Zo, die heeft er kijk op f Gemeen en slecht ZATERDAGS ZATERDAG 2 NOVEMBER 1991 Op België na beschikt Nederland over het dichtst bekabelde tv- net ter we reld. Ons land telt intussen 5 miljoen aansluitingen. Nog even en vrijwel iedere Nederlander kan op de buis een keuze maken uit zeker 16 kanalen. Van RTL4 tot gespecialiseerde zenders als MTV, Kindernet of Sportnet. Dat laatste kanaal is een onderdeel van Screensport, gevestigd in Londen. Van- daaruit bedient men 18 uur per dag de sportliefhebber in half Europa. Het commentaar bij dat ratjetoe van serieuze en minder serieus te nemen eve nementen wordt, naar gelang het afzetgebied, geleverd in vier talen. Albert Mantingh, gesjeesd snident medicijnen uit Leiden, doet verslag uit de Lon- dense studio's aan Carnaby Street. amaby Street, hartje Londen. Een Wl m gewijde plaats, halverwege de ja- ren zestig. Hier liep destijds on der invloed van de Beatles, Kinks en Small Faces de naoorlogse en opeens zeer trendge voelige jeugd uit heel Europa te hoop om z'n nieuwe economische en sociale verworven heden te gelde te maken. Om platen te ko pen, om zich de laatste snufjes op modege bied te laten aanmeten, om voor het eerst ook te zien en gezien te worden. Hier vestigde Mary Quant haar kleding- en cosmetica-imperium, hier maakte het flinter dunne model Twiggy furore, en hier ook speurden de 'dedicated followers of fashion' de talloze winkeltjes af op zoek naar nieuw tjes. Kortom, hier gebeurde 'het' allemaal. En was je er niet geweest, dan telde je ook niet mee. Zo simpel was dat. Carnaby Street anno 1991. Niets herinnert meer aan die bewogen jaren zestig. Of begin jaren zeventig, toen het abstracte zwart en wit van Mary Quant was vervangen door de kleurige kralen van de hippie-beweging en het 'langharig tuig' er V-tekens uitwisselde. De Carnaby Street van nu is verworden tot een modale winkelstraat, waar de Engelse degelijkheid intussen ruim terrein heeft te ruggewonnen op de fleurige warboel die het beeld van de straat toentertijd bepaalde. Sta tige kantoorpanden staan in de steigers. Er moet gewerkt worden. Lekker losjes lanter fanten is er niet meer bij. Dezelfde generatie van toen heeft zich inmiddels met al z'n ide alen weer mooi laten inpakken. Voor sentimenten is ook geen plaats op de burelen van Screen sport, gevestigd om de hoek bij Carnaby Street. Nieuwe zakelijk heid overheerst. Hier wordt louter vooruitgeblikt en nauwelijks om gekeken. Het wereldje van de sa- telliet-tv kijkt naar het jaar 2000. Uitsluitend nieuwe ontwikkelin gen zijn interessant. Tijd is geld. Hoewel, dat laatste geldt in iets mindere mate voor Albert Man tingh, commentator bij Screen sport, dat in Nederland onder de naam Sportnet via de kabel op de buis verschijnt. Mantingh (32) heeft nog wèl enig historisch be sef. „Ja, ja", zegt hij bij de eerste introductie, „hier gebeurde het vroeger allemaal." En met gevoel voor overdrijving: „Carnaby Street was ooit even het centrum van de wereld. Heilige grond, zeg Afgehaakt Een opvallende verschijning, deze Albert Mantingh, al was het alleen maar vanwege zijn imposante ge stalte. Wie kent er nu een chirurg van 2 meter en 5 centimeter? Nou ja. zo ver is het dan ook niet geko men, want even voor het behalen van zijn doctoraal medicijnen haakte hij af. Omdat hij, puur toe val, een wereldje had ontdekt dat hem veel meer aansprak dan de co-schappen die hij nog tegoed