Oceaan
Schaal, schil
schelp, schulp
T\
SAOED l-AR ABIE
^MKoerias
Moer ia Ei In.
Kamaran t
tohija SANAA V
Beihan
Dhamar0
gg^hodeida X»
olbb -
^%g5k'S° Mandinat Asj Sjoab
^Mokka o^Sjeik Othmong
JPerimtr
Irabischè
fSaihut:
'Sokotrai
SOMALIA
ZATERDAGS ZATERDAG 27 JUL11991
Aardappels moeten geschild
worden, maar eieren worden
gepeld en bonen gedopt, We
zonden raar opkijken als we
aardappels moesten pellen of
eieren moesten schillen.
Het zal 'm wel zitten in de onge
lijke hardheid van de buiten
kant. Pinda's kun je pellen
maar ook doppen. Pinda's schillen lijkt me
ongewoon. Maar sinaasappels worden ge
peld of geschild, en niet gedopt. Er valt voor
een buitenlander een boel te leren als hij Ne
derlands wil gaan spreken.
Over het algemeen gebruiken we het woord
schil voor een zachtere buitenkant; een
schaal is harder. Schaal en schil zijn van huis
uit hetzelfde woord. We hebben het ook in de
uitdrukking dat iemand de schellen van de
ogen vallen als hij ineens iets helder inziet.
Deze uitdrukking is ontleend aan de bijbel,
waar in Handelingen 9,18 verteld wordt over
Paulus. Paulus was niet gehandicapt met
akelige vliezen voor zijn ogen, maar er wordt
gezegd: En terstond vielen af van zijne oogen
als schellen. Hij had dus een gevoel alsof er
een schil van zijn ogen viel.
In de uitdrukking die hieraan werd ontleend
is het woordje 'alsof weggelaten. Helaas zijn
deze schellen in allerlei modernere vertalin
gen vervangen door vliezen, schubben of
schillen, waardoor de historie nodeloos
spookachtig wordt. Doordat we er inmiddels
een vaste uitdrukking van gemaakt hebben,
zou een modernere vertaling juist nog beter
dan de oude Statenbijbel kunnen zeggen dat
Paulus de schellen van de ogen vielen.
een minder bekend familielid Van de Schaal,
de schil en en de schel is de schalie. In
Vlaams-België is dat het woord voor lei, zo
wel voor de dakbedekking (het leien dakje)
als de schrijflei. Schalie is ontleend aan het
oud-Franse escaille, wat de Fransen niet van
zichzelf hadden maar lang geleden bij ons af
gekeken hadden van... schaal.
Langs een andere weg is het woord scalp ge
gaan. Wij hebben het ontleend aan het En
gels, waar het waarschijnlijk door de Noor
mannen terecht gekomen was vanuit het
oud-Noors. Zo bleef het toch in de familie,
want het oud-Noorse skalpr is oorspronkelijk
hetzelfde woord als onze schaal.
Natuurlijk mag ook de schelp niet vergeten
worden, die nog dezelfde p bevat als skalpr
en scalp. We komen hem ook tegen in het
gezegde 'in z'n schulp kruipen'. Schulp is nog
steeds in veel dialecten de gewone uitspraak
voor schelp, naast 'schilp'. De schelp is zelfs
het symbool geworden van een van onze
grootste multinationals.
ik heb me al heel lang afgevraagd waarom
dat zo is. Vanwaar die schelp en vanwaar die
naam Shell? Daarom ben ik nu maar eens
gaan informeren en in Den Haag kunnen ze
er alles over vertellen. Ik weet nu dat het
komt door Marcus Samuel, die in de vorige
eeuw in Londen een winkel dreef in antiek,
curiosa en snuisterijen. Vooral zijn exotische
schelpen waren erg in trek en hij noemde
zijn winkel 'The Shell'.
Samuel importeerde zijn schelpen uit het
verre Oosten en liet dan meteen ook wat thee
en rijst en lampolie meekomen. De zaken
gingen goed en zijn zoon wist de winkel uit te
breiden tot een groot importbedrijf. Om een
lang verhaal kort te maken: deze Shell fuseer
de in 1907 met de Koninklijke Maatschappij
tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ne-
derlandsch-Indië.
Vandaar nog steeds de naam Koninklijke/-
Shell Groep, met dat streepje ertussen, want
het is geen koninklijke Shell maar een combi
natie van de (Nederlandse) Koninklijke en de
(Engelse) Shell.
