Leiden DE 'Huidcentrum bij AZL' tij» VAN toen Oorlogsverleden aan de Vlietkade Groen Links wil overslag aan Haagweg stopzetten Kerosinetankers in aanvaring op Oude Rijn Om kweektechnieken verder te verbeteren Er moet bij het academisch ziekenhuis in Leiden een speciaal centrum komen om het onderzoek naar het kweken van mensenhuid te intensiveren. Vergroten van de kennis over huid en huidkweek is niet alleen van groot belang voor brandwondenslachtoffers, maar kan bovendien het aantal dierproeven aan zienlijk verminderen. De werking van geneesmidde len en de mogelijke scha delijke werking van cosme tica of milieuvervuiling zouden immers makkelijk op stukjes huid kunnen worden getest. LEIDEN MONICA WESSEUNG Dat vindt mevrouw M. Ponec die als biochemicus gespeciali seerd in dermatologie op het AZL werkzaam is. Ponec heeft samen met collega's van het centrum voor biofarmaceuti- sche wetenschappen de eerste stappen gezet voor de oprich ting van zo'n centrum door bij de industrie en de overheid aan te kloppen voor geld. Er is op jaarbasis ten minste een mil joen gulden nodig. Ponec begon in 1979 met het toepassen van een in Amerika ontwikkelde kweektechniek waarmee het mogelijk is in drie weken tijd van een paar vier kante centimeter gezonde op perhuid meer dan 10.000 vier kante centimeter te maken. Voor mensen met ernstige brandwonden is dit van groot belang omdat alleen eigen nuid een behoorlijke kans op aan groei geeft. Dierenhuid Ponec; „Die kweektechniek be heersen we hier goed. Korte tijd geleden werden we nog door een Noors ziekenhuis te hulp geroepen. Zij hadden een ern stig verbrand persoon binnen- M. Ponec Jaarlijks tenminste een i gebracht gekregen en vroegen ons nieuwe opperhuid te kwe ken voor de man. Een klein stukje huid werd opgestuurd en de kweek lukte goed. Helaas overleed de man twee dagen voordat we zijn nieuwe opper huid naar Noorwegen zouden overvliegen." Met deze techniek wordt echter alleen opperhuid (epidermis) gemaakt. Mensen met ernstige verbrandingen hebben noch opperhuid, noch onderhuid. De chirurgen halen zelfs alle resten van de onderhuid tot op de spieren weg. Dat is nodig om getransplanteerde huid te kun nen laten aanslaan. Het lichaam maakt maar heel langzaam een nieuwe onderhuid. Brandwon denpatiënten hebben daardoor op de verbrande plaatsen waar nieuwe opperhuid is aange bracht, altijd een heel dunne huid waarin bovendien geen zweetklieren of haren meer zit ten. Die huid is kwetsbaar. "We willen dus een betere huid- kweek zien te maken, waarbij ook de onderhuid wordt aange bracht". In eerste instantie is gepro beerd uit dierenhuid een onder huid voor mensen te maken. Dat lukt aardig. Het menselijk lichaam blijkt echter een stof te vormen waardoor de dierlijke eiwitten vrij snel worden afge- broken. Ponec: „Een kunststof heeft dit nadeel niet. Er wordt in de keel-, neus- en oorgenees- kunde gebruik gemaakt van een soort plastic om trommelvlie zen mee te repareren. We willen nu dus onderzoeken of dat ma teriaal ook gebruikt kan worden als onderhuid". Kunststof Bij een aantal ratten is zes maanden geleden kunsthuid onder de huid gebracht om te bezien hoe het materiaal zich in het lichaam gedraagt. Dat gaat tot nu toe prima. De huid van een rat is echter nog veel te ver schillend van die van een mens. „Die overstap kun je nog niet maken. We willen eerst proeven met varkens doen. Ons geld is echter op." Het centrum dat Ponec in ge dachte heeft zou verder onder: zoek moeten doen naar het ge bruik van kunststof in combina tie met eigen, gekweekte opper huid. Daar komt nog eens bij dat Ponec wil proberen cellen •foto