Kunst
Frans de Wit: verfijning
en religieuze elementen
Greenaway drijft publiek naar totale uitputting
Nu f200,- korting op
Varifocus®-glazen* Rinck
'Kleding voor de doden':
weefsels van de Tellem
Dinsdag 10 september 1991 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOELINGA Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: SIMON DE GRAAF
9
DE SCHIMMEL, DE tot schoonheid verweven
ziekte en de rimpelige gezwellige groeistructuur
van de beuk zullen overwinnen. Dit beeld valt niet
te conserveren en zal als kunst net zo vergankelijk
blijken als de natuur.
Expositie in Leiden en Amsterdam
BEELDENDE KUNST
RECENSIE EDWINE FELSER
Expositie: Werken van Frans de Wit.
'De Beuk', Oranjerie van de Hortus Bota
nicus. Rapenburg 73 te Leiden. Tot 30
september dagelijks van 10.00 tot 17.00
Vormtekeningen, stalen beelden en een
stam in drie delen. Galerie Time is Art,
Nieuwstraat 10 te Leiden. Tot 30 septem
ber van woensdag t/m zondag van 14.00
tot 18.00 uur.
Tekeningen en stalen beelden. Galerie
Langenberg, Korte Prinsengracht 44 te
Amsterdam. Tot 9 oktober dagelijks, be
halve zaterdag, van 13.00 tot 19.00 uur.
Leiden, Amsterdam
In een langwerpig stuk staal
zijn twee holtes gebrand. Een
van de daaruit vrijgekomen vor
men is bovenop het staal ge
plaatst. Twee grotere versies
van dezelfde vorm dienen als
standaard. Het geheel staat op
een blok van aan elkaar geplak
te delen iepenhout. Dit werk
zonder titel (1991) biedt op
meerdere manieren toegang tot
het nieuwste werk van Frans de
Wit.
De vorm doet religieus aan:
een wij-water kelk? Het materi
aal is bovendien 'binnenstebui
ten' gekeerd. Wat het inwendige
was, de kem, is eruit gehaald en
heeft de taak gekregen iets mo
numentaals te maken van wat
gewoon een stuk staal was.
Dit monumentale is altijd be
langrijk geweest in het werk van
Frans de Wit. Sinds hij in 1965
afstudeerde aan de Koninklijke
Academie van Beeldende Kun
sten te 's Gravenhage, maakte
hij, deels in opdracht, vele wer
ken die niet alleen wat betreft
afmetingen groots zijn. Een be
tonnen windscherm langs het
Calandkanaal (1983-1984), 'Ver
ticale structuur', een heuvel en
oefenklimwand als recreatie
project voor de gemeente
Spaarnwoude (1986-1987/1991)
en een herdenkingsplaquette bij
het voormalig Joods weeshuis te
Vormtekeningen van Frans de Wit bij Time is Art. foto marc de haan
Leiden (1989) zijn hiervan
slechts enkele voorbeelden.
Het religieuze element is
nieuw in zijn werk. Behalve de
meerdere kelk-beelden ont
wierp hij een serie architectoni
sche vormen uit gesneden staal
die geïnspireerd zijn op Griekse
tempels en Indonesische ge
meenschapshuizen (1991) (Lei
dden; Time is Art/Amsterdam;
Langenberg).
De Oranjerie van de Leidse
Hortus Botanicus noemt hij:
een tempel voor de natuur. Als
zijn favoriete muziek op het
moment: de Vesper.
Nieuw en tegelijk bekend is
zijn wijze van vormgeven. Zijn
werk bestond al eerder uit
meerdere losse delen die samen
één geheel vormden. De
menhir-achtige Tweelingbeel-
den' (1989), de beeldengroep
'Veld I' (1988) en 'Veld II' (1988)
en diverse series tekeningen
van geperst houtskool zijn hier
van voorbeelden. Deze werken
zijn eveneens op de expositie te
zien (Amsterdam; Langenberg).
Bouwdoos
Zijn nieuwe serie religieus ge
tinte beelden geeft opnieuw
deze wijze van vormgeven te
zien. De tempels en kelken zijn
opgebouwd als een bouwdoos.
