7 Traditie hoog in 't vaandel c 11 ZATERDAGS BIJVOEGSEL Leidse studentenweerbaarheid bestaat 125 jaar. 'Pro Patria heeft franje die de mensen leuk vinden' Pro Patria, de grillige onderafdeling van de Leidse studentenvereniging Minerva, bestaat 125 jaar. Een bestaan vol incidenten. Geschorst voor het vormen van een erehaag op Prinsjesdag in 1989; het gooien van een verfbom (1984) in een slaapzaal en een boze gouverneur van het Belgische Brabant (1978) bij de herdenking van de Slag bij Waterloo. Pro Patria-leden waren dronken en luidruchtig. Het predikaat koninklijk onwaardig, vond men. Pro Patria, de Leidse studentenweerbaarheid, verschijnt alleen in uniform op straat bij offi ciële gelegenheden. Op 3 oktober, bij voor beeld, zoals deze foto laat zien. Of als er op Prinsjesdag een erehaag op het Binnenhof moet worden gevormd. Voor de rest? Puur ge zelligheid. ARCHIEFFOTO JAN HOLVAST cabreus gezang. Geweren vergeten, t 11 Wuiven naar de koningin. Een hoge militair ontsteekt in woede. Gevolg: de Leidse studentenweerbaarheid Pro Patria wordt van het Binnenhof geweerd. Geen ere haag op Prinsjesdag. De uniformen mochten op de Derde Dinsdag in september 1989 in de motteballen blijven. Maar hoe zat dat toch? Hoe kun je toch ge weren vergeten? Eduard van Lent, student rechten en voorzitter van Pro Patria, zegt nu dat alles op een misverstand berustte. De Leidse studenten hadden de wapens moeten meenemen naar Den Haag. Maar ze bleven in de kluis van de politie liggen. Van Lent: „In Den Haag dachten ze dat wij de géweren zouden meenemen en wij dach ten dat we nieuwe in Den Haag zouden krij gen. Dus vormden we een erehaag op Prins jesdag zonder wapens. Opzet? Nee, daar was absoluut geen sprake van. We hebben dit jaar extra goed ons best gedaan. Het ging alle maal goed. Ja, we kregen zelfs compli mentjes." Scabreuze liederen en zwaaien naar de ko ningin? „Kijk", zegt de Pro Patria-praeses, „in de bus wordt gezongen. Studenten uit Delft schijnen op het Binnenhof oliebollen en ap pelflappen te hebben gegeten. Dat is ten strengste verboden, dat weten ze. Maar daar is niet bij gezongen hoor. Wat ik uit overleve ring weet is dat zo'n twintig, dertig jaar gele den studenten op paleis 't Loo naar de konin gin hebben gewuifd. Het fijne weet ik daar niet van. Of ze zijn gestraft?" Van Lent haalt z'n schouders op. „Best mogelijk, maar het is mij niet bekend." JAGERS De geschiedenis van Pro Patria begint in no vember 1866. Maar eeuwen daarvoor, in 1672, steunden de studenten het leger al om het vaderland tegen de Spanjaarden te verde digen. De schutterijformaties, zoals ze wer den genoemd, werden eervol ontbonden toen de veldtocht zegevierend was afgeslo ten. Leidse studenten vochten in 1815 mee in Waterloo waar Napoleon werd verslagen. Zestien jaar later namen ze deel aan de tien daagse veldtocht om een opstand in de zui delijke Nederlanden, het huidige België, te bedwingen. In de slag bij Beeringen viel de Leidse schutter Beeckman, die in de Pieters kerk begraven ligt. Elk jaar op 3 november leggen PP-ers een krans op zijn graf. Pro Patria werd in 1866 opgericht toen er een militaire interventie vanuit Pruisen dreigde. Dat was het jaar dat Pro Patria officieel het vaandel en de tradities- van de Vrijwillige Leidsche Jagers uit 1831 overnam. Veel Leid se studenten waren in de Eerste Wereldoor log gemobiliseerd en in de Tweede Wereld oorlog was er een studentencompagnie als