Extra Het gaat weer beter met de ooievaar in Nederland Nieuwe Meer: vrijplaats voor kunstenaars, krakers, stadsnomaden en ecologen Woensdag 9 oktober 1991 Redactie: 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving: ESTHER NU PELS 13 het liesveld bert de jong Dat het geboortencijfer in Nederland weer oploopt zal er wel niets mee te maken heb ben, maar het gaat de goede kant op met dé ooievaarsstand in het land. De grote vogel wordt steeds vaker gezien. Volgens Kees Vos (56), coördinator van het ooievaarspro ject 'Het Liesveld', is er reden voor optimis me. „In 1990 zijn er ruim honderd jonge ooievaars vanuit Nederland in de herfst op trek gegaan richting Afrika. We hebben waarnemingen en terugmeldingen uit Zwit serland, uit Frankrijk en uit Marokko. Dat is een hoopvolle ontwikkeling. En het ziet er naar uit dat er ook komend najaar weer een grote groep jonge ooievaars koers zal zetten richting het warme zuiden." Het succes van het ooievaarsproject heeft er toe geleid dat de activiteiten in een zelfstan dige stichting ondergebracht zullen wor den. Tot nu toe zwaait de Nederlandse Ver eniging tot Bescherming van Vogels ('de vo gelbescherming') de scepter over het pro ject. „Maar de tijd is gekomen dat het kind op eigen benen gaat staan", aldus Kees Vos. Zelfstandigheid betekent onder andere meer vrijheid van handelen. Vos denkt dat dit uitbreiding van het aantal ooievaarsbui- tenstations, een soort filialen van 'Het Lies veld', tot gevolg zal hebben. Jaren zestig Ooit was de ooievaar een algemene broed- vogel in Nederland. Altijd in de directe om geving van de mens vertoevend en geweldig Maar al in de vooroorlogse jaren liep het aantal broedparen snel achteruit. In 1930 werden er 316 broedparen geteld, in 1950 nog 80,-in 1970 nog 14 en in 1990 slechts 3. En daarmee was vorig jaar in feite het doek over de wilde ooievaars in Neder land gevallen. In de jaren zestig, toen het aantal kleppe raars nog slechts een fractie was van voor de oorlog, sloegen vogelliefhebbers alarm. Dit resulteerde in 1969 via de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, in navolging van een Zwitsers voorbeeld, tot de oprichting van ooievaarsdorp 'Het Lies veld' in Groot-Ammers. De opzet was en is nog steeds via het fokken en weer loslaten van ooievaars deze karakteristieke vogel soort voor ons land te behouden. Kees Vos stelt dat het project na twintig jaar vrucht begjnt af te werpen. „Tegenover de slechts drie wilde broedparen stonden in 1990 een kleine honderd paren broedende 'project-ooievaars' in 'Het Liesveld' en de nauw met dit fokstation verbonden twaalf ooievaarsbuitenstations. Deze project-ooie vaars brachten zo'n 250 jongen groot, waar van er dus ruim honderd afgelopen herfst echt begonnen zijn aan de verre en zeer ge vaarlijke reis naar Afrika. Ze vormen de ba sis voor de nieuwe Nederlandse ooie vaarspopulatie die op den duur kans moet zien zonder hulp van de mens te overleven. Dat zullen dan weef echte vrij levende en wilde uivers zijn, die in de herfst wegtrek ken en in de lente terugkeren. Het lijkt een droom, maar ik geloof dat we daarin zullen slagen." Aan het vrijwel verdwijnen van de ooievaar in Nederland ligt een cocktail van oorzaken ten grondslag. In eigen land werden en worden ooievaars geconfronteerd met de milieuverloedering. Ze eten van alles: re genwormen, slakken, insekten, kuikens van weidevogels, muizen en mollen, kikkers, maar ook voedselresten van niet afgedekte vuilnishopen. Gif in de bodem, gif in het water, gif op de stortplaatsen: het seten raakte besmet cn dat leidde tot deci mering van de populatie. Gevaren Een andere belangrijke oorzaak voor het verdwijnen van de ooievaar zijn de gevaren tijdens de vogeltrek in herfst en voorjaar. Beruchte obsta kels voor ooievaars zijn bij voor beeld