'Mijn vrouw blijft thuis
en ik ga naar het strand'
'T1
Lissese en
Katwijkse
scholieren
werpen een
blik op
de toekomst
ZATERDAGS
IJ" O^r. SEL
'Ik wil een Ferrari, een
villa aan het water en een
jacht'. 'En ik wil onwijs
veel huisdieren en een
vakantiehuisje op de
Maladiven'. 'Doe mij maar
gewoon een gelukkig
leven met mijn gezin. En
oh ja! Ik wil ook heel graag
een bubbelbad'. Een
vertraagde verlanglijst
voor de kerstman?
Fantasieën over de
besteding van de
hoofdprijs uit de loterij?
Niet voor de kinderen uit
groep 8 van de Mgr.
Bekkersschool in Katwijk
en de Maarten
Trompschool in Lisse. Net
over het randje van het
nieuwe jaar laten de
scholieren hun gedachten
gaan over de vraag: 'Hoe
kijk jij tegen je toekomst
aan?'.
Een bloemlezing vol
rijkdom, fantasie en een
vleugje werkelijkheidszin.
WILLEKE HEIJKOOP
I oen ik acht was, wilde ik iets
met auto's worden. Maar nu
JL ga ik liever iets doen met com
puters.'
De 11-jarige* Rob Pouw van de Tromp
school in Lisse vertelt dat hij op school elke
dag op de computer 'mag' en dat hij er nog
best goed in is ook. Hij verwacht daarom dat
zijn idee om 'iets' met computers te worden
wel blijft bestaan. Zijn schoolkeuze heeft Rob
al een beetje afgestemd op die toekomstplan
nen. „Jk wil naar het Rijnlands Lyceum in
Sassenheim. Ik vroeg aan mijn moeder nog:
red ik dat wel, de havo? Maar volgens haar
kun je aJles als je maar echt wilt, dus ik ga het
maar proberen."
Ook zijn klasgenoot Ian van Duyvenbode
(12) heeft zijn plannen al uitgestippeld. Hij
wil architect worden en een goeie ook. „Ik
heb twee jaar geleden een spreekbeurt over
architectuur gehouden omdat we daar veel
documentatie over hadden. Ik ga dus naar de
havo op het Rijnlands en als het kan daarna
naar het vwo en dan naar de universiteit." De
andere vijf Lissese scholieren kunnen de ar
chitecten-plannen van Ian wel plaatsen. „Hij
kan onwijs goed tekenen", klinkt het als hij
van zijn voornemen vertelt.
Het wordt straks druk op het Rijnlands Ly
ceum want ook Renate van Stein (12) wil het
liefst naar die school. Haar zus zit er ook op.
„De havo is nu te zwaar want dan moet ik
heel erg op mijn tenen lopen. Het zal wel lbo
worden. Ik wilde slager worden toen ik acht
was maar dat lijkt me nu niks meer. Ik wil nu
onderwijzeres of kleuterjuf worden. Vanaf het
lbo kan ik natuurlijk steeds hoger en je kunt
daar ook iets anders worden."
Realistisch
„Rond de leeftijd van twaalf jaar beginnen
kinderen over het algemeen een wat realisti
scher toekomstbeeld voor zichzelf te vor
men", zegt psychologe en methodologe Thea
Peetsma over de voornemens van de Lissese
kinderen. Zij promoveert dit jaar aan de uni-
verstiteit van Amsterdam op een onderzoek
naar toekomstverwachtingen van jongeren in
de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Hoewel
zij onderzoeken in de laagste klas van de
middelbare school heeft verricht, kan zij de
woorden van de 11- en 12-jarigen basisscho
lieren wel plaatsen.
