'Een fusie is alle kleine clubs wel aan te raden' Melbi Raboen: 'Het was mijn eigen schuld' 'Dit Oranje voetbalt alleen nog in de krant' Bram Duk en Henk Piket zien bijna louter voordelen ZATERDAG 29 DECEMBER 1990 [•juDEJAARSBIJLAGE QEEEjjl PAGINA 27 Wat voor veel Nederlandse sportlief hebbers het hoogtepunt van het jaar had moeten worden, werd voor de meesten een 'afknapper' van de eerste orde. Met hooggespannen verwachtin gen was het Nederlands voetbalelftal naar Italië afgereisd om daar tijdens het WK te laten zien dat de twee jaar eerder behaalde Europese titel niet berustte op een toevalstreffer. Dat feest ging dus niet door. Oranje haalde slechts met grote moeite en ten koste van een voetbaldwerg als Egypte de tweede ronde om daarin roemloos ten onder te gaan tegen de latere we reldkampioen Westduitsland. Een groot deel van de goodwill, vergaard tij dens het EK in 1988, ging daarbij verlo- door Ad van Kaam De oorzaken van het collectieve falen zijn door de verschillende media breed uitgemeten. Duidelijk was dat het ge harrewar rond de positie van de bonds coach de zaak geen goed had gedaan, dat de motivatie van de vedetten al voor aanvang van het toernooi verre van optimaal was en dat de bemoeienis van allerlei buitenstaanders een louter negatieve uitwerking had op het resul taat. Ook de op het laatste moment opge roepen interim-coach Leo Beenhakker, die bij Real Madrid en Ajax intussen een aardige staat van dienst had opge bouwd, kreeg de ontspoorde trein niet meer op de rails. Oranje was verworden tot een praatgroep waar de fans uitein delijk 'doodziek' van werden. Teleurge steld wendde een goed deel van de sup porters zich af. Voor hen was na al het gekrakeel de maat vol. Ziek Eén van degenen die nog altijd goed ziek is van de flop van het jaar is Leide- naar Wim van Wanrooy. Hij stond tot voor kort te boek als een Oranje-sup porter pur sang, iemand die stad en land afreisde om het Nederlands elftal te zien spelen. Hij was er bij tijdens het EK in Duitsland, betaalde op de zwarte markt in München een paar honderd gulden voor een finaleplaats, miste in de aanloop naar het WK geen wedstrijd en stond ook op Sicilië bij het ope ningsduel tegen Egypte vooraan om Oranje vocaal te ondersteunen. Kortom, hij spaarde kosten noch moei te om deel te kunnen uitmaken van het legioen. Wat hem betreft is dat nu voor lopig voorbij. Portugal uit, de eerste kwalificatie wedstrijd voor het EK'92 in Zweden, sloeg hij over. Griekenland thuis kon van hem gestolen worden en aan een tripje naar Malta - vroeger een 'must' - heeft hij niet eens gedacht. "Nee", zegt de man die vroeger als rechtsachter bij Unitas Leiden gevreesd was om zijn tackles, "voor mij hoeft het niet meer. En ik ben blijkbaar niet de enige die er zo over denkt", zo verwijst hij naar de thuiswedstrijd tegen de Grieken. "Ik geloof dat er toen 35.000 plaatsen onbe zet bleven in de Kuip. Nou, dat is dus in jaren niet voorgekomen. Een teken aan de wand. Supporters zijn niet gek, ook al denken ze dat misschien bij de KNVB". Simpel Zijn voornaamste grief is dat er tegen woordig meer wordt gepraat dan ge voetbald. "Het is niet'leuk meer zo. Ie dereen is zich met het elftal gaan be moeien, de spelers incluis. Ik ben daar misschien simpel in, maar voor mij be paalt een coach gewoon de opstelling en daarmee basta. Ik denk ook dat het wat dat betreft onder Libregts al fout is gegaan. Sindsdien wordt er alleen nog maar geouwehoerd. Ze voetballen in de krant, niet meer op het veld". Een andere zaak die hem steekt is de atmosfeer rond het hele voetbalgebeu- ren. "Maar dat", zo zegt hij, "is natuur lijk niet van de laatste tijd. Dat gedoe met die relschoppers bij het voetbal staat me totaal niet aan. Het is niks dat een stel gasten rotzooi wil trappen, maar