Extra
De muskusrat blijft zijn gangen graven
Neuroloog in musea op zoek naar
oorsprong ziekte van Parkinson
Redact* 023-150239 PIET BERGHUIS Vormgeving: JAM KUNGE
RATTENTREK Tijdens de voor
jaarstrek zien muskusratten er niet te
gen op om van Flevoland naar Mar
ken te zwemmen. Dat is een van ma
nieren, waarop de dieren in een be
paald gebied infiltreren
NEUROLOOG prof drJ Lakke
zoekt in musea naar oude meesters
met daarop afbeeldingen van Park-
mson-patienten om te bewijzen, dat
de ziekte van Parkinson zich pas sinds
1800 voordoet.
30
IN DE STRUD tegen de muskusrat
gebruiken de vangers twee wapens
IJzeren fuiken en klemmen waarvan
de Coneybear-klem de bekendste is,
genoemd naar de Amenkaanse 'trap
per' Franklin Coneybear
Op pad met bestrijders 'dijk-ondermijnende' activiteiten
De rat schurkt zich in zijn warme nest. Hongerig scharrelt hij naar de uitgang
en duikt kopje onder om via zijn 'onderwatergang' het veilige hol te verlaten.
Vlak bij de uitgang zwemt ratlief met zijn neus tegen een metalen veertje en
met een doffe klap slaat de 'Coneybear' rattenklem dicht In één keer mors
dood. Buurman bisamrat heeft het een stuk benauwder. Die verkende de
nieuwe sloot en kwam onder water terecht in een metalen vangfuik. Naar
lucht happend slokt hij zijn longen vol slootwater. De doodskreet verlaat in
luchtbellen zijn bek.
'Diervriendelijk'
Op een ogenschijnlijk willekeurige plek
slapt de rattenvanger gehuld in een soort
waterdichte 'hansop' de sloot in en zakt on
middellijk tot aan het middel weg. Een
greep in het ijskoude water levert een Co
neybear rattenklem op met een exemplaar
van de muskusrat. Een dood vrouwtje. Op
den Velde demonstreert even de klem. Met
een venijnige kap slaat het apparaat dicht.
Een 'diervriendelijk' middel volgens Koos
Ootes. Veel vriendelijker dan een fuik. hoe
wel de meeste mensen daar in eerste in
stantie anders over denken. „Ik leg het
meestal zo uit. Als je in het donker een klap
in je nek krijgt, weet je niet wat er is ge
beurd en ben je in één keer morsdood.
Maar als je met je auto het kanaal in rijdt en
je er niet meer uit kunt komen, dan is dat
een veel benauwdere dood. Die klap in je
nek is de klem en de auto is de fuik..."
Een groot deel van de inspectie van klem
men en fuiken doen de rattenvangers per
boot. Bij het Bozenmeertje in de Belmer-
meerpolder wordt de boot te water gelaten
om wat fuiken te inspecteren. De fuiken
worden door de rattenvangers zelf gemaakt
en geplaatst in doorgaande sloten van trek-
routes en in PVC-pijpen die op een ingang
van een hol moeten lijken. Een sloot is hele
maal afgezet met gaas en er zijn drie ope
ningen met fuiken opengelaten. Geen rat
kan er hier meer door. Luc Op den Velde
stapt de prutsloot in en zakt diep weg in het
veen. De zompige ondergrond zorgt voor
zwaar werk bij het fuiken lichten en dit keer
voor niks. De fuiken zijn leeg. Een stukje
verder bij een imitatie-rattenhol is het be
ter. Ootes licht de fuik en trekt er twee ver
zopen muskusratten uit.
Keutels
De vangers speuren tijdens hun inspectie
kilometers slootkant en dijk af op zoek naar
verschijnselen die op de aanwezigheid van
muskusratten duiden, aangevreten planten
en verzakte, ondergraven oevers en uit
werpselen. Aan de keutels kunnen de rat
tenvangers zien om wat voor soort rat het
gaat. Bij de jacht op de rat zijn ze sterk af
hankelijk van meldingen van boeren, jagers
en zelfs stropers. Iedere melding wordt seri
eus genomen, hoewel de rattenvangers
meestal al aan de aard van de melding ho
ren dat het een bruine rat is. „Die is onge
vaarlijk voor dijken maar bij grote aantallen
Rattenvangers Koos Ootes uit Driehuizen
en Zaandammer Luc op den Velde legen
zonder een spoor van emotie de klemmen
en fuiken. De rattenlijkjes worden in de
boot gezwiept. Wemmen en fuiken worden
weer neergezet om nog meer muskusratten
naar de eeuwige jachtvelden te helpen. Tot
enige tijd terug was hun dienstbevel 'totale
uitroeiing van de muskusrat' maar tegen
woordig heet het 'de muskusrattenpopula-
tie tot een aanvaardbaar niveau terugbren
gen'. Daarvoor moet minstens tachtig pro
cent van de rattenbevolking worden uitge
moord. 'Dierenmishandeling, moord!' roept
de dierenbeschermer, terwijl de Dijkgraaf
liever alle ratten naar de andere wereld ziet
verdwijnen.
