van een De inkrimping swingend subcultuurtj e In Nederland houden de bandjes de rock 'n roll- scene bij elkaar en andersom PAGINA 22 EXTRA MAANDAG 18 MAART 1991 Dikke Dennis steekt zijn neus om de hoek van de deur. Eerst zijn buik, dan zijn neus. "Heb je die boxen gezien? Die horen ze vanavond aan de andere kant van de Schellingwoudebrug nog, man!" Willem Teunisse en Jan van Leeuwen lachen zich een kriek om Dennis, de rondbuikige skinhead die vetkuif werd. "Die is hier de laatste zes weken ook bij na dag en nacht in touw geweest", ver ontschuldigt Willem. "Hij loopt op z'n laatste benen. Bovendien moet hij van avond spelen. En we hebben zes weken niet gerepeteerd." Dennis, contra-bassist van The Flat Out Four, is een van de tientallen vrijwil ligers die de eerste weken van het nieu we jaar hebben besteed aan het opknap pen van hun tweede thuis: de Cruise Inn, Neerlands befaamdste rock 'n roll-café. Die opknapbeurt was hard nodig, erkent Willem. De houten keet aan het eind van de Amsterdamse Zeeburgerdijk oogde voorheen nu niet bepaald gastvrij, zacht gezegd. Sterker, er zijn verhalen bekend van zuiderburen die helemaal vanuit Belgenland naar het Brylcream-domein te Mokum waren gekoerst voor een op treden, maar ter plekke de drempel niet durfden nemen en terstond rechtsom keert maakten. Begrijpelijk Een beetje begrijpelijk vindt Willem het wel, die vrees, met al dat kille blauw aan de buitenkant, maar rockers zijn juist een vredelievend volk, betoogt hij. "Vraag maar aan het Leger des Heils, hiernaast. Die hebben heel wat koppen koffie geserveerd tijdens de verbou wing." Willem Teunisse (beroep: zingende cowboy in Ponypark Slagharen) is in zijn vrije tijd voorzitter van de Cruise Inn. Zelf hecht hij weinig waarde aan die sta tus. Iedereen die hier een goed idee heeft, krijgt dat gedaan, heet het. Maar er moet iémand zijn waar tegenaan gekletst kan worden, als er meer serieuze zaken in het geding zijn. Subsidies. Muziekver- gunningen. Biervoorraden. "De muziek is goed, maar lol is het be langrijkste in de rock 'n roll", verklaart Willem. "En vraag me niet waarom, want die vraag is me al zo vaak gesteld: Waar om hou je van rock 'n roll? Tja, waarom houdt een mens van kip met appelmoes? Snap je?" Jan van Leeuwen, disc-jockey in de Cruise Inn, drummer bij The Chessnuts, valt hem bij: "Rock 'n' roll oude stijl is gewoon feestmuziek. Ga maar na: als je op een feest komt en er wordt plotseling rock 'n roll gedraaid, staat binnen de kortste keren de dansvloer vol. Daarom wordt de muziek volgens mij zwaar on derschat". Mensen zijn het doemdenken beu, denkt de voorzitter. Misschien steken er achter rock 'n roll niet van die diepe ge dachten, maar 'bevrijdend' werkt de mu ziek in ieder geval, poneert hij: "Naden ken kun je thuis al genoeg". De heropeningsavond in de Cruise Inn vormt het levende bewijs van die door leefde wijsheid. Jong (opvallend veel) en oud mengen zich opgedoft en afge kamd tot een onbekommerde massa, die zich met graagte overgeeft aan mu ziek, sigaret, sigaar, cola en bier. Zelfs het garderobepersoneel vindt tussen het weghangen van de overjassen en het roosteren van de tosti's tijd genoeg om even een paar danspasjes te wagen. Reputatie De Cruise Inn heeft zo'n grote reputatie dat rock 'n roll-bandjes in de rij staan om er te spelen. De legendarische Ronnie Dawson liet zich al eens met liefde strik ken voor de luttele, bijna symbolische gage van honderdvijftig piek. "Zelfs als ik tijdens het seizoen in Slagharen zit, rij ik toch meestal effe naar de Cruise Inn, als er wat te doen is", vertelt Mark Gre- goire. "Having fun. As usual". Gregoire is in het seizoen 'manager' van het wild west-team, dat in het Pony- park bij wijze van attractie met cow boyhoed en indianentooi rond galop peert. (De baas van Willem Teunisse, dus.) Gregoire heeft zijn baantje in het pretpark min of meer overgehouden aan twee rock 