l/ONK
Japan,
een levend cryptogram
Hollandse
accenten in
Maleisië
VRIJDAG 17 JANUAR11992
Er wordt wat afgereisd door de moderne toe
rist. Hoe verder, hoe beter lijkt het wel al lijkt
het erop dat de sterk toenemende belangstel
ling voor exotische reizen deze winter wat
stokt Er was meer verwacht dan de 'plus' van
3 procent. Maar niettemin: de vliegtuigen naar
de Carribean en het Verre Oosten (Phuket) zit
ten nog steeds vol. Voor Maleisië en Japan is
de interesse minder. Maar daarom zijn het nog
wel bijzondere landen. Vooral Maleisië lokt
En Japan? Tsja, Japan... „Alles is ook zo ver
domd gecompliceerd hier."
Een en al myste
rie. De taal, de
mensen, de ge
woontes... Onzekerheid
van 's ochtends vroeg tot
's avonds laat. De Japan
ners doen alsof ze geen
moeite hebben met onze
lompheid. Ze mompelen,
grijnzen en buigen. Maar
het gevoel dat alle regels
met de voeten worden ge
treden, neemt met het uur
toe. Alles is ook zo ver
domde gecompliceerd
hier. Normaal gesproken
ga je een land beter be
grijpen naarmate je er
langer in vertoeft Voor Ja
pan geldt het tegenover
gestelde. Voor die ene
vraag die na lang zoeken
wordt beantwoord, ko
men er terstond tientallen
in de plaats.
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN*
„Je hebt Japan en je hebt de we
reld", zegt Geoffrey Tudor, „en
nooit zullen die twee elkaar ont
moeten." De Engelsman woont
al zeventien jaar in Tokio, is ge
trouwd met een Japanse en
heeft een zoon van acht. Hij
leert me hoe het openbaar ver
voer in de Japanse hoofdstad in
elkaar steekt, begeleidt me op -
een tocht door de losbandigste
uitgangswijk van Tokio, Kabuki-
cho en legt geduldig uit hoe ik
me dien te gedragen in een ryo-
kan, een herberg in Japanse
stijl. „Maar ik kom ook steeds
voor verrassingen te staan", be
kent hij, „elke dag weer."
Het lijkt flauw, maar een groot
probleem is bijvoorbeeld of je
nou wel of niet mag lachen als
in de ryokan een schuifelende
geisha je met een porseleinen
stemmetje je slaapkamer wijst.
Het vertrek immers oogt nogal
desolaat. Kale vloer, geen meu
bels. Moet ik hier slapen? Onge
loof, verbazing en hilariteit strij
den om voorrang. Maar de me
vrouw met het geblankette ge
zicht en het kussentje op haar
rug, doet alsof ze niets merkt.
„Yokoso" klingelt ze buigend en
met samengevouwen handen,
„welkom". Engels spreekt ze
niet.
Rondleiding
Dat doen negenennegentig van
de honderd Japanners niet. In
de langste tunnel ter wereld, de
bijna 54 kilometer lange Seikan-
-tunnel die het noordelijk ei
land Hokkaido met het hoofd
eiland Honshu verbindt, heb
ben we een rondleiding aange
vraagd. Een fafce. Bijna drie
honderd meter onder de zee
spiegel worden we eerst in rot
ten van vijf opgesteld waarna
een Japanner een uur lang in
kwetterend Japans uitlegt, wat
we zoal zien. Maar begrijpt die
man dan niet dat we er geen bal
van snappen? Tak, onze bege
leider voor een dag: „Elke Ja
panner heeft op school zes jaar
Engels gehad. Maar hij schaamt
zich ervoor het te spreken om
dat hij bang is fouten te maken.
Japanners zijn perfectionisten."
Dat zou het land ongetwijfeld
verschrikkelijk saai hebben ge
pongi veertig. Japan lijkt alleen
maar te betalen voor zakenlie
den met riante declaratiemoge
lijkheden. Als we met Geoffry
Tudor een hapje gaan eten in
een traditioneel Japans restau
rant, valt mijn oog op de reke
ning. Ik moet drie keer kijken
om te geloven dat er inderdaad
net zoveel nullen staan als ik in
eerste instantie dacht. Gelukkig
betaalt hij de volgende ochtend
ook mijn hotel, de rijokan.
