Flirten met de dood Feiten Eindelijk eerherstel voor vliegers We houden van de vrouw, niet van de man Rechters in Colombia zijn leven niet zeker rechters verdreven door marxis tische rebellen. Onlangs kreeg rechter Jose Nunez een bezoek van een guerrilla boodschapper, die hem vertelde te vertrekken of te sterven. Sinds het vertrek van Nunez hebben vier van de vijf rechtbanken in het district geen rechter. Het beroep van rechter is in Co lombia al lang erg gevaarlijk. Al- varo Lopez leidde in 1984 als speciale aanklager het onder zoek naar de moord op minister van justitie Rodrigo Lara. Hij had toen de euvele moed Pablo Escobar en lorge Ochoa, twee vooraanstaande leiders van het Medellin-cocaïnekartel, aan te klagen. Hij ontving een stroom telefonische en schriftelijke be dreigingen en ging ten slotte in 1986 noodgedwongen in bal lingschap. Hij keerde heimelijk terug toen de situatie minder gevaarlijk leek. Maar op een ochtend in In grote delen van Colombia wil niemand rechter zijn, omdat dat een bijna zekere dood betekent. Ondanks her vormingen onder de nieuwe grondwet en toezeggingen van de regering voor meer bescherming, dreigt het ge rechtelijke apparaat in te storten. Veiligheidsfonds, dat in 1989 werd ingesteld, beschikt niet over voldoende financiële mid delen om de duizend bedreigde gerechtelijke medewerkers te beschermen. Om in leven te blijven, moeten we zaken als re paraties aan onze veiligheidsau to's uit eigen zak betalen." Anoniem Zelfs het nieuwe systeem van 'rechters zonder gezicht', die zaken van drugs en terrorisme anoniem berechten achter glas dat maar aan één kant door zichtig is en via microfoons die hun stemmen vervormen, werkt niet. „Er zijn geen geheimen in Colombia en twee van deze rechters zijn al aangevallen," al dus Suarez. Vooral in de ooste lijke hoogvlakte zijn de gevaren zó groot, dat niemand daar een baan accepteert." In het district Arauca worden BOGOTA TIMOTHY ROSS THE INDEPENDENT Onlangs organiseerden de 18.000 leden van Asonal, de vakbond voor gerechtelijke me dewerkers, een twee dagen du rende staking uit protest tegen de zoveelste moord en het niet effectieve optreden van de rege ring. Eén van de leiders van Asonal, aanklager Jesus Abella, was door twee gewapende mannen vermoord. Hij had re gelmatig dreigementen ontvan gen sinds hij vorig jaar een on derzoek had ingesteld naar de moordaanslag op een presiden tiële kandidaat van de linker vleugel, Carlos Pizarro. Tien dagen eerder hadden rech ters een staking aangekondigd in reactie op de moord op rech ter Fabiola Borrero, nadat ze een herdenkingsmis had bijge woond voor haar man, een rechter die vorig jaar werd ver moord. De staking werd afge blazen toen de regering een be tere bescherming van rechters beloofde. „De gebrekkige bescherming van rechters neemt gevaarlijke vormen aan," aldus de voorzit ter van Asonal, Antonio Suarez. Hij leeft onder de permanente dreiging van een geweldaddige dood. „Er is geen geld voor een doelmatige bescherming, klaagt hij. „Het Gerechtelijke Maandag 18 november 1991 Redactie: 023-150225 JANINE BOS/WA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS JOLANDA OUKES JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN Vertalingen: MARGREET HESUNGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: ANDRIES DETMAR EN MENINGEN maart 1987 stapte hij in zijn au to, draaide het contactsleuteltje om en de hele zaak ontplofte. „De bom was slecht aange bracht en hoewel de auto werd vernield, heb ik het er levend van afgebracht," vertelt Lopez. „Ik heb geluk gehad: ik ben de enige officier van justitie die Escobar heeft aangeklaagd en die nog in leven is." VERTAUNG: MARGREET HESUNGA Rechter Bernardo Jaramillo Uribe werd op 5 december 1989 vermoord in Medellin. Een rechterlijke dwaling die drie levens verwoestte en wordt gezegd met het aan boren van nieuwe bronnen te beginnen op dagen onder gun stige omstandigheden, zelfs als ze er nog niet klaar voor zijn. En dan is er de gruwel van de mensenrechten. Eerst zijn het alleen de grote rode aanplak borden met wit opschrift die verwijzen naar de gebeurtenis sen van de afgelopen drie