Bijten, boren, hakken en zagen
Man in volle damesglorie
Tunus?& boeken
Een schuurtje vol muziek
in een sombere wereld
Een kreng als detective
W Üoten«
René Stoute schrijft roman over travestie
vrijdag 10 januari 1992 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE RENEE DE BORST Eindredactie: HANS SONDERS Vofmgeving: RON VAN HAASTREGT
Weerzinwekkende seksualiteit in 'American Psycho'
raag; waarom
schrijft iemand een
roman over het le
ven van een travestiet?
Mogelijk antwoord zou kunnen
zijn: de auteur wil de lezer iets
"leren" over een vaak onzicht
bare groep waarmee men alleen
in bepaalde circuits in aanra
king komt. Of: de auteur wor
stelt zelf met een probleem op
dit vlak, en probeert er middels
het schrijven mee vooruit te ko
men cq. het op te lossen. Een
combinatie van deze twee mo
gelijkheden is natuurlijk ook
denkbaar.
Vraag: wat wilde René Stoute
met "Het grimmig genieten"?
Op de achterflap van het boek is
te lezen dat de auteur zelf in
1988 deelnam aan een Miss
Travestie-verkiezing. Het boek
lezende en er van uitgaande dat
het verhaal op veel punten op
eigen ervaringen berust, mag ik
concluderen dat het deelnemen
aan de verkiezing een aanzet
was van het doorbreken van
een persoonlijk taboe dat uit
eindelijk leidde tot het schrijven
van deze roman.
"Het grimmig genieten" is het
relaas van de transseksuele tra
vestiet Clemens Piers, die de
moed heeft gevonden om tot op
het bot te gaan in een zichzelf
niet ontziende eerlijkheid. Een
zelfonderzoek van een nacht
met als uitkomst de gezochte
waarheid en een daardoor ge
sterkt zelfvertrouwen. Bravo!
Voor dat zelfonderzoek, of zoals
hij het zelf noemt "het zich
duchtig uitschudden", heeft hij
gekozen voor een verblijf in het
morsige Hotel De Faam. Hij
neemt er zijn intrek met twee
koffers kleren, veel muziek, een
manuscript dat nog niet af is, si
garetten, hasj en schrijfgerei.
Vooral die koffers zijn bijzon
der. Een rode met herenkleding
en een blauwe gevuld met da
meskleding en bijbehorende at
tributen zoals pruik, beha-op-
vulling, nagels en dergelijke.
Vooral de zwarte Feinstrumpf-
hosen zijn geliefd bij de hoofd
persoon.
Kort na aankomst verdwijnt het
"menerenkostuum" in de kast
en begint het haast rituele ver-
kleden, de metamorfose, die de
hele nacht, afgewisseld door het
werken aan het manuscript, zal
duren. De swingende jazzmu
ziek van Charlie Parker en zijn
maten ondersteunt het geheel.
Het manuscript met de titel "De
jurk van m'n zuster zit me net
te krap" geschreven voor alleen
zijn vrouw Margot, noemt Cle
mens Piers zelf zijn levenslied.
Het is gelardeerd met knipsels
en flarden tekst uit kranten en
tijdschriften, uit postordercata
logi en oude "sexueele hand
boeken". Deze tekstflarden zijn
in blokletters opgenomen in de
roman en vormen een overgang
alsook een afbakening van de
verschillende passages. Vooral
in het begin geeft dat een sto
rend en rommelig effect, maar
naarmate het verhaal vordert
krijgt het een steeds betere pas-
Naast het zich omkleden, het
werken aan het manuscript en
het lakken van de nagels zijn er
de overpeinzingen en herinne
ringen aan de in de 18de eeuw
levende heldhaftige travestiet
Chevalier d'Eon, de naar hem
genoemde Eonistische Beginse
len, èn aan de Russische schrij
ver Zosjtsjenko. Beiden leveren
hem inspiratie en ondersteunen
hem bij zijn zoektocht naar de
waarheid.
Het verhaal van Margot, lezen
we op drie verschillende mo
menten in het boek in de drie
aan haar gewijde hoofdstukken
"Onze Vrouwe van de Troost".