had bij het AZL. Sport, dat was in z'n studenten tijd zijn passie. Het zelf beoefe nen. maar liever nog: het praten erover. Of eigenlijk, sprekend in een groter verband, het commen taar geven op. „Dat deed ik op mijn kamertje", haalt hij herinne ringen op. „Ik had één videoband met een rugbywedstrijd. Dje zette ik steeds weer op, om dan met een krakkemikkig cassetterecor- dertje zelf het begeleidende com mentaar in te spreken." Een Mart Smeets in de dop. Zijn kans kreeg hij nu anderhalf jaar geleden bij Eurosport. Dat zocht via advertenties freelance- commentatoren. Een paar maan den later maakte hij de switch naar Sportnet. Daar waren mensen nodig met kijk op rugby en voetbal. En alsof de du vel ermee speelde, toverden ze hem bij de stern-test exact dezelfde videoband voor die hij thuis had grijsgedraaid en waarop hij zo hardnekkig had geoefend. Zo, die heeft er kijk op, moeten ze daar gedacht hebben. Hij Albert Mantingh, de 'stem' van Sportnet 'leest' het spel van Australië tegen Frankrijk alsof-ie destijds zelf in het Pare des Princes in Parijs aanwezig is geweest. Zo zie je maar weer: zonder geluk vaart niemand wel. Drie maal per week vloog Mantingh, stu dent en freelancer, vervolgens heen en weer naar Londen om bandjes met ampex-opna- men in te spreken. Na een maand mocht hij blijven. Om de collegebanken en driehoog-ach ter in Leiden te verruilen voor een appartement en een zeven- tig-urige werkweek in Londen. Gewerkt moet er worden, want ook aan de overkant van het Ka naal gaat uitsluitend de zon nog voor niks op. En Londen is de laatste tijd toch al niet meer te betalen. Van alles Sportnet is een onderdeel van Screensport. Of, om helemaal volledig te zijn, van TESN (The European Sports Network). Voormalig eigendom van de En gelse uitgever W.H Smith en vo rig jaar in handen gekomen van drie nieuwe eigenaars. Recente lijk nam de Amerikaanse tv-gi- gant ABC voor naar verluidt een bedrag van 60 miljoen pond (bij na 200 miljoen gulden) een aan deel van twintig procent in het kanaal, dat via de satelliet in heel Rugby live vanuit Twickenham. Albert Mantingh (foto links onder) praat de beelden aan elkaar. West-Europa op de kabel is te ontvangen. Achttien uur sport per dag, 24 uur doordraai en in het weekeinde. Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland (Sportnet) worden vanuit Londen bediend met commentaar in de eigen taal. Spanje en Zweden zullen spoe dig volgen. In Nederland alleen al heeft Sportnet via de kabel toegang tot 3,5 miljoen huiskamers. „De verwachting is", zo laat de Amsterdamse woordvoerder van Sportnet, Martin Beldrink, weten „dat dat er binnen afzienbare tijd meer dan vier miljoen zijn. In totaal zijn er in ons land vijf miljoen kabelaansluitingen. Er zit dus nog wel wat rek in." Wat stuurt Screensport tussen de reclame boodschappen door want commercieel zijn ze zoal de ether in? Van alles, als het maar op sport lijkt. Veel snelheidssporten en boksen, want spektakel gaat er altijd wel in. Maar ook bowlen, om eens een ander uiter ste te noemen. Verder wielrennen. Spaans en Argentijns voetbal, American Football en we kelijks wedstrijden uit het Amerikaanse prof honkbal (NHL) en het professionele basket bal (NBA). En, zoals afgelopen maand, alle 32 wedstrijden van de strijd om de World Cup rugby. Live op de buis. Van dat evenement heeft Martin Beldrink, zelf overigens verbonden aan Kindemet (het