Beeldvorming over de eigen toekomst is
volgens de Amsterdamse psychologe eigen
lijk de enige 'persoonsvariabele' die zich pas
relatief laat ontwikkelt. Andere menselijke ei
genschappen liggen, zo vindt zij met andere
onderzoekers, rond het zevende jaar min of
meer vast. Pas rond de leeftijd van twaalf jaar
krijgen de plannen over de toekomst een wat
„Voor deze leeftijd bestaat denken over de
toekomst nog vooral uit fantaseren. Kleine
kinderen willen bijvoorbeeld cowboy wor
den. Pas wanneer ze wat ouder worden, zien
'Doe mij maar een Ferrari, een villa en een zwembad'.
FOTO DICK HOGEWONING
ze in dat dat hier niet bepaald een voor de
hand liggend beroep is en kiezen ze, vaak
met een goede motivatie, voor andere beroe
pen. Een antwoord als dat van Ian die archi
tect wil worden klinkt bijvoorbeeld heel over
wogen. Ik kan natuurlijk niet taxeren hoe re
ëel zijn plan om architect te worden is, om
dat ik zijn schoolprestaties niet ken. Maar hij
heeft wel heel goed in het oog welke tussen
stappen hij moet maken om zijn doel te be
reiken. Dat hebben lang niet alle kinderen op
die leeftijd."
Nieuwsgierig
De plannen voor na de basisschool zijn ook
in Katwijk al min of meer gesmeed. De 12-ja-
rige Menno Looijesteijn wil naar de havo, de
hogere hotelschool en daarna een eigen res
taurant beginnen. Bemadette Geenen (11)
denkt er heel anders over. Secretaresse wil ze
worden. Ze is namelijk nogal nieuwsgierig.
„Mijn vader is directeur en hij heeft ook een
secretaresse. Die mag in zijn agenda kijken
en weet precies of hij een afspraak heeft en
waar hij naartoe gaat. Dat lijkt me nou hart
stikke leuk. En ze mag ook met mijn vader
mee naar de Verenigde Staten", zegt ze alsof
ze zichzelf al met in een vliegtuig richting
States ziet zitten.
Ook de plannen van Jeroen van Houwelin-
gen (11) hebben alles met zijn vader te ma
ken. Evenals zijn pa wil hij onderwijzer wor
den. De motivatie voor deze beroepskeuze is
wel wat bedenkelijk. „Het lijkt me leuk om
kinderen straf te geven", zegt Jeroen. „Nou,
ik stuur mijn kinderen niet naar jouw
school", klinkt het onmiddellijk verontwaar
digd vanuit de klas in de richting van de
schouderophalende Jeroen.
Klasgenoot Tjapko Broekema (12) heeft
andere plannen. Hij kiest zijn toekomst op
grond van zijn nu al bewezen commerciële
kwaliteiten. „Ik sta op zaterdag wel eens in de
Groenoordhallen op de rommelmarkt. Men
sen zeggen dat ik een goede handelaar ben
en ik vind het ook heel leuk om te doen. Als
ik goeie handel heb, verkoop ik veel en dat is
mooi. Daarom wil ik naar de Handelsschool
en dan een eigen antiquairzaakje beginnen."
Ook de broertjes Edwin en Marthijn Moer
kerk (een tweeling van 11) voelen er wel wat
voor hun heil in de handel te zoeken. Hun
vader is directeur van een tuincentrum en de
broers denken erover om de zaak later over
te nemen. Marthijn zal dan de coniferen
moeten afrekenen want daar is zijn broer al
lergisch voor. Als het met het tuincentrum
niet doorgaat, zoeken de broers het hogerop.
De pilotenschool lijkt Marthijn wel wat. Zijn
broer zorgt dan voor aanvulling: „Mijn neef
wil piloot worden en dat lijkt me ook wel wat,
maar ik zou liever vliegtuigen repareren."
Dat de scholieren redelijk gedetailleerd we
ten te vertellen wat ze na de basisschool wil
len doen, verbaast psychologe Peetsma niet
erg. „School- en beroepskeuze is natuurlijk
een onderwerp waarover in het laatste basis
schooljaar geregeld wordt gesproken en
waarover de ideeën daarom logischerwijs wat
serieuzer zijn. De grootste invloed op de
schoolkeuze hebben in dit stadium nog de
ouders, de onderwijzers en de Cito-toets."