Waar je uitstekend kunt slapen
trouwens. Teruggekomen van
het traditionele Japanse bad en
het traditionele Japanse diner
bleek de vloer van die eerst zo
kale, traditionele Japanse slaap
kamer te zijn bedekt met het
traditionele Japanse beddegoed.
Ongetwijfeld verzorgd door Ge-
blanket Gezicht, die voor de
deur weer staat te buigen, te
glimlachen en te mompelen dat
het een aard heeft.
- „Wat zegt ze Geoffrey?"
- „Kon-banwa, goeie nacht."
Ik kijk haar aan, buig en zeg ook
„kon-banwa". Vindt ze dat
leuk? Ik denk het. Ze schiet ten
minste in een hoge giechellach,
slaat haar hand voor de mond
als een verlegen klein meisje en
kijkt dan van me weg. Later, in
het vliegtuig op weg naar Ne
derland, lees ik in een boek van
de Japanoloog Alan Booth dat ik
Geblanket Gezicht waarschijn
lijk hevig heb geschoffeerd. Zo
ga je niet om met Japanse gast
vrouwen. Je moet nooit net
doen alsof je Japans spreekt.
Hoewel... Booth is dienaan
gaande ook niet helemaal zeker
van zijn zaak. Hij woont tenslot
te nog maar een jaar of dertig in
Japan.
Informatie: Japan Airlines,
Leidsestraat 31, 1017 NT Am
sterdam. Telefoon: 020 - 626
40 11.
Tokio, onzekerheid van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
maakt, ware het niet dat Japan
ners een verbazingwekende
hang hebben naar oude rituelen
en tradities. Maar het gevolg
daarvan weer is, dat de verwar
ring die de westerling bespringt
op het moment dat hij op Nari-
ta landt, pas wijkt als hij vanaf
datzelfde vliegveld weer is ver
trokken. Een interessant, maar
tegelijk ook nauwelijks te door
gronden land, Japan. Temeer
omdat je van het hoe en waar
om van bepaalde handelingen,
nauwelijks iets te weten komt.
Je hoeft niet altijd het naadje
van de kous te weten, maar in
de trein van Hakodate naar Aki-
ta wordt alleen maar gegiecheld
als ik iets vraag. Engels, handen,
voeten, gebaren, pantomimes...
niets helpt. Gelachen hebben
we wel.
FOTO ROB VAN DEN DOBBELSTEEN.
ne, maar verwacht niet dat Ja
pan van nu af aan zal worden
overspoeld door toeristen. Dat
vind hij jammer („Wij hebben
op het gebied van cultuur en
tradities zo oneindig veel te bie
den"), maar hij heelt er mee le
ren leven. „Japan heeft twee
imago's", zegt hij, „het zou on
doorgrondelijk zijn en duur.
Met dat eerste ben ik het eens,
zonder dat ik het vervelend
vind. En ik denk dat ook andere
mensen het alleen maar als een
aanbeveling zullen opvatten.
Dat Japan duur is, bestrijd ik.
De prijzen zijn de laatste vijf
jaar niet meer gestegen."
Dus moet een glas jus d'orange
in 1986 ook al vijftien gulden
hebben gekost (Shin Takanawa
Prince Hotel in Tokio). En een
Sapporo biertje in de wijk Rop-
Verdwalen
Aardige mensen, Japanners.
Heel behulpzaam en zelfs be
reid anderhalve kilometer om te
lopen als je het hotel niet kunt
vinden. Een droombestemming
voor reisorganisatoren eigenlijk,
ware het niet dat de gemiddelde
toerist zich altijd weer te pletter
zal lopen op een barrière van
niet te ontrafelen lettertekens
en louter Japans sprekende Ja
panners. We vragen, om te we
ten hoe hij erover denkt, belet
aan bij de vice-president van
het Japans toeristenbureau,
Tsuneaki Iki. „Hartelijk wel-
kom", zegt deze tot onze stom
me verbazing. Iki heeft in de ja
ren zestig een tijdje in Amster
dam gewerkt. Wat hij zich ook
nog heel goed kan herinneren is
„dank u wel."
Dat wij Japan een levend cryp
togram noemen, dat kan de vice
president heel goed begrijpen.