züsje van Sportnet) op het Amsterdamse kantoor de kijkcijfers nog niet binnen. Hoe zit het trouwens met de cijfers in het alge meen? „We praten, in geval van Sportnet, over procenten. Over een select publiek, niet over de massa die naar RTL of Veronica kijkt. Eén of twee pro cent kijkers is voor ons al heel behoorlijk. Maar let wel, we zien de landen niet afzonderlijk, maar Europa als geheel. En dan praat je met twee procent toch over een paar miljoen kijkers. Het is de wet van de grote getal len. Europees gezien scoren we goed. Daar is ook de reclame op afgestemd." Bloedheet Terug naar de studio in Londen waar Albert Mantingh zijn lange lijf samen met dat van gastcom- mentator en rugby-international Eric-Jan Berendsen (2.02 meter) zojuist in een commentaar-hok je van drie bij twee heeft geperst. Het is er bovendien bloedheet. In aanpalende cabines zitten de Franse, Engelse en Duitse kop pels iets ruimer, maar die heb ben dan ook een 'normaal' postuur. Een geluidstechnicus geeft het sein dat de acht over 50 seconden de ether in gaan. Het betreft hier een vooruitblik op de finale van het WK-rugby. Elders in het gebouw, dat waarlijk is volgestouwd met high-tech apparatuur ter waarde van tientallen miljoenen gul dens, start de producer de am- pex. De voor deze gelegenheid door ITV (de commerciële En gelse equivalent van RTL4) gele verde beelden worden door Mantingh vakbekwaam aan el kaar gepraat en door zijn gast van 'kleur' voorzien. Het betreft hier duidelijk een routineklusje, een samenvatting van wedstrij den die beiden al drie, vier keer eerder hebben gezien. Na een uurtje wurmt het duo zich des ondanks bezweet naar buiten. De temperatuur is tot ver boven de dertig graden gestegen. „Dit was natuurlijk een eitje", kijkt Mantingh terug. „Maar morgen wordt het pas echt leuk. want dan brengen we de finale live vanuit Twickenham. Dat is het echte werk, dan kan er mag er niets misgaan." Is hij dan ook zelf in het sta dion aanwezig? „Nee, dat helaas niet. Dat is het enige nadeel hier we zitten vrijwel nooit op loka- tie, bijna altijd in de studio. Op die manier heb ik bijvoorbeeld ook de Ronde van Spanje van commentaar voorzien. Live- beelden, met Jan Janssen en Joop Zoetemelk als gastcom- mentatoren. Moeilijk hoor. Je foto's ad van kaam mist de sfeer, dat absoluut. Maar ook het overzicht. Je zit met een lijst met rug nummers en pats, je wordt zó in het diepe gegooid. Alhoewel ik achteraf toch tevreden was over het resultaat. Ik heb nogal v plimenten gekregen." Achterdeur Van de zes collega's heeft niemand een jour nalistieke achtergrond, aJ deed Martin Ruis (basketbal en boksen) eerder ervaring op als verslaggever bij Radio West. Net als Man tingh zijn de anderen via de achterdeur bin nengekomen. Een goede stem en parate ken nis zijn de criteria om bij Sportnet aan de bak te kunnen. Het 'hoofd' blijft buiten beeld, want presenteren is er niet bij, wen al evenmin. En erg veel controle i klaarblijkelijk niet, want het is nog nie lang geleden dat een gastcommentator het waagde om tijdens een uitzending de groeten te doen aan Annemarie. Hoe professioneel zijn ze daar eigenlijk bezig in Londen? „Dat hangt in grote mate van jezelf af', er kent Mantingh zonder meer de zwakke kan ten van de organisatie. „Ik neem mezelf en mijn werk hier serieus. Ben weliswaar positief ingesteld, maar kritisch waar nodig. Ik bereid me goed voor door