.
Tijdens die reis naar Turijn gebeurt er iets
merkwaardigs. Het vliegtuig is nog niet ge
land, zo schrijft Buford, of de supporters ver
anderen ineens in 'verdedigers van de Engel
se natie'. Ze beginnen nationalistische liede
ren te brullen en luid 'England, England' te
scanderen. 'Rule Brittannia! Brittania mie the
waves!' de oorlogsstemming zit er meteen
goed in. Buford vraagt zich af of deze lieden
eigenlijk wel ooit tot een Verenigd Europa
willen behoren. Alles wat vreemd (dus: niet
Engels) is, kan rekenen op hun verachting.
Onder politiebegeleiding worden de Engel
sen naar hun hotel vervoerd. Vanuit de bus
sen waarin ze zitten, gooien ze bierflessen
naar alles en iedereen. Er worden obscene
gebaren gemaakt. Een man met de omvang
van een Sumi-worstelaar laat zijn broek zak
ken en gaat zo, met zijn blote kont naar de
zeer verbaasde Italianen toe, in het raam-zit
ten. Kiss my ass, motherfuckers!
Op een van de piazza's wacht de reisleid-
ster, een bleu meisje dat door het reisbureau
van de zwendelaar Bobby Boss behoorlijk in
de problemen is gebracht. Het is een chaos
met de hotels. Steeds meer Engelsen drom
men samen op het plein, terwijl ze de achtli-
terflessen Chianti als trompetten aan hun
mond zetten en de wijn als bloed door hun
borsthaar sijpelt. Aandrang? Geen nood, dan
zeiken we maar even in de fontein. Of je
haalt je kloris voor een sjiek restaurant even
uit je broek en gaat naar binnen staan te wa
teren, voor het oog van een jong getrouwd
paartje dat zichzelf een romantische avond
heeft beloofd.
Kansarm?
Volgens wetenschappers kan het gedrag van
de Engelse supporters worden verklaard uit
de slechte omstandigheden waaronder ze
zijn opgegroeid. Ze zouden zich misdragen
omdat ze kansarm waren en daarvoor hun
gram willen halen op de maatschappij. Aan
die misvatting maakt Buford in zijn boek een
eind. Kansarm? Veel supporters hebben een
goed lopend bedrijfje of komen anderszins
behoorlijk aan de kost. De pakken met bank
biljetten puilen uit hun broekzakken. Som
migen hebben zich van Marseille per taxi
naar Turijn laten rijden.
En als de supporters geen bedrijf of goede
baan hebben, dan roven ze onderweg alles
wat los en vast zit. Net zo makkelijk. Want
wat doet één Italiaanse cassière tegen hon
derd brooddronken Engelsen die de halve
winkel leeghalen en als ze buiten zijn als be
dankje de pakken met yoghurt tegen de gevel
smijten? Niets dus.
Buford geeft in zijn boek een sneer naar de
massaal uitgelopen wereldpers. De Italianen
beginnen tijdens de wedstrijd Manchester
United-Juventus op een zeker moment met
het gooien van bierflessen, maar daarin heb
ben de fotografen en cameramannen geen
interesse. Als de Engelsen vervolgens op die
daad van agressie reageren, dan pas wordt
het interessant. Het beeld van de agressieve
Engelse supporter moet worden bevestigd en
herbevestigd. De Engelsen zijn de schuld,
klaar uit. Je moet de dingen duidelijk stellen,
anders wordt het maar verwarrend.
Wie de chaos ziet bij voetbalrellen, kan niet
geloven dat er enige organisatie aan ten
grondslag ligt. Toch is dat het geval, althans
bij de Manchester-aanhang. Buford ontdekt
dat er binnen de groep 'hooligans' een hië
rarchisch systeem bestaat. Er zijn generaals
en luitenantjes. Die luitenantjes zorgen er
voor dat de groep bij elkaar blijft als men op
oorlogspad gaat.
Doffe plof
Tijdens de wedstrijd tegen Juventus, die door
Manchester wordt verloren, blijft het geweld
nog binnen de perken. Maar eenmaal buiten
het stadion laten de supporters Turijn hun
doodsgrijns zien. De hele troep loopt ogen
schijnlijk rustig over straat, in een soort snel
wandelpas, zodat de politie er niet al te veel
acht op slaat. Maar op een teken van leider
Sammy draaien ze zich massaal om en ren
nen ze in commando-pas af op de Italiaanse
supporters die zich nietsvermoedend achter
hen bevinden.