Bif het aanbreken van de vol
gende dag, reeds aangekondigd
in zinnen als "Morgen zal een
man ontdekken wie hij is",
"Reis naar het einde van de
nacht" en "Voor zonsopgang"
is daar het moment "Now's the
Time". Clemens Piers neemt
zich voor het Grimmig Genieten
voortaan meer genietend en
minder grimmig te laten verlo
pen. Hij verlaat net hotël gehuld
in "damesglorie" met de twee
koffers waarin de heren- en da
meskleding nu "gemengd kam
peren".
Tot besluit heeft René Stoute
enkele bronnen en aantekenin
gen opgenomen. Daarin merkt
hij onder meer op dat "zolang
travestie nog zo'n idioot maat
schappelijk taboe is... we uit die
hoek geen revolutie hoeven te
verwachten" en "het is interes
sant om de travestie als het wa
re uit te tillen boven het erotis
che/fetisjistische element en
het te plaatsen in een breder
maatschappelijk verband". Alles
goed en wel, maar was het Cle
mens Piers zelf niet die schreef
dat de aantrekkingskracht van
de travestie ook ligt in de span
ning van het overtreden van een
verbod en die zich afvroeg
"Waarom zou iedereen travestie
opeens 'normaal' moeten vin
den"?
Kennelijk wilde René Stoute
méér dan alleen het verhaal van
Clemens Piers vertellen, met
"Het grimmig genieten" heeft
hij zeker een positieve bijdrage
geleverd aan het doorbreken
van het maatschappelijk taboe
rond travestie, en heeft hij zijn
persoonlijke taboe opgeheven.
René Stoute: niets ontziende eerlijkheid.
Jef Geeraerts, de bepaald niet terughoudende Vlaamse
auteur van realistische misdaadromans, zei eens in een
interview over een bezoek aan een FBI-instelling: "Ik heb
daar videofilms gezien die ik niet heb durven beschrij
ven. Men zou me van sensatiezucht hebben beschul
digd".
geverij moest de publicatie zelfs
afstoten omdat vrouwelijke per
soneelsleden elke medewerking
weigerden.
Natuurlijk werd er een andere
uitgeverij gevonden om de uit
gave te verzorgen. Want op
schudding betekent publiciteit
en dat doet verkopen. Keiharde
dollars dus. Daarvoor wijkt al
les. Die drukken elke norm op
zij. Want uiteraard was het ru
moer uitgelekt. Alle pogingen
om de uitgave van het werkelijk
weerzinwekkende boek te voor
komen faalden. Het kwam in de
boekwinkels en inmiddels is
een wereldwijde verspreiding
op gang gekomen.
De vrije drukpers heeft het der
halve gewonnen. Op zichzelf
een groot goed. Maar dit pro-
geverij Luitingh Sijthoff, ƒ19,90.
Niet iedere schrijver
kent dergelijke te
waarderen scrupu
les. Dat heb ik weer eens erva
ren bij het lezen van 'American
Psycho' van Bret Easton Ellis.
Gelijk met de vertaling van het
boek kwamen de krantenknip
sels. Want Ellis' schrijverij heeft
in Amerika voor flink wat op
schudding gezorgd. Vooral
vrouwen liepen te hoop tegen
wat zij zagen als dik vijfhonderd
pagina's vrouwenhaat. Eén uit-
dukt van een verknipte geest
zoals Bret Easton EUis wel moet
zijn toont de keerzijde van de
medaille. De man heeft geen
enkele rem willen hanteren. Tot
in de meest walgelijke details
beschrijft hij de mensonterende
gruwelen die zijn hoofdpersoon
in de avonduren uithaalt.
Je ziet die man nooit voor zijn
brood aan de arbeid, maar tus
sen de regels door proefje dat
de 26-jarige Patrick Bateman
goudgeld verdient op Wall
Street. Hij kan het zich namelijk
veroorloven royaal cocaïne te
snuiven, de beste gelegenheden
te frequenteren en peperdure
modieuze kleding te dragen. In
feite lijken dat de enige zaken
die hem echt interesseren.