jaar. „De Tatmadaw (het leger) en de mensen werken samen en ver pletteren iedereen die de een heid bedreigt", staat op één daarvan buiten Mandalay te le zen. Er zijn misschien wel vijf duizend politieke gevangenen, onder wie de ongeveer zeventig gekozen parlementsleden van de Nationale Alliantie voor De mocratie (NLD) van Suu Kyi die vorig jaar na de verkiezingstri omf van de NLD zijn gearres teerd. Arrestaties en verdwijnin gen gaan door. Er wordt op gro te schaal gemarteld. Het dagelijks leven van de men sen is in veel gevallen op zijn kop gezet. In Pagan, de door aardbevingen en verval ver woeste „boeddhistische hemel" met tempels en pagodes uit de elfde tot dertiende eeuw, is het plaatselijke dorp sinds 1983 ver dwenen. Twee jaar geleden werd als onderdeel van nationa le herhuisvestingsplannen zes duizend mensen gezegd hun huizen te verwoesten en acht kilometer verderop naar een nieuwe stad te verhuizen. Zij weigerden. Eerst werd de elek triciteit afgesneden, toen het water, toen de weg naar de plaatselijke markt. Uiteindelijk kwamen de soldaten met gewe ren. Toeristen worden nu alleen nog toegelaten voor officiële rond reizen. Waar veel families vroe ger een behoorlijke boterham verdienden met het verzorgen van de onafhankelijke reizigers, leven de mensen nu in de kale, stoffige nederzetting, waar geen werk is. „Wij duiken naar bene den, de hel in", zegt de voorma lige eigenaar van een van de pensions. „Wat kunnen we doen?" is een veelgehoorde vraag, „Wij heb ben geen wapens.' De Nobel prijs heeft de levensvreugde van de mensen bevorderd, maar er lijkt ook een gevoel van gelaten heid te heersen. „De mensen hier zijn bang en zij zijn ervan overtuigd dat demonstraties van gezamenlijke vermetelheid worden bestraft met de gevan genis, of erger", zegt een inwo ner van Yangon. Velen stellen nu hun hoop op interventie van buitenaf en roepen om hulp van de Verenigde Naties of, niet erg realistisch, de Verenigde Staten. Er worden in Myanmar weinig grappen gemaakt, maar deze deed de ronde nadat het regime de officiële naam van het land had veranderd in Myanmar. Op een dag rent een Amerikaanse functionaris het Amerikaanse ministerie van buitenlandse za ken binnen: „Het is verschrikke lijk in Myanmar. We moeten iets doen." Het probleem was dat iemand dat verkeerd heeft verstaan en dat de VS in plaats daarvan Pa nama zijn binnengevallen. VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERDRIET MANDALAY TERESA POOLE THE INDEPENDENT Een uur voor in Mandalay de avondklok ingaat, lang nadat de zon is gedoofd in de rivier de Ir- rawaddy, ruimen de marktver- kopers hun stallen op en gaan de fietstaxi's richting huis in de buitenwijken van de stad. Op de terugweg naar het hotel komt terloops een 29-jarige uni versiteitsstudent naast me fiet sen. Na de gebruikelijke intro ductie geven we een voorzichtig commentaar op het leven in Myanmar (Burma). „Wij hou den van de vrouw, maar niet van de man", antwoordt hij. Een paar keer fietst hij door en komt weer terug. „Kijk uit voor de Mickey Mouse-glimlach", zegt hij. Dat is de glimlach van een informant van de regering, legt hij uit. „De vrouw" is Aung San Suu Kyi, de oppositieleider die de vorige maand de Nobelprijs voor de Vrede heeft gekregen na bijna tweeëneenhalf jaar huisar rest in Yangon (Rangoon). De man is Ne Win, de architect van de Stalin-achtige onderdrukking van Myanmar en de rampzalige economie. Noem Suu Kyi's naam, voorzichtig, wanneer je alleen bent met een Myanma- rees, en het roept een samen zweerderige goedkeuring op en een blik over de schouder om te kijken wie zou kunnen meeluisteren. „Het is niet de macht die cor rumpeert, maar de angst", schreef Suu Kyi voor ze werd opgesloten, „De angst om de macht te verliezen corrumpeert degenen die haar uitoefenen en de angst voor de geseling van de macht corrumpeert degenen die eraan zijn onderworpen." Myanmar is doordrenkt van angst. Angst voor het leger, en voor de buren. Zelfs als de om vang van de geheime politie-ac- tiviteiten maar een fractie is van wat de mensen denken, is dat inzicht voldoende om zijn werk te doen. Iedereen lijkt tenminste