De pro-Iraakse opstelling
tijdens de Golfcrisis is Jemen
niet in de koude kleren gaan
zitten. In één klap verloor het
forse financiële
ontwikkelingsbijdragen en
werd een miljoen Jemenitische
gastarbeiders gedwongen uit
Saudiarabië naar huis terug te
keren. Wat rest is een lege
schatkist en een wurgende
bureaucratie.Principes zijn
mooi, maar de vraag is of je een
volk daaraan mag opofferen.
e lang gerekte muur rond het
I JK presidentiële paleis in de hoofd-
stad Sana'a vertoont een opval
lend hiaat. Tussen de cementblokken zit een
uit leem opgetrokken boerderijtje geklemd.
En het is nog steeds bewoond. Door een trot
se Jemeniet die zijn eer en die van zijn voor
vaderen niet verkocht omwille van het voor
nemen van het regime van Noord-Jemen om
uitgerekend op het familiaire grondbezit de
pompeuze ambtswoning van het staatshoofd
te bouwen. Pragmatisch als Jemenieten van
ouds zijn, werd het huis in de omheining van
wachttorens en mitrailleurs 'geïntegreerd'.
Voor de bewoners van de hoofdstad is het ei
gengereide boertje het tastbare bewijs van Je
menitische standvastigheid. Besmuikt lachen
ze nog steeds om die kolderieke 'puist' in de
fortificatie. Niemand is hen in feite volledig
de baas, tenminste niet het staatsgezag. In
stammenverband is dat anders. Heel anders.
In hun duizenden jaren oude tribale cultuur
is de stem van de sjeik wet, op straffe van ho
ge boetes of een regen van kogels en grana
ten. En als twee stammen met elkaar bak
keleien over geld, grond, vrouwen of water,
dan breekt er in het ergste geval een mini-
oorlog uit. Op afstand gevolgd door het Je
menitische leger.
HUWELIJK
Zo gaan de dingen nog steeds in de achter
lijkste (93 procent van de vrouwen en 54 pro
cent van de mannen is analfabeet), armste en
minst ontwikkelde natie van het Arabische
schiereiland en het noordelijk halfrond. Dis
cipline, erin geramd door de communisti
sche heersers, mag in het voormalige Zuid-
Jemen dan een deugd zijn, de islamitische
stammenmentaliteit mag er gedurende de
marxistische periode .met woestijnzand zijn
ondergewaaid en het onderwijsniveau op een
iets hoger peil liggen, qua industriële en eco
nomische onderontwikkeling is het de even
knie van z'n noordelijke 'broeder'. Aden, ooit
een van de belangrijkste havensteden ter we
reld, is nu een miezerig vervallen dorp met
een waterhoofd. Het bordje 'onbewoonbaar
verklaard' zou er op z'n plaats zijn.
Niettemin gingen Noord en Zuid als onaf
hankelijke staatkundige eenheden vorig jaar
een 'huwelijk' aan. Het was een aaneenslui
ting en geen hereniging, zoals nogal eens
wordt verondersteld. Na een gescheiden ont
wikkeling van 150 jaar, waarvan de afgelopen
twintig werden gekenmerkt door burgeroor
logen, staatsgrepen, politieke liquidaties en
bloedige grensconflicten, onstond de Repu
bliek Jemen.
Hoewel Jemenieten vanuit de pan-arabische
en islamitische gedachten (tegenstellingen in
zichzelf) altijd van eenwording hadden ge
droomd, was dat niet zo vanzelfsprekend.
Noord en Zuid hadden elk afzonderlijk ge
schiedenis gemaakt. Stammen-koninkrijkjes
beheersten het noorden, sultanaten en pri
mitieve nomadenculturen het zuiden.
De opsplitsing van de landen was het gevolg
van koloniale inmenging in de vorige eeuw.
De Britten hadden grote interesse in de ui
terst strategisch gelegen havenstad Aden
(Zuid-Jemen) aan de Rode Zee, de kortste
maritieme verbinding naar hun kolonies in
het Verre Oosten. Maar de Turken, wier in
vloed tot in het noorden van Jemen reikte,
dreigden daardoor politieke en militaire
schade op te lopen. Geregeld botsten de le
gers van Constantinopel en Londen in dit ge
bied. Totdat in 1905 een geschillencommisie
de invloedssferen van beide landen bepaal
den. Een scheidslijn was getrokken, en daar
chronisch gebrek aan valuta. In het oude
centrum van Sana'a wemelt het dan ook van
de illegale geldwisselaars die bijna twee keer
de koers voor een Amerikaanse dollar geven.
