Binnenland
Minimumloon trekt uitkeringen omhoog
Salaris laagstbetaalden
met 1,45 procent omhoog
4
Vrijdag ,d"ud' 99,
Redactie 023 15022b jANINE BOSMA ALTAN ERDOCAN RONALD FRISAR1 ne' PATRICK VAN DEN HURK JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN FRANS VISSER Vormgeving: RUUD BLOKHUIZEN
4
Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), Inter Press Service (IPS).
f,
Per 1 januari zijn de sociale uitkeringen verhoogd als gevolg van de verho
ging van het minimumloon met 1,5 procent. De uitkeringen zijn aan het mi
nimumloon gekoppeld. Ook wijzigingen in de belastingen en de sociale pre
mies hebben aan de verhoging bijgedragen.
den haag anpHet gezinskinderbijslagbedrag wordt ver
hoogd met een opslag voor de premies zfw
(Ziekenfondswet) en awbz (Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten). Hoogte opslag in
de akw (Algemene Kinderbijslagwet):
Door de hogere uitkeringen krijgen gepen
sioneerden met een partner die 65 jaar of
ouder, bijna 22 gulden per maand meer.
Hun aow-uitkering (aow Algemene Ou
derdomswet) komt daarmee op 837,23 gul
den. Beide partners hebben recht op dit be
drag.
Het aow-pensioen voor gehuwden is net
to gelijk aan 50 procent van het nettomini
mumloon als beide partners 65 jaar of ou
der zijn. Eenoudergezinnen met een kind
jonger dan 18 jaar ontvangen een pensioen
dat gelijk is aan 90 procent van het netto
minimumloon. Het netto-pensioen van on-
gehuwden en gehuwden met een partner
jonger dan 65 jaar is gelijk aan 70 procent
van het netto-minimumloon. De gehuwde
gepensioneerde met een partner jonger dan
65 jaar kan een toeslag op het ouderdoms
pensioen ontvangen, die afhankelijk is van
het inkomen van die jongere partner.
Aow
Bruto p/mnd
Bruto vak.
uitk. p/mnd
Geh., partner ouder dan 65
968,34
58.94
Geh mei maximale toeslag
1 936.68
ƒ117.87
Geh. z toeslag (partner
ƒ1396.84
82,52
dan 5) en ongehuwden
Ongeh. met kind tot 18 |r
ƒ1.741.78
106,09
539,84
Aww
Bruto p.mnd.
Bruto vak.
uitk. p.mnd.
Weduwen met kind tot 18 j.
Weduwen zonder kind tot 18 j.
Wezen tot 10 jaar
Wezen van 10 tot 16 jaar
ƒ2.400,92
1.744,62
588,28
837,42
ƒ1.116,56
152,88
107,02
34,25
51,37
68,49
Aow (voor-Oortse bedr.)
Bruto p.mnd.
Bruto vak.
uitk. p.mnd.
Geh partner ouder dan 65
Gehuwden met toeslag
Gehuwden zonder toeslag
en ongehuwden
Ongehuwden kind tot 18 jr.
Maximale toeslag
878,30
1.756,60
1 222,12
ƒ1.580,33
534,48
58,68
117.34
82,16
105,60
Aww (voor-Oortse bedr.
Bruto p.mnd.
Bruto vak.
uitk. p.mnd.
Weduwen met kind tot 18 j.
Weduwen zonder kind tot 18 j.
Wezen tot 10 jaar
Wezen van 10 tot 16 jaar
Wezen van 16 tot 27 jaar
1.767,58
ƒ1.230,62
393,80
590,70
787,60
ƒ121.04
84,74
27,12
40,68
54,23
Kinderbijslag
Als gevolg van de gestegen kosten van le
vensonderhoud zijn de kinderbijslag-bedra
gen met 2,65 procent verhoogd. Deze ver
hoging komt bovenop een andere verho
ging van de kinderbijslag waartoe het kabi
net al had besloten. De verhoogde kinder
bijslagbedragen worden overigens pas uit
gekeerd na afloop van het eerste kwartaal
van 1992.