ze verzieken wel de boel voor ons, de echte liefhebbers. Ik weet nog dat ik met een paar jongens naar Zaragoza - Ajax ben geweest. Moesten we, voordat we het stadion in mochten, uit voorzorg eerst anderhalf uur in die bus blijven zitten. Dat is toch belachelijk, dat het zo moet. Nee, wat dat betreft was het vroe ger veel gezelliger. Lekker naar een wedstrijdje, pintje pakken en weer naar huis. Ook wat dat aangaat is het voetbal er niet op vooruitgegaan", aldus Van Wanrooy, die namens vele van zijn met gezellen zegt te spreken. Druppel Hoewel hij momenteel door die rand verschijnselen behoorlijk is afgeknapt op zijn favoriete sport, sluit Van Wan rooy desondanks niet uit dat hij in de toekomst mogelijkerwijs de draad weer oppikt. "Kijk", zegt hij, "ik ben natuurlijk gewoon gek op dit spelletje. Het zou best kunnen dat ik straks toch weer ga kijken. Maar dat WK, waar trouwens over de hele linie weinig te genieten viel, dat zit me toch dwars. Dat was nou net de druppel. Ik hoop dat die spelers onderhand eens begrij pen dat ze al dat vele geld, dat ze verdie nen, aan de supporters te danken heb ben. Laat ze daar nou eens gewoon voor gaan werken. En ophouden met praten. Dan kom ik misschien weer kijken". In één jaar is Leiden maar liefst vier voetbalverenigingen kwijtgeraakt. Weliswaar kwamen er in 1990 ook twee nieuwe Leidse fusieclubs bij, maar de tijd van ZLC, Oranje Groen, LDWS en Unitas Leiden komt nooit meer terug. FC Rijnland en UDWS zijn de verenigingen van de toekomst. Na een beginperiode waarin de sentimenten een voortvarende start nog wel eens in de weg stonden, lijken alle betrokkenen nu overtuigd te zijn van de voor delen. Het ter ziele gaan van Oranje Groen verschilt duidelijk van het 'afster ven' van de andere fuseerders. De voormalige Boshuizerkade-club was vóór het met ZLC in zee ging klein, maar kerngezond. Het bestuur van voorzitter Bram Duk had de zaken zo goed voor elkaar dat Oranje Groen nog jaren verder kon. Toch stemde de vereniging zonder aarzeling in met een fusie. Duk zelf deed een stap terug en werd vice-voorzitter van FC Rijn land, dat de ZLC-velden aan de Smaragdlaan in de Morsch ging bespelen. door Rob van der Zanden en Tim Brouwer de Koning Bram Duk: "In feite was het met Oranje Groen een aflopende zaak". (foto Loek Zuyderduin) "Eigenlijk mis ik mijn buren nog het meest". Bram Duk (64) pijnigt zijn her sens als hij nadelen van de fusie van Oranje Groen met ZLC moet bedenken. "Aan de Boshuizerkade hadden we voor al met VNA een goede band. Maar aan de Morsch hebben we ook geen klagen. Met de voetballers van Leiden en de rugbyers van DIOK werkt FC Rijnland prettig sa men". Het wekt geen bevreemding dat Duk meer voordelen dan nadelen van de fusie kan opsommen. Immers, hoe gezond Oranje Groen ook was, Duk keek verder dan zijn neus lang was. Regeren is voor uitzien. "Vrijwel zonder jeugd en met steeds minder seniorenelftallen zag de toekomst er voor Oranje Groen somber uit. In feite was het een aflopende zaak. Dan kun je dank zij je goede penning meester wel een financieel surplus heb ben, maar het gaat uiteindelijk toch om de mensen. Die hadden we nauwelijks meer. Bovendien konden we een mooie prijs maken voor ons clubhuis. We heb ben geen rotzooi achtergelaten". Duk vindt dat hij niet slechter is ge worden van de fusie. Ook al moest hij in functie een stapje terug, omdat 'fusielei der' Wim de Koning (ex-ZLC) de nieuwe vereniging aanvoert. Oranje Groen lever de de secretaris, de penningmeester en Duk werd vice-voorzitter. "Die hamer mis ik nauwelijks", aldus Duk. "De Ko ning is een persoonlijkheid, ik ben aan het afbouwen. Ik beschouw het niet als een degradatie. Bovendien blijven er nog genoeg taken voor mij over. Mocht De Koning vanwege drukke werkzaamhe den halverwege het