Ook de overheid koopt dollars op de zwarte
markt om de noodzakelijke grond- en voe
dingsstoffen in het buitenland te kunnen fi-
De sociale gevolgen van de exodus uit
Saudiarabië zijn wellicht nog ernstiger dan
de druk op de voorzieningen. Jongemannen
die in het buurland een kapitaaltje bij elkaar
sprokkelden, weigeren weer op het land te
gaan werken. Toch was dat van oorsprong
hun beroep. Verwend door geld hebben ze
de mentaliteit van het 'heertje' aangenomen.
In de stad Dhamar en omliggende dorpen zie
je ze in hagelwitte disdasha's (het traditionale
gewaad in de rijke Golflanden), dunne katoe
nen kousen (voor de plattelandsbevolking
een idioot kledingstuk) en glimmende moliè-
Ze vormen de 'nouveau riche', een in Jemen
ongekend fenomeen. Terwijl hun vrouwen
zich letterlijk doodwerken op de velden,
komt deze elite 's middags apart bijeen om
qat te kauwen: ligusterachtige blaadjes met
een beetje amfetamine waaraan het Jemeni
tische volk collectief verslaafd is. In hogere
sferen beland, pochen ze over hun verworven
kleurentelevisies, video-recorders, koelkasten
en mixers. Het blijven status-symbolen, want
nogal wat dorpen zijn niet eens aangesloten
op het elektriciteitsnet.
In de hoofdstad Sana'a is menigeen op zoek naar een baantje. Maar die zijn er praktisch niet.
Golfoorlog bracht
economische misère en
een miljoen werkloze
immigranten
ben hier nog meer ministers, vice-ministers
en onder-ministers dan in China", zegt Ja'af-
er, een 20-jarige Noordjemeniet uit de ha
venstad Hobeidah, schamper.
Zijn cynische opmerkingen over maar liefst
78 politieke baasjes met auto en chauffeur,
een villa en een riant salaris, die voor 12 mil
joen Jemenieten de dienst proberen uit te
maken, kan hem niet worden kwalijk geno
men. Sinds zijn uitwijzing uit Saudiarabië in
oktober vorig jaar slentert Ja'afer met tien
duizenden anderen, onder wie veel Zuidje-
menieten, dag in dag uit door Sana'a op zoek
naar een baantje. Maar die zijn er praktisch
VERWEND
„Het is angstaanjagend", zegt de Nederland
se ontwikkelingswerkster Margret Verwijk in
Sana'a, „om te zien hoe al die moeilijkheden
een begin van ontwikkeling hier weer de nek
dreigen om te draaien. „De gouverneurs kun
nen het niet meer aan. Prijzen voor huizen
en grond zijn als een raket omhoog gescho
ten. Wie geen familie heeft met een behoor
lijk huis, slaapt op straat in een kartonnen
doos. Er zijn onvoldoende dokters en medi
cijnen. Overal om je heen zie je wel apothe
ken, maar de schappen staan vol met sham
poo en maandverband. Er zijn geen deviezen
om in het buitenland geneesmiddelen te ko
pen".
Doordat Jemen nauwelijks iets voor de ex
port produceert - behalve wat olie - is er een
TIJD NODIG
Vooruitzien is geen Jemenitische karakter
trek. Dat blijkt uit alles. De Jemenieten mor
ren daarover. Op straat, op de 'souks' (mark
ten) en tijdens de urenlange qat-sessies. Die
verwijten betreffen niet zozeer de pro-Irak
houding van het regime tijdens de Golfcrisis,
maar richten zich met name op de incompe
tentie van president Ali Saleh en de presiden
tiële raad (sinds de eenwording het hoogste
bestuursorgaan) om aan die omstreden bui
tenlandse politiek consequenties te verbin
den.
Wat de president Frustreert, is het 'onbegrip'
bij het westen en de Arabische landen bin
nen het anti-Irakverbond. Met Bagdad had
Jemen sinds 1962 politiek-historische ban
den. Saddam was een 'broeder'. Sana'a wilde
hem in het uur van de waarheid niet afvallen.