Alleen de uiteindelijke vorm is
compacter geworden vergele
ken met vroeger werk. De Wit
lijkt een midden gevonden te
hebben tussen massiviteit en
fragiliteit. De vormgeving is sta
tisch en ingetogen, de scherpe
kanten zijn eraf.
Vroegere werken als 'Veld I'
en "Veld II' kenmerken zich juist
door beweeglijkheid. Pilaarvor-
mige en hoekige, aan elkaar ge
laste, stalen vormen van zo'n 50
en 15 centimeter hoog, staan in
een geordende opstelling op de
grond. Ze lijken op zoek naar de
elementen, naar de wind en
naar de zon. Als opstelling heb
ben ze geen middelpunt. 'Veld
I' bestaat uit 16 gelijke delen die
zodanig gedraaid staan opge
steld dat van een kijkrichting
geen sprake is. 'Veld II', be
staande uit 36 boven en onder
verspringende delen, reikt naar
de zon en heeft een duidelijk
diagonale richting.
De ontwikkeling binnen zijn
werk is echter het duidelijkst te
zien aan de hand van het thema
water, zoals dat door hem is
vormgegeven. Op de lokatie in
Amsterdam is het werk 'Land en
Water' (1988) te zien. Dit werk
bestaat uit horizontale, elkaar
deels overlappende ellipsvor
men. Deze zijn uit staal gesne
den en verbronsd. Rechtop zijn
daartussen de uit het walsings-
proces overgebleven ronde vor
men van geroest staal geplaatst.
Dit alles in een beweeglijke lijn
van ongeveer 15 meter lang.
Het resultaat is een beeld van
spannende overgangen tussen
land en water, als een pier
waarop het water af en aan
stroomt. In galerie Time is Art
(Leiden) laat Frans de Wit een
van zijn nieuwste werken 'Wa
ter I' (1991) zien. Dit werk be
staat uit tien halfronde delen
strak gesneden staal die twee
aan twee gegroepeerd zijn. Het
golfpatroon dat zo ontstaat is
zeer beheerst en verfijnd. Bij
deze schone kunst vergeleken is
het vroegere werk 'wild' te noe
men.
In een volstrekt kale ruimte ligt de beuk nu in twee delen opgebaard op stapels aanmaakhoutjes. De kem, waar de groei begon, is er cilindervormig
uitgeboord. Hierdoor ontstaat een afschuwelijk doorkijkje dat een combinatie moet vormen met de vage rondingen van de architectuur.
foto fer hakkaart
Frans de Wit is altijd al ge
boeid geweest door het span
ningsveld tussen de natuur en
de mens. Anders gezegd tussen
een (schijnbaar) grillige groei en-
een (schijnbaar) geordende op
bouw, tussen de vergankelijke
natuur en een blijvende cultuur.
Hij combineerde hout met
staal, staal met spruitjes en
maakte talloze vormtekeningen
op papier (Leiden; Time is
Art/Amsterdam; Langenberg).
In elke tekening staat een wolli
ge houtskoolstreep tegenover
een harde lineaallijn. Sjabloon-
vormen en slordige vingeraf
drukken gaan in zijn werk hand
in hand.
Consequentie
Zijn fascinatie voor het leven
heeft hij op veel verschillende
manieren vorm gegeven. Wat
daarbij opvalt is de prachtige
consequentie in vorm, zoals de
steeds terugkerende ellips, de
gespletenheid en de pilaren.
Terwijl ook wat betreft thema
tiek zijn werk een samenhan
gend geheel vormt. De natuur
elementen, de onregelmatige
regelmaat, de kem, het ontstaan
zijn veel voorkomende elemen
ten. Alles heeft een plaats en al
les komt terug.
In zijn vrije tekeningen werkt
hij met donker en licht, maar
ook het bruin van geroest staal
heeft hij erin verwerkt (Amster
dam; Langenberg). De geleide
lijke groei van zijn werk accep
teert hij moeiteloos. Een teke
ning van een fabriekshal is al
van jaren terug en hangt nu pas
voor het eerst tentoongesteld
(Amsterdam; Langenberg).