'n roll-festivals, die hij er orga niseerde, zogeheten weekenders. De weekender is een driedaags mu ziekfestival, een Britse rock 'n roll-tradi- tie die vooral in kustplaatsen liefderijk en (vooral) vochtig in stand wordt gehou den. Vetkuiven en petticoats verzamelen zich bij duizenden op een vrijdag voor de eerste optredens en doen dan vervolgens verwoede pogingen in eén ruk de zon dagavond te halen. Van slapen komt wei nig, van drinken des te meer. Wanneer er in de kleine uurtjes geen band meer op de bühne staat, zijn er altijd nog wel een paar hotelkamers met een platenspeler te vinden. Bier mee en dóórfeesten. Legendarisch is het verhaal van een (ver)dronken rocker die tijdens zo'n weekender in het badplaatsje Hemsby met zijn auto de zee tegemoet reed, door slaap overmand werd en vervolgens met wagen en al aan de opkomende vloed ten prooi viel. Onderkant Ook Gregoire houdt wel van een feest. Desperate party's, bijvoorbeeld, ruige bijeenkomsten met 'vette' rock 'n roll, dikke auto's en kale loodsen, waar het re genwater van de daken druipt. "De onderkant van de rock 'n roll, zeg maar. Racen met auto's, natte straten. rotzooi, 'n Beetje James Dean-achtig. Al leen bier en Coca-Cola. en verder moetje je bek houden, want anders kun je 'n ram krijgen. Die sfeer". Niet bepaald de ambiance van een mag trouwens ook. Die bijnaam hield hij over aan een groene auto, waarin hij vroeger placht te rijden: The Frogmobi- le. "Eigenlijk ben ik helemaal niet com mercieel bezig", bekent hij. "Misschien hou ik dan aan de bemiddeling wat over. maar dat geld gaat meteen weer op aan andere activiteiten. En die kosten alleen maar geld. M'n ouders waren blij dat m'n broer en ik het huis uit trokken; ze wer den gèk van de telefoonrekening". Nelissen stopt al zijn vrije tijd in de tra ditionele rock 'n' roll. Van bijna alle bandjes uit het vaderlandse circuit een stuk of dertig houdt hij.(tevens vakbla den-publicist) bijvoorbeeld biografieën bij. Nieuwe sterren aan het firmament kunnen op zijn welgemeende interesse rekenen. Een briefje, een telefoontje. Ooit heeft hij gemeend het nationale aan bod eens te moeten boekstaven, maar die droom duurt nu al zo'n jaar of tien voort: "Een boek over Nederlandse rock 'n roll-bandjes is leuk, maar of er een markt voor is... Ik hoef er niet rijk van te wor den, maar je zult toch een redelijk aantal exemplaren moeten afzetten". De spijker op zijn kop. Ook Frank Ne lissen moet constateren dat de rock 'n roll-scene in Nederland weliswaar leeft, maar niet meer groeit. Na het internatio nale succes van bands als Matchbox en The Stray Cats, nu ruim tien jaar gele den, is de traditionele rock 'n roll in ie der geval in commerciéél opzicht uit het gehoor verdwenen. De kern blijft over: naar schatting hooguit vier- tot vijfhon derd enthousiasten die, zoals Mark Gre goire het uitdrukt, 'elke dag hun kuif kammen en voor het gevoel het vet erin doen'. Lol is het belangrijkste in de rock 'n roll. weekender. En zeker niet zoals Gregoire die tenslotte in Slagharen neerzette. Te gen de achtergrond van een heuse big band, BB The Nighttrain, liet hij een keur van rock 'n roll-artiesten opdraven. The Big Bill Turner Show, vernoemd naar de presentator, werd een door slaand succes. Repeteren was er haast niet bij, maar het klonk als een klok. Zelfs de oude meneer Bemboom, de gro te baas van het Slagharense pretspul, was met zijn eega blijven zitten tot de laatste noot wegstierf. We schrijven sep tember '89: de eerste rock 'n roll-week- ender op het vasteland van Europa is een feit. In Slagharen, of all places. "Duizend vetkuiven in zomerhuisjes, fantastisch was het. Uit alle hoeken van de wereld waren ze overgekomen. Rus land, Japan, de Verenigde Staten, noem maar op". Vorig jaar, bij de reprise, zat de begro ting al op anderhalve ton. Toen verklaar den ze hem zelfs bij het Ponypark voor gek, wanneer hij zijn hoofd