Iedereen laat de
Kurden kreperen
ZATERDAG
BIJVOEGSEL
T?
eindredactie: willem schrama margot klompmaker
ZATERDAG 9 NOVEMBER 1991
vormgeving: fred van gelderen marco kroes ruud vogelesano
In het noordoosten van Irak bevinden
zich meer dan honderdduizend
Kurdische vluchtelingen die in het
berggebied bivakkeren. Hulpverleners
laten zich er nauwelijks zien: de Kurden
worden aan hun lot overgelaten. Een
groot deel van hen zal de winter niet
overleven. De Iraakse autoriteiten
hebben alle aanvoerwegen afgesloten,
zodat voedsel en brandstof niet meer
kan worden aangevoerd. Verslaggever
Maurice Wilbrink en fotograaf Jaap de
Boer zochten de Kurden in het Zagros-
gebergte op. Een reportage uit een
gebied vol menselijk lijden zonder enig
uitzicht.
Gelaten wachten de Kurden de winter af. 'Er komt toch hulp?*
MAURICE WILBRINK
r komt toch hulp?' De ogen
1 a van de oude man drukken
grenzeloze naïviteit uit. De na
ïviteit van de onschuldige mens die geen
weet heeft van het internationale politieke
machtsspel. In de karakteristieke hurkhou-
ding wacht hij zwijgend op de dingen die ko-
i. Hij is niet de enige. Overal zitten man
nen te wachten op de dingen die komen. Op
de snel naderende winter, op een nieuwe
confrontatie met Saddam Hussein, op de
dood.
Ze hurken tussen de brokstukken van wat
ooit het Kurdische stadje Pensjwin was. Pen-
sjwin bestaat alleen nog maar op de kaart,
net als vierduizend andere Kurdische stadjes,
dorpen en gehuchten die in de afgelopen
vijftien jaar zijn verwoest door de slopers van
Saddam Hussein.
Je kunt al die plaatsjes voorbijrijden zonder
te beseffen dat er ooit mensen hebben ge
leefd. Rotsige bergen, steenformaties en
zwerfkeien volgen elkaar eindeloos op. En
pas halverwege zo'n verwoest dorp besef je
opeens dat die stapeltjes stenen daar niet
door de natuur zijn neergelegd. De verwoes
ting van de Kurdische cultuur is hier tot grie
zelige perfectie doorgevoerd. De resten van
t levendige woonplaatsen zijn alweer bij-
in de natuur opgenomen,
n en rond Pensjwin, hoog gelegen in de
bergen, dicht tegen de grens met Iran, ver
blijven ongeveer 150.000 Iraakse Kurden in
[en en hutjes. Ze zijn na de vlucht voor de
Iraakse troepen in april nooit meer terugge
keerd naar hun huizen. Ze bivakkeren in het
berggebied met wat dekens en een beetje
huisraad. Als ze geluk hebben zitten ze in een
die ze ooit van een hulporganisatie heb
ben gekregen. Of anders verblijven ze onder
een zeiltje of een houten afdakje.
s te weinig voedsel, er is geen
elektriciteit. In de directe omge
ving is al het brandhout wegge
kapt.
Apathisch
De Kurden van Pensjwin zitten in
de val. Velen van hen komen uit
de grote stad Kirkuk. Ze durven
niet terug te gaan, omdat Sad
dams troepen er de dienst uitma
ken. Dus blijven ze in de bergen,
afwachting van de winter die
r binnen enkele weken ongena
dig hard zal toeslaan. Naar het
wat verderop gelegen Iran kun-
i ze niet, daar is het nog ho
ger, dus nog kouder. Het uit Iran
gesmokkelde voedsel op de
markt van Pensjwin is voor de
meeste mensen veel te duur. Een
operatie die het Hoge Commis
sariaat voor de Vluchtelingen van
de VN heeft opgezet om hen
bouwmateriaal te leveren, is veel
te laat op gang gekomen.
„We hebben geen andere
keus", zeggen deze vluchtelingen
op de vraag waarom ze hier blij
ven. „We vriezen hier nog liever
dood dan dat we in Kirkuk moe-
i sterven door de hand
;nen wat ze zeggen. En 5
i Saddam". Ze
[dragen zich er
r waarin ze een klein
beetje tot rust zijn gekomen na de verschrik
kelijke vlucht naar de Iraanse grens, zitten
duizenden mensen nog steeds apathisch
voor zich uit te kijken, te wachten op een uit
gestoken hand van het Westen.