hoogspanningsleidingen. Ook lopen er in Europa en Afrika nog jagers rond die het geweer op de ooievaar richten. Een verslech terde voedselsituatie in de Afri kaanse overwinteringsgebieden zorgde eveneens voor veel slacht offers. Kees Vos: „Toen vogelliefhebbers het uitsterven van de ooievaar in Nederland zagen aankomen is in 1969 'Het Liesveld' gesticht. Via een handelaar in Duitsland werden broedrijpe Honeaarse vogels gekocht. Hoe slecht de voedselsitua tie in Nederland toen was voor water- en moerasvogels, bleek direct. De dieren wer den gevoederd met vis uit de Lek, die vol zat met zware metalen. In een mum van tijd legde de helft van de fokpopulatie let terlijk het loodje." Ondanks tegenslagen groeide het aantal fokparen gestaag. Via 'Het Liesveld' ont stonden er op tal van plaatsen in Nederland zogeheten 'buitenstations.' In 'Het Liesveld' gefokte en geselecteerde broedparen, die hun jeugdperiode van drie vier jaar in ge vangenschap hebben doorgebracht en I daardoor hun trekdrift volledig kwijt zijn geraakt, worden op de buitenstations in vrijheid gesteld. Deze vrijvliegende ooie vaars, het gaat inmiddels om bijna 100 pa- I ren, broeden op de buitenstations en moe ten daar 's winters, omdat ze niet wegtrek ken, bijgevoerd worden. Vogeltrek Ringen van en naar Beheerders van de buitenstations ringen de in het voorjaar geboren jongen van vrijvliegende project ooievaars op het nest. Daarna kun nen die jongen doen en laten wat ze willen. Zoals de wijde wereld in trekken. En in tegenstelling tot hun ouders, die door jarenlange gevan- Afrika in voor- en najaar vol gevaren raakt, verlaat het overgrote de van de jongen in de herfst inderdaad ons land, voor de barre tocht naar het warme zuiden. longe ooievaars brengen eenmaal in Afrika aangekomen hun verdere jeugd daar door, drie vier jaar. Als volwassen en geslachts rijpe vogels keren ze daarna terug. De droom van Kees Vos is dat langzaam maar zeker weer een levensvatbare wilde ooie vaarspopulatie ontstaat, die zich zonder di recte bemoeienis van de mens weet te handhaven. „Het is een kwestie van de lan ge adem. Ik hoop het moment te beleven dat we kunnen zeggen: sluit 'Het Liesveld' en de buitenstations, de c op eigen poten staan.' NIEUWE MEER Aan de uiterste zuidwest-grens van Amsterdam ligt het Nieuwe Meer. Tientallen jaren diende het meer voor zandwinning en stortte de gemeente Amsterdam er haar verontreinigde grachtenbagger en puin. In het zuiden omgeven door het Am sterdamse Bos en een stukje Amstelveen. Meer noordelijk een soort vrijplaats. Kunste naars, enkele stadsnomaden, een hondenvereniging, volkstuinen, een luxe jachthaven en een natuurgebied met minnende heren. Natuurgebied aan zuidwest-grens van Amsterdam foto roland de bruin sommigen laten nogal wat rotzooi achter. We zeggen altijd: prima dat jullie een con doom gebruiken, maar laat die dan niet hier achter". Met succes bond de vereniging tien jaar ge leden de strijd aan tegen woningbouwplan nen van Amsterdam. Nu is het zo ver dat 'De Oeverlanden Blijven' een ecologische visie voor de inrichting van het gebied heeft gemaakt. Een plan dat min of meer is geac cepteerd door de gemeente. Uitgangspunt daarbij is zowel de natuur en als recreatie. Van de vierhonderd leden die de vereniging telt, wordt het beheer uitgevoerd door een twintigtal enthousiaste vrijwilligers. Orchideeën Overal is het opvallend schoon. De vereni ging plaatste een flink aantal papierbakken, bankjes en picknicktafels. Op zon- en feest dagen vaart 'de eerste privaat gefinancierde oeververbinding in de Randstad' van rederij Oeverloos naar het Amsterdamse Bos. De rust wordt af en toe wreed verstoord door een langsrazende brommer. Neckhem kijkt er geïrriteerd naar. Het gebied is regelmatig onderwerp van on derzoek. Bijvoorbeeld door de