Ook hierin komt het roest
bruin terug. Het werk is, evenals
een aantal tekeningen, ingelijst
in een fraaie notenhouten lijst.
Een ander voorbeeld is het blok
geperst iepenhout onder de
'wij-water-kelk' (Amsterdam;
Langenberg). Het had eigenlijk
uit één stuk moeten zijn om de
groeikracht van de natuur te la
ten zien. Dat was echter niet
mogelijk, zodat het geheel nu
eerder een sfeer van bekrom
penheid uitstraalt. „Dat komt
nog wel", aldus Frans de Wit.
Beuk
Maar dan, nu drie jaar geleden,
valt de rode beuk. Deze zéér
oude kolos uit de Leidse Horuts,
die een mens welhaast moest
vervullen van een religieus ont
zag voor groeikracht, stabiliteit
en eenvoud, moest wegens
ziekte worden geveld.
Frans de Wil schafte zich
twee, respectievelijk 2.5 en 3 ton
wegende delen aan en ging aan
het werk. Speciale boor-installa-
ties werden ontworpen, evenals
hijskranen en glijsleden.
In 'de tempel van de natuur'
(Hortus Botanicus, Leiden) zou
dit symbool van vergankelijk
heid in ere worden hersteld. Ge
zien zijn ontwerptekening kan
ik mij indenken wat Frans de
Wit zich daarbij had voorge
steld. Het resultaatis echter
nogal droevig. In een volstrekt
kale ruimte ligt de beuk nu in
twee delen opgebaard op sta
pels aanmaakhoutjes. De kem,
waar de groei begon, is er cilin
dervormig uitgeboord. Hierdoor
ontstaat een afschuwelijk door
kijkje dat een combinatie moet
vormen met de vage rondingen
van de architectuur. Halverwe
ge ligt bovendien een monster
lijke gipsafdruk op kachelpoot
jes. Het is een afgietsel van de
stronk, de plaats waar het alle
maal begon, zéér lang geleden.
Met enige moeite kan ik de
vage ontroering voelen van ten
toonstellingen in sommige bui
tenlanden waar de prachtigste
dingen soms ook zo onhandig
geëxposeerd staan.
De schimmel, de tot schoon
heid verweven ziekte, en de
rimpelige, gezwellige groei
structuur van de beuk zullen
overwinnen. Dit beeld valt niet
te conserveren en zal als kunst
net zo vergankelijk blijven als
de natuur. Hel zal gewoon tot
stof wederkeren.
NIEUWSLIJN
Voorleesavond dag vervroegd
ALPHEN AAN DEN RIJN De avond met de gevluchte Zaïrese
dichter Noah Kimbwala is vervroegd: op 19 september (en dus
niet op 20 september) zal hij vanaf half negen een lezing hou
den. Dat gebeurt in Hotel Toor in Alphen aan den Rijn.
'Barbier van Sevilla' weer in serie
AMSTERDAM De Nederlandse Opera gaat opnieuw een serie
voorstellingen geven van 'De Barbier van Sevilla' van Rossini op
libretto van Cesare Sterbini. Het wordt een reprise van de Dario
Fo-produktie uit 1987. Alberto Zedda krijgt de muzikale leiding.
Regie, decor en kostuums zijn van Dario Fo die samen met Ar-
turo Corso de opera instudeert. De voorstellingen zijn van 4 t/m
25 oktober in het Amsterdamse Muziektheater.
Fotoprijs voor Cary Markerink
AMSTERDAM Cary Markerink krijgt dit jaar de Maria
Austriaprijs voor zijn landschapsfotografïe. De prijs, die eens in
de twee jaar wordt toegekend, bestaat uit een geldbedrag van
10.000 gulden. De Aanmoedigingsprijs Fotografie 1991 gaat naar
Ari Versluis en Gina Kranendonk voor hun project 'Het Vrou
wengezelschap'. Met deze prijs, die jaarlijks wordt toegekend, is
5.000 gulden gemoeid. Dit heeft het Amsterdams Fonds voor de
Kunst, dat beide prijzen toekent, gisteren bekendgemaakt.