Fantaseren
Blijven de kinderen bij het denken over
school- en beroepskeuze redelijk dicht bij
huis en halen ze als voorbeeld vader, moe
der, oudere zussen of interessante neven aan;
als wordt gevraagd wat ze naast een leuk vak
nog meer voor zichzelf zien weggelegd, ko
men de tongen pas goed los.
De Lissese Don Versluis (12) ziet het al he
lemaal voor zich. „Ik ga wel trouwen en dan
wil ik op de Canarische Eilanden wonen.
Lekker elke dag mooi weer en de hele tijd de
deur open. Mijn vrouw blijft thuis en ik ga
lekker naar het strand. Of we gaan allebei
werken."
Realistische Ian merkt op dat 'je al dat
mooie weer ook wel een keer zat wordt'. Hij
wil wel trouwen maar geen kinderen omdat
'ie daar geen tijd voor heeft met zijn drukke
baan als architect. „Mijn vrouw kan ik wel 's
avonds en in het weekeinde zien." Ian wil in
de Verenigde Staten gaan wonen omdat hij
het in Nederland een beetje saai vindt.
Het thema naar het buitenland komt
een aantal keren terug in de gesprekken met
de scholieren. Rob van de Trompschool wil
voor hij iets anders gaat doen een wereldreis
maken en klasgenote Iris Opdam (11) ziet dat
ook wel zitten. Menno Looijesteijn (12) uit
Katwijk houdt het bij een zomerhuis op de
Bahama's terwijl Marthijn zoiets liever in
Amerika of Azië heeft.
Volgens Peetsma wijzen deze 'wilde' plan
nen er op dat de scholieren zich bevinden op
de scheidslijn van realiteit en fantasie wat be
treft hun kijk op de toekomst. „Op sommige
punten slaan deze kinderen gewoon aan het
fantaseren. Als je bijvoorbeeld vraagt hoe ze
later willen wonen en wat ze nog allemaal
willen doen, zie je dat ze de gekste dingen
verzinnen. Als de eerste dan over wonen in
het buitenland begint, wil iedere volgende
dat ook wel."
Niet alleen willen de scholieren in tropische
oorden wonen, vrijwel zonder uitzondering
willen ze ook veel verdienen, een groot huis,
een mooie sportwagen ('met katalysator',
zoals Marthijn milieubewust opmerkt) en het
liefst ook nog een jacht. Een greep. Tjapko:
„Ik moet en ik zal een sport-Mercedes kopen
en dan het liefst een gele met een open dak."
Bemadette: „Ik wil een villa, een zwembad
en een gemengde sauna. En ik wil een rooie
Ferrari Terra Rossa."
Alleen de Katwijkse Lyla Hadra (12) houdt
het een beetje bescheiden. Zij neemt genoe
gen met een 'leuk flatje' dat 'gewoon gezellig'
wordt ingericht. Maar ook in Lisse liegen de
wensen er niet om. „Ik wil een Ferrarietje,
een villaatje en ik wil later profvoetballer
worden want dan heb je lekker veel poen",
merkt Don bijvoorbeeld doodleuk op.
Groepseffect
Al deze antwoorden hebben volgens Peetsma
alles te maken met het feit dat de kinderen
tijdens het gesprek niet individueel aan het
woord kwamen, maar in dezelfde ruimte bij
een zaten. „Je moet dat groepseffect niet uit
vlakken", zegt zij. „De kinderen zitten bij elke
vraag al te bedenken 'O jee, straks ben ik aan
de beurt, wat zal ik zeggen'. Als ze dan één
van hun voorgangers iets horen vertellen
over grote huizen en wonen in een ver land,
dan brengt dat ze op een idee. Ze vinden het
wel leuk klinken. Maar of ze werkelijk ver
wachten dat die wensen verwezenlijkt wor
den, is de vraag. Het is natuurlijk allemaal
nog vreselijk ver weg."
