De therapie van de hoop 'Hersencellen kunnen zich herstellen' „Hersencellen kunnen zich vt» - moedelijk meer herstellen dan we tien jaar geleden dachten. Het idee dat beschadigd of niet gebruikt hersenweefsel kan her- groeien, vat steeds meer post. Maar het blijft een raadsel wat de hersenen precies doen". Woorden van prof.dr. H.A.C. Kamphulsen. Hij is klinisch neurofysioloog. Behalve bewondering en res pect voor de ouders en de vrij willigers van Ralph Duivenvoor den, heeft de ln het AZL werkza me hoogleraar grote aarzeling over de voor hem onbekende Doman-therapie. „Hoewel alles natuurlijk kan, zolang het te gendeel niet bewezen is. Het in stituut doet vermoedelijk me disch gezien geen verwerpelijke zaken". Toch zou de hoogleraar liever meer wetenschappelijk bewijs materiaal willen hebben. Het meten de suikerstofwisseling met behulp van een PF.T scanner (PET staat voor Posi tron Emission Tomagrafy) is volgens hem een goede manier om aan te tonen wat er tijdens de therapie precies verandert in de hersenfunctie. Ook EEG met computer-analyse zou een bij drage kunnen leveren. „In de brochure van het Insti tuut ben Ik die grondigheid niet tegengekomen. Natuurlijk zijn die terugkomdagen niet onwe tenschappelijk, maar een goede evaluatie is alleen mogelijk met duidelijke scorelijsten en de aanwezigheid van artsen", meent de neurofysioloog. Het is volgens Kamphuisen al lang bekend dat een intensieve therapie altijd tot verrassende resultaten leidt Trainingspro gramma's, opgezet en uitge voerd door geroutineerde ploe gen, werpen steevast vruchten af. In het Zeehospitium in Kat wijk bi) voorbeeld zijn meer dan voldoende opmerkelijke voor beelden, maar aan al die thera pieën hangt wel een hoog prijs kaartje, meent de hoogleraar. Kamphuisen is absoluut niet van mening dat de reguliere we tenschap ouders en gehandi capte kinderen in de steek laat. „Alle hulde voor deze mensen in Lisse, maar het betekent niet dat iedere gehandicapte vervol gens recht heeft op eenzelfde behandeling". De Leidse hoogleraar denkt niet dat de therapie te zwaar Is voor Ralph. „Een kind kan over het algemeen zelf goed aangeven wanneer het hem allemaal te veel wordt. Als naar die signalen wordt geluisterd en ik heb de indruk dat we hier te maken hebben met goedwillende, warmhartige ouders en vrijwil ligers, is er niets aan de hand". Over de duur van de therapie zegt de professor „Ik denk dat na drie jaar therapie de uiterste grens is bereikt. Op het moment dat er geen vooruitgang meer wordt geboekt omdat naburige cellen geen deel meer nemen aan het herstelproces, is de eindtoestand aangebroken". De door de therapie opgewekte reflexen beklijven volgens Kamphuisen. Met andere woor den, alles wat Ralph nu (aan- leert, zal hij gedurende zijn he le leven, bij eenzelfde conditie en onder dezelfde omstandighe den, vasthouden. Over de financiële aspecten heeft hij zijn twijfels. „Ouders van gehandicapte kinderen zijn kwetsbaar. Zij willen nooit het verwijt krijgen dat ze niet al het mogelijke hebben gedaan voor hun kind". Conny en Rob Duivenvoorden met hun kinde ren Ralph en Davy. „Het is uniek wat hier ge beurt". FOTO DICK HOGEWONING den getimmerd en geschilderd. De zolderver dieping werd in orde gemaakt om na de reis onmiddellijk met de therapie aan de slag te kunnen. In het instituut, waar uit alle hoeken van Europa ouders komen, kregen Rob en Conny de achtergronden van de therapie te horen. De theorie gaat ervan uit dat zowel bij gezon de als gehandicapte mensen slechts een klein percentage van de aanwezige hersencellen wordt benut. Door voortdurende