Kinderbijslagbedragen naar leeftijd per
kind bij verschillende gezinsgrootten met
ingang van 1 januari 1992 (in guldens, per
kind, per kwartaal):
0t/m5j
6t/m 11 en
12 t/m
18 tm 24 j
17 jaar
70%
100%
130%
Gezinnen met:
1 kind
268.67
383,81
498.95
2 kinderen
322,00
460.00
598.00
3 kinderen
339,77
ƒ485.39
ƒ631,01
4 kinderen
ƒ372,18
ƒ531,69
691.20
5 kinderen
ƒ391.62
559.46
727,30
6 kinderen
404,56
577,94
751.32
7 kinderen
ƒ413.84
ƒ591.20
768,56
8 kinderen
ƒ430,20
614,57
798,94
Hoogte p. kind
zfw
awbz
totaal
1e kind
ƒ12,19
10,42
22,61
2e kind
ƒ12.19
10,42
ƒ22,61
3e kind en
volgende kind.
10,42
10,42
Hoogte per gezin:
gezinsgrootte 1
22,61
gezinsgrootte 2
45.22
gezinsgrootte 3
55,64
gezinsgrootte 4
66,06
gezinsgrootte 5
76.48
gezinsgrootte 6
86,90
gezinsgrootte 7
97,32
gezinsgrootte 8
107,74
Weduwen
Weduwen met een kind jonger dan achttien
jaar krijgen een aww-uitkering (aww Alge
mene Weduwen- en Wezenwet) gelijk aan
het minimumloon. Wie daar niet onder valt
krijgt een uitkering die gelijk staat aan 70
procent van het minimumloon. Weduw
naars kunnen onder dezelfde voorwaarden
als weduwen aanspraak maken op een
aww-pensioen.
Aaw
De algemene grondslag van de aaw (Alge
mene Arbeidsongeschiktheidswet) is per 1
januari verhoogd. Ook de grondslagen voor
aaw-gerechtigden beneden de 23 jaar zijn
verhoogd. Deze grondslagen zijn:
vanaf 23 jaar
98,08
22 jaar
83,37
21 jaar
ƒ71,11
20 jaar
60,32
19 jaar
ƒ51,49
18 jaar
ƒ44,63
Naast deze pensioenbedragen worden te
vens zogeheten fictieve pensioenbedragen
vastgesteld. Die zouden hebben gegolden
als de belastingvoorstellen van de Commis-
sie-Oort niet zouden zijn ingevoerd.
De zogenaamde 'voor-Oortse aow/aww-
bedragen' zijn in twee opzichten van be
lang. In de eerste plaats kunnen deze be
dragen worden gehanteerd bij de bereke
ning van de pensioenaanspraken. Hiermee
wordt voorkomen dat de verhoging van de
aow/aww-uitkering op grond van Oort-
maatregelen zou leiden tot een kleiner aan
vullend pensioen. In de tweede plaats kun
nen deze voor-Oortse bedragen worden ge
bruikt bij de vaststelling van het zogenoem
de franchisebedrag, waarover geen premies
voor de aanvullende pensioenen worden
geheven.
Kopjes
De daglonen die worden gehanteerd voor
de berekening van de uitkeringen voor de
wao, de ww en de wwv (Wet Werkloos
heidsvoorziening) zijn verhoogd met 1,48
procent. Het minimumdagloon bedraagt
per 1 januari 1992 168,47 gulden. Het maxi
mumdagloon voor de berekening van de
ww-, wwv-, wao-, en de Ziektewetuitkerin
gen bedraagt 282,88 gulden.
Om te voorkomen dat de uitkeringen op
minimumniveau van alleenstaanden van 21
of ouder beneden het sociale minimum da
len, zijn in de wwv en de Invoeringswet
Stelselherziening bepalingen opgenomen
die voorzien in een verhoging van de uitke
ring. Dit zijn de zogeheten kopjes op de uit
kering. Deze kopjesbedragen zijn per 1 ja
nuari 1992 als volgt vastgesteld. In guldens:
Alleenstaanden:
AAW/WAO
WW
WWV
Vanaf 23 jaar
Van 22 jaar
Van 21 jaar
excl vak.toesl.
72.00
59.45
50.30
72,00
ƒ59,45
50,30
77.82
64,26
54,25
Premies
Wie verplicht verzekerd is bij een zieken
fonds moet van zijn/haar uitkering een zo
geheten nominale premie aan het zieken
fonds betalen. Ook de per 1 januari 1992 in
gevoerde nominale premie awbz moet uit
de uitkering worden betaald. Wie niet ver
plicht is verzekerd bij een ziekenfonds, ont
vangt een vergoeding voor de betaling van
een particuliere ziektekostenverzekering,
die dezelfde risico's dekt als de verplichte
ziekenfondsverzekering. De vergoeding
wordt verminderd met het bedrag dat een
verplicht verzekerde in dezelfde omstandig
heden aan nominale premie aan het zie
kenfonds moet betalen.