Universiteit van Amsterdam. Dat leerde dat er ruim 270 plantensoorten voorkomen, waaronder or chideeën, heksenmelk, duindoorn, honds roos, de grote ratelaar en de rietorchus. Ver der broeden er ruim 35 vogelsoorten en ble ken er dertig soorten vlinders voor te ko- Met gepaste trots vertelt Neckhem: „Zelf ben ik al twee jaar bezig met een inventari satie van slakken. We kennen hier vijftig soorten, waaronder de zeer zeldzame vale spoelhoom. Een soort die alleen in duinen en langs rivieren in Zuid-Limburg voor komt. Hier zit een kleine kolonie met hon derd van deze slakken. Nu zijn we bezig met onderzoek naar de aanwezige reptielen en bomen". Maar er liggen ook bedreigingen op de loer. Op een steenworp afstand de nieuwbouw wijk in het tuinbouwgebied Sloten. Een nieuw kantoren- en bedrijvengebied tussen de Oude Haagseweg en de Rijksweg 4 rich ting Den Haag is in opmars. Oprukkende kantoorkolossen zullen zich ook hier gaan manifesteren. De eerste, het hoofdkantoor van Nissan, is al onmiskenbaar aanwezig. Nekchem: „Wij pleiten voor niet al te hoge gëbouwen. In elk geval niet hoger dan zes tig meter. We hebben goede hoop dat het lukt, want anders zou ait landschappelijk karakter wel erg worden aangetast". Het Nieuwe Meer een vrijplaats gevangen in regelgeving, waarvan het zonde zou zijn als zij verdween. De Oude Haagseweg houdt op waar de kunst begint. Een hek, met daarach ter langgerekte gebouwen. Tot 1985 was het een munitiedepot van Defensie. Nu hebben ruim honderd kunstenaars er hun werkruimte. Drie jaar geleden werden de opslagruimten gekraakt door een veertigtal bewoners uit de Con- radstraat. Ze zagen de ontruiming van het gekraakte complex van de voormalige Rijks Kledingmagazijnen in de Conradstraat al aankomen. Na bijna twee jaar plan nen maken en een juridische procedure van een jaar moest het complex op 18 juli 1988 zijn ontruimd. De gemeente Amsterdam wilde het verbouwings plan van de krakers/kunstenaars voor 320 woon- en werkruimten geen kans geven. Het voormalige militaire complex aan de Oude Haagseweg omvat twee magazijnen, twee loodsen en nog enkele kleine gebou wen. Bij het hek staat het voormalige wachthuis, door de gebruikers omgedoopt in 'de villa'. Op het bijna vier hectare grote terrein staan verder zeven woonwagens en in de aangrenzende Ringvaart liggen drie woonboten. De gebruikers hebben de enor me vervallen magazijnruimten inmiddels onderverdeeld met provisorisch opgetrok ken muren. Gemiddeld gebruikt een ieder zo'n honderd vierkante meter. Een enkeling woont er ook woont, maar dat is officieel iet toegestaan vanwege de geluidshinder- ine rond Schiphol. Kippen Beeldend kunstenaars Voebe de Gruyter, 5emna van Ooy en Loek de Roy van Zuyde- wijn schieten in de lach als ze terugkijken op het begin. „Tussen de kippen, gehuld in dikke jassen, zaten we in het donker te ver gaderen. Iedereen deed aanvankelijk maar wat. De een onderhandelde op eigen houtje met het Grondbedrijf. De ander deed het fi nancieel beheer en schoot daar zelf flink bij De Roy: „In het kort geding rond de Con radstraat bepaalde rechtbankpresident mr. Asscher weliswaar dat er moest worden ontruimd, maar ook dat de gemeente een inspanningsverplichting had voor het vin den van vervangende ruimte. De Dienst der Domeinen had dit munitiedepot voor een miljoen aan Amsterdam te koop aangebo den". De gemeente voelde daar aanvankelijk wei nig voor. Ook niet toen het ingeschakelde architectenbureau Casa de haalbaarheid van een verbouwing onderzocht. Die zou op 1,9 miljoen gulden komen. De krakers gaven de moed niet op. Al vanaf het begin besloten zij huur te betalen, een bedrag dat inmiddels is opgelopen tot 4,5 ton. En, wat slechts zelden gebeurt, de Rabobank bleek bereid een hypotheek van een miljoen gul den te verstrekken. Inmiddels is ook de ge