En in de avonduren zoekt hij bij
vriendinnen of bij prostituees
bevrediging voor zijn mateloze
lusten, waarbij hij zich allengs
meer en meer aan onbeschrijfe
lijke wreedheden te buiten gaat.
Onbeschrijfelijk althans voor
normale mensen. Maar niet
voor Bret Easton Ellis. Die geeft
alle finesses van het bijten, bo
ren, hakken, zagen en moorden.
En daar tussendoor de onsma
kelijkste en grofste seksuele de
tails. Er is niet menselijks meer
te ontdekken in dat beestachti
ge optreden.
Wie pure sensatie wil, kan dus
bij Ellis terecht. Dat feministen
er tegen in het geweer kwamen
pleit voor hun strijdvaardigheid.
Maar Ellis beledigt niet alleen
vrouwen. Hij spuit ook grofhe
den over minder bedeelden, ge
handicapten, homoseksuelen,
negers en andere minderheden.
En voor mannen is het verre
van vleiend een seksgenoot als
een beest geportretteerd te zien.
In feite is het boek een beledi
ging voor de hele mensheid.
En dat verpakt in een verhaal
dat zich even boeiend laat lezen
als de catalogus van een kle
dingmagazijn. Een voorbeeld
uit zeer vele: "Dibble draagt een
subtiel gestreept doublebre-
asted wollen pak van Canali
Milano, een katoenen shirt van
Bill Blass, een geweven zijden
Schotse ruitjesdas van Bliss
Blass Signature en in de hand
houdt hij een Missoni Uomo re
genjas".
En de taaie en saaie conversatie
tussen Patrick Bateman en zijn
vrienden en vriendinnen gaat
vooral over de restaurants die
zij bezoeken, de exquise maal
tijden die daar geserveerd wor
den, een beschrijving van de
bezoekers en de kleding die zij
dragen. De vouw in de broek en
de kleur van de bretels zorgen
voor de enige hoogtepunten in
de gesprekken.
Daar vult Ellis zijn pagina's
mee. Althans, als hij zich niet te
buiten gaat aan volledig op
zichzelf staande beschouwin
gen van de prestaties van een
paar popmuzikanten. En dat al
les dient als decor voor die mis
selijk makende slachtpartijen.
Slechts af en toe in het verhaal
maakt Patrick Bateman zich wat
zorgen over de consequenties
van zijn sinistere moordpartij
en. Als een nederige privé-de-
Bret Easton Ellis: onbeschrijflijke wreedheden.
tective enkele informaties
inwint Maar Bateman hoeft
niet ongerust te zijn. Geen an
der mens lijkt zich te bekom
meren om zijn slachtoffers. Wat
dat betreft bouwt Bret Easton
Ellis dus ook al geen spanning
op.
Het enige positieve dat ik heb
kunnen ontdekken is dat de
man kan schrijven. Dat bewees
hij overigens al in voorgaande
boeken. Maar als zo'n boek het
enige is dat zijn talent kan ople
veren, dan mag hij het voor mij
ongebruikt laten.
Natuurlijk waren er in Amerika
schrijvers te vinden die het voor
Ellis opnamen. Zelfs schrijvers
van naam. Onder anderen Nor
man Mailer.
Fay Weldon verdedigde Ellis in
de literaire bijlage van de Gu
ardian: 'Boeken en films maken
onze samenleving niet, ze weer
spiegelen haar slechts'. Op zich
zelf juist. Maar wel binnen be
paalde normen. Het is geen
rechtvaardiging om zich te bui
ten te gaan aan sensatie, louter
en alleen om de sensatie. Dat
levert literatuur voor de prullen
bak op.
Dirkje Kuik: oninteressante personages.
Peter Handke pleegt zelfonderzoek bij de jukebox
LITERATUUR
RECENSIE WIM DEWACT
Peter Handke. Essay over de jukebox, Uit
geverij De Prom, 1991. Vertaling Hans
Hom, 29.50 gulden.