onderdeel van de binnenlandse strijdkrach ten. De compagnie nam actief deel aan de strijd tegen de Duitse bezetter en aan de be vrijding van Leiden. Leden van Pro Patria za ten in het verzet. Soldaat van Oranje, Erik Hazelhoff Roelfsema en Louis d'Aulnis Bourouill kregen voor hun moedig gedrag de Militaire Willems Ridderorde, de hoogste Ne derlandse dapperheidsonderscheiding. D'Aulnis is erelid van Pro Patria. Hij mocht de erewacht bij de inhuldiging van koningin Juliana in 1948 commanderen. MARGARET ROSE De Leidse deelnemers vormen sindsdien het 'Margaret Rose gezelschap'. Het verhaal gaat dat de studenten in de nacht voor de huldi ging nogal luidruchtig waren. Zo erg,' dat de Engelse prinses Margaret Rose in haar slaap werd gestoord. Ze sloeg daarop de leden van Pro Patria vanuit haar slaapkamerraam gade. Na deze nachtelijke inspectie dragen deze PP-ers haar naam. Margaret Rose is nog altijd bij de studentenweerbaarheid betrokken. Toen Pro Patria honderd jaar bestond kreeg zij het predikaat 'koninklijk'. Twee jaar terug kreeg het een nieuw vaandel. Het geld daarvoor, zo'n 12.000 gulden, werd bijeenge bracht door reünisten van Pro Patria. Het oude vaandel dat versleten was, werd achter glas opgeborgen. Eén en een kwart eeuw Pro Patria. De tra ditie van weleer staat nog altijd hoog in het vaandel. Kan dat nog in deze tijd? „Ja", zegt Eduard van Lent volmondig. „We zijn als le geronderdeel opgericht, dat na twintig jaar weer werd afgeschaft. Ongetrainde studenten waren een gevaar voor zichzelf. Een feit is wel dat er nog altijd met rangen wordt gewerkt bij Pro Patria. Mr. drs. Hans van Baaien, tien geleden praeses van de weerbaarheid, erelid en president van de Raad van Commissarissen, zegt daarover: „Pro Patria is een voortzetting van de Leids che Jagers. Zij hadden rangen, omdat ze een onderdeel van het leger waren. PP kopieerde dat, maar een echte militaire functie heeft het nooit gehad. Die rangen zijn een traditie. Alleen op Prinsjesdag hebben ze een functie en ze doen overal dienst waar Pro Patria als erewacht optreedt. Een soort operette? Nou, nee, zo zie ik dat niet. Operette is niet het juiste woord. Want daarin regent het fouten. Fouten, die wij juist moeten voorkomen. PP heeft franje die de mensen leuk vinden." De Leidse studentenweerbaarheid heeft door de jaren heen een goede band met het koninklijk huis. Ondanks de incidenten die er zijn geweest. Prins Bemhard is zelfs be schermheer, net als van alle andere weer baarheden. Van Baaien weet zich uit zijn pe riode te herinneren dat Pro Patria elk jaar een keer op bezoek ging bij de prins. „Ik geloof dat hij dat nu wat minder doet. Tenslotte wordt de prins ook een dagje ouder. Bij ons laatste lustrum heeft hij nog wel meegedaan aan de schietwedstrijden die we organiseer den. Mijn ervaring is dat we nooit voor niets een beroep op hem deden als we eens wat nodig hadden. Ik denk dat hij ons een warm hart toedraagt want anders was hij geen be schermheer. Voor ons schept dat naar buiten zekerheid en een vorm van standing. Het is ronduit plezierig als je zulke belangrijke mensen kunt raadplegen om je ergens mee op weg te helpen." STROPDAS Eduard van Lent voegt er nog aan toe dat prins Bemhard als presentje de lustrum- stropdas tegemoet kan zien. Dit jaar is die in blauw uitgevoerd met een klein granaatje er op afgebeeld. „Dat dingetje staat op alle stropdassen die we bij de lustrums hebben laten