Pas als de eerste sneeuw valt in november
en de kou z'n eerste slachtoffers maakt, zul
len ze zich echt realiseren dat de westerse be
langstelling voor het Kurdische lot is verdwe-
Mannen staren voor zich uit in plaats van
huizen te bouwen voor hun familie. Een van
de weinige hulpverleners: „Sommigen heb
ben absoluut geen fut meer. Ze zijn helemaal
kapot na alles wat ze hebben ondergaan. An
deren houden hun onderkomen zo minimaal
mogelijk, dan kunnen ze weer snel vluchten.
Er zijn mensen die in hun leven al zes keer
een huis hebben gebouwd en nu zeggen: ik
doe het niet meer."
De Kurden die oorspronkelijk uit Pensjwin
komen en nu weer in hun verwoeste stadje
Honderdduizend vluchtelingen wachten gelaten de barre winter af
Veiligheidszone
De Kurden rond Pensjwin zijn het slechtst af
van alle Kurden in Irak. Zo n anderhalf mil
joen Kurden sloegen in april van dit jaar op
de vlucht na de mislukte opstand tegen het
bewind van Saddam. Een deel belandde in de
Turkse bergen: het grootste deel, ongeveer
een miljoen mensen, zocht toevlucht in Iran.
De vluchtelingen bij Pensjwin horen tot die
Onherbergzaam berggebied in Noord-Irak
toneel van massaal menselijk lijden
zijn teruggekeerd, weten hoe gemeen de win
ter er is en zijn wèl begonnen met de bouw
van een.nieuw huis. Grote brokken steen, uit
de puinhopen van de vernietigde stad ge
haald. worden met modder ertussen op el
kaar gestapeld. Een boer die het klimaat kent,
heft zijn hand tot aan zijn borst. „Zo hoog
laatste groep. Het Westen was pas bereid
iets voor de Kurden te doen na huivering
wekkende televisiebeelden van stervende
mensen. Geallieerde troepen creëerden een
veiligheidszone in het noorden van Irak. Pas
toen durfden de Kurden uit de Turkse bergen
naar beneden te komen, naar hun woon
plaatsen D'hok, Amadiah, Zakho.
Het Iraakse leger moest zich te
rugtrekken, en de Iraakse lucht
macht werd verboden actief te
zijn boven de 36ste graad noor
derbreedte. In die zone heerst nu
rust en is het leven weer enigszins
op gang gekomen.
Voor de Kurden bij de Iraans-
Iraakse grens, in het afgelegen en
onherbergzame Zagros-gebergte,
deed het Westen echter niets. Wat
hier gebeurt ontsnapt vrijwel ge
heel aan de aandacht van de we
reld. Weliswaar staat het gebied
onder controle van de Kurdische
rebellen, maar iets meer naar het
westen is Saddam Hussein alweer
druk bezig troepen te concentre
ren. De Iraakse leider weet dat hij
zich geen massale aanval op de
Kurden kan permitteren, omdat
zoiets een reactie van het Westen Veel Kurden bivakkeren liever
zou uitlokken. ruggaan
En dus hanteert Saddam, tot nu
toe ongestoord, een tactiek die
barre omstandigheden dan dat ze te-
hun dorpen. 'Daar wacht de hand van Saddam'.
FOTO JAAP Dl BOIR
uiteindelijk
Wie geluk heeft zit in een tent die hij ooit van een hulporganisatie heeft gekregen.
FOTO JAAP DE BOER
zal leiden tot de onder
gang van de Kurden. Iraakse
troepen hebben al drie keer slag
geleverd met Kurdische rebellen.
Onder de burgerbevolking vielen
honderden doden en meer dan
duizend gewonden. Iedere aan
val van Saddam bracht een grote
stroom vluchtelingen op gang.
In oktober sloegen duizenden
mensen op de vlucht richting
Pensjwin na Iraakse beschietin
gen op de steden Kalar, Kifri en
Sulaymaniah. Het Westen keek
rustig toe.
Zelfs de hulpverlening laat de
Kurden aan de Iraanse grens
grotendeels in de steek. Uit ge
sprekken met allerlei hulpverle
ners in het noordoosten van Irak
komt een onthutsend beeld naar
voren van desinteresse en lam
lendigheid. Veel particuliere
hulporganisaties zijn weggeble
ven omdat ze het gebied te on
veilig vinden. Saddam ligt er al
tijd op de loer, en Iraanse guer
rilla's storen zich ook niet aan de
grens, die een paar kilometer
verderop ligt.
Hogere functionarissen van
het VN-commissariaat voor de
Vluchtelingen waren in de afge
lopen maanden vaak zo kort in Noord-Irak,
dat een hulpverlener van een particuliere or
ganisatie verzucht: „Dat zijn carrière-men
sen. Het is hier moeilijk werken en de kans is
groot dat projecten mislukken. Een mislukt
project is slecht voor hun naam, dus houden
ze het snel voor gezien."