I e hoofdpersoon in
J Peter Handke's
Essay over de juke
box is een schrijver. De onrust
heeft hem te pakken, hij reist de
wereld rond, en het is hem al
leen naar de zin wanneer hij
erin slaagt zich ergens tijdelijk
te vestigen om zich te wijden
aan het schrijven - of wanneer
hij zich in het gezelschap weet
van een jukebox. Als een soort
zelfonderzoek besluit hij daar
om een essay te schrijven over
„Amerika's favoriete speelgoed"
van na de Tweede Wereldoor
log. In het Spaanse dorpje Soria,
een uithoek temidden van step
pen en rotswoestijnen, neemt
hij een kamer in een pension.
Bij de jukebox heeft hij het ge
voel „aangekomen en gebor
gen" te zijn. Met name de Wur-
litzer herinnert hem aan zijn
jeugd, toen hij als kind met zijn
ouders meeging naar het café,
en later toen hii in zijn studen
tentijd bij het dreundende ge
luid van een jukebox met zijn
neus in de boeken zat. Vreemd
enoeg geven jukeboxen hem
etzelfde gevoel als houten
schuurtjes op het land, die hem
aan de akkerschuurtjes van zijn
geboortestreek doen denken.
Handke concentreert zich in
zijn literaire werk in toenemen
de mate op de problemen (èn
de vruchten) van het schrijvers
schap. De herinnering en het
reizen, motieven die in vrijwel
al zijn proza een voorname rol
spelen, worden in dienst gesteld
van dit zelfonderzoek. Het
schrijven als hoofdthema van li
teraire produktie, het moet wor
den gezegd, getuigt van een in-
trospectieve houding die te
rechtvaardigen is wanneer dit
tot authentieke inzichten leidt.
Bij Handke is dit het geval.
Van niet geringe betekenis hier
bij is zijn gewoonte om de dog
matische scheiding tussen zich
zelf, de auteur, en het hoofdper
sonage op te heffen. Hierdoor
maakt de geboren Oostenrijker
zijn eigen verwachtingen om
trent het schrijven en zijn po
gingen om deze te realiseren,
tot onderwerp van reflectie en
discussie. Zo ook in Essay over
de jukebox. De vraag waarvoor
de hoofdpersoon komt te staan
is waarom hij zich druk maakt
om zo'n triviaal, 'wereld
vreemd', onderwerp als de juke
box, terwijl - we schrijven eind
waar het vandaan komt; daar
staat tegenover dat het zich wel
eens vermomt, zodat je nog niet
weet waar je aan toe bent: bui
tenaardse wezens, afkomstig
van extraterrurië en verkleed als
aardmens, een enkele keer her
kenbaar aan hun spitse oortjes
en opvallend gevormde wenk
brauwen. Het zijn representan
ten van Het Rijk Van Het
Kwaad, of ze komen die arme
aardbewoners juist rédden.
Goedbedoelde flauwekul veelal,
en gelukkig geen verplichte
kost
Het Rijk van Het Kwaad komt
ook in een andere vorm voor:
het Oostblok. Romans die daar
over handelen zijn veel ingewik
kelder, voor de lezer én voor de
personages, want alle oren lij
ken op elkaar en de wenkbrau
wen bieden evenmin houvast:
iemand kan een Rus zijn, en
dus een spion, en tóch aan de
e kant staan. Zo iemand
dan een dubbelspion. Hij
of zij werkt in dat geval voor ons
én voor de anderen, maar het
hardst voor ons.
Die mensen zijn 'geïnfiltreerd'.
Hun taak is het verschaffen van
inlichtingen die eigenlijk niet
gegeven mogen worden; ze
werken voor inlichtingendien
sten: de KGB, CIA, SOE, BVD en
nog een hele hoop andere let
tercombinaties (let wel, die na
men zijn dikwijls schuilnamen).
Ze kunnen helemaal niemand
vertrouwen want ook de slijter
kan een contra-spion zijn, dus u
begrijpt, zo'n leven is geen lolle
tje. Er gaan in dit soort boeken
veel mensen dood, statistisch
gezien, maar toch: het goede
zegeviert altijd. Goedbedoelde
flauwekul veelal, gelukkig geen
verplichte kost, maar het dient
gezegd, er zitten lezenswaardige
want goedgeschreven en span
nende, exemplaren tussen.