Geen echte rat
De muskusrat (eigenlijk een soort woelmuis
en geen echte rat) is een vijand van de
mens. Niet dat het beest de pest over
brengt, maar het beestje heeft twee graaf-
grage voorpoten. Daarmee verzet de rat per
jaar driekwart kubieke meter aarde doordat
hij (en zij) gangen graaft. En dat bij voor
keur in dijken want het beest wil een 'wa-
terslot' op zijn hol zodat indringers er niet
in kunnen. De ingang is onder water en het
hol zelf ligt een stuk hoger in de dijk. Ver
zakkingen van slootkanten en dijken waar
koeien de benen in breken, landbouwma
chines in vastlopen of als je de ratten
hun gang laat gaan dijken doorbreken
met overstromingen aJs gevolg.
Als je bedenkt dat een rat drie nesten per
jaar werpt met iedere keer een stuk of acht
nakomelingen, wordt het gevaar duidelijk.
Dat zijn ruim twintig ratten die ieder drie
kwart kuub aarde verplaatsen en ook ieder
(de dames dan) weer na een jaar drie nes
ten per jaar werpen. Vermenigvuldig dat
aantal weer met driekwart kuub aarde...
Noord-Holland is met zijn talloze polders
en droogmakerijen nog redelijk gevrijwaard
van de muskus- of bisamratten. Het gevaar
komt uit het zuiden des lands. In Utrecht
werden vorig jaar ruim 70.000 muskusrat
ten gevangen en in Zuid Holland 62.600. te
gen nog geen duizend (970) in heel Noord
Holland. „Maar ik vrees met grote vreze
voor Noord-Holland, zegt Op den Velde
halverwege een ochtendje rattenvangen.
„De kop van Noord-Holland had eerst he
lemaal geen last, maar ze komen nu in
steeds grotere aantallen. Mijn collega in het
zuidelijke rayon van Noord-Holland had
vorig jaar in het hele jaar 566 ratten en zit
nu al rond de 400. In maart hadden ze er in
één week 118. Het wordt steeds moeilijker
de instroom in Waterland en Zaanstreek te
gen te houden. Als ze de kans krijgen zich
ergens te vestigen, vermenigvuldigen ze
zich razendsnel."
Zwemmen
Wat de rattenvangers in de kop van Noord-
Holland vangen, is vooral 'instroom van
ratten'. Op dit moment is het voor-
jaars-trekseizoen waarbij de muskusratten
er niet voor schuwen om van Flevoland
naar Marken te zwemmen. Een belangrijke
drijfveer van de rattentrek is sex: het ram-
metje zoekt een moer. Het grootste deel
van 'de trek' leggen ze af door het water.
Belangrijke instroompunten zijn het Am
sterdam-Rijnkanaal. het Noordzeekanaal
bij Zaandam, bij Schellingwoude, Durger-
dam en De Nes bij Marken. Ootes en zijn
mannen vrezen dit najaar wederom een
grote trek van muskusratten en gaan voor
net eerst langs het gehele Noordzeekanaal
150 vangfuiken neerzetten om de ratten bij
deze 'waterlinie' een halt toe te roepen. „Na
de trekperiode gaan we de provincie in om
de ratten die er zijn doorgeglipt te vangen
en als er trek is, beginnen we in het najaar
weer van vooraf aan. Onze grote angst is
dat de rat doorgaat via de Amstel, de Ring
vaart van de Haarlemmermeer en het Am-
Mrl I )re. htk.maal We houden /e nu hem
den het Noordzeekanaal en we zijn bang
dat we dat kwijtraken."