jaar onverhoopt op stappen. dan ken ik mijn verantwoorde lijkheid. Een eventueel voorzitterschap zal ik dan aanvaarden". Groeners Zoals Duk het na zijn pensionering als beroepsmilitair ook op zich nam om Jan van Meijden bij Oranje Groen op te vol gen. "In 1981 heb ik mij aangemeld. Ik wilde wat gaan doen voor mijn 'jongens', die allemaal bij Oranje Groen voetbal den: twee zonen, twee dochters, een schoonzoon, een kleinzoon en een klein dochter. Ik heb altijd gezegd en dat zeg ik nog: je hebt Groeners en Groeners. Mensen die vanaf de oprichting lid wa ren, hield je natuurlijk steeds minder over. Aan mijn vrouw merk ik hoe diep de wortels van ons oude clubje zitten. Als mensen haar vragen waar ik uithang, antwoordt zij steevast: 'bij Oranje Groen'. Zij komt ook wel eens bij FC Rijnland, maar die naam wil er bij haar maar niet in". Ook de nieuwe vereniging moet het in bestuurlijk opzicht hoofdzakelijk van de oudere generatie hebben. "Aanvankelijk had ik mij voorgenomen op mijn zestig ste te stoppen. Maar ik weet hoe moeilijk het tegenwoordig is om aan jonge kader leden te komen. Wat dat betreft valt de inbreng van oud-ZLC'ers bij Rijnland mij tegen. Ik verwijt niemand wat, maar de evenementencommissie heeft nog precies dezelfde samenstelling als bij Oranje Groen. Dat heeft ook zijn voorde len. Een kaartavond bij Rijnland is net zo gezellig als het klaverjassen bij Oranje Groen. En de groepjesvorming in de kan tine wordt ook al minder. Dat slijt door het samenspelen". Buurtclub Om de verrichtingen van FC Rijnland ga de te slaan, mag Duk niet stoppen als hij langs de Boshuizerkade rijdt. Andere 'Groeners' laten het voetbalveld op zon dagmiddag echter voor wat het is. "Dat klopt. Oranje Groen was een echte buurt club. Wie geen eigen vervoer heeft gaat niet helemaal naar de Morsch lopen om naar Rijnland te kijken. Ik denk dat vijf of zes mensen om die reden hebben afge haakt. Dat waren geen leden, maar om wonende supporters. Die rolden bij wij ze van spreken zo van het veld hun bed in. Zij zullen nu waarschijnlijk op zon dag bij VNA zitten. Voor sommige leden uit die buurt regelen we zelfs het ver- "Want dat is waar: Oranje Groen zat ge worteld aan de Boshuizerkade. Ons oude clubhuis wordt nu nauwelijks meer be nut. Het is een dood element. Het staat daar maar, met de gordijnen dicht. Ik denk dat VNA ons wel zal missen. We konden altijd bij elkaar terecht voor een pak suiker of een krat bier. Je zou het heimwee kunnen noemen. Maar ik wil nu niet meer aan de Kade denken. Onze toekomst ligt bij FC Rijnland". UDWS Tegelijk met FC Rijnland zag aan het eind van vorig seizoen nog een andere fu sieclub het levenslicht. Hier was het sce nario voor de oprichting snel geschre ven. In een tijdsbestek van vier weken werd de samenwerking tussen LDWS (van 1927) en Unitas Leiden (1932) er doorgedrukt. De democratische spelre gels werden keurig nageleefd, maar van een denkpauze of periode van bezinning was weinig sprake tijdens het fusiepro- Spijt van zijn daad? Nee, geen don- tere haar op het karakteristieke loofd die daaraan ook maar een se- :onde heeft gedacht. Melbi Raboen duldt geen oppositie en trekt bij het geringste zuchtje tegenwind zijn :onclusies. Ook al heet de club Quick Boys. Hij deed het bij zijn vo- 'ige verenigingen en ook op die ge denkwaardige maandag in oktober /olgde Raboen zijn gevoel. Wegwe zen dus, nadat was gebleken dat de breuk met de door hem beledigde achterban onherstelbaar was be schadigd. Melbi Raboen vindt het bijna drie maanden na dato vreselijk jammer dat hij niet meer in de heilige tempel van het amateurvoetbal, Nieuw Zuid dus, mag werken. Maar wat ge weest is, is geweest. 