activering is de kans groot dat de onbeschadigde hersen cellen de functie van de beschadigde cellen overnemen. LASTIG Tegelijkertijd werd er geen garantie gegeven. Wel reële hoop op een betere toekomst. „We haden niets te verliezen. In de reguliere me dische wetenschap heersen zoveel vooroor delen. Daar kwamen we niet verder", aldus Conny. Terug in Nederland stelden Conny en Rob een brief op voor kennissen, familieleden, buren en bekenden. Later Icwam er nog een oproep in de krant voor meer vrijwilligers. Hulp gevraagd, luidde de boodschap. En die kwam. Massaal, 150 vrijwilligers in leeftijd variërend van 16 tot 67 jaar. Vrouwen en mannen. "Ralph reageert heel goed op man nen. Het is net alsof hij zich bij hen prettiger voelt". In juni 1991, na anderhalf jaar therapie, zegt het echtpaar „Het loopt perfect boven. Op het moment hebben we 130 mensen, dus we kunnen een paar nieuwe mensen gebrui ken. Zonder al die vrijwilligers zouden we dit niet kunnen en had Ralph geen kans in het leven. De meesten houden van Ralph en vra gen of ze hem als hun eigen kind mogen be schouwen". De verwachtingen zijn zowel bij de ouders als de vrijwilligers niet te hoog gespannen. „Als ik eerlijk ben, geloof ik niet dat Ralph ooit zal kunnen lopen. Toch vind ik dat we enorm veel bereikt hebben. Er is nu weder zijds contact: hij lacht en reageert op allerlei gebeurtenissen". Ook zijn de obstipa- tieklachten geheel verdwenen. Eens in de vier maanden gaat het Lissese echtpaar met Ralph en Davy naar het Engelse instituut om de vorderingen objectief te laten regi streren. Tevens wordt er dan een aangepast en nieuw oefenschema gemaakt. Vrijwilligster Jedidjah: „Toen ik anderhalf jaar geleden de oproep las, wist ik meteen dat ik dit wilde doen. Ik heb zelf een dochter die even oud is als Ralph. Zij is gezond. Wat heb ik veel geluk gehad, gaat vaak door me heen. Aanvankelijk had ik twijfels, maar de 'ontdekkingsreis' die ik hier heb meege maakt, is voor mij meer dan waardevol. De manier waarop Conny en Rob met hun zo nen omgaan, is voor ons de stimulans om door te gaan. Ralph beseft het, hij werkt be wust mee en ik houd van hem. De genees kunde laat deze ouders en hun kinderen in de steek. Want wat biedt ze? Tweemaal per week fysiotherapie. Daarmee worden alleen vergroeiingen tegengegaan Vrijwilliger Theo sluit af: „De reguliere ge neeskunde ziet heus het nut van deze metho de in. De veranderingen zijn toch meetbaar? Maar als de vrijwilligers allemaal professio nals waren, zou deze therapie financieel niet haalbaar zijn. Deze therapie is geen onzin, zij is onbetaalbaar." Ralph Duivenvoorden is 3 jaar en woont in Lisse. Hij ondergaat samen met tien andere Nederlandse gehandicapte kinderen van wie twee uit Nieuw-Vennep de zogenaamde Doman- therapie. Het idee, ontwikkeld door fysiotherapeut Glenn Doman, is simpel. Door middel van oefeningen worden de onbeschadigde hersencellen voortdurend geprikkeld. Door dit heel vaak en zoveel mogelijk te doen is de kans groot dat de onbeschadigde hersencellen de functie van de nabijgelegen beschadigde cellen overnemen. De voorstanders van de therapie zijn enthousiast, omdat vooruitgang waarneembaar is. Tevens geeft geloof in de therapie hoop voor de toekomst. ,,IIe who can inspire hope is the best physician", is de leuze van de therapie. De medische wereld staat sceptisch tegenover deze alternatieve Engelse behandelingsmethode. Het eventueel te behalen rendement weegt niet op tegen de immense moeite en inspanning, is de heersende mening. Honderddertig vrijwilligers zetten zich in voor hulp aan gehandicapte kleuter