„Maar de prijs die we ervoor hebben betaald
is onevenredig hoog", zegt Munir Kaid Taher,
een architect uit Sana'a die voor een advies
raad van de regering werkt. „Jemen ziet in
dat ze aan de verkeerde kant heeft gestaan.
Principes zijn mooi, maar de vraag is of je
een volk daaraan mag opofferen. Ik hoop dat
onze pragmatische instelling het
land er weer snel bovenop helpt.
Ik weet dat onze president er al
les aan doet om zich vooral met
Amerika en Saudiarabië te ver-
Westerse diplomaten in Sana'a
delen die mening. Veel fiducie
hebben zij in het onomkeerbare
voornemen van het regime om
in Jemen een democratie te ves
tigen. Nu al zijn er 33 partijen die
in 1993 bij algemene verkiezin
gen naar de parlementaire zetels
mogen dingen. „Dat streven ver
dient alle steun van het westen",
zegt een EG-ambassaderaad die
niet verhult verontwaardigd te
zijn over zo veel rancuneuze on
wil bij de Golfstaten, Amerika en
Europese landen om met Jemen
weer serieuze zaken te doen.
„Aan die moderne stam
menstrijd moet ook maar eens
een eind komen".
Jemen, verenigd en tegengesteld.
Maar wel een uitdaging die haar
gelijke in de Arabische geschie
denis niet kent. Misschien dat
een bekend Jemenistisch gezeg
de een voorspelling over de af
loop ervan weergeeft: 'Als de tijd
je niets leert, dan doet Jemen dat
wel'.
mee de grens tussen het noordelijk en zuide
lijk deel van een van 's werelds oudste be
schavingen. Pas in 1967 gaven de Britten
Aden op en deden de hoofdstad met die aan
grenzende onmetelijke zandbak cadeau aan
opstandige marxisten.
GEEN SUCCESSTORY
Die oeroude civilisaties: noordelijke vasthou
dendheid, trots en eer, en zuidelijke moderne
sociale tradities, garanderen echter nog niet
een successtory voor het verenigd Jemen. De
problemen in deze piepjonge natie zijn ver
bijsterend. De traditionele stammen in het
noorden en het oosten dreigden bij de fusie
al meteen met hun privé-legertjes de hoofd
stad Sana'a te belegeren als de sha'aria (isla
mitische wetgeving) niet de 'enige' bron zou
zijn voor het opstellen van de nieuwe grond-
Sjeik en islamitisch fundamentalist Abdullah
ibn Hussayn al Ahmad, de bijna almachtige
leider van de stammenpartij 'Islah', voerde
de oppostie aan. Bang als hij en de overige
stamhoofden waren, en in feite nog zijn, voor
de zeden ondermijnende modernismen. Hun
tegenstand richtte zich echter in feite op de
bestuurlijke uitholling van hun 'rijkjes'. Want
onderwerping aan het centrale gezag bete
kent onder meer wapens inleveren en belas
ting betalen, penningen die zij tot nu toe zelf
innen. Zuidjemenieten die veel minder met
die stoffige traditities en religieuze opvattin
gen zijn behept, vrezen dat het gezamelijke
leiderschap in Sana'a de
schreeuwende sjeiks te veel te
gemoet zal komen.
Zijn die stammen op den duur
onder controle te brengen, van
's lands economie valt dat nau
welijks te zeggen. Die ligt op
haar gat. De belangrijkste oor
zaak daarvan is de pro-Iraakse
opstelling van Jemen tijdens de
Golfcrisis. In één klap verloor
het twee geldstromen. De rijke
Golfstaten staakten hun forse Fi
nanciële bijdragen aan de ont
wikkeling van het land en
Saudiarabië dwong naar schat
ting een miljoen Jemenitische
gastarbeiders (uit Noord en
Zuid) naar huis terug te keren.
De regeringsleiders kunnen nu
slechts naar de lege schatkist
staren en het land zit nog steeds
opgescheept met al deze immi
granten voor wie werk, een huis,
voldoende voedsel of gezond
heidsvoorzieningen niet be
schikbaar zijn. Een ander pro
bleem van de eenwording is de
wurgende bureaucratie. Door de
samenvoeging van twee rege-
rings- en ambtenarenapparaten
heeft het loketten,- formulieren
en stempelcircus Kafka-achtige
aangenomen. „We heb-