jan holvast van de menselijke onderhuid in het kunststof aan te brengen om zó het lichaam ertoe te be wegen sneller een nieuwe on derhuid te maken. Vooralsnog is de medische wetenschap zowel voor wat be treft transplantatie als voor wat betreft het beproeven van che mische middelen aangewezen op donorhuid of dierlijke stof fen voor de vorming van de on derhuid en van eigen kweek voor wat betreft de opperhuid. De hoeveelheden daarvan zijn echter eindig. Kunststof is, als het ooit lukt, in onbeperkte hoeveelheden beschikbaar. "Huid is een heel belangrijk or gaan. Onderzoek naar het func tioneren ervan en vooral het vinden van nieuwe hersteltech nieken is van het grootste be lang, met name voor verbran dingsslachtoffers. Bovendien kunnen we veel dierenleed voorkomen door middelen te beproeven op in het laborato rium gekweekte huidmonsters in plaats van op levende dieren. Een centrum waar kennis en kunde zijn gebundeld optimali seert het onderzoek en moet er dus gewoon komen DE RUST in een kleine enclave aan de Vlietkade in Hoogmade dreigt door de komst van de TGV ruw verstoord te worden HET AZL speelt in Neder land een voortrekkersrol in het onderzoek naar de kweek en transplantatie van mensenhuid IN DE LAKENHAL aan de Oude Singel was in de vo rige eeuw de Kamer van Koophandel gevestigd Maandag 22 juli 1991 Het is een korte afstand van Hoogmade naar de Ofwetering. Gelukkig want ik houd van kor te wandelingen. Ik ben met kor te wandelingen opgegroeid. Op de zondagen, als de voetbalclub 'uit' speelde, liepen we langs de gele paaltjes in het Bredase Mastbos. 'Drie kilometer, 45 minuten' stond er op het bord aan het begin van de route. Soms stelde vader voor om de blauwe route af te leggen: 4 ki lometer en 60 minuten. Het vergde enige tact om dit voor stel af te wijzen. Want soms, als het gebrek aan enthousiasme van z'n kinderen hem teveel ir riteerde, wees hij onbarmhartig vonnis: Rood, vijf kilometer, 75 minuten. „Heb je zin om een Spazier gang te maken", vroeg het gast gezin, toen we met het Leidse jeugdorkest in Zwitserland wa ren. Natuurlijk had ik daar geen zin in, maar erger dan de rode wandeling kon het nooit zijn, dus ik stemde in. Een misreke ning, want een Zwitser maakt geen wandeling van een uurtje. Die wandelt de hele zondag. Na een paar uur lopen, alleen maar bergopwaarts, vröeg de gastheer of ik vroeger soms aan kinder verlamming had geleden. We keerden met een treintje terug. Maar het traject tussen Hoog made en de Ofwegener Wete ring, dat moet lukken. Na de brug over de Kromme Does, linksaf over de Vlietkade. Er lig gen woonschepen, geschilderde arken, Eén van de eerste schepen aan de Vlietkade is wat kleiner, nog geen twee meter breed en mis schien vijf meter lang. Twee ou dere mensen, bruin gebrand, zitten voor de boot een pilsje te drinken. Koos en Jo Schüller lig gen al 43 jaar in de buurt van Hoogmade, eerst aan de Juf frouw Wetering, maar die is nu gedempt, en de laatste 30 jaar aan de Vlietkade. Ze wonen in Den Haag, vroeger in de Schil derswijk, maar de laatste jaren bij Mariahoeve. Koos heeft het bootje zelf ge bouwd. Hij werkte vroeger bij een autohandelaar die Dodges kocht die de Canadezen in de oorlog hadden gebruikt. „Op die wagens zaten achterop gro te stalen munitiekisten. Ik kwam op het idee om daar een boot van te maken". Schüller kon de kisten voor een rijks daalder kopen. Op zondagen zette Koos, op de werf van Hoogmade, zijn weekend- en vakantieverblijf in elkaar. Eens kwam de pastoor vragen, of Schüller geen geloof had. „Dat wel, maar geen tijd", antwoord de hij en kwam met de geeste lijke overeen om niet te