maken. Het granaatje is het herken ningsteken van ons moederregiment het Garde Grenadiers." Pro Patria is een mannenwereldje. Vrouwen mogen, zo staat in de statuten, niet als lid worden toegelaten. Toen Van Baaien nog praeses was, waren er wat marketentsters lid. Meisjes, die meegingen naar de vierdaagse en schietwedstrijden wel leuk vonden. „Als VTOuwen lid zouden willen worden, zou dat moeten kunnen, vind ik persoonlijk. In het leger zitten ook vrouwen. En dat gaat goed. Is Pro Patria dan zo goed dat vrouwen daar geen lid van zouden mogen zijn?" Eduard van Lent zegt dat er over het wel of niet toelaten van vrouwen nog steeds wordt gepraat. Niet veel, maar het komt tocht gere geld aan de orde. Zijn mening? „Laat je ze toe, dan moet er met een heel oude traditie worden gebroken. Ik verwacht dat het er ooit wel eens van zal komen. Aan de ene kant is het leuk om aan tradities vast te houden, maar je moet er voor waken niet al te star te worden. Indien meisjes lid worden geeft dat ook praktische nadelen. Ben je met een club jongens op schietwedstrijden, dan duik je 's avonds met z'n allen in één barak. Meisjes moet je aan een aparte slaapplaats helpen. Pro Patria heeft nog een ouderwetse inslag. De statuten zijn erg oud. Maar laat ik er wel aan toevoegen dat we geen eng mannenclub- je zijn." PRINSJESDAG Prinsjesdag, Van Lent geeft het eerlijk toe. heeft een speciale betekenis voor hem. „Als ik later opa ben en kleinkinderen heb. kan ik zeggen dat ik op het Binnenhof heb gestaan. Ik vind dat echt heel mooi. Die paarden en zo. Prachtig. En het leuke is dat je nog hele maal vooraan staat ook. We hoeven geen kaartje aan te vragen om op het Binnenhof te mogen. Je staat er gewoon. Ik vind het een hele belevenis, elk jaar dat ik meedoe. Maar Pro Patria betekent voor hem even eens handjeschudden van en een borrel drin ken met belangrijke generaals. „Dan praat je met bevelhebbers", zegt Van Lent met enig ontzag. „Dat is toch apart? Ik vind het leuk om met die mensen van gedachten te wisse len. Je ziet ze over het algemeen alleen maar op de televisie. Tegen m'n vrienden kan ik opscheppen dat ik die man de hand heb ge drukt." Rond Prinsjedag kriebelt het bloed bij Van Baaien ook. „Ik stap altijd even naar het Bin nenhof om te kijken hoe Pro Patria het doet. Over dit jaar ben ik redelijk trots. Maar toen we twee jaar terug van die hoge militair te horen kregen dat we buitenspel stonden en geen erehaag mochten vormen, ja. ik kreeg de schrik van m'n leven. Of dat in mijn tijd zou hebben kunnen gebeuren?" Even is de oud-praeses stil. Zegt dan: „Nee. dat geloof ik niet. Er was veel en intensief overleg. Ons standpunt was duidelijk: er mocht niets mis gaan. We zaten op het puntje van de stoel, stonden als het ware op scherp. Alles werd gecontroleerd, het kon niet fout gaan. Waar om nu dan wel? Pro Patria had een paar goe de jaren achter de rug. Ik denk dat ze wat wa ren ingeslapen." VERFBOM Als de dag van gisteren weet Van Baaien zich nog het verfbom incident op het legerterrein De Harskamp te herinneren. Om de weer baarheid van Pro Libertate, de Haagse schut tersvereniging voor studenten, te testen, werd er een rookpot in hun verblijf gegooid. De grap pakte heel anders uit. De acht stu denten, die in de slaapzaal verbleven, moes ten twee dagen ter observatie in de zieken boeg bij het Gelderse schietterrein in Garde ren worden opgenomen. Excuus, het vergoe den van de schade