hL School op stelten Het geknakte vertrouwen in de Alphense horeca Een desperate poging om de TGV te remmen ZATERDAG 29 DECEMBER 1990 pmn UDEJAARSBIJLAGE PAGINA 25 Nog altijd krijgt Eric Buschgens, directeur van de Alphense J.F. Kennedy- school, een wrange smaak in de mond zodra hij terugdenkt aan de lange, he te zomer die hij achter zich heeft. Niet alleen de openbare basisschool stond ter discussie, ook zijn functioneren. Buschgens ("Ik neem aan dat ik mijn achternaam niet hoef te spellen, de hele regio schrijft 'm sinds deze zaak fout loos") zegt er absoluut geen behoefte aan te hebben om terug te blikken. "Oh nee, alstublieft niet". Na lang praten stemt hij alsnog toe. Maar in geen geval gaat hij op de foto. "Het gaat niet om mij. Het gaat om de school". door Letty Stam Het begon allemaal heel gewoon. "Na een basisschool in Utrecht, bijna tien jaar voortgezet onderwijs en twee basis scholen in Zoetermeer en Pijnacker wil de ik wat anders", vertelt Buschgens. Op zoek naar een baan op een lagere school viel zijn oog op de advertentie van de Kennedyschool. Gezocht werd naar een opvolger van de gepensioneerde direc teur Segaar. "De grootte van de Kenne dyschool bood mogelijkheden om op on derwijskundig gebied ideeën te verwe zenlijken. En de organisatiestructuur sprak mij aan". "Zo heb je op elke groep hier een eigen leerkracht. Daarnaast is er nog een do cent in deeltijd aanwezig, die ofwel aan dacht schenkt aan snellere ofwel aan langzamere leerlingen ofwel remedial teaching-lessen geeft. Dat is op een klei ne school vrijwel niet mogelijk, omdat je zo goed als dichtgeroosterd bent. Mijn eerste indruk was, en dat is nog steeds zo, ook zeer positief'. Dat bleek weder zijds, want Buschgens benoeming was begin 1989 een feit en zou per 1 novem ber ingaan. "Het schooljaar was opgezet door Se gaar. Het voordeel daarvan was dat de mensen rustig en heel geleidelijk kon den wennen aan de nieuwe situatie. Ik vergelijk een school wel eens met een jas, maar dan wel een jas op maat. Een jas die na wat passen en meten in elkaar moet worden gezet, oppassen voor spelden dus. Je moet kennismaken met iedereen: met de kinderen, het team, de ouders, het bevoegd gezag en met de inspectie. Ik begon het schooljaar in een relatief druk ke tijd vlak voor Sinterklaas en kerst. Het was mijn bedoeling daarna verder te kijken. Jammer genoeg kwam het daar niet van". Emoties Buschgens doelt op het conflict dat vlak voor de zomer losbarstte. Inzet van de strijd, tja, wat was dat eigenlijk? Harde, concrete feiten ontbraken, emoties wa ren er te over. En die vertroebelden ern stig het zicht op de kwestie; verdeelden de gelederen. Docenten meldden zich ziek. En vele ouders, in totaal goed voor 190 leerlingen, dreigden hun kind van school te halen. Oud-onderwijsinspecteur J. Smit on derzoekt de zaak en concludeert dat de zaak eigenlijk is terug te voeren op één grote communicatiestoornis. Emotione le en relationele problemen spelen "een zeer grote rol". De oud-inspecteur signa leert van weerskanten onwil en onmacht tussen directeur en docenten om nor maal met elkaar om te gaan. Smit spreekt ook van botsende verwachtingspatro nen. Uiteindelijk houdt het merendeel van de ouders hun kinderen op de Kennedy- school, 51 leerlingen vertrekken naar an dere scholen en 5 leraren blijven ziek. De gemeente heeft een pakket maatregelen in petto om de rust en de continuïteit te waarborgen. Zo wordt oud-Bosparkdi- recteur A. de Wit "intermediair, praat paal en aanleunpunt", zoals wethouder A. Hommes (VVD/onderwijs) het om schrijft. Buschgens krijgt management ondersteuning. En zowel hij als zijn teamleden volgen daarnaast een cursus communicatietechnieken. De maatrege len werpen hun vruchten af: iedereen spreekt weer normaal met elkaar en de directeur, zijn team en de ouders hebben volop vertrouwen in elkaar en hun school. Kaken In de zomervakantie vlogen de beschul digingen voornamelijk heen doch niet weer. Waar de ouders hun mond open