Dat is niet het geval met 'De
N.V. Dopiflex', de onlangs ver
schenen misdaad- en avontu
renroman van Dirkje Kuik. Het
verhaal speelt zich af in 1973,
een interessant jaar waarover je
niets terugleest. Centraal staat
het oorlogsverleden van een
aantal oninteressante persona
ges, plus de nasleep ervan.
De ontrafeling van dat alles ge-
schiedt door een zestigjarige
heldin. Ze wordt beschouwd als
een kreng, alhoewel dat nergens
uit blijkt, met het hart op de
goede plaats; de lezer vindt daar
evenmin aanwijzingen voor.
Haar hartsvriendin is, net wan
neer de handeling begint, over
leden; ze is erachter gekomen
dat zij een verhouding had met
haar vader. Dat gegeven speelt
echter geen enkele rol.
De hel, die staat vol met dit
soort boeken, denk ik.
1989 - de politieke en maat
schappelijke veranderingen in
Europa zich in razend tempo
voltrekken, gesymboliseerd
door de val van de Muur. „Was
er in deze huidige tijd, nu elke
nieuwe dag een historische da
tum was, een belachelijker, ver-
doolder iemand te vinden dan
juist hij?"
Het is een oprechte vraag die
daar gesteld wordt. Niet alleen
relevant voor Handke's hoofd
persoon, maar ook voor Handke
zelf - juist daarom laat hij hem
stellen. Hoewel in zijn teksten
altijd wel iets doorschemert van
de wereldproblematiek, in he
den en verleden, lijkt Handke
me toch een auteur die worstelt
met de verhouding tussen per
soonlijke beleving en de bran
dende aktualiteit. Zijn eerlijk
heid is dat hij toont dat hij zich
bewust is van dit dilemma dat
van belang is voor het stand
punt dat een schrijver inneemt
tegenover zijn tijd.
Handke's vertelling voltrekt zich
afwisselend als een reisreporta
ge en een essayistische verhan
deling. Hij herinnert zich een
liefdesaffaire met een Indiaanse
bij een jukebox in een café in
Anchorage, Alaska. De jaren
zestig trekken aan hem voorbij:
Jimmy Hendrix' Heyjoe, The
Beatles, Creedence Clearwater
LITERATUUR
RECENSIE PEER VAN *T ZELFDE
Dirkje Kuik, 'De N.V. Dopiflex'. Uitg De
Arbeiderspers.
ganselijk onbe
kwaam zijn tot enig goed en ge
neigd tot alle kwaad, dat is alge
meen bekend. Er zijn graduele
verschillen: les autres, de ande
ren, die zijn veel meer geperver
teerd dan wij.
Zo is het, eii zo moet het ook
blijven, want Waarover moetje
een roman schrijven als de he
mel op aarde is neergedaald, als
de straten van goud zijn en de
wereld zuiver, zonder zonde en
zonder gebrek? Nee, geween en
knarsing der tanden, dat is wat
we nodig hebben, en schijn die
bedriegt, beeiputten vol onver
moede aandriften en fraaiklin-
kende motiveringen. Zonder
leed geen literatuur.
Er bestaat een genre romans
waarin het graduele verschil
verabsoluteerd wordt: goed zijn
wij, slecht zijn zij. Soms is het
goede, terwille van de overzich
telijkheid, gepersonifieerd in
één brede borstkas, maar nood
zakelijk is dat niet. Het aardige
van dit soort boeken is dat het
kwaad gelocaliseerd is, je weet
Peter Handke: worstelen met persoonlijke beleving en de brandende
aktualiteit.
Revival. Zelfs als er niets ge
beurt op het niveau van het ver
haal blijf je lezen, gefascineerd
door Handke's enorme taalkun
dige beheersing en intense
TEKENING BERENICE CLEEVE
beeldende vermogen. Alsof je
luistert naar een lied waarvan je
de woorden niet begrijpt, maar
dat een betoverende melodie
heeft.