meente overstag gegaan. Amsterdam koopt het complex om aan de krakers in erfpacht te geven. Voor het beheer van de gebouwen en de verhuur is een degelijke constructie gevon den in de vorm van de stichting Nieuw Meer. De belangen van de huurders worden behartigd door een vereniging. Het bestuur van de stichting bestaat uit vijf externe des kundigen en vier afgevaardigden van de huurdersvereniging. Bestuurslid van de stichting De Roy: „Bij deze financiële con structie betalen de huurders na de verbou wing jaarlijks zo'n 55 gulden per vierkante meter. Dat zijn voor ons betaalbare bedra gen". Voor atelierruimte in de stad moeten kunstenaars 75 tot 100 gulden per vierkante meter opbrengen. Nog dit najaar hopen de huurders de zaken definitief geregeld te hebben en vindt de overdracht bij de notaris plaats. Eind dit jaar moet een groot deel van de verbouwing zijn gerealiseerd. Dat die hoognodig is, wordt al direct bij binnenkomst over de be tonnen trappen duidelijk: de ateliers heb ben provisorisch aangelegde keukens en verwarming, muizen zouden er zonder kat ten vrij spel hebben en de gehorigheid zorgt voor veel overlast. Daarnaast zijn er voort durend allerlei technische mankementen. De hele planning staat tot in detail vermeld op een flipover in het kantoor met een on derverdeling in klussen voor een „echte" aannemer en het werk dat de huurders zelf zullen aanpakken. Vage plannen bestaan er inmiddels ook voor nieuwbouw. Dat zal een forse investering vergen, maar daardoor kunnen de huurprijzen wel verder dalen. De professionele aanpak wordt als volgt verklaard: „Kraken om te kraken was vanaf het begin niet onze bedoeling. Wij willen gewoon een ruimte om in te werken. Bo vendien hebben we veel voorbeelden van andere kraakpanden. En je hebt een zekere drempel, want lang niet iedereen wil zo buiten de stad zitten". Hoewel het merendeel van de gebruikers bestaat uit kunstenaars, zitten er ook enkele kleine ondernemers. Er is een motorwerk plaats en verder vindt men er een lijsten maker, maquettebouwer, lasser,botenbou wer en restaurateur. Niet zelden maken de kunstenaars gebruik van hun vaardigheden. Allen staan vermeld in de Index, een soort Gele Gids van huurders: 'Voor ontginning en ontwikkeling op kunstueel gebied', of 'Staat kunstenaars bij met hun laswerk- zaamheden. Maak kunst als hobby. Veran der ongevraagd uw straatbeeld'. Het met zoveel kunstenaars bijeen zitten heeft zijn voor- en nadelen. „Prettig is datje elkaar bij bepaalde klussen kunt helpen, of gebruik kunt maken van eikaars materiaal", vindt De Gruyter. Slagboom Niet ver verwijderd van het kunstenaars complex staat sinds een half jaar een groep je stadsnomaden. Een slagboom met stevig slot sluit het met bomen omzoomde gras veldje af. Angstvallig proberen zij zelf verde re uitbreiding van hun groepje te voorko men, zeker na de recente ontruiming aan de Gevleweg. Het natuurgebied Nieuwe Meer aan de zuidwest-kant van Amsterdam. Het voormalig munitiedepot van Defensie, dat nu dienst doet als werkruimte v naA-s. Het verantwoordelijk stadsdeel Slotervaart- Overtoomse Veld volgt het beleid van Am sterdam wat de stadsnomaden betreft. Ze worden nog tot eind dit jaar gedoogd, dan moeten zij weg. Ook bij de kunstenaars vreest men de komst van nog meer stadsnomaden. „Het Grondbedrijf stelt ons regelmatig voor het blok. Die wil dat wij die stadsnomaden ook op ons terrein accepteren. Dat doen we ze ker niet. De mensen hier betalen huur en dat willen we zo houden ook". Een opvallend contrast vormt de paar hon derd meter verder gelegen luxe jachthaven Driessen. Op de parkeerplaats Mercedes- sen, BMW's en jaguars. In de haven exclu sieve jachten. Het havenrestaurant 'De Boekanier' kent gepeperde prijzen. Elke 'buitenstaander' wordt met argusogen in de gaten gehouden. Het