In de strijd tegen de rat gebruiken de van
gers twee wapens. IJzeren fuiken en klem
men waarvan de Coneybear klem de be
kendste is. Dit Is een uitvinding van de
Amerikaanse 'trapper' Franklin Coneybear.
langs een sloot bij Durgerdam speurt Luc
op oen Velde de slootkanten af en stopt bij
een kuiltje. „Kijk hier heeft een hol van een
rat gezeten. Een bouw noemen we dat." En
hij trapt het gat wat dieper in. Tot halverwe
ge de dijk langs de sloot heeft de rat zich
een hol gegraven. „En dat Is een kleintje
van één enkele rat want een 'bouw' met
meer ratten is veel groter." In het water
drijven plantenresten, niks bijzonders maar
voor Op den Velde volop informatie voor de
aanwezigheid van ratten. Kijk deze is niet
door tanden afgeknabbeld maar door een
snavel, dat is dus nU;t van een rat. Wat de
muskusrat lust is watergentiaan, kalmoes
en waterlelies. Als dat los drijft weet je zeker
dat er muskusratten zijn."
Luc Op den Velde met een Conyebearklem waarin een muskusrat zit
een gevaar voor de volksgezondheid. De
bruine rat is niet voor ons. Als mensen zeg
gen 'ik zag een rat zwemmen met alleen
zijn snuit boven water', dan is dat een brui
ne rat. Maar als ze zeggen dat het leek alsof
er een kat voorbijzwom dan is het een mus
kusrat. Allebei de keren gaan we kijken
maar alleen in het laatste geval zet ik seri
eus klemmen want zo n bruine rat is voor
ons maar bijvangst."
De rattenvanger van Hameien spreekt tot
ieders verbeelding maar de rattenvanger
van Zaanstreek en Waterland zorgt er vol
gens Op den Velde toch voor dat mensen
bij het horen van zin beroep de wenkbrau
wen optrekken. „Veel mensen vinden rat
tenvanger maar een raar vak. Maar als wij
er mee zouden stoppen, zou je heel wat
dijkdoorbraken krijgen. Het is ook wel een
gek vak want ik vind de rat op zich een
mooi beest, zoals hij leeft en zijn holen en
winterbouwen (een bovengronds nest van
plantenresten en riet) maakt. Toch zal ik
hem zo doeltreffend mogelijk bestrijden.
Rattenvanger is een vak waar je voor moet
willen leven. Als ik bijvoorbeeld vrijdag
klemmen heb gezet dan ga ik zaterdag in
mijn vrije tijd toch even kijken. Dan wil ik
toch weten of ik wat gevangen heb.
Hoogleraar vermoedt nieuwe stoffen of virussen in ecosysteem als oorzaak
Koos Ootes licht een fuik met twee verzopen ratten.
AI bijna anderhalve eeuw probeert de we
tenschap de raadsels rond de ziekte van
Parkinson te ontrafelen. Tal van theorieën
zijn al op deze trilziekte losgelaten, maar
nog altijd kunnen de artsen geen zinnig
antwoord formuleren op de cruciale vraag
waardoor het in sneltreinvaart afsterven
van bepaalde hersencellen - het kenmerk
van Parkinson - bij mensen na het vijftigste
levensjaar wordt veroorzaakt.
In het Academisch Ziekenhuis in Gronin
gen experimenteren enkele neurochirurgen
met hersenceltransplantaties bij dieren.
Maar het zal zeker nog vele jaren duren eer
dergelijke transplantaties bij Parkinson-pa-
tiënten uitgevoerd kunnen worden en volle
dige genezing daardoor misschien mogelijk
wordt. Tot het zover is, bestaat de behande
ling hoofdzakelijk uit het toedienen van
medicamenten, al dan niet gecombineerd
met fysiotherapie.
„Vroeger Werden in het wilde weg allerhan
de vragen nagetrokken. Nu proberen we
vastomlijnde onderzoeksmodellen op te
stellen." zo geeft de Groningse neuroloog
prof. dr I. Lakke. een autoriteit op het ge
bied van Parkinson, een koerswijziging in
het wetenschappelijke onderzoek aan. I.ak-
ke zelf sleutelt ook aan zo n model, waarin
schilderijen van oude meesters en stoffige
archivalia een belangrijke rol spelen.
Wat heeft Rembrandts 'De barmhartige Sa
maritaan' met de ziekte van Parkinson te
maken? Volstrekt niets', zo meent de Lakke
stellig, hoewel vakgenoten daar anders over
denken. De lichaamshouding van de her
bergier die staat afgebeeld op deze ets uit
1630, vertoont volgens sommigen een van
de klassieke symptomen van de ziekte van
Parkinson, te weten een gebochelde rug.