de Nederlandse en in nationale kranten te lezen, mensen te bellen en kennis te vergaren over de onderwerpen die ik van commentaar moet voorzien. Ik ben sportgek, en durf te stellen dat ik veel wi van uiteenlopende onderwerpen. Maar i derdaad. er is een gebrekkige controle op het eindprodukt. We hebben een eindredacteur en vergaderen eens per week. Maar daar gaat het toch vooral over de werkschema's. K tisch moet je voor jezelf zijn. Een ander is c niet voor je. Inderdaad, zo zou het wèl mc ten, wil je althans verder komen in dit vak.' En dat is zeker wat hij wil, want Albert Mantingh heeft ambities te over. „Het schaamrood steeg me laatst naar de kaken toen ik de band van een uitzending van pak weg anderhalf jaar geleden terugdraaide. Ik ben toen even stil in een hoekje gaan zitten. Maar dat gevoel is ten opzichte van het laatste half jaar verdwenen. Ik durf de con frontatie met mezelf nu best aan. Het is een leerproces en het kan altijd beter. Wat niet wegneemt dat ik momenteel best tevreden ben over de kwaliteit Durft hij de vergelijking met collega-cc mentatoren van het veelbekeken Studio Sport aan? „Niet met Smeets of Reitsma. zijn kanjers. Vooral de presentatie van Mart Smeets staat me zeer aan. Zo. los uit de pols. En kritisch. Knap hoor. Maar anderen, zoals Evert ten Napel of Hugo Walker? Ja hoor. Qua stem, qua kennis en qua presentatie doe ik echt niet voor ze onder. Daar durf ik mezelf best mee te vergelijken." Voorlopig doet Albert Mantingh zijn werk nog in de betrekkelijke anonimiteit Sportnet. Want de wet van de grote getallen gaat wel op voor de beelden die in Europa overal gelijk zijn. maar natuurlijk niet voi zijn stem. Die wordt alleen in Nederland t dan nog maar in één of twee procent van de huiskamers gehoord. Op straat zal hij nooit herkend worden. Hooguit een enkeling zal, als Mantingh tijdens een korte vakantie hier in een café een pintje bestelt, zich afvra gen waar hij dat sonore stemgeluid al eens eerder heeft gehoord. Trekt de glamour van de Gooische matras, verbonden aan het be kende Nederlanderschap, hem eigenlijk? „Je bedoelt mijn kop op tv? Ach. dat hoeft van mij niet zo nodig. Voorlopig bevalt het werken voor Sportnet me best. Maar aan andere kant zie ik mezelf ook niet tot mijn 65ste in Londen in zo'n hokje zitten. Dus als ik een kans krijg om bijvoorbeeld bij Studio Sport of RTL4 te komen, dan grijp ik die met beide handen aan. Londen is een leuke stad, maar ondertussen heb ik het hier wel gezien. Ik betaal voor een appartementje 3600 gul den huur per maand. En hoe vaak ben ik er nu eigenlijk? Want ik zit toch gauw zo'n 60 of 70 uur per week hier in Carnaby Street." Onze taal Gemeen en slecht is niet zo best. Vroeger was het normaal. Niet omdat onze voorouders meer door de vingers zagen, maar omdat deze woorden vroeger nu eenmaal 'normaal' betekenden. Wat nu gemeen is, werd vroeger vilein genoemd. Of kwaad, of godverlaten. Het is opvallend hoe in onze taal woorden voor 'gewoon', 'nor maal', 'algemeen' in de loop der eeuwen zijn afgezakt tot 'verwerpelijk', 'laag', 'onaangenaam'. De geschiedenis van het woord gemeen is wat dat betreft een goed voorbeeld. In de middeleeuwen en in de 17de eeuw be tekende gemeen: 'gemeenschappelijk'. In de Statenbijbel lezen we bijvoorbeeld 'hy wiert met gemeyne toestemminge tot de elf apos telen gekoren'. waar wij zouden zeggen: 'met algemene stemmen gekozen'. Restanten