is duidelijk: hier wordt niet iedereen getolereerd. Kunstenaars? Directeur-eigenaar E Driessen speelt met verbazing: „Kunstenaars? Ik ken hier geen kunstenaars. Oóó, u bedoelt die krékers! Al lemaal rommel en narigheid met die lui. En het wordt steeds erger". Hij heeft spijt 25 jaar geleden in Amsterdam met 1 zijn bedrijf begonnen te zijn. .Alles heb ik vein het begin af aan op moeten bouwen. In mijn restau rant kom je niet zonder stropdas binnen. Ik heb nota bene die toe gangsweg tot de haven nog moe ten betalen. Maar het wordt je alle maal onmogelijk gemaakt". Zijn bedrijf heeft te maken met leegloop van ligplaatsen „vanwege die homo's die hier rondlopen. Dat kan toch ook niet. We krijgen hier mensen met kleine kinderen en die zien ze dan bezig in de bosjes. Die kun je daar toch niet mee con fronteren". En over de gebruikers van de munitiedepots: „Het zijn en blijven krakers. Het is toch geen gezicht die woonwagens en boten. En dat allemaal illegaal. Moet ik eens proberen. Ik kreeg niet eens een bouwvergunning omdat er een ;,jj§ brandslang ontbrak". ifj§11 „Noodgedwongen leg ik me nu pil vooral toe op de export van luxe I'tQ® jachten. Maar om m'n showroom uit te kunnen breiden, krijg ik geen vergunning wegens aantasting van i het uitzicht". Driessen wil na veel aandringen wel toegeven, dat hij HllWpi inderdaad graag de munitiedepots te- had willen kopen. „Maar de ge- e bruifl meente krijgt zoiets als eerste aan geboden. Daar krijg je als particulier toch geen vinger tussen Homo-recreatie Ook bij druilerige regen wandelen in het natuurgebied De Oeverlanden opvallend veel 'eenzame heren'. Regen of stralende zon, er zijn er die het hier onder alle om standigheden goed toeven vinden en soms dagelijks komen. Het struikgewas biedt kennelijk genoeg beschutting voor het ver langde vluchtige en anonieme bedrijven van de liefde. Op de parkeerplaats staat een kleine colonne auto's geparkeerd, van waar uit heren met dezelfde wensen met belang stellende blikken worden gadegeslagen. Sinds een jaar of tien is het natuurgebied een ontmoetingsplaats voor homoseksuele mannen. Onlangs nog volop in het nieuws, omdat het stadsdeel Slotervaart-Overtoom- se Veld er paal en perk aan wilde stellen. De massaliteit van deze recreatievorm zou langzaam maar zeker onaanvaardbaar drei gen te worden. Bovendien zouden bezoe kers en omwonenden zich daardoor onvei lig voelen. Wijkwethouder P. Rijkenberg van Stads- deelwerken en Milieu: „We praten hier over een natuurgebied en daar moeten we voor zichtig mee zijn. Alle partijen in de stads deelraad zijn voor een gebied, waar homo- recreatie gedoogd wordt Zeker in de meer ruige gebieden kunnen ze wat ons betreft hun gang gaan. We werken nu aan een in richtingsplan, waarbij de kwetsbare delen van het gebied gespaard blijven". Biotopen Gewapend met verrekijker en in hoge kap laarzen, bekijkt een man nauwgezet de aan wezige vegetatie in het natuurgebied. Soms ook...? Maar nee, het blijkt Tello Neckhem, voorzitter van de vereniging 'De Oeverlan den Blijven'. De vereniging verzorgt het ecologisch beheer van dit 40 hectare grote paradijsje. „De natuur zo veel mogelijk zijn gang laten gaan", legt hij uit. „Dat doen we door maaibeheer en door het in stand hou den van speciale biotopen en zeldzame planten". Ironisch genoeg ontstond het natuurgebied De Oeverlanden 35 jaar geleden, dankzij de grondverplaatsingen voor het opzuigen van zand en de stort van slib en bouwmateria len. In het wilde weg werd zo een gevari eerd landschap gevormd, met kalk- en gras land, moerasbos, rietland en wilgenbosjes. Naast natuur- is het nu tevens ook recrea tiegebied. Neckhem: „ja ook voor homo-re creanten. In principe moet iedereen hier van de natuur kunnen genieten. Alleen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 13