lassen en te timmeren op de tijden dat de kerkklokken luidden. Een Hoogmadese boer had er niet veel vertrouwen in dat het schip ooit zou blijven drijven. „Want een boot kan alleen van De woningen samen vormen eigenlijk een kleine enclave, een dorpje binnen Hoogmade. foto wim dijkman De vrije loop, 42 redacteuren van deze krant maken gedurende zeven weken zeven rondwandelingen door de regio en laten hun gedachten de vrije loop. Deze week een wandeling langs de Wijde Aa, vanaf Hoogmade. Dagelijks leggen verslaggevers gedeelten van dit traject af en schrijven over hun belevenissen. Vandaag de wandeling vanaf Hoogmade, langs de Does naar de Ofwegener Wetering. In de krant van zaterdag volgt een complete routebeschrijving van deze wandeltocht van 18 kilometer. hout zijn, was hier de redene ring. Hij bood me twee koeien aan als-ie niet zou zinken". Intussen drijft het woonschip al 43 jaar. Sinds de bouw van de boot is het in de omgeving wel een stuk drukker geworden, 's Nachts is het lawaai van de rijksweg goed te horen. Koos en Jo weten nog dat de vaart werd uitgediept voor de schepen met zand voor de aanleg van de snelweg. Met de rust is het straks defini tief gedaan als een paar hon derd meter verderop de TGV voorbij dendert. Koos maakt zich er niet druk over. "De mensen van de andere boten wel, maar die zijn indertijd in mijn uitzicht gaan liggen. Nu gebeurt in feite, wat zij bij mij hebben gedaan". Na misschien twee kilometer bereik ik de Ofwegener Wete ring. Het eindpunt, niemand zal mij vandaag vragen of ik vroe ger aan kinderverlamming heb geleden. De linker gevel van dit deel van het Weeshuis op de Hooglandsekerk- gracht was tot 1820 Grijnhal en verga derzaal van de Ka- van Koophandel en Fabrieken. De fo to dateert uit maart 1914. •5 Napoleon grote stimulator van Kamers van Koophandel Dit jaar is het 175 jaar geleden dat in Lei den een Kamer van Koophandel en Fabrieken opge richt werd. Uiteraard is er in die lange fijd wel een en ander ver anderd, zoals in 1922 de uitbrei ding van het werkterrein met het hele noordelijke gebied van Zuid-Holland (Rijnland), maar de wortels van de huidige Ka mer liggen duidelijk in 1816. Ei genlijk zelfs nog wat vroeger. Dat vereist echter enige uitleg over de totstandkoming van dit soort adviesorganen op het ge bied van economische zaken in de meest uitgebreide zin des woords. Napoleon In Frankrijk bestonden van oudsher Chambres de Com merce. Zodra Napoleon alleen heerser van Frankrijk was ge worden, werden deze organen ingeschakeld om zijn buiten- en binnenlandse politiek uit te voeren. In de door Frankrijk ge annexeerde gebieden werden hiermee vergelijkbare Consulta tieve Kamers van Fabrieken op gericht, zoals in Maastricht, Venlo en Vaals. De invloed op de Franse vazalstaat Holland onder bewind van Napoleons broer koning Lodewijk was zo groot dat hier Kamers van Koophandel in Amsterdam en Rotterdam opgericht werden, en na de annexatie van Vlissin- gen en Middelburg door Frank rijk ook daar. Deze Kamers wer den geacht van harte het Conti nentaal Stelsel uit te voeren, maar omdat dit een totale stil legging van de handel met En geland betekende en onnoeme lijk veel schade aan de econo mie toebracht, spreekt het van zelf dat maar weinig kooplieden enthousiast waren. Nadat in 1810 Nederland boven de grote rivieren bij Frankrijk was gevoegd, kwam hier nog een enkele Kamer van Koop handel tot stand in Dordrecht (oktober 1811). Dat betekende dat belangrijke industriesteden als Leiden, Haarlem en Utrecht nog niet aan de beurt waren. Maar zie, Napoleon was amper teruggekeerd van zijn de sastreus verlopen invasie