trokken, daar klemden Buschgens en de gemeente de kaken stijf opeen. "Ik heb steeds mijn mond gehouden", zegt de di recteur. "Ik wilde de pers niet als derde partij. En ik had er ook geen behoefte aan. Ik heb het me niet persoonlijk aan getrokken. Ik heb steeds gedacht: 'voor wie zit ik hier? Voor Eric Buschgens of voor de school". In het nog jonge schooljaar zijn ze op de Kennedyschool hard bezig geweest met het uitdeuken van het als goed be kend staande imago. "En dat gaat prima. Ouders lopen de school weer zonder al lerlei zorgen in en uit. De contacten zijn goed. We trekken kinderen uit heel Al phen aan den Rijn, van Ridderveld tot Kerk en Zanen. Geregeld staan er oud leerlingen op de stoep die hun kind ook hier willen plaatsen. De kwaliteit van on ze school is ook nooit in het geding ge weest". Uiterst terughoudend vertelt Buschgens dat juist om die kwaliteit een aantal ouders hun kinderen inmiddels heeft teruggeplaatst op de Kennedy school. "Kortom: het gaat goed met de Kenne dyschool. Ik kan het ook niet meer op brengen om terug te kijken. We hebben eigenlijk een jaar verloren voordat we als team met elkaar konden lezen en schrij ven. Het is gelukkig nu allemaal historie. De dag van vandaag en morgen zijn, ze ker vanuit ons vak gezien, veel interes santer". Niet zonder humor vertelt hij over het project dat het team heeft uitgestippeld voor het nieuwe kalenderjaar. "Het gaat over van alles, van milieu tot biologie. En weet je hoe het heet? Van een mug een olifant maken". De bewoners betalen uiteindelijk het drinkgelag. Zo ongeveer staan veel mensen tegenover de in het Alphense centrum gesitueerde kroegen, en voor al tegenover de bezoekers ervan. Vooral in de eerste helft van 1990 ontston den er veel problemen tussen horeca en bewoners. Kroegbezoekers, uitba ters en centrumbewoners kwamen grimmig tegenover elkaar te staan. De klachten zijn zo oud als de wereld: aangeschoten jongeren die branieschop pen op tijdstippen dat het andere deel van de bevolking wil slapen; jongeren die vernielingen plegen, maar vooral ook problemen hebben met hun eigen waterhuishouding als gevolg van overmatig drankgebruik. De laatste maan den zijn er minder klachten. Kroegbazen hebben zo hun eigen plan getrok ken om de overlast binnen de perken te houden. Daarnaast kent Alphen sinds een maand de vrije sluitingstijden, waaraan gekoppeld de strenge maatregel daf er na 1.30 uur op vrijdag en zaterdag geen bezoekers meer mo gen worden toegelaten. Het is sindsdien vanaf 1.30 uur rustiger in het Al phense centrum. Anneke en Dick Quint in hun bedrijf Dick'sies aan de Hooftstraat in Alphen aan den Rijn. (foto Ben de Bruyn) door Henk van der Post De Alphense kroegbazen zijn het ver trouwen van de bevolking kwijt geraakt. Dat moet de komende maanden worden teruggewonnen. Hoewel er inmiddels minder overlast is in het Alphense cen trum, willen Anneke en Dick Quint van jazzcafé Dick'sies aan de Hooftstraat de komende periode vooral daarvoor benut ten: "Het is nog 'te vroeg om definitief uitspraken te doen. De proefperiode is net begonnen". Dat vertrouwen in de horeca is flink geschokt. Een handjevol bezoekers zorg de de eerste helft van dit jaar voor veel overlast. Sommige centrumbewoners spraken van terreur. De aan de Hooft straat woonachtige en werkzame huis arts Hertzberger schreef zelfs een brief aan de inspecteur voor de volksgezond heid, omdat hij zich vanwege de overlast ernstig belemmerd voelde in de uitoefe ning van zijn functie. Quint vindt dat horeca-ondernemers verantwoordelijk zijn voor hun eigen to ko. En dat geldt niet alleen voor wat er binnen gebeurt, dat geldt ook voor het buitengebeuren. Een sussend woord, een verzoek tot stilte of een waarschu wing, het hoort er allemaal bij om de overlast voor buurtbewoners te beper ken. Quint bestempelt de Alphense hore- cabezoékers als een goed publiek, "maar er zitten altijd een paar raddraaiers tus sen. Sommige dingen kun je niet voorko- Het jazzcafé heeft ondanks