ten derden male in de strop zou steken. Het aantal bezoekende vetkuiven was weliswaar opgelopen tot twaalfhonderd, maar daar van kwam amper een kwart uit Neder land. "Dan moet je jezelf afvragen of het nog wel zin heeft". Daarom wil Gregoire nu proberen zijn revue buiten het rock 'n roll-circuit te presenteren, als jaren vijftig-show. Wan neer alles meezit, heeft Tuschinski op 2 november de primeur. "Het is een stijl, de jaren vijftig. Heel aansprekend: enter tainment, spanning, film... Méér dan al leen rock 'n' roll. En dus interessant voor een groter publiek dan louter vetkui- Dat is nu precies wat Rick de Bruin, zanger/gitarist van het Tin Star Trio, Hol lands hottest rock 'n roll-band van het moment, zo dwars kan zitten. Voor de leek ben je tegenwoordig al een rocker, wanneer je een leren jack en puntschoe nen draagt. Schone schijn, dat is het. Hij kent ze wel, hoor, de bandjes die zich al leen voor het weekeind opdoffen en hun kuif in model leggen. Weekend-Elvissen, stuk voor stuk. Nu weer zo'n gosertje in Utrecht. Wil een rock 'n roll-bandje be ginnen, maar loopt er door de week hart stikke acid bij. Dat kan gewoon niet. Kar bonkels zijn het, in De Bruin-idioom. Neppers. Lui die er niet uit zien. Geen echte cats. "Het zit 'm niet alleen in de look", weet Rick. "Ik ben nu dertien jaar met rockabilly bezig en ik verdiep me er nog steeds in. Ik lees erover, ik knap ouwe gi taren op. Nu ben ik weer zo'n ouwe hand microfoon aan het oplappen. Zo ben je er voortdurend mee bezig". Grenzen Het leven is geen krentenbol, als front man van het Tin Star Trio. Zeker wan neer je jezelf tot een van de vijfentwintig echte cats in Nederland rekent (en je ként ze natuurlijk alle vijfentwintig), zijn er heel wat karbonkels. Niet voor niets is Rick in de echt verbonden met zangeres Esther van The Bugaloos. "De eerste avond bij haar thuis zag ik mijn favoriete plaat staan: 'Flying sau cers rock 'n roll' van Billy Riley. Toen wist ik dat zij de ware was". Hij beseft het zelf, hij is niet makkelijk, 'n Beetje arrogant, misschien wel. Maar dat mag, als je band alom geloofd en ge prezen wordt. Er komt een Engels knip seltje uit de portemonnee. Een recensie van een paar regels, waarin de eerste elpee van het Tin Star Trio ('Just before all hell breaks loose') een potentiële rock 'n roll-klassieker wordt genoemd. "Dat stukje heb ik altijd bij me". "Kijk, ik speel liever voor vijf man die authentiek zijn dan dat ik voor duizen den optreed die niet weten wat er ge beurt. Bij ons zul je geen 'Rock around the clock' of 'Blue suede shoes' horen, maar werk dat voor de meeste mensen obscuur is: Bobby Roberts, Big Sandy. Echte cats weten dat, kénnen dat werk. Dat neem ik de Cruise Inn ook niet in dank af. De tent liep een tijdje niet zo goed en nu proberen ze dat dansschool- publiek in huis te halen, ook door wat commerciëlere muziek te draaien. Maar zo vul je het ene gat met het andere: je krijgt er misschien wel wat publiek bij, maar de cats haken weer af. Ik ben vorige week nog even geweest. Normaal bleef ik tot zes uur 's morgens hangen, maar nu was ik om één uur al weg". Toch is de Cruise Inn, zoals Jan van Leeuwen een wandelende rock 'n roll- encyclopedie dat ziet, 'de laatste vluchthaven van een aparte cultuur'. Bolwerken als Rockin' Ballhouse in Utrecht, Happy Days in Rosmalen, wat is er toch van geworden? In Monster willen ze de West Coast Rockabilly weer nieuw leven inblazen. Daar had men graag het Tin Star Trio voor een avondje geboekt, maar de vier heren van het trio (de drum mer kwam er pas later bij, maar dat vond men geen reden om de naam in Tin Star Quartet te wijzigen: het klonk niet) heb ben over hun agenda weinig te klagen. Die stelt optredens in Duitsland, Zwit serland, Zweden en Engeland in het ver schiet. Optreden Engeland. De roemruchte weekender in Hemsby. nota bene. In mei. Niemand minder dan de grote Tom Ingram