in Rusland of op 20 december 1812 tekende hij een decreet dat er in Leiden een Consulta tieve Kamer van Manufacturen, Fabrieken, Kunsten en Am bachten moest komen. Om thans nog onnaspeurbare rede nen is het er echter niet van ge komen, mogelijk omdat de ani mo bij de Leidse industriëlen niet daverend groot was. Napo leon hield het nog slechts een jaar uit: in november was heel Holland bevrijd. Willem I Onder de nieuwe soevereine vorst, na de samensmelting met het huidige België koning Wil lem I, had de economie behoef te aan een nieuw elan en Wil lem achtte de oprichting van nieuwe Kamers van Koophan del blijkbaar een goede zaak. In oktober 1815 besloot hij de Ka mers van Fabrieken uit zijn zui delijke provincies en de Kamers van Koophandel uit zijn noor delijke gebieden gelijk te scha kelen onder één reglement (de naam werd dan ook Kamer van Koophandel en Fabrieken), en bij Koninklijk Besluit van 10 april 1816 werd ook in Leiden zo'n Kamer in het leven geroe pen. De Kamer moest op 1 mei geïn stalleerd worden. De koning had het oog op jhr.mr. G.A.M. van Bommel, een katholieke la kenfabrikant, als voorzitter, maar omdat deze al tot over zijn oren in de politiek zat, excu seerde hij zich. De beoogde vice-president, de grijnfabrikant S. Ie Poole, werd nu voorzitter. Verder namen zitting namens de dekenfabrieken F.A. van Oyen, namens de boezelfabrie- ken Gerrit de Vriend, namens de ververijen N. Bucaille, voor de leerlooierijen G. Telders, voor de graanhandel Adrianus Hartevelt en de houthandel werd vertegenwoordigd door Johannes Comelis Bronsgeest de oudste. Vergaderd werd er in de Grijn hal, waar voorzitter Le Poole ui teraard kind aan huis was. In 1820 werd echter door het stadsbestuur besloten de Grijn hal, die gevestigd was in de meest linkse vleugel aan de Hooglandsekerkgracht van het Weeshuis (thans nog Rijksmu seum van Geologie en Minera logie), te verplaatsen naar de Lakenhal. Dat gebouw bood ook al onderdak a^n de Fustein- hal, zelf een fusieprodukt van ettelijke oudere hallen. De Fus- teinhal werd nu geconcentreerd op de benedenverdieping (on geveer waar nu de tegelafdeling is), waartoe diverse kamertjes en hokjes werden uitgebroken en de daar geplaatste weefge touwen werden verwijderd. Waar nu de historische afdeling is, kwam de Grijnhal. Na 1853 voorlopig, en door de aanhou dende cholera-epidemieën, waardoor de Lakenhal steeds als noodhospitaal dienst moest doen definief, werd de Kamer verdreven naar het Stadhuis, waar die tot 1922 gastvrijheid genoot. Secretaris Het budget van de Kamer was aanvankelijk zeer bescheiden: salaris voor de secretaris 225, vuur en licht (tevens zaalhuur) 125 (in 1819 zelfs teruggebracht tot 100) en loon voor de bode 50. Tot 1818 werden de kosten van de Kamer gedekt uit de op brengst van de belasting op het patent; sedertdien uit de ge meentekas. De belangrijkste post was dus de secretaris. De Leidse Kamer heeft het wel ge troffen met zijn eerste penvoer der. Bij Koninklijk Besluit van 5 september 1816 werd als zoda nig benoemd mr. Willem Hen drik Dozy. Deze was op 24 maart 1792 te Leiden geboren, werd in 1805 leerling van het gymnasium, in 1809 student in de rechtsgeleerdheid en promo veerde op 30 oktober 1813. On der de nieuwe Nederlandse wetgeving kon hij meteen aan de slag als griffier van het vrede gerecht (kantongerecht). In de loop der jaren heeft Dozy tal van functies bekleed. Een greep: regent van het Schach tenhofje, Jean Pesijnhofje en Jan de Laterehofje, ouderling van de Waalse gemeente, ge committeerde tot de zaken van de voormalige Weeskamer, re gent van de Verenigde Gast- en Leprooshuizen, zetter