te we ten van de vredesprijs. Hoewel die werd genegeerd door de door de staat gecontroleerde media, zei een inwoner van Yangon dat hij dacht dat dank zij de buitenlandse radiouitzen dingen en de geheime informa tieverspreiding, de hele stad het Oppositieleider Aung San Suu Kyi. binnen drie uur na de aankon diging had gehoord. Niemand waagde zich aan een openbare viering. „Ongeveer 98 procent vindt haar een goede vrouw", zegt een man in Mandalay. Maar als men niet wist wat er gaande was in Myanmar, zou men het niet kunnen raden. Voor de bezoeker biedt het land een mengeling van het mooie, het bizarre en het gruwelijke. Het is de balans tussen die drie FOTO EPA YOSHIKAZU MIKAMI die is verschoven. Maar het bizarre is nog steeds een belangrijk onderdeel. Een restauranteigenaar in Mandalay vertelt heimelijk dat het weinig gebruikte spoorlijntje dat in het centrum van de stad van 26th Street naar 35th Street loopt, een truc was van Ne Win om de voorspelling van een astroloog dat zijn macht na 26 jaar zou eindigen, in de war te sturen. Buitenlandse oliemaatschappij Deze rode aan plakborden zijn overal te vin den. Op dit bord in Pagan staat: De Tat madaw (het le ger) zal nooit de nationale zaak verraden. FOTO HANS JA COBS kamer zat, was van plan het gesprek op te nemen maar de dikke hotelmuren verhin derden dat. Daarom ging Spoor alleen maar af op wat Scholte hem na afloop rappor teerde en op wat hijzelf had opgevangen." De volgende dag werden Burck, De Lyon en Kelder gearresteerd. De nachtmerrie die hen hun hele leven zou achtervolgen, was begonnen. Levenslang Twee dagen na hun arrestatie werden de drie overgebracht naar Melbourne. Pas in maart '43 werden ze op de hoogte gebracht van de beschuldigingen: samenspanning tot het plegen van militair verraad en sa menspanning tot desertie naar de vijand. Een maand later werden de drie met een Brits schip overgebracht naar Colombo op Ceylon, het dichtsbijzijnde vrije gebied, waar zij voor de Zeekrijgsraad moesten ver schijnen. De zwaarte van het vonnis stond van tevo ren vast. Er moest een voorbeeld worden gesteld om de manschappen van het 18de squadron weer in het gareel te krijgen. Zon der getuigen te horen, maar louter op basis van schriftelijke verklaringen en rapporten (het verslag van de dronkemansavond van 10 november 1942 was van doorslaggeven de betekenis), sprak de Zeekrijgsraad het vonnis uit. Burck, volgens de krijgsraad het brein achter het plan, kreeg levenslang (eis doodstraf), 'meelopers' De Lyon en Kelder elk twintig jaar gevangenisstraf (eis levens lang). Naar eenleiding van het boek De Militaire Luchtvaart van het KNIL in de jaren 1942- 1945 van O. G. Ward, stuurde mr. Van Tuyll van Serooskerken destijds de advocaat van Burck Ward twee brieven waarin hij het proces beschreef. Vein Tuyll eindigt zijn verslag met: „Dat Burck tot levenslang is veroordeeld, beschouw ik nog immer als een ernstige rechterlijke dwaling. De uit spraak had behoren te zijn: nietigheid van de dagvaarding met het daaruit voorvloei ende ontslag van rechtsvervolging, hetgeen in het militaire strafrecht moet leiden tot vrijspraak." Voor De Lyon en Kelder zou dat links Will Burck. zeker ook hebben moeten gelden. Na hun veroordeling werden de drie over gebracht naar de Britse militaire gevangenis van Lucknow, in het noorden van India. Op 8 mei 1946 werden ze ingescheept op de Willem van der Zaan, die op 7 juni de haven van Rotterdam binnenvoer. Nog diezelfde dag werden de drie overgebracht naar het Haagse Huis van Bewaring en enkele weken later naar de bijzondere strafgevangenis van Leeuwarden. De oorlogsvliegers zaten daar te midden van zware en lichte crimi nelen, NSB'ers en Nederlandse SS'ers. Direct na hun aankomst in Nederland stel den familie en leden van hét 18de squadron alles in het werk om de drie in aanmerking te laten komen voor strafvermindering of gratie. Maar zoekgeraakte dossiers en on volledige rapporten verhinderden dat. Het ministerie van justitie kwam uiteindelijk op 21 februari 1950 tot de conclusie dat het drietal te zwaar was gestraft. Op 29 april 1950 werden Burck, De Lyon en Kelder vrij gelaten. In