Een VN-functionaris ter plekke geeft toe:
„Het klimaat is hier 's zomers zeer onaange
naam. Er zijn slangen en schorpioenen. Het
is keihard werken en er is geen enkele mo
derne voorziening. Westerlingen schrikken er
voor terug om hier lange tijd te zitten. Pensj
win ligt te ver weg".
En zijn collega, een geharde man uit
Lapland, vraagt zich af of hulpverleners de
extreme kou wel aankunnen - zij beschikken
slechts over tenten met eenvoudige kachels.
Men wijst ook op het falen van de Verenig
de Naties om bijtijds een effectieve, groot
schalige hulpoperatie op te zetten zodat de
vluchtelingen de winter kunnen overleven.
„De VN heeft er een zooitje van gemaakt",
zegt een Brit die zich heeft aangesloten bij
een Kurdische hulporganisatie. Als voorbeeld
noemt hij het plan van het VN-commissari-
aat voor de Vluchtelingen om vanuit Turkije
2500 vrachtwagens vol voorraad te sturen
naar gebieden met vluchtelingen.
„De VN is traag en bureaucratisch en heeft
de zomer voorbij laten gaan. Begin oktober
zijn die wagens eindelijk op pad gegaan en
toen was het al te laat: de eerste regen is ge
FOTO JAAf> DE BOtP
vallen en over enkele weken zijn de we
onbegaanbaar geworden". Zijn woorden
worden met feiten ondersteund. Half oktober
waren pas enkele tientallen trucks in Pensj
win gearriveerd met bouwmateriaal om voor
de vluchtelingen een winteronderkomen te
bouwen. De Turkse vrachtwagenchauffeurs
hadden er een week over gedaan om het ge
bied te bereiken, over toen nog redelijke we
gen.
Onder controle
Het VN-commissariaat, dat te weinig eigen
veldwerkers heeft en in feite af
hankelijk is v/an particuliere
hulporganisaties, zit omhoog
met de Kurdische vluchtelingen i
Een zomer lang heeft de VN er
op gegokt dat de Kurden een ak
koord zouden bereiken met Sad
dam Hussein. Dan zouden de
vluchtelingen vanzelf uit de ber
gen komen.
De VN geeft alleen voedsel
aan de Kurden die de bergen
verlaten. De vluchtelingen die in
de grensstreek blijven, hebben al
drie maanden geen eten gekre
gen en zijn aangewezen op de
vrije markt waar de prijzen de
pan uit zijn gerezen.
Ondanks zijn verlies in de
Golfoorlog doet Saddam Hus
sein wat hij wil. In het zuiden
worden opstandige shi'iten
langzaam uitgemergeld in moe
rasgebieden die zijn afgesloten
door het Iraakse leger. De inter
nationale hulp aan de Kurden wordt voor het
grootste deel door de dictator gedicteerd
Al maanden blokkeert de Iraakse overheid
de opening van een bureau van het Gommis
sariaat voor de Vluchtelingen in de stad Kir
kuk. Geen Kurd zal uit de bergen afdalen
naar Kirkuk zolang er geen controle is van de
VN. „Het wordt eigenlijk tijd dat we Irak uil
de Verenigde Naties gooien. Dit kan niet lan-
gei^", klaagt een gefrustreerde VN-medewer
ker. Intussen scharrelen rond Pensjwin tien
duizenden mensen rond in omstandigheden
die niet veel verschillen van de verschrikkelij
ke taferelen in april bij de Iraaks-Turkse
grens. De vluchtelingen zijn onzeker, murw
en hebben elk vertrouwen in de wereld verlo
ren. Elke familie heeft de afgelopen jaren wel
verwanten begraven: slachtoffers van gifgas
aanvallen, martelingen door Saddams gehci
me dienst, ziekte en honger.
Dagelijks rolt Saddams echo door de dalen
van het Zagros-gebergte als er mijnen ont
ploffen die het Iraakse leger er ooit heeft
neergelegd. Mensen die steeds verder weg
naar brandhout moeten zoeken, keren vaak
niet meer terug. Kinderen worden in stukken
geblazen. Bij iedere verre explosie kijken tie
hurkende mannen elkaar even aan om ver
volgens weer voor zich uit te staren. Het is
alsof ze hun laatste energie sparen voor de
winter. Energie om straks graven te kunnen
hakken in de bevroren aarde voor de mensen
die zijn bezweken.