'Katwijk' is nu sen gesloten boek. Raboen leverde sen aantal lezenswaardige bijdra gen, kwam vervolgens in aanvaring met de achterban en stapte, princi pieel en recht-door-zee als-ie is, mid den in het seizoen op. Club, spelers, achterban en buitenstaanders ont hutst achterlatend. door Rob Onderwater Melbi Raboen was aflopen jaar dus weer eens bezig. Aanvankelijk in uiterst posi tieve zin, want hij voerde met Quick Boys voor Pasen de ranglijst aan met vijl punten voorsprong. Naderhand in nega tieve zin. Dat de Haagse oefenmeester met Quick Boys uiteindelijk de zo be geerde titel miste na een aantal spraak makende uitglijders, werd hem door de achterban nog vergeven. Raboen kreeg de zegen voor een nieuw seizoen, maar het samenwerkingsverband met de za terdagclub bleef slechts vijf competitie duels in tact. Op 1 oktober werd het con tract tussen Raboen en Quick Boys ver scheurd. Op verzoek van de traiper. Hij kon ook moeilijk anders. Wie in Katwijk de fami lies Aandewiel en Pluimgraaff te kijk zet, graaft zijn eigen graf. "Het was ook mijn eigen schuld", bekent Melbi Raboen nu. "En ik ben de grote verliezer, dat besef ik maar al te goed. Maar zo zit Melbi Ra boen nu eenmaal in elkaar. Ik kan geen concessies doen en ik laat me nooit mani puleren". In dit verband is het opzienbarend dat bestuur en spelers nauwelijks een rol in de besluitvorming van Raboen hebben gespeeld. Directe oorzaak van zijn op stappen was de ruzie met Leen Aande wiel, een man die emotioneel zeer be trokken is bij Quick Boys. Raboen vond dat Aandewiel 'te ver' ging met zijn 'aan wijzingen'. De trainer reageerde zijn frustraties af in een ochtendblad en kreeg vervolgens een woedend bestuur op zijn dak. Raboen: "Ik heb bij veel clubs gewerkt. Bij UVS had je ook fami lies die het altijd beter wisten dan de trai ner. Maar ik heb het nergens heviger meegemaakt dan bij Quick Boys. Daar zijn ze bovendien niet eerlijk". De achterban in de ogen van Raboen dus als de grote boosdoener. Is de in vloed van die zogenaamde betweters in derdaad zo groot? De clubliefde van de altijd omvangrijke supportersschare gaat in elk geval ver. Quick Boys wordt door honderden fans gevolgd. Van Hoek tot Harkema. Dick van Rijn is zo'n sup porter. Iemand met een blauwwit ge kleurd hart. Een aanhanger die zijn club dit seizoen een forse som 'sponsorgeld' toestopte, maar die weigert van de bijbe horende faciliteiten gebruik te maken. De twee kuipstoelen op de overdekte tri bune zijn aan hem niet besteed, evenmin als het gratis biertje in de bestuurska mer. Z n pilsje koopt-ie in de kantine. Uitwedstrijden volgt Van Rijn, in een steevast met bier en zeebanket geladen bus, elke zaterdag met een aantal ex- o Loek Zuyderduin). coryfeeën, zoals Floor van Duyn senior en Leen Aandewiel. Weer of geen weer, in voor en tegenspoed. "Die mensen", vindt Van Rijn, "heb ben het recht om iets tegen de trainer te zeggen. De club is tenslotte van ons. En de trainer moet daar maar tegen kunnen. Als er wordt gewonnen, wordt er ook wat tegen 'm gezegd, dus moet-ie ook tegen kritiek kunnen. Dat gebeurt overal, en bij Quick Boys wordt er nou eenmaal sterk met de club meegeleefd. Hoe dat komt? Dat gaat gewoon vanzelf. En zeg nou zelf: het is toch een schitterende am biance op Nieuw Zuid. Ik heb vroeger bij Katwijk gevoetbald, maar daar word ik niet graag meer aan herinnerd. Voor mij zou het een regelrechte ramp zijn als Kat wijk kampioen zou worden. Weet je wat het meest frustrerende is? Dat ze het zo goed doen met die jongens van Quick Boys. Dan heb ik liever nog Rijnsburg als kampioen". Melbi Raboen heeft in de ogen van Van Rijn niet gefaald, maar maakte in de (ver loren) derby tegen Katwijk een onver geeflijke fout. De trainer zette Gert Aan dewiel op de reservebank. "Dat had Ra boen nooit moeten doen. Dat hij een zoon van Leen is heeft er niks mee te ma ken, maar Gert is gewoon de beste van het