de vrije sluitingstijden nog steeds als huisregel dat de zaak om drie uur dicht gaat. "Ach, het zal best eens een keer later worden. Maar je kunt niet een paar nachten ach ter elkaar doordraaien tot zes uur 's mor gens. Dat red je niet. De volgende dag moet de zaak ook gewoon weer open". In tegenstelling tot vroeger moet de deur nu om 1.30 uur dicht zijn. Dick Quint (51) heeft de indruk dat dat aan de vroege kant is: "Je merkt dat mensen zich soms moeten haasten om voor dat tijdstip een kroeg in te komen. Bijvoorbeeld wan neer zij uit de nachtfilm komen of naar een een laat concert zijn geweest. Dan moet er soms een tussensprintje worden getrokken, willen de klanten voor 1.30 uur binnen zijn". De laatkomers lopen ook het risico dat ze verplicht zijn te blijven hangen in een kroeg of discotheek waar het niet echt gezellig is. Het is na 1.30 uur niet meer mogelijk om naar een andere horecagele genheid te verkassen. "Het is na dat tijd stip ook een stuk rustiger in het Alphen se centrum. Ik hoor taxichauffeurs er over klagen. Na half twee is het alleen nog maar mensen halen, terwijl er vroe ger tot laat in de nacht ook mensen per taxi naar de kroegen werden gereden". Het uit Koudekerk afkomstige horeca- echtpaar heeft trouwens de indruk dat niet op grote schaal gebruik wordt ge maakt van de vrije sluitingstijden: "Vroeger mocht het niet en bleven zaken soms stiekem open. Dat had een bepaal de sfeer. Maar nu het mag, lijken weini gen er echt trek in te hebben". Zelf volgt Quint ook nog het oude rit me, zij het dat de deur eerder op slot gaat. "Maar om twee uur begin ik langzaam af te bouwen om te bewerkstelligen dat ik drie uur leeg ben. Ik heb er zelf altijd moeite mee gehad om een kroeg binnen een kwartier leeg te loodsen. Daar moet je meer tijd voor nemen. Dat is pretti ger". Langer open blijven betekent in de ogen van Quint trouwens niet dat er meer geld wordt verdiend: "Als je het om 1.30 uur nog niet hebt verdiend, dan kun je het na die tijd wel vergeten. Bij wijzi ging van sluitingstijden verandert meestal alleen het uitgaanspatroon. Mensen gaan dan later van huis of juist eerder, zoals in Noordwijk waar het slui tingsuur in het weekeinde is vervroegd tot 1.00 uur. Diezelfde horeca-bezoekers gaan niet ineens meer geld uitgeven voor hun vertier". Het is vrijdag en zaterdag druk in de Alphense horeca. Sommige zaken zitten mudvol en maakt het voor vele Alphena- ren minder aantrekkelijk om in de eigen stad uit te gaan. "Dat is een veelgehoorde klacht van Alphenaren. Ze vinden dat de mogelijkheden te gering zijn. Ik hoor een paar keer per week van klanten dat ik ei genlijk mijn zaak moet uitbreiden. Dat zeggen ze dan bijvoorbeeld omdat ze er op een zaterdagavond niet in konden. Soms heb ik zoveel volk binnen dat ik ruim voor het verplichte sluitingsuur mijn deur dicht moet gooien. Alphen kent te weinig horecagelegenehden. Voor een stad van ruim 60.000 mensen, een stad die nog groeit, moeten er veel meer horeca-zaken komen". De wens van Anneke en Dick Quint is dan ook dat er meer horeca in Alphen aan den Rijn komt. Dat verlangen is voor een aantal Alphenaren erger dan vloeken in de kerk. Het (nog?) ongerepte dorpsgezicht van Koudekerk aan den Rijn, waar geen mens op de komst van de TGV zit te Wachten. <foto Ben de Bruyn) Niemand gelooft echt in de komst van de flitstrein. Al worden de mo gelijke trajecten voor de hogesnel heidstrein tussen Parijs en Amster dam nog druk bekeken en bespro ken, van ernst is geen sprake. Zeker het meest oostelijke tracé, dwars door het Zuidhollandse Groene Hart, wordt als absurd beschouwd. Wie gooit in hemelsnaam het hele polderlandschap op zijn kop voor een paar minuten tijdwinst? door Hans Koenekoop In 1987 verscheen een eerste notitie over de hogesnelheidstrein, het Hollandse zusje van de Franse train a grande vites- se (TGV). In Frankrijk razen deze treinen met 300 kilometer per uur tussen grote steden als Parijs, Lyon en Tours. Het leek het ministerie van