„Een groot probleem", erkent
hij, „het land is alleen onder
Tsnueaki Iki: Japan is niet duur."
deskundige begeleiding goed te
bereizen. Een toerist die op ei
gen houtje door Japan wil trek
ken, maakt grote kans te ver
dwalen." Maar, onthult hij en
passant, er daagt licht in de
duisternis: de travel phone. Het
klopt ook nog. Als ik later in To
kio op zeker moment het me
trostation niet meer kan vinden,
draai ik in het warenhuis
Matsuya het door Iki verschafte
nummer. „Wat is het nummer
van uw cel?", vraagt een meis
jesstem in het Engels. Niet veel
later komt de route door.Als u
met uw rug naar het toestel gaat
staan, ziet u rechts voor u een
brede straat, loop die in, na
honderd meter..." Perfecte ser
vice. Tien minuten later ben ik
op het gevraagde station.
Iki is bar trots op de travel pho-
Een soort omge
keerde cultuurs
hock. Die overvalt
de niets vermoedende rei
ziger, die na aankomst op
Subang International Air-
port de hoofdstad van Ma
leisië binnenrijdt. Wat er
in Kuala Lumpur aan zijn
blik ontrolt heeft nog het
meest weg van een door
snee miljoenenstad in de
Verenigde Staten. Hoog-
glanzende torenflats,
enorme electronische re
clameborden, brede bou
levards waarop een uiterst
modern autopark zich
zeer gedisclipineerd
voortbeweegt en keurig in
het pak gestoken zakenlui
die wachtend op hun taxi
nog even van de gelegen
heid gebruik maken om
met hun draadloze tele
foon de zaak te bellen.
PETER SLUIS»
Maleisië heeft zoals de meeste
Aziatische landen, uitgezonderd
Thailand, een rijk koloniaal ver
leden. Dat begon rond 1500 met
de Portugezen en eindigde in
1958 met de Engelsen. In de
tussentijd, van 1641 tot 1795
zwaaiden de Nederlanders er de
scepter. Wie nog wat van de
Hollandse tijd wil terugzien kan
dat het best doen in Melakka,
zo'n honderdvijftig kilometer
ten zuiden van Kuala Lumpur.
Melakka, ooit het handelscen
trum van de Vereenigde Oost-
Indische Compagnie, is tegen
woordig een onbetekenend
stadje dat het vooral moet heb
ben van toerisme. Het telt een
oude christelijke kerk, een heus
'Stadthuys', een Herenstreet en
een Portugese kerk die door de
Hollanders werd verbouwd tot
een fort dat tot de nok toe werd
volgestouwd met kanonnen.
Maleisië staat zich er op voor
over een multi-raciale samenle
ving te beschikken die in goede
harmonie met elkaar omgaat.
Pakweg de helft van de ruim 17
miljoen inwoners is Maleis, 35
procent is van Chinese komaf
en zo'n tien procent zijn Tamils
afkomstig uit India. De officiële
religie is de Islam, maar het
straatbeeld wordt meer bepaald
door de kleurrijke Bhuddis-
tische en Hindutempels van de
Chinezen en Indiërs dan door
de sobere moskeeën.
Onlusten
Gaan de drie bevolkingsgroepen
tegenwoordig vreedzaam met
elkaar om, ruim twintig jaar ge
leden sloegen ze elkaar letter en
figuurlijk de kop in. De onlusten
die het land aan de rand van
een burgeroorlog brachten had
den te maken met de onvrede
bij de oorspronkelijke Maleise
bevolking over de groeiende po
litieke en economische macht
van de Chinezen. De onlusten
leidden tot de zogenaamde bu-
miputra-politiek die er op ge
richt is de rol van de Maleiërs,
de bumi's, te vergroten. Hoewel
deze 'apartheidspolitiek' van
Tempels bepalen het kleurige straal
zelfsprekend niet in dank is af
genomen door de minderheids
groeperingen hebben zij er zich
morrend bij neer moeten leg
gen.