In de jury zaten Hans Aarsman, Willem Diepraam en Melchior
de Wolff. De uitreiking is op 1 november in het Amsterdamse
Paradiso. Dan worden ook de andere prijzen van de Stichting
Amsterdams Fonds voor de Kunst uitgereikt.
Venetiaanse première voor Prospero 's Books
FILM PI ETER V
VENETIE
Nadat gedurende de eerste vier
festivaldagen de gezichten van
de waarnemers langer en langer
begonnen te worden, is het af
gelopen weekeinde de 38-ste
Mostra Intemazionale d' Arte
Cinematografica plotseling tot
leven gekomen. Werner Herzog
gaf Schrei Aus Stein ter inzage,
zijn beste film in 15 jaar tijd. En
met Prospero's Books stortte
Peter Greenaway meer eruditie,
genialiteit en artistiek vernuft
over de verzamelde filmliefheb
bers uit dan menigeen verstou
wen kon.
In Schrei Aus Stein combi
neert Herzog beide thema's op
fascinerende wijze via een ver
telling over alpinisten die een
voor onbedwingbaar gehouden
bergpiek in Patagonië proberen
te beklimmen, onder nauwlet
tend toezicht van de opgefokte
media. In het adembenemend
gefilmde avontuur, met een
buitengewoon verrassende ont
knoping, zijn het overigens juist
de media die ondanks alle gea
vanceerde technologie het eer
ste en het hardste op hun ge
zicht vallen. Het verhaal ver
loopt als een spectaculair
schaakspel op de Andes-flanken
tussen Vittorio Mezzogiorno,
Stefan Glowacs, Donald Suther
land en een erg geestige Brad
Dourif.
Van Peter Greenaway's Pros
pero's Books, was al het een en
ander bekend sinds 'Cannes'
een twintig minuten durend
uittreksel vertoond had, nadat
deze door de Nederlander Kees
Kasander geproduceerde (en in
Nederlandse studio's opgeno
men) film niet op tijd klaar
bleek voor deelname aan de
competitie. Zodoende kreeg
'Venetië' dit prestigieuze werk
De modernste manier van dichtbij
en veraf zien is tijdelijk f200,-
voordeliger, bij aanschaf van een
nieuwe bril.
l 8
l S
m
stuk i
ging r
De film is gebaseerd op
Shakespeare's drama The Tem
pest, handelend over Prospero
(de verdreven en in balling
schap gezonden hertog van Mi
laan) die 24 boeken heeft mee
genomen naar een exotisch ei
land. Met de in zijn boeken sa
mengebalde kennis weet hij de
geesten van het mythische ei
land te onderwerpen en ontwik
kelt hij zich tot een meester
over de elementen en over le
ven en dood. Hij ontketent een
storm die hem zijn vijanden in
handen speelt, maar na jaren
lang zijn wraakgevoelens te
hebben gekoesterd, brengt hij
op het moment van de waar
heid de noblesse op om te kun
nen vergeven.
Greenaways visie op dit klas
sieke toneelstuk komt neer op
de veronderstelling dat alle per
sonages en gebeurtenissen
voortkomen uit de fantasie, de
geestkracht van Prospero. Deze
premisse creëerde de mogelijk
heid om Sir John Gielgud niet
alleen Prospero te laten spelen,
maar met zijn stem bovendien
de dialogen te spreken van alle
andere personages, voor het
grootste deel van de tijd. Op
deze manier was Prospero's
Books tevens bedoeld als hom
mage aan een van Engelands al
lergrootste acteurs en Shake-
speare-specialisten. Als zodanig
is Greenaways film ook het bes
te
Problematischer evenwel is
het totale aanzien van de film
die trouwens ook een tour de
force betekent voor de Neder
landse 'art directors' Jan Roelfs
en Ben van Os. Greenaway pre
senteert een orgie van beelden
via zogenaamde 'paint box'-ef-
fecten zoals deze Britse cineast
eerder heeft toegepast in zijn tv-
serie naar Dante's Inferno. Zon
der enigerlei rekening te hou
den met de grenzen van de
menselijke waarneming, bom
bardeert Greenaway het netvlies
met beelden waarin vaak drie of
vier opname-niveaus in elkaar
sluiten. Terwijl zelfs op een en
kel niveau de zintuigen al over
matig geprikkeld worden van
wege de overdaad aan details in
architectuur, setting, kledij, at
tributen en kluwens van naakte
lichamen.