Op wwv-uitkeringen wordt een bedrag in
gehouden dat overeenkomt met de premies
voor de Ziektewet en de Werkloosheidswet.
Deze zogenoemde vereveningsbijdrage is
2,5 procent en valt uiteen in 1,20 procent
Ziektewetpremie, 0,50 procent wachtgeld
premie en 0,85 procent werkloosheidspre
mie. Bij de aaw-uitkeringen bedraagt de
vereveningsbijdrage eveneens 2,55 procent.
Daarnaast moet 13 procent wao-premie
worden afgedragen met een premievrije
voet van 98 gulden per dag.
Ziektewet
Over Ziektewet-, ww- en wao-uitkeringen
worden premies werknemersverzekeringen
geheven. De gemiddelde Ziektewetpremie
bedraagt 1,20 procent voor de uitkeringsge
rechtigde en 7,25 procent voor de bedrijfs
vereniging. Deze gemiddelden gelden niet
wanneer de uitkering via de werkgever aan
de uitkeringsgerechtigde wordt betaald. In
dat geval gelden de percentages van de be
treffende bedrijfstak.
'Lubbers naar bijstandsnivo', was een van de leuzen i
te protesteren tegen de kabinetsplannen i
stakende havenarbeiders
Ziektewet. De maatregelen
oktober vorig jaar. De tweedaagse staking maakte deel uit v
ers en zieken te verminderen, zoals ingrepen in de hoogte va
in de actie van de vakbeweging om
i uitkeringen, gaan in juli in. foto
anp frans van der linde
Premiepercentages alleenstaanden:
De bruto grondslag bedraagt v
(in guldens)
per maand
vak.uitk. p.m.
geh. en ongeh. partners
éénoudergezinnen
alleenst. vanaf 23 jaar
ƒ2.323,70
2.117,07
ƒ1.747,65
185,90
169,37
139,81
Op deze bedragen worden inkomsten uit of
in verband met arbeid van de werkloze en
zijn of haar partner in mindering gebracht.
Bijstand (netto) voor echtparen zonder en met kinderen:
DEN HAAG ANP
Nominale premie
De hoogte van de nominale premie awbz
wordt door de ziekenfondsen en particulie
re verzekeraars zelfstandig vastgesteld. Er
wordt van uitgegaan dat de gemiddelde no
minale premie awbz 125,00 gulden per jaar
per volwassene bedraagt. Voor personen tot
18 jaar wordt een derde van de premie voor
een volwassene gerekend. Voor alle perso
nen tot 18 jaar dient nominale premie te
worden betaald. De franchise of premievrije
voet bedraagt 98,00 gulden per dag.
Voor aow-uitkeringsgerechtigden die verze
kerd zijn volgens de verplichte ziekenfonds
verzekering geldt een premie van 0,75 pro
cent over de aow-uitkering. De loongrens
bedraagt 54.400 gulden. Verder is een no
minale premie zfw verschuldigd. De hoogte
hiervan wordt door de ziekenfondsen zelf
standig vastgesteld. Ervan uitgegaan wordt,
dat de gemiddelde nominale premie zfw
175,00 gulden per jaar per volwassene be
draagt. Voor meeverzekerde kinderen geldt
de helft van de premie voor een volwasse
ne. Er is voor maximaal twee kinderen pre
mie verschuldigd.
Bijstand
De bijstand voor een echtpaar of twee sa
menwonende partners wordt verhoogd
53,78 gulden tot 1.714,28 gulden pe
maand. Ook de ioaw- (Wet Inkomensvoor
ziening Oudere en gedeeltelijk arbeidson
geschikte Werkloze Werknemers) en ioaz
uitkeringen (Wet Inkomensvoorziening Ou
dere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte ge
wezen Zelfstandigen) zijn verhoogd als ge
volg van de verhoging van het minimum
loon. De ioaw is bestemd voor oudere lang
durig werklozen die 50 jaar of ouder waren
op het moment dat zij werkloos werden, en
voor gedeeltelijk arbeidschongeschikte
werklozen. Voor de ioaz komen mensen
van 55 jaar of ouder, gedeeltelijk arbeidson
geschikten (ongeacht hun leeftijd) en ex-
zelfstandigen in aanmerking die noodge
dwongen hun bedrijf of beroep moeten be
ëindigen.
Hieronder vallen ook twee ongehuwden die
een gezamenlijke huishouding voeren. Dus
ook mensen van hetzelfde geslacht. Samen
wonende familieleden in de eerste of twee
de graad zijn hiervan uitgesloten.