van die oude betekenis hebben wij nog steeds in uitdrukkingen als 'iets met iemand gemeen hebben' en gemeengoed'. Ook bleef er iets van bewaard in 'gemene zaak met iemand maken' iemands partij kiezen), de 'groot ste gemene deler' en Geert Grote's Broeders van het Gemene Leven. Gaandeweg kreeg het woord gemeen echter als betekenis: 'gewoon, alledaags', want wat iedereen gemeen heeft, is nogal gewoon. In de 17de eeuw is 'een gemeen Burger' een ge woon mens. Nog weer later kreeg gemeen steeds meer de waarde van 'gewoontjes', 'on aanzienlijk'. Van Lennep schrijft in de 19de eeuw in een van zijn romans over 'gemene houten stoelen': eenvoudige keukenstoelen. Ten slotte is gemeen nog verder afgezakt: 'vals', 'onbetrouwbaar', 'slecht'. Met het woord slecht is het ook zo gegaan. Van huis uit betekende het 'glad. vlak. niet opvallend'. Het werkwoord 'slechten' herin nert daar nog aan. Maar via 'niet opvallend' kreeg het later als betekenis: 'eenvoudig'. Anna Bijns schreef in de 16de eeuw. "Die voormaels int gelove simpel en slecht was. siet men van den weghe der waerheit wije ken'; ze spreekt hier niet van slechte mensen, maar over eenvoudige gelovigen. En een eeuw later lezen we nog over "Het geheim der alchimie, om slechter metaalen in goudt te veranderen Maar ook slecht, net als gemeen, kreeg een ongunstige betekenis, zodat tegenwoordig slecht 'ondeugdelijk' is, 'van geringe kwali teit'. En een slecht mens is vals en onbe trouwbaar. Het woord 'goedkoop' gaat trouwens ook al die kant op: oorspronkelijk sloeg goedkoop natuurlijk op een goede koop: niet noodzake lijk voor weinig geld. maar met een gunstige verhouding tussen prijs en kwaliteit. Op den duur duidde goedkoop echter speciaal op een lage prijs. Omdat je voor een lage prijs meestal geringe kwaliteit krijgt, verschuift de betekenis van goedkoop van 'lage prijs' lang zaamaan naar 'geringe kwaliteit Je ziet dan ook dat het woord goedkoop steeds minder gebruikt wordt in advertenties; men spreekt van lage prijs, koopje, voordeel, 'op de kleintjes letten' enzovoort, maar blijk baar liever niet meer van goedkoop. Een goedkope jurk wil niemand hebben, wel een voordelige jurk of een jurk voor een lage prijs. Goedkope grappen zijn zelfs beneden de De historie van gemeen, slecht en goedkoop is geen uitzondering. Er zouden meer voor beelden te geven zijn. Ordinair heeft een overeenkomstige ontwikkeling beleefd. Ook ordinair betekende eerst 'gewoon, alledaags' maar het is geworden tot 'onbeschaafd, plat. vulgair'. Vulgair (letterlijk: 'van het volk') kreeg zelf ook zo'n ongunstige betekenis. Evenals ons eigen woord 'volks'. En mon dain. afgeleid van het Franse 'monde' we reld). duidde oorspronkelijk op alles wat we reldwijd was, maar tegenwoordig is mondain geen aanbeveling meer. Het woord 'werelds' heeft trouwens in kerkelijke kring ook een negatieve betekenis gekregen. Het is duióeijjk dat we niet veel op hebben met wat algemeen en gewoon is, met wat ie- dereen heeft en doet. We zijn niet graag ge woon. Ondertussen hebben we alweer een hele lijst nieuwere woorden om de middel maat aan te duiden: normaal, gewoon, mo daal, gemiddeld, doorsnee, algemeen, stan daard, gangbaar. Als de geschiedenis zich herhaalt, moet je over een paar honderd jaar op straat uitkij ken voor gangbare types, want dat zijn dan vaak normale mensen. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 43