elftal. Raboen wilde met die daad Leen Aandewiel kwetsen en dan ben je toch verkeerd bezig. Kijk, ik vind ook dat Leen soms te snel met zijn mening komt, maar het is toch aan de trainer wat hij daarmee doet. Dat gepraat over een zoge naamde vijfde colonne vind ik onzin. Die is er niet. Zeikerds zijn er wel. Maar daar moet de trainer bovenstaan". Hans van der Zee, de huidige oefen- meester van IJsselmeervogels, vond tij dens zijn driejarig verblijf op Nieuw Zuid veelvuldig Leen Aandewiel tegen over zich. Anders dan Melbi Raboen kon de Amsterdammer het goed met mister- Quiék Boys vinden. "Omdat die man vanwege zijn verleden gewoon recht van spreken heeft. En hij had altijd nuttige tips. Behalve dan wanneer het om zijn zoon ging. Dan verloor hij de realiteit wel eens uit het oog, verder heb ik altijd leu ke discussies met 'm gevoerd". Bij zijn huidige club zegt Van der Zee te maken te hebben met een aanmerke lijk kritischer achterban. "Bij Quick Boys is het mij allemaal best meegeval len. Ze zijn kritisch in Katwijk, maar niet extreem. Natuurlijk heb je er een paar domme supporters tussen zitten, maar die moet je negeren. In Spakenburg is het veel moeilijker. Die club heeft veel meer successen gekend dan Quick Boys. Dan komen er automatisch meer verha len over hoe goed het vroeger allemaal wel was. Die heb je maar te pikken, want je moet als trainer nooit uit het oog ver liezen dat jij er voor de club bent en niet andersom". Van der Zee hield zich dus staande in Katwijk, waar Raboen op de klippen liep. De Hagenaar heeft inmiddels weer onderdak. Hoofdklasser Wilhelmus klopte bij hem aan om de op een ver keerd spoor geraakte ploeg weer op de rails te krijgen. Ruim twee maanden was Raboen 'werkloos', maar als hij had ge wild dan had hij twee weken na zijn ge ruchtmakende daad al een baan gehad. Hij poeierde een zaterdagtweedeklasser af om ten opzichte van Quick Boys niet ongeloofwaardig over te komen. Tot het einde van het seizoen blijft hij als trouble-shooter verbonden aan Wil helmus. Na de winterstop komt hij met de Voorburgse club UVS weer tegen, de club die hij nog steeds een warm hart toedraagt. "UVS. Een prachtige club, ik kom er nog graag. Maar ik laat het alle maal maar op me afkomen. Met Wilhel mus heb ik afgesproken dat ik dit sei zoen afmaak en dat ik voor komend jaar op zoek ga naar een andere club". Keus genoeg, volgens hem. Het had ook anders kunnen lopen. Ra boen: "Als ik had gewild dan had ik nog zo twee jaar bij Quick Boys kunnen zit ten. Zoveel krediet had ik opgebouwd". "Maar goed ook", zegt Henk Piket, nu secretaris van de nieuwe vereniging UDWS. "De leden hadden nu weinig tijd om erover te gaan lullen. Want dan krijg je toch weer valse sentimenten en vervol gens gaan mensen twijfelen. Terwijl het zo klaar als een klontje was dat we moes ten samengaan. Het water was beide clubs tot aan de lippen gestegen". Vele toeschouwers, vooral bij collega clubs, riepen dat er 'van twee zieke clubs geen gezonde vereniging kan worden ge maakt', maar LDWS en Unitas bewezen het tegendeel. De hoge schulden van de partners werden gesaneerd en er ont stond een nieuwe vierdeklasser met een gezonde Financiële basis en veertien elf tallen. "Ik ga nu weer met plezier naar het veld op zondag", zegt Joop Voskuyl, die secretaris was van Unitas en nu tweede secretaris is bij UDWS. "Dat was op het laatst bij Unitas wel eens anders. Het ging echt niet langer zo. De schulden lie pen maar op. We duwden ons hoofd steeds verder in de strop. Dan gaat de lol er snel af. We hebben natuurlijk ook ge leerd van het verleden. We zijn met een schone lei begonnen en moeten niet de fouten maken die LDWS en Unitas heb ben gemaakt. Gelukkig hebben we nu ook drie boekhouders in het bestuur". Er was nog een andere reden waarom