Lakke. die in één oogopslag een Parkinson-
patiënt herkent, gelooft daar niet in. Hij
Een guswand met fuiken zet de sloot op een trekroute van de muskusratten compleet af. foto schrijft de kromme rug toe
hans van wiil Ie' vergroeiing.
Lakke's hypothese is, dat de ziekte van
Parkinson zich pas sinds de Franse Revolu
tie, dus pakweg na 1800, (op wijde schaal)
manifesteert. De ziekte van Parkinson werd
voor het eerst beschreven in 1817 door de
Britse arts James Parkinson. Er zijn welis
waar oudere beschrijvingen overgeleverd
van aandoeningen die sterk doen denken
aan Parkinson, onder meer een geschrift
van l-eonardo Da Vinei, maar volgens Lakke
betreft het in die gevallen andersoortige tril-
ziekten.
„Ik ben op die theorie gekomen, doordat ik
op schilderijen uit de tijd vóór 1800 geen af
beeldingen heb gezien van mensen die de
typische symptomen van de ziekte van
Parkinson hebben, zoals de grote ogen van
iemand die constant in opperste verbazing
verkeert, een gekromde houding en vingers
of handen die verwrongen zijn."
Het natuurhistorische bewijs van zijn stel
ling is niet alleen van belang voor de be
schrijving van de geschiedenis van Park
inson, maar zou tevens naar het oordeel
van de hoogleraar impliceren dat er sinds
1800 bepaalde stoffen of virussen in ons
ecosysteem terecht zijn gekomen die kun
nen leiden tot de gevreesde schud- of sid-
derverlamming. Lakke: .Aan de Industriële
Revolutie zijn al vaker allerlei kwalen toege
schreven." Hoe de verwekkers van Park
inson vervolgens geïdentificeerd kunnen
worden, is uiteraard een geheel ander cha
piter.
Prof. Lakke gaat ervan uit dat, als deze ziek
te reeds in het grijze verleden voorkwam, er
bij voorbeeld op schilderijen, tekeningen en
etsen Parkinson-patiënten afgebeeld moe
ten staan. Zijn speciale aandacht gaat daar
bij uit naar portretten. Zo is van Rembrandt
bekend dat hij in zijn werken natuurge
trouw lichaamshoudingen en gelaatsuit
drukkingen trachtte vast te leggen. De eer
der genoemde herbergier in 'De barmharti
ge Samaritaan' is daar een goed voorbeeld
Tijdens zijn talrijke bezoeken aan musea in
binnen- en buitenland heeft de Groningse
neuroloog evenwel nergens een afbeelding
van een Parkinson-patiënt aangetroffen.
„Een feit van betekenis," meent hij. „daar
bij moet je in ogenschouw nemen dat je te
genwoordig een kans van één op honderd
hebt om Parkinson te krijgen.
Ook oude manuscripten heeft prof. Lakke
in zijn research betrokken. „Handschriften
kunnen namelijk behulpzaam zijn bij het
opsporen van ziekten in vroeger tijd. Pa
tiënten met de ziekte van Parkinson bij
voorbeeld gaan kleiner schrijven (microgra
fie) en het penwerk wordt beverig."
Lakke vindt dat er veel te zeggen is voor de
idee dat in ons leefmilieu Parkinson-ver
wekkende stoffen of virussen aanwezig zijn.
„In de Verenigde Staten kregen op twee
verschillende plaatsen drugverslaafden die
een bepaalde soort heroïne hadden ge
bruikt. verschijnselen van de ziekte van
Parkinson. Het bleek dat bepaalde giftige
stoffen hersencellen var. de gebruikers ver
nietigden. Een ander voorbeeld is de ge
heimzinnige slaapziekte in Amerika in de
jaren twintig, die veroorzaakt werd door
een onbekend virus. Degenen die de ziekte
overleefden, vertoonden Parkinson-achtige
symptomen. En in Japan zijn plaatsen aan
te wijzen waar Parkinson veelvuldiger voor
komt dan elders in dat land.
Prof. Lakke erkent dat zijn onderzoek is
doorspekt met allerlei voetangels en klem
men. Niettemin wil hij de, op het eerste oog
obscure navorsingen in musea en ma
nuscripten voortzetten. Niet in de laatste
plaats om vast te stellen of de ziekte van
Parkinson - zoals vooralsnog wordt aange
nomen - gezien moet worden als een vroeg
tijdig verouderingsproces dan wel wordt
veroorzaakt door 'invloeden van buitenaf
die bij het bereiken van een bepaalde leef
tijd leiden tot een versnelde afbraak van
hersencellen.