ls door de wol geverfde leken hel pen in Lisse 130 vrijwilligers mee aan het welzijn van de gehandi capte Ralph. Het 3-jarige kind wordt dagelijks van 's morgens half negen tot 's avonds kwart over zeven onderworpen aan een strak oe fenschema. Alleen zaterdagmiddag en zon dag heeft hij vrijaf. Dat de inspanningen van de helpers succes hebben, staat inmiddels vast. Ralph kan na anderhalf jaar Doman- therapie weer slikken, hij spuugt zelden of nooit meer en heeft meer hoofdbalans. Zijn spasticiteit is duidelijk verminderd. Doordat hij aan het einde van de dag zeer vermoeid is, slaapt hij als een blok en 'spookt' 's nachts niet meer. „We zijn hier met iets unieks be zig". Zaterdagmorgen half negen. Theo Schonk, Jedidjah Bieri en Ad Kuipers komen de therar ;pieruimte van Ralph Duivenvoorden op de zolder van de woning binnen. Twee uur lang zullen ze, de stopwatch in de hand, alle mo gelijke functies van Ralph van minuut tot mi nuut oefenen. Zoals zestig seconden in de (donkere kamer om de oog-reflex te activeren, anderhalve minuut handstimulatie, vijf maal (vijftien seconden massage van de rug en de nek. Als klokslag half elfde moeder van Ralph binnenkomt, heeft ze precies een half uur de tijd om Ralph eten te geven. Om elf uur komt een 'verse' ploeg vrijwilligers die het hele oe fenschema nogmaals uitvoert. „Het is spectaculair wat je hier ziet", vertelt vrijwilliger Theo. „Anderhalf jaar geleden zag ik Ralph als een jongen met heel mooie ogen die nergens op reageerde. Maar door allerlei oefeningen miljoenen keren te doen, zie je vooruitgang. Voor mij de stimulans om door te gaan. Ik heb geen medelijden met hem, dan zou ik onmiddellijk stoppen. Ik heb con tact met hem, hij lacht, hij huilt, hij is intelli gent". Hij huilt inderdaad als Theo voor de twee de keer probeert Ralph zijn hoofd op te laten richten. De eerste maal ging dit oefenonder deel zo goed, dat de drie vrijwilligers verrast reageerden. Een herhaling lijkt echter teveel van het goede en Ralphs ogen vullen zich met tranen. Theo houdt Ralph tegen zich aan en aait hem over het hoofd. Dat is de strikte afspraak van de ouders met de vrijwilligers. Als Ralph verdriet heeft, wordt hij getroost. Maar daarna gaan de oefeningen weer door, in hetzelfde tempo en met dezelfde regel maat. Theo: „Als hij doorkrijgt dat we stop pen als hij gaat huilen, is de therapie zo afge lopen". De vrijwilligers en de ouders benadrukken dat de intensieve therapie nooit en te nim mer een lijdensweg voor Ralph mag worden. Het programma is zwaar, soms te zwaar, want Ralph valt tijdens al dat geoefen regel matig in slaap. De moeder van Ralph, Conny Duivenvoorden: „We stoppen ermee als Ralph niet meer vooruitgaat of tijdens de oe feningen altijd zou huilen. Maar we gaan door met deze therapie zolang er progressie is waar te nemen en de vrijwilligers ons blij ven steunen". Als Ralph erg moe, verkouden of ziek is, wordt er even van het strakke sche ma afgeweken. BUND De mededeling dat er 'iets' goed fout zat met Ralph, kregen Conny en Rob Duivenvoorden toen hun zoon drie maanden oud was. De ouders hadden zich tot die dag ernstig zor gen gemaakt, dat wel, want Ralph kon op dat moment nog steeds niet zuigen en kreeg daardoor vrijwel geen melk naar binnen. Ook lachte hij nog niet en was hij in één weekein de („Hij deed toen niets anders dan huilen") blind geworden. De kinderarts onderkende aanvankelijk de problemen niet. Een week voor de fatale me dedeling van Ralphs handicap, had zij nog tegen Conny gezegd, dat ze zich nergens druk over moest maken: „Ralph is kernge zond, hij is alleen