van de directe belastingen en van 1832 tot zijn dood secretaris (en rent meester) van Curatoren van de Rijksuniversiteit. Uit zijn huwe lijk met Adrienne Hélène Kluit, dochter van de directeur van het Postkantoor, werden een zoon en een dochter geboren, maar de eerste stierf als student en de laatste bleef ongehuwd. Als jong jurist was hij geknipt voor een bijbaantje als secreta ris van de Kamer van Koophan del en hij bleef dat maar liefst 42 jaar. In 1858 deed hij afstand voor mr. W.C.D. Olivier, die deze bijbaan vervulde naast zijn hoofdtaak als rechter bij de Ar rondissementsrechtbank; toen die van Leiden fuseerde met die van Den Haag, verhuisde hij in 1876 daarheen en legde zijn functie neer. Dozy was in 1860 na een arbeidzaam leven van 68 jaar overleden. REDACTIE P.J.M. DE BAAR DEN HAAG MEINDERT VAN DER KAAL) De provinciale staten-fractie van Groen Links vindt dat het overslaan van afval aan de Haagweg moet worden gestopt. De genieente Leiden en het Provinciaal Afvalverwijderings- bedrijf (Proav) liggen met elkaar overhoop over de aard van de vergunning die voor de overslag op het voormalige Van Gend Loos-terrein nodig is. Groen Links heeft over deze kwestie vragen gesteld aan gedeputeer de staten. Het Alphense statenlid Cécile van Laar vindt dat het provinci aal bedrijf zorgvuldig moet op treden in dit soort zaken. Het is volgens haar «en slechte zaak dat de indruk wordt gewekt dat omdat de Proav een provinciaal AGENDA MAANDAG 22 JULI Leiden 36e Open Leidse Tenniskampioen schappen bi|T.C. Roomburg. Kanaal- weg DINSDAG 23 JULI Katwijk Vliegende brigade bij Ri|nmond. aan vang 14.00 uur Wi|ksport bij de Oranjeschool, aan vang 19.00 uur, bedrijf is, er met vergunningen soepeler wordt gehandeld dan bij niet-provinciale bedrijven. Van Laar vraagt het college van gedeputeerde staten op welke termijn nu een aanvraag moet zijn ingediend. Hoewel het bedrijf aan de Haagweg al geruime tijd actief is, is nog steeds onduidelijk wel ke vergunning voor het over slagbedrijf moet worden aange vraagd. Er wordt getwijfeld tus sen een hinderwet- en een af valstoffenwetvergunning. Daar naast is gemeente Leiden en provindie het nog steeds niet eens wie de vergunning moet gaan aanvragen. Omwonenden klagen de laatste tijd over toe nemend geluidsoverlast en wil len een geluidsscherm. Badgasten-snelschaaktoernooi bij Strandpaviljoen 't Centrum, t.o. de Voorstraat, aanvang 19.45 uur Leiden 36e Open Leidse Tenniskampioen schappen bij T.C. Roomburg, Kanaal- weg Noordwijk Toeristische romermarkt m de Hoofd straat van 10.00 tot 22.00 uur Groots vuurwerk op het strand ter hoogte van de Kon Wilh. Boulevard, aanvang 23.00 uur ALPHEN AAN DEN RIJN Twee volgeladen kerosinetan kers zijn vrijdagmiddag licht be schadigd bij een aanvaring bij Gouwsiuis in Alphen aan den Rijn. De duizendtonners Belgia en IJsselstroom, die vlak achter elkaar de brug gepasseerd wa ren en de Oude Rijn op draai den, werden in de bocht ge schampt door het vrachtschip Oranda. Volgens de woordvoer der van de waterpolitie leidt de vakantiedrukte op Schiphol tot levensgevaarlijke situaties op de Oude Rijn bij Alphen. „Er varen nu twaalf kerosinetankers heen en weer. En daar zit dan de ple- ziervaart nog tussendoor. Het is maar goed dat de zand- en grintboten niet varen." De drukte zou leiden tot tal van bij- na-ongelukken. De rijkspolitie te water onder zoekt ae toedracht van de aan varing. Vermoedelijk kon de Oranda de bocht naar de Gou we niet goed nemen, omdat het schip niet, zoals de kerosinetan kers, was uitgerust met een boegschroef.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 7