Het gegeven van een smeltkroes
van culturen naast de drie
hoofdgroepen telt het land nog
eens tientallen kleinere etnische
groeperingen wordt tegen
woordig gretig gebruikt in de
strijd om de toerist. Want de
Maleiërs, Chinezen en Indiërs
hebben niet alleen een eigen
geloof en de bijbehorende bid-
huizen, ook bevolken zij met
hun eigen eethuizen en kraam
pjes de straten. Een paar luttele
Ringgits, de Maleise dollars die
zo'n zeventig cent waard is, zijn
al goed voor de meeste exoti
sche gerechten als satays, cur-
rieschotels of'steamboats', de
Chinese variant van de fondue.
Overigens zijn er niet alleen lo
kale gerechten te verkrijgen, elk
zichzelf respecterend stadje
heeft al een Kentucky Fried
Chicken of McDonalds.
Naast cultuur biedt Maleisieook
veel natuurschoon. Vooral de
oostkust telt een groot aantal
prachtige azuurblauwe stran
den. Wie het tropische klimaat
zat is, in Maleisiedaalt het kwik
slechts zelden onder de dertig
graden, doet er goed aan het
een paar dagen hogerop te zoe
ken. De bergachtige binnenlan
den tellen een aantal hoogvlak
tes waar het goed uit te houden
is. De bekendste hoogvlakte zijn
de Cameron Highlands waar
zich veel plantenkwekerijen en
theeplantages bevinden.
•eeld. FOTO •PETER SLUIS.
Echte jungle is te vinden in de
twee Maleisische staten Sa
rawak en Sabah op het eiland
Borneo. Dit Oost-Maleisie ligt
op vele honderden kilometers
afstand van het 'moederland',
maar zijn snel en goedkoop
(150 200 gulden) te bereiken
met de nationale luchtvaart
maatschappij Malasyan Airli
nes. De grootste bezienswaar
digheid van Sabah is de Mount
Kinabalu, met zijn 4.101 meter
de hoogste berg in het Verre
Oosten. Op Sarawak bevindt
zich diep in het oerwoud een
resocialisatie-centrum van de
met uitsterven bedreigde Orang
Utang. In gevangenschap gebo
ren apen wordt hier geleerd te
overleven in de natuur.
Moest Maleisië het vroeger
vooral hebben van haar natuur
lijke grondstoffen zoals tin, rub
ber en plamolie, tegenwoordig
is industrie de belangrijkste
bron van inkomsten. Ook het
toerisme profiteert volop van de
economische boom waarin het
land verkeert. Het jongste vijfja
renplan van de Maleisische re
gering voorziet in een jaarlijkse
groei van het toerisme met
maar lieft tien procent.
Tot nu toe moet Maleisië het in
de gunst om de westerse vakan
tieganger nog ruimschoots af
leggen tegen de buurlanden
Thailand en Indonesië. Het me
rendeel van de ruim 7 miljoen
miljoen die het vorig jaar over
de vloer kreeg kwam uit
Singapore. Uit Europa kwamen
264.000 reizigers, waarvan naar
schatting 25.000 uit Nederland.
Onze lokaties zijn uniek:
■Esposende lOtir IPovoa de Varzim BEspinho IBarra iCosta Nova BNazaré
■Sao Mariinho IPeniche iEnceira ICascais iEstoril «Lissabon IMillonles
■Lagos aPoriimao BPraia da Rocha BArmacao de Pera BPraia da Oura
■Vilamoura BQuarteira IQuinla do lago BCabanas BMonte Gordo
PORTUGAL
CANARISCHE
EILANDEN
EGYPTE
SAFAGAA/D RODE ZEE
24 jan. 8 dg. 395,- p.p. incl. app. min. 2 pers.
Iedere vr. en zo. 8 dg. 849,- p.p. incl. app. min. 2
pers. 789,- p.p. incl. app. min. 4 pers.
iedere vr. zó. 8 dg. Cairo. incl. exc. hotel i/o 998,-
p.p. (min. 2 pers.) Verl. mogelijk
Paradise Strandhotel. Iedere wo. hotel i/o 1098,-
p.p. (min. 2 pers.). Verl. mogelijk.
VONK IS TEVENS AGENT VAN ALLE BIJ DE ANVR
AANGESLOTEN REISORGANISATIES.
VONK REIZEN;GRENZEÜD0S<30EDl
BF/SBWO VONK S.V
TERWEEWEG 82
2341 CT OEGSTGEEST
TELEFOON 071-175308
173494/173744