tegenstelling tot Burck en Kelder, begon De Lyon een eenzame strijd voor eerherstel. Hij had er zelfs een ontmoeting met Scholte voor over, de man die hen in opdracht van Spoor in de val had gelokt. Maar het leidde tot niets. Op 15 juni 1976 kwam De Lyon om in zijn huis in Zeeland tijdens een op- knapklusje. Will Burck is na zijn vrijlating nooit meer dezelfde geworden. Hij raakte paranoïde en zag achter elk uniform een samenzwering. Op 15 maart 1981 werd zijn stoffelijk over schot gevonden in zijn kamer in de Lindwurmstrasse in München, waar hij sinds 1957 onder sterk verwaarloosde om standigheden had gewoond. Harry Kelder ten slotte is de enige die nog in leven is. Maar ook hij is getekend door het onrecht dat hem is aangedaan. Hij heeft de schrijver nog van informatie voorzien maar weigert te praten over de officiële re habilitatie die hen is ontzegd. Een eerher stel dat De Colombo Tragedie hen wel geeft De Colombo Tragedie door J. C. Bijkerk, uit geverij Van Wijnen, prijs 24,50gulden. In het najaar van 1943 werden drie Neder landse oorlogsvliegers van de Nederlandse luchtmachtbasis in Canberra, Australië, tot lange gevangenisstraffen veroordeeld we gens militair verraad en poging tot desertie. In het boek De Colombo Tragedie toont J. C- Bijkerk aan dat het drietal het slachtoffer is geworden van een valkuil opgezet door ma joor Spoor, destijds onderhoofd van de Ne derlandse Inlichtingendienst in Australië. In 1950 kreeg het drietal gratie maar van reha bilitatie is nooit sprake geweest. Bijkerk geeft hen in het boek het eerherstel dat ze verdienen, zij het in twee van de drie geval len posthuum. Al voordat het KNIL (Koninklijk Neder lands-Indisch Leger) zich op 8 maart 1942 overgaf aan Japan, was het overgrote deel van de Nederlands-Indische krijgsmacht overgebracht naar Australië. Daarbij bevon den zich tweede luitenant-vlieger Will Burck en de sergeant-vliegers Eric de Lyon en Harry Kelder. Het drietal werd ingedeeld bij de op 4 april 1942 opgerichte Neder lands-Indische bommenwerpereenheid, of wel het 18de squadron. Het moreel van de manschappen was slecht. Buiten af en toe een oefenvluchtje was er niet veel meer te doen dan gokken, drinken en feesten. Bovendien waren de meeste oorlogsvliegers gefrustreerd omdat ze niet aan de strijd tegen Japan konden deelnemen en maakten zij zich grote zor gen over hun gezinnen die in Nederlands- Indië waren achtergebleven. Het kader deed niets om de verveling en frustraties weg te nemen. Het goedgetrainde squadron verwerd in korte tijd tot een broeinest van verbitterde militairen. Het Nederlandse hoofdkwartier in Melbourne vreesde een opstand en wilde voor eens en voor altijd een einde maken aan de wantoestanden. Het riep daarbij de hulp in van de militaire inlichtingendienst. Will Burck leed erg onder het feit dat hij zijn gezin op Java had moeten achterlaten. Met diverse mensen, onder wie De Lyon en Kel der, sprak hij over een eventue le terugkeer, om zijn gezin bij te staan. Iedereen was er van over tuigd dat een dergelijk plan vol slagen onuitvoerbaar zou zijn. Maar door te praten over even tuele oplossingen voor de pro blemen waarmee de soldaten kampten, werd de ellendige si tuatie toch iets dragelijker. In opdracht van inlichtingen-of ficier Spoor organiseerde ser geant-majoor Scholte op 10 no vember 1942 een ontmoeting met Burck, Kelder en De Lyon in een hotelkamer in Canberra. Scholte had het drietal de in druk gegeven dat hij wel wat zag in het plan terug te keren naar Nederlands-Indië. Zijn op dracht was het drietal uit de tent te lokken door hen duide lijk te maken dat het plan, we gens de steeds gevaarlijker wor dende situatie aldaar, geen uit stel meer kon verdragen. De drie waren in een uitgelaten, balorige stemming. Sterke ver halen en volslagen uit de lucht gegrepen plannen wisselden el kaar af. In de dronkemansroes werd zelfs geopperd het Neder landse hoofdkwartier in Mel bourne te bombarderen. Maar provocateur Scholte zorgde er voor dat toch vooral over het 'Java-plan' werd gesproken. Spoor, die in een aangrenzende Derde van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 2