en een berisping van de officier van justitie waren het gevolg. Maar daar was de kous niet mee af. De ge neraal-majoor Cohen van het Nationaal Ter ritoriaal Commando schortte zijn militaire medewerking voor een jaar op. Dankzij de contacten met reünisten kon Pro Patria blij ven schieten. Alleen moesten ze de geweren huren. De ledenvergadering van Minerva be sloot dat PP voorlopig geen subvereniging meer mocht zijn. Terugblikkend zegt Van Baaien, die toen al lid van de Raad van Commissarissen was:l „Zoiets had natuurlijk nooit mogen gebeu ren. Dat is de frictie tussen studentikoos en militair gedrag. Het is moeilijk om de ernst op zijn tijd goed af te wisselen met vrolijker studentenvermaak. We kregen van de gene- raai te horen dat we ons aan de regels moes ten houden, omdat het écht mis kan gaan. Natuurlijk, hij had gelijk. Je bent geen voet balclub. Pro Patria is een koninklijke vereni ging. Dan heb je je daar ook naar te gedra gen. Koninklijk schept verplichting. Dus heb r je heel wat te verliezen. Pas achteraf ga je je afvragen hoe het koninklijk huis zou reage- - ren, of de goede contacten met het leger. Mi- nerva, de stad Leiden wel in stand zouden blijven. Ja. er stond nogal wat op het spel." CRISISCOMITT Van Baaien en consorten gingen niet bij de pakken neerzitten. In korte tijd werd een cri siscomité geformeerd om de geknakte repu tatie weer wat recht te breien. „Ik zat in dat comité. Wat we hebben gedaan? Een soort goodwill-missie gemaakt. Half Nederland zijn we doorgetrokken. Gepraat met de Pro vinciaal Militair Commandant en noem maar op. Gelukkig werkte dat. Pro Patria kreeg nóg een kans en die pakte goed uit. Zoals de weerbaarheid nu functioneert hebben we niet te klagen. Wél op het puntje van de stoel blijven zitten. Hoe dan ook moet je voorko men dat je door dalen gaat. De pieken kun nen, wat mij betreft, niet hoog genoeg zijn." Goede herinneringen? Hans van Baaien schudt ze uit z'n mouw: aan de laatste garni zoenscommandant in Leiden, de inmiddels 81-jarige oud-kolonel Theo H. Wessels; Bols, die als sponsor van Pro Patria een koets vier dagen liet meerijden bij de vierdaagse in Nijmegen: de goede band met oud-secreta- ris-generaal Luns van de VN, die een deel van zijn studietijd in Leiden doorbracht. De oud-praeses: „Wessels was een gouden vent. Ik heb bijzonder goede herinneringen aan hem. Hij heeft de oorlog als soldaat mee gemaakt. Een moedig man op het slagveld. Wessels verliet de dienst als kolonel. Dat zegt genoeg over hem." Wessels nu over Pro Patria: „Een goede club. die ik graag heb gesteund. Zij zijn ten slotte onze toekomstige reserve-officieren. Prins Bemhard heeft wel eens over mij ge- zegd, dat ik één heel groot voordeel had: ik kende alle loketten in Nederland. Als het no dig was maakte ik daar voor Pro Patria ge bruik van." Rijdt de Bolskoets nog steeds? „Nee. dat is voorbijvertelt Van Baaien. „De wandelaars kregen er af en toe een drankje uit om de ploeg gaande te houden. Er wordt nu op een wat andere manier gesponsord. Het plaatst advertenties in lustrumboekjes en zo. Ik weet wel dat nog wat dozen advocaat worden ge schonken als de vierdaagse voor" de deur staat. Het schijnt dat er behoorlijk wat vo< dingsstoffen in het drankje zitten. Voorzitter, oud-voorzitter en een hoge militair. Rechts, in vol ornaat, Eduard van Lent en in het midden Hans van Baaien. FOTO l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 39