Veel minder fantasierijk kijken de kinderen
legen het idee aan zelf vader of moeder te
worden. Renate zegt zeer vastbesloten: „Ze
mogen wel praten aan tafel maar scheten en
boeren laten, schaffen we af." Joyce weet ze
ker dat ze haar kinderen in ieder geval
NOOIT zonder eten naar bed zou sturen.
„Dan bedenk ik liever een andere straf."
Menno uit Lisse, die eerder verklaarde graag
in het weekeinde zijn hobby 'off-the-road-ra-
cing' uit te oefenen, zou zijn pleziertje eraan
geven wanneer er kinderen komen. „Ik ga ze
een beetje verwennen. En ik hou dan op met
off-the-road-racen want dat neemt teveel tijd
in beslag en ik wij ook tijd voor mijn kinde
ren hebben."
Menno heeft zelfs al nagedacht over de
toekomstperspectieven van zijn kroost. „Ik
wil best hun studie betalen maar dan moeten
ze wel hun best doen. Als ze naar het vwo
willen, oké. Ze mogen natuurlijk best een
stapje terug doen als het niet gaat, maar als
ze er met de pet naar gooien houdt het op",
zegt hij vastberaden. Zijn kinderen krijgen in
Menno een strenge vader. Vooral op stiekem
roken, staat in Huize Looijesteijn later een
strenge straf: „Als ze dat doen, breek ik ze al
lebei hun poten", zegt hij.
Peetsma is niet verbaasd over de vastom
lijnde en gedetailleerde ideeën over ouder
schap van de scholieren. „Ze wonen zelf
thuis in een gezin en worden elke dag met
hun eigen ouders geconfronteerd. Als je aan
16-jarigen dezelfde vraag stelt, krijg je hele
andere antwoorden. Op deze leeftijd praten
kinderen vaak hun eigen ouders na of kiezen
ze een favoriete tante of zelfs een type van de
televisie als voorbeeld."
Hartewens
Alle fantasieën over rijkdom, mooie auto's,
verre reizen en grote huizen worden aan de
kant geschoven wanneer de scholieren naar
hun hartewens wordt gevraagd. Stuk voor
stuk zetten zij het eigenbelang opzij. Naast
wensen als 'heel oud worden en gezond blij
ven' zegt Rob bijvoorbeeld: „Ik wens dat ie
dereen, die ik wel mag en die ik niet mag, ge
zond blijft en een goed leven krijgt." En Ma
rianne: „Ik zou willen dat actiegroepen als
Greenpeace en het Rode Kruis niet meer
hoeven te bestaan omdat er gewoon niet
meer van die vreselijke dingen gebeuren."
Peetsma maakt bij deze prachtige wensen
de aantekening dat er bij de antwoorden ook
'sociale wenselijkheid' komt kijken. Dat bete
kent zoiets als de juiste dingen op het juiste
tijdstip zeggen. „Ik wil niet zeggen dat deze
kinderen de dingen die ze noemen niet echt
belangrijk vinden, maar de antwoorden zijn
ook wel gebaseerd op wat kinderen in hun
omgeving horen. Ze denken er wel over na,
maar begrippen als 'gelukkig zijn' en 'vrede
op aarde' zijn voor hen nog wel erg abstract.
Ze vinden het wel goed klinken. En zij snap
pen ook wel dat het een beetje bot klinkt om
als grootste wens iets voor jezelf te willen.
Dat doen de stoere binken misschien, maar
dan alleen om te choqueren."
Weinig schokkend maar wel mooi is ook de
hartewens van Jeroen. Hij wil het allerliefste
met de dieren praten over van alles en nog
wat. En Samantha vat samen wat eigenlijk ie
dereen groot of klein het liefst zou zien
gebeuren. Want wie hoopt nou niet dat op
een goeie dag 'alles weer mooi groen wordt
zoals in een sprookje'.