Voor éénoudergezinnen is het normbedrag:
De bruto bedragen van het wettelijk mini
mumloon en het minimum-jeugdloon wor
den op 1 januari 1992 verhoogd met 1,45
procent. Inclusief de wettelijke verplichte
afronding komt de verhoging uit op 1,48
procent. Voor een werknemer van 23 jaar of
ouder wordt het bruto-minimumloon per 1
januari 1992:
Belastinggroep
1-7-1991
per maand
1-1-1992
per maand
per week
1368,00
1391,00
321,00
2
1535,00
1578,00
364,00
3
1674.00
1745,00
403,00
1646,00
1765,00
407,00
per week
per maand
Voor alleenstaande werknemers van 22 jaar
en jonger, ingedeeld in tariefgroep 2, be-
diaagt het netto-minimumloon globaal:
Bij gezinnen die met anderen een woning
bewonen, vindt een vaste aftrek plaats van
180,83 gulden per maand.
Voor thuiswonende werkloze kinderen zijn de normbedra-
De bruto-minimumjeugdlonen bedragen
per 1 januari 1992:
Gezinnen met:
per week
per maand
bij 20 jaar
bij 19 jaar
bij 18 jaar
ƒ112,62
91,33
90,84
488,02
395,78
393,64
Voor alleenstaande niet-woningdelers zijn de normbedra
gen:
per week
per maand
bij 23 jaar en ouder
bij 22 jaar
bij 21 jaar
bij 18-19-20 jaar
276,92
ƒ232,45
202,89
ƒ193,45
1.200,00
ƒ1.007.30
879,21
838.30
rm bedragen.
per week
per maand
bij 23 jaar en ouder
bij 22 jaar
bij 18 t/m 21 jaar
ƒ235,19
ƒ196.96
ƒ193,45
1.019.17
853.48
838.30
Leeftijd
perc. van het
min.loon van
23-j. en ouder
Per maand
Per week
22 jaar
85
ƒ1.813,30
ƒ418,50
21 jaar
72,5%
ƒ1.546,60
356,90
302,80
20 jaar
61,5%
ƒ1.312,00
19 jaar
52,5%
ƒ1.120,00
258,50
18 |aar
45,5%
970,70
ƒ224,00
17 jaar
39,5%
842,70
194,50
16 jaar
34,5%
736,00
169,80
15 jaar
30
640.00
147,70
1-7-1991
1-1-1992
Leeftijd
per maand
per maand
per week
22 jaar
ƒ1330,00
1366,00
ƒ315,00
21 jaar
ƒ1156,00
ƒ1190,00
275,00
20 jaar
1001,00
1036,00
239,00
19 jaar
875,00
909,00
ƒ210,00
18 jaar
778,00
810,00
187,00
17 jaar
693,00
725,00
167,00
16 jaar
623,00
654,00
ƒ151,00
15 jaar
561,00
591,00
136,00
Op 1 juli 1992 worden deze bedragen op
nieuw verhoogd met 1,45 procent. Bij een
verhoging met 1,45 pocent wordt het bruto
minimumloon voor een werknemer van 23
jaar of ouder per 1 juli 1992:
De werkgever is niet wettelijk verplicht aan
gedeeltelijk leerplichtige jongeren het mini
mumloon te betalen voor de dagen waarop
de leerplicht geldt.
Pensioenpremies zijn buiten beschou
wing gelaten, evenals de nominale premies
voor de Ziekenfondswet en de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten. Omdat de
parlementaire besluitvorming over de wijzi
gingen van het ziektekostenstelsel (plan-Si-
mons) nog niet is afgerond, kunnen de net
to-bedragen nog veranderen. De onder
staande bedragen geven daarom alleen een
globale aanduiding. Voor werknemers van
23 jaar en ouder zijn de netto-minimum-
loonbedragen per 1 januari 1992 globaal af
gerond als volgt:
De bruto-minimumjeugdlonen bedragen
per 1 juli 1992:
Leeftijd
perc. van het
23-j. en ouder
per maand
per week
22 jaar
85
ƒ1.838,70
ƒ424,30
21 jaar
72,5%
ƒ1 568,30
ƒ361,90
20 jaar
61.5%
ƒ1.330,40
307,00
19 laar
52,5%
1.135,70
ƒ262,10
18 jaar
45.5%
984,30
ƒ227,10
17 jaar
39,5%
854,50
197,20
16 jaar
34.5%
746,30
172,20
15 jaar
30
649.00
149.80