had op gebeld. Of die vier jongens uit Utrecht, Zeist en Woerden soms zin hadden. Zin? "Ik was er naartoe gekropen!", bezweert Rick. Vrijdagavond optreden, dus de rest van het weekend rustig je gang gaan. Optreden tussen je idolen en nog betaald krijgen óók. Een droom. Bovendien: wanneer zie je tegenwoordig nog 4500 cats bij elkaar? door Ton de Jong Lifestyle Misschien komt het wel, omdat de belij denis van rock 'n roll om volledige over gave vraagt, niets minder dan een aparte manier van leven. Dagelijks die spuug lokken achterover. Tatoeages, wellicht. Een passende garderobe. Frank Nelis sen, bibliothecaris van professie, ging vandaag naar zijn werk in een overhemd met de pontificale afbeelding van een jukebox op zijn rug. De collega's zijn er inmiddels aan gewend geraakt, zegt hij. "De echte rockers zijn fanatiek, heel fanatiek. Die rijden ook zonder klagen een paar honderd kilometer om een op treden bij te wonen.' Dat zijn de echte liefhebbers. Het klopt, die groep wordt niet groter, In de Cruise Inn kom je uit eindelijk toch steeds weer dezelfde ge zichten tegen. De meeste Nederlandse bandjes zijn ook al jaren bezig. The Cat- men bijvoorbeeld. Three Alley Cats, The Bugaloos... Er zijn nog wel mensen die nieuwe bandjes beginnen, maar het zijn er niet veel. De rek is er een beetje uit. De bandjes houden de scene zo'n beetje bij elkaar en andersom: zo lang er mensen komen kijken, blijven de bandjes spe len". Misschien is het een generatiekwestie, speculeert Frank. De meeste rockers van nu zijn toch gauw vijfentwintig of ouder. Wat daarna komt is een disco-generatie, meent hij: geen volk dat zich dertig jaar in de tijd terug laat zetten. Nee, het is hip hop around the clock geworden. "Ieder zijn smaak, maar intussen zit Count down er wél mee vol, dat hiphop-gedoe. Shakin' Stevens had de laatste jaren nog wel eens een hitje, maar verder is het uit rock 'n roll-oogpunt commercieel tegen woordig heel minimaal, allemaal". Weemoed Momenten van weemoedige overpein zing op het kantoor van Rebel Rock, rock 'n' roll-promotions, de zolder van een nieuwbouwwoning in Vlijmen, Brabant. Affiches en grijsgedraaide platen vech ten er tegen de tijd. Uitpuilende kasten, opbergdozen, een collectie trommelstok ken en losgeschoten bassnaren. Telefoonnummers. Nóg meer tele foonnummers. En geen weg terug. "Nee", luidt het verzoenend. "Het be heerst je hele leven. Het houdt jezelf in stand. Die muziek slaat je er doorheen. De contacten, de vrienden, dat plezier, daar kan ik jaren mee vooruit". We dalen af uit het walhalla. Onder aan de schuiftrap vraagt The Frog beleefd naar adres en telefoonnummer. De Stray Cats: tien jaar gele den internatio naal succes. De traditionele rock 'n roll is niet dood, zij leeft. Maar het aantal fakkeldragers taant. De Nederlandse scene kent bijna geen aanwas meer en nieuwe bandjes zijn ver te zoeken. Een swingende subcultuur wordt zor geloos ouder. Having fun, as usual: "Nadenken kun je thuis al genoeg". Zegt Rick, geruststellend: "In Enge land heb je haast geen karbonkels". Engeland, België, Duitsland, Frank rijk, Spanje, Finland, Zweden, Polen, Rusland of de Verenigde Staten: je hoeft Frank Nelissen na tien jaar niet meer te vertellen waar de echte cats (en de kar bonkels) huizen. Op zolder, in zijn eigen rock 'n roll-walhalla, staan namen, adressen en telefoonnummers uit het in ternationale wereldje bij honderden op kaartjes gerangschikt. De oogst van ruim tien jaar gelijkgestemde contacten, uit- eindelijK ontkiemd in Rebel Rock, rock 'n roll-promotions Frank Nelissen, part time rock 'n' roll-promotor. "Ik verzamel namen en telefoonnummers". Wie een rock 'n roll-bandje zoekt met een schele, zwaarlijvige drummer of een linkshandige contrabassist die een hand stand op de bas kan maken, moet Frank Nelissen bellen. Vragen naar The Frog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1991 | | pagina 22