een slome". De arts spoor de Rob aan zijn vrouw een beetje in de gaten te houden. Ze had vermoedeijk last van een post natale depressie. Al die zorgen om Ralph waren niet reëel. Voor het echtpaar zelf kwam de medede ling dat Ralph meervoudig gehandicapt was niet uit de lucht vallen. Vanaf de geboorte was alles al zo'n beetje misgegaan. „Ralph heeft altijd botte, pure pech gehad en is de dupe van menselijk falen", zegt Rob. De me dische diagnose is dat Ralph voor, rond of vlak na de geboorte mogelijk geïnfecteerd is door een virus. De acute infectie heeft in ie der geval forse hersenbeschadiging bij hem opgeleverd. De zwangerschap verliep goed. Conny werkte tot zes weken voor de bevalling in een bejaardentehuis. Daarvoor had ze altijd als Z- verpleegkundige gewerkt. De geboorte kon digde zich donderdag 13 augustus 1987 aan. Het duurde echter nog een dag voordat de verloskundige het toestond dat Conny haar spreekuur zou bezoeken. Na een tweede on derzoek, op zaterdag, vond de vroedvrouw het nog steeds niet nodig de aanstaande ge boorte al te serieus te nemen en stuurde Conny terug naar huis. De verloskundige zou hiervoor later van de gynaecoloog een repri mande krijgen. MARSMANNETJE Conny en Rob gingen op eigen initiatief naar het Diaconessenhuis. Daar werden ze „fan tastisch" opgevangen door de dienstdoende gynaecoloog. Ralph werd zaterdagavond ge boren. „Hij leek wel een marsmannetje, hij zag helemaal groen". De eerste tien dagen dronk Ralph vlot, tot zeer vlot. Maar na ruim een week kon hij in eens niet meer zuigen en slikken en werden de maaltijdjes voor ouders en kind een opga-< ve. Elke voeding moest in minuscule porties worden opgedeeld. Ook was er geen enkele vooruitgang in zijn geestelijke en lichamelijke ontwikkeling: geen eerste lachje, geen optil len van het hoofd. Tot het cruciale moment van drie maan den was de pnzekerheid groot bij de ouders. Via de huisarts die het niet vertrouwde, kwa men ze met de baby bij een neuroloog in het ziekenhuis. Hij constateerde ernstige afwij kingen. Toch moest Conny zelf aandringen om de uitslag (op de gang) te horen. „Ergens wist je het wel, want ik heb zelf met gehandi capte Idnderen gewerkt. Ik bleef rustig en stelde maar vragen. Ik wilde ook dat hij Rob zou informeren". Rob over dat moment: „Ik was helemaal weg". De ouders namen, tegen de zin van het ziekenhuispersoneel, Ralph de volgende dag mee naar huis. Conny ging, eenmaal thuisge komen, met Ralph wandelen. We stoppen hem niet weg, hij hoort bij ons en en ik vlucht niet in mijn eigen huis, waren haar ge dachten. Rob over die periode: „Het begin van de dag was het ergste, je keek 's ochtends vroeg al uit naar de avond. Hoe kom ik de dag door?". Desalniettemin hebben ze er al les aan gedaan om van de eerste kerstmis met zijn drietjes iets gezelligs te maken, want: „Wat heeft Ralph aan twee huilende ouders?" SPIJT Eind 1988 kregen de ouders via een televisie uitzending de informatie over de Doman- therapie. „We zijn praktisch ingesteld en be sloten om dit te doen. We waren ervan over tuigd dat we spijt zouden krijgen als we deze mogelijkheid zouden laten lopen". Het duurde een half jaar voordat het echt paar met een doodzieke Ralph zou afreizen naar Engeland om in het instituut alle infor matie en training te krijgen. Tijdens de wachtperiode werd er in huize Duivenvoor Vrijwilligers Jedidjah Bieri en Theo Schonk aan het werk met Ralph. Van 's morgens half negen tot 's avonds kwart over zeven is Ralph onderworpen aan een strak oefenschema. FOTO DICK HOGEWONING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 41