Een kleine Italiaanse jongen van een jaar of
negen weet niet op tijd weg te komen. Hij
wordt tegen de grond geslagen en dan begint
het: „Toen hij overeind probeerde te komen,
duwde een Engelse supporter hem terug
door hem zijn vlakke hand in het gezicht te
zetten. Hij viel achterover en zijn hoofd klap
te stuiterend tegen de straatstenen. Twee an
dere supporters van Manchester United kwa
men erbij staan. De ene schopte de jongen in
zijn ribben. Het maakte weinig geluid, wat
me verbaasde. Meer dan een doffe plof op
het moment dat de schoen in de kleren van
de jongen terechtkwam was het eigenlijk niet
„Toen de jongen probeerde met zijn ar
men zijn ribben te beschermen trapte de an
dere Engelse supporter hem in zijn gezicht
Met z'n zessen waren ze inmiddels, en
met z'n allen begonnen ze de op de grond
liggende jongen te schoppen Het idee:
acht man die een jongen in elkaar staan te
schoppen. Hoe lang duurt het voordat het
karwei af is? Er kwam geen einde aan. De
jongen bleef proberen de trappen af te we
ren. Zijn gezicht was inmiddels een en al
bloed: het stroomde uit zijn neus en mond.
En het schoppen ging maar door, onafgebro
ken telkens dat gruwelijke, gedempte ge
luid."
Het gaat hier om een jongen van negen,
hooguit tien jaar. Buford schrijft even later,
als de knaap er voor lijk bij ligt: „Iemand vlak
bij me zei dat hij gelukkig was. Hij zei dat hij
heel, heel gelukkig was..."
Het klinkt wreed, maar dit staaltje van ge
weld is nog niets vergeleken bij wat suppor
ter Harry uithaalt. Tijdens een confrontatie
met de politie, geeft hij een van de agenten
zó'n harde kopstoot dat de man bewusteloos
raakt. „Hany greep de politieman bij zijn
oren, tilde zijn hoofd op en zoog op een van
de ogen van de politieman totdat het uit zijn
kas kwam en hij het achter zijn tanden voel
de glippen. Toen beet hij door."
Gewijde dag
Buford zoekt in zijn boek koortsachtig naar
de oorzaken die ten grondslag zouden kun
nen liggen aan dit geweld. Een van de meer
intelligente supporters weet daar wel een
antwoord op: „Zaterdag is onze gewijde dag.
Het is een religie, eigenlijk... Het geweld zit in
ons. Het heeft alleen een doel nodig. Als we
het hier niet deden, deden we het wel ergens
anders. Als wij dezelfde dingen in de oorlog
zouden doen dan zou je onze foto in de kran
ten zien."
Buford schrijft: „De 'hooligans' praten over
geweld op de manier waarop een andere ge
neratie over drugs of drank of beide praatte,
behalve dat zij ook drugs en drank gebruik
ten. Eén jongen, eigenaar van een café, praat
erover alsof het iets chemisch is, of een hor
monenspray of een bedwelmend gas als
het eenmaal in de lucht zit, als er eenmaal
een gewelddaad is gepleegd, dan volgen an
dere daden onvermijdelijk, per definitie."
Buford laat zien hoe besmettelijk de massa
voor het individu is. In zijn boek ontziet hij
niets en niemand. Ook zichzelf niet. Tijdens
de massale en snelle uitvallen van de Man
chester-gang moet hij constateren dat hij bij
na 'high' wordt. Een massa, zo betoogt hij,
treedt niet op als een 'wij', maar als één grote
onpersoonlijke moloch die ons lijkt op te til
len zodat we bijna gewichtloos worden. De
tijd staat stil, er is alleen nog maar één grool
Nu. Iedereen wordt beheersd door één idee,
dat voortkomt uit een macaber soort saam
horigheidsgevoel: vooruit, vooruit, laat ze
zien hoe moedig Engeland is.
In Tussen het tuig' wordt ook ingegaan op
de voetbalramp na afloop van de wedstrijc
Liverpool-Nottingham Forest, waarbij 95
mensen de dood vonden. Buford bekijki
thuis de ongehoorde, schokkende video-op
namen die de politie van die ramp maakte
Hij ziet hoe een van de supporters radelooj
ergens naar kijkt. Op een zeker moment volgt
de camera zijn blik. Buford krijgt een jongetjt
in beeld dat tegen de dranghekken door d(
menigte wordt doodgedrukt. Dan zwenkt dt
camera weer terug naar de supporter er
hoort Buford de supporter zeggen: „O. god
ik kan niet bij hem komen, ik kan niet bi
hem komen! Het is godverdomme mijn klei
ne broertje."
Voor het begin van elke grote voetbalwed
strijd zouden ze die opname op een groo
scherm moeten vertonen.