verkeer en water staat wel wat om zo'n snelheidsmonster ook binnen de eigen landsgrenzen te hebben. Vanuit Amsterdam zou de reizi ger in twee uur tijd naar Parijs treinen. Nu nog duurt die reis vijf uur. Hoewel menigeen onder de indruk raakte van het prestigieuze voornemen, was er ook hevige schrik. Vooral toen de mogelijke tracés op kaart kwamen, vreesden de gemeentebestuurders van Benthuizen, Hazerswoude, Koudekerk, Woubrugge en Alkemade. Zij zagen op het meest oostelijke tracé kilometerslan ge spoordijken getekend dwars door hun polders. Bovendien doemde ter hoogte van Koudekerk een negen meter hoge spoorbrug over de Oude Rijn op en een half zo hoge spoorbrug over de Kromme Does bij Hoogmade. Unaniem verwierpen zij dit tracé als een onaanvaardbare aantasting van het landschap. De spoorlijn zou ten koste gaan van prachtige'vogelweide- en stilte- gebieden en het Groene Hart pijnlijk doorklieven. En dan nog maar gezwegen over het kabaal dat een voorbijrazende TGV produceert. Nu, aan het einde van 1990, staan de bezwaren van de gemeen ten nog altijd recht overeind. Het minis terie heeft immers nog geen uitverkoren tracé. Naar verwachting gaat pas vol gend jaar om deze tijd de Tweede Kamer zich buigen over een zogeheten 'planolo gische kernbeslissing'. Milieu Milieu-instanties hebben nog maar wei nig van zich laten horen. Terwijl zij de mond voortdurend vol van kritiek heb ben over de nieuwe rijksweg 11, hullen zij zich in stilzwijgen over de TGV. Tast de TGV het landschap niet minstens even erg aan? "Natuurlijk wel", reageert Menko Wiersma van de Milieufederatie Zuid- Holland, "alleen wij geloven niet dat de regering zo dom is om een compleet nieuwe spoorlijn door het Groene Hart aan te leggen. De kosten zullen zo vrese lijk hoog zijn, dat geld heeft de regering niet". Financieel gezien acht Wiersma dit tra cé dan ook gespeend van enige realiteits zin. "De milieufederatie heeft gepleit voor de aanleg van het TGV-spoor langs de bestaande spoorrails tussen Rotter dam, Den Haag en Amsterdam. De trein kan dan weliswaar niet zo hard rijden, maar stopt wel in Den Haag, het rege ringscentrum. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de vele miljarden gul dens voor de aanleg van een compleet nieuwe spoorbaan opwegen tegen een tijdwinst van misschien twintig minu ten", aldus Wiersma. "In principe zijn wij voorstander van de TGV. Het is een verbetering van het openbaar vervoer. Echter, de gelden voor een TGV mogen niet ten koste gaan van andere openbaar-vervoervoorzienin- gen. Zoals we dat tracé door het Groene Hart bezien, is dat wel het geval. Naar ons inzicht zijn er best tracés te verzin nen die wel milieu- en landschapsvrien delijk zijn. Een tracé dat het polderland schap verder versnippert wijzen we in elk geval faliekant van de hand". Eenzelfde geluid valt te beluisteren bij de Werkgroep Milieubeheer in Leiden. "Heel erg inhoudelijk hebben we ons nog niet bemoeid met de tracés. Daar is eerst een afgeronde milieu-effect rap portage (MER) voor nodig en die is nog niet gereed. Over het algemeen zien wij de noodzaak van een nieuwe spoorlijn niet. Ons inziens biedt de bestaande spoorlijn voldoende soelaas om de TGV snel en regelmatig te laten rijden", ver telt Evert Meelis van de werkgroep. "Wij zijn ook geen voorstander van een spoorlijn langs de bestaande rijksweg A4. Zo'n TGV moet hard gaan en mag zo min mogelijk bochten nemen. Dat bete kent dat een spoorlijn langs de A4 alsnog op afstand van de weg wordt aangelegd en een flinke versnippering van het land schap veroorzaakt. Vooral in de buurt van Leiderdorp zou een brede strook in het dorp moeten wijken. Tevens vragen wij ons ook af of het niet meer zin heeft om kostbaar gemeenschapsgeld uit te geven aan andere voorzieningen van openbaar vervoer. Maar we tillen niet zo zwaar aan dit plan. Er moet wel heel erg veel overtuigingskracht uit die MER spreken om dit tracé goed te keuren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 25