In tegenstelling tot Prospero
kent Greenaway absoluut geen
genade met zijn medemensen
en schrikt er niet voor terug om
soms over zijn barokke visioe
nen ook nog eens de teksten af
te drukken, die je Gielgud hoort
uitspreken. Alles en iedereen
wordt ondergeschikt gemaakt
aan Gielgud en zijn interpreta
tie van Shakespeare's teksten,
wat zo ver gaat dat andere
fameuze acteurs (de Zweed Er
land Josephson, de in Frankrijk
niet minder gevierde Michel
Blanc, de Nederlanders Gerard
Thoolen, Michiel Romein en
Jim van der Wouden) worden
weggedrukt tot soms zelfs nau
welijks nog herkenbare figuran-
Als zijn vorige film (The Cook,
The Thief, His Wife and Her
Lover) ondanks alle extravagan
ties toch het meest toegankelij
ke en meest menselijke werk
stuk van Greenaway geweest is,
dan is Prospero's Books stellig
zijn meest publieksvijandige,
meest hermetische wapenfeit.
Zonder gedegen voorkennis van
The Tempest raakt elke toe
schouwer binnen vijf minuten
gegarandeerd het spoor bijster.
Met voorkennis is nog steeds de
kans aanwezig dat er halverwe
ge uitgeput gecapituleerd moet
worden.
LEIDEN
an open bij r 1
aan 113, 070-3553743. Lorentzplein 85, 070-3907007 De Stede 30, 070-3675927 Theresiastraat 87, 070-3837182.
Donalds), 070-3945956. H. Ravesteynplein 52, 070-3907070. Zoetermeer, Dorpsstraat 110, 079-166100. Promenade 2'.
c k
079-511545.
Mutsen, jakken, omslagdoeken
en dekens of delen daarvan, die
werden aangetroffen in graf
grotten van de Tellem in het
Dogon-gebied in de Sahel, wor
den vanaf 20 september ten
toongesteld in het Rijksmuseum
voor Volkenkunde. 'Kleding
voor de doden; Tellem weefsels,
11e-16e eeuw, uit Mali' heet de
eexpositie van weefsels die in
Mali werden verzameld door
antropobiologen van de univer
siteit in Utrecht. Zij stammen
uit de periode van 1000 tot 1600
en zijn in de droge grotten goed
bewaard gebleven.
De zeer gevarieerde weefpa-
tronen in de kledingstukken,
bestemd voor de doden, tonen
aan dat Afrikanen al in de elfde
eeuw de kunst van het weven
tot in de perfectie beheersten.
Het volk dat zijn doden vijf
i lang in de grotten in de
Falaise van Bandiagara (Mali)
begroef, wordt Tellem ge
noemd. De huidige bewoners
van deze streek heten Dogon.
De Tellem trokken het gebied
aan het begin van de elfde eeuw
binnen. Hun einde kwam in de
zestiende eeuw, toen de eerste
Dogon het gebied binnentrok
ken. De Tellem werden bijgezet
in de grotten, gewikkeld in een
deken, in hun kleding en met
hun persoonlijke sieraden.
Na de tentoonstelling zal een
groot deel van deze Tellem-col-
lectie naar Mali teruggaan. De
overdracht ervan aan het Musée
National te Bamako in Mali
markeert het begin van een in
tensieve samenwerking tussen
dit, museum en het Rijksmuse
um voor Volkenkunde.
Deze maand zal op grond van
het in Nederland verrichte on
derzoek de Engel-/Franstalige
Fragment v
i katoenen jurk, begin twaalfde eeuw.
uitgave Tellem Textiles verschij
nen van de hand van R. Bol
land. De uitgave bestaat uit drie
delen: een deel met essays, een
catalogus waarin circa 500
weefsels zijn afgebeeld met be
schrijvingen en bijlagen met in
formatie over conservering en
verfstoffen.
De expositie zal tot en met 26
januari volgend jaar in Leiden te
zien zijn.
mn®ö y
èêQMw
-:v«SS