UDWS zo snel ontstond. Veel LDWS'ers hadden weinig emotionele banden met sportpark De Vliet. De verhuizing naar het veld en de kantine van Unitas aan de Boshuizerkade was meer een terugkeer naar het oude nest inplaats van een vlucht uit het eigen nest. Onder het mom van 'we zijn weer thuis' vonden vooral de oudere leden het zelfs nog prettig ook. Ze zaten bovendien weer in de bewoonde wereld. Piket: "Daarbij zijn er ook nog eens veel voetballers die minder clubbanden hebben dan je denkt. Er liepen bij LDWS veel spelers die al vier clubs hadden versleten. Een overgang van LDWS naar UDWS is dan een kleine stap voor ze. Dus al met al zijn er niet veel mensen die moeite hadden met de fusie". Parochie Maar Piket kan voor eigen parochie pre ken, daarmee spreekt hij nog niet voor al le leden. "Natuurlijk, dat weet ik ook wel. Maar als ik mensen zou kennen die nog steeds moeite hebben met de fusie dan zou ik het zeggen. Echt. Er zijn vol gens mij geen mensen meer die er niet achter staan. In het begin wel. Er waren types die uit principe niet meer kwamen kijken. Ze hadden toch nog die nostalgi sche gedachte en konden het niet over hun hart krijgen om UDWS aan te moe digen. Dat waren vaak ereleden van LDWS. Na een half jaar is dat allemaal bijgedraaid. Ze komen weer gewoon en staan er zelfs om acht uur 's ochtends al. Ze zijn helemaal om, alleen wat later dan de rest misschien". Voskuyl: "Er zijn altijd van die kleine plooien die je glad moet strijken. Als be stuurders waren we het snel eens, we gingen met vier Unitas-mensen en vijf van UDWS in een negen koppen tellend bestuur zitten. Maar dan komen de af spraken over zaken als kantine-dienst, clubblad en dat soort zaken. Daar ben je in eerste instantie nog niet zo mee bezig. Dan hoorde je van een LDWS'er 'ik ga bij Unitas die kantine niet schoon maken, bekijk het'. Van die dingen. Maar dat gaat snel over. Je hebt natuurlijk nu dub belfuncties. dat werkt prima. We hebben meteen nadat de fusie beklonken was een grote feestavond gegeven voor alle medewerkers en vrijwilligers. Dat was een succes. Het klikte meteen". Nog steeds wordt UDWS vooral gezien als het nieuwe LDWS, alleen al vanwege de naam die bijna overeenkomt met de oude titel. Volgens Piket is dat niet te recht. "We zijn immers ingetrokken bij Unitas, zo moetje het zien. Dat beeld van een overname door LDWS ontstaat denk ik vooral op sportief gebied. Inderdaad, er spelen vooral oud-LDWS'ers in het eerste en tweede van UDWS. Maar dat is logisch, LDWS was een derdeklasser en Unitas Leiden kon met veel moeite een afdelingsteam op de been brengen". Tweeslachtig De samenstelling van de selectie en de trainerstaf was ook snel rond. Cees Vermeulen (LDWS) werd eerste trainer en Mat Keereweer (Unitas) jeugdtrainer. Zoals bekend stapte Vermeulen enkele weken geleden op. Keereweer had wei nig zin in het leiderschap en VDWS moest op zoek. Leo de Jong werd bena derd net als Jan Bekkering, nadat ëerder Siem van der Ham niet bereid bleek Uit eindelijk is tweede-elftalspeler John Verschoor de verantwoordelijke man ge worden voor de rest van het seizoen. De problemen tussen Vermeulen en de spelers werden al snel met de fusie in verband gebracht. "Dat vond ik jam mer", zegt Piket. "Want die twee zaken hebben immers niets met elkaar te ma ken. Maar er wordt al snel gezegd 'kijk, het botert niet tussen spelers van de twee oude clubs'. Dat speelde helemaal niet". Piket zit na een half jaar met een twee slachtig gevoel. "Ik kan alle clubs die problemen hebben een fusie aanraden. Echt, het gaat voortreffelijk. Aan de an dere kant: als alle kleine clubs in Leiden straks fuseren moeten we elke week naar Alphen en omstreken om een tegenstan der te vinden. Da's minder hè".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 27