'Als presentator is het moeilijk om jezelf te blijven'
Met dank aan de dino's
'Nu kan m'n hond
weer gras vreten'
Geen spijt
De flitsend snelle tv-carrière van de Leidse student Menno ('Op jacht naar de vos') Bentveld
Leidse vuilverbranding gesloten
Nationaal Natuurhistorisch Museum op keerpunt
Menno Bentveld: 'Je bent leuk of lullig'.
(foto Loek Zuydcrduin)
Veel jongeren dromen er van, maar Lei-
denaar Menno Bentveld zegt er zelfs
nooit aan te hebben gedacht dat hij ooit
een televisieprogramma zou maken voor
Veronica. Vorig jaar verscheen hij voor
het eerst op de buis in Club Veronica
Compleet, een jongerenprogramma dat
rond de klok van zes werd uitgezonden.
Sinds enkele weken staat Menno Bent
veld evenwel op 'prime-time' gepro
grammeerd met het spelprogramma 'Op
jacht naar de vos'. Dat heet een flitsend
snelle carrière, in Veronica-jargon.
door Jan Rijsdam
De 23-jarige student blijft er heel nuchter
onder. "Televisie is een enorm meesle
pend medium. Je krijgt er een grandioze
kick van. Maar ik laat me niet gek ma
ken. Je kunt in televisieland heel hoog
vliegen, maar ook hard vallen", zo is hij
zich bewust. "Door daarmee rekening te
houden zal ik misschien wat minder
hard vallen, als het ervan komt. Voorlo
pig gaat het goed en vind ik het gewoon
allemaal ontzettend leuk wat ik doe".
Het begon vorig jaar toen Menno Bent
veld door een vriend werd gevraagd een
screentest te doen. "Daar ben ik door
heen gerold", vertelt hij. "Ik heb aan tien
programma's van Club Veronica Com
pleet meegewerkt. Daarna zei Veronica:
"Gegroet, we hebben je adres en als we je
nodig hebben hoor je wel van ons. Toen
ben ik gewoon weer gaan studeren. Ik
studeer kunstbeleid en management, en
dat doe ik ook ontzettend graag. Voorop
staat dat ik mijn studie wil afmaken en
mij niet te snel wil laten meeslepen door
het hele televisiegebeuren. Ik vind het
een heel leuke ervaring, en fantastisch
dat ik de kans krijg. Maar, het is niet zo
dat ik er alles voor over heb om met mijn
kop op de tv te komen. Die televisie-erva
ring is uniek, maar studeren zie ik ook als
een voorrecht".
"Vraag mij niet naar m'n ambities,
waar ik heen wil of wat ik over 5 jaar zal
doen, want dat weet ik niet. Ik heb altijd
een heleboel dingen tegelijk gedaan en
dat wil ik blijven doen. Iets wat ik ontzet
tend graag doe is toneelspelen. Met een
aantal oud-leerlingen van de Vlietschans
hebben we het Rondtheater opgericht.
Momenteel speel ik de rol van Rodolpho,
een Italiaanse immigrant in 'Van de brug
af gezien', een stuk van Arthur Miller.
Het is niet zo, nu ik op televisie voor een
miljoenenpubliek sta, dat toneel voor
een zaaltje met 40 man niet leuk meer is".
"Televisie is gewoon anders. De kijker
hoeft zich helemaal niet te verplaatsen in
mensen en de dingen die gebeuren. Bij
wat er op de planken gebeurt, met toneel,
moet dat wel. Op televisie zien mensen
alleen de krenten uit de pap. De pap zelf
zien ze niet en interesseert ze niet, maar
die is wel belangrijk omdat de krenten
daarin drijven".
"Wat ik zelf bij televisiemaken ervaar
is dat het heel moeilijk is om nuances aan
te brengen, integer te zijn en jezelf te blij
ven. Zo'n spelprogramma vinden men
sen al gauw stom. En, als presentator
krijg je snel een etiket opgedrukt. Je
bent leuk of je bent een lui. Zelf dacht ik
ook altijd zo over al die presentatoren
van spelletjes en kwissen en kraakte ik
de boel ook wel af', lacht hij. "Ik weet ge
woon dat er nu op die manier ook naar
mij wordt gekeken".
Menno Bentveld zegt niet het gevoel te
hebben dat hij thans een keuze maakt
voor het leven. "Met m'n studie, televi
sie-ervaring en andere belangstelling
kan ik nog alle kanten op. Momenteel
doe ik twee programma's voor Veronica.
'De Baanbreker', op donderdagmiddag,
is een educatief programma waarin we
informatie geven en jonge mensen en
thousiast proberen te maken voor oplei
dingen en bedrijfstakken waarin een gi
gantisch tekort bestaat aan arbeids
krachten. Dat is een programma waar ik
helemaal achter sta".
"Op jacht naar de vos (7 weken op de
donderdagavond) is heel wat anders. Het
is een onwijs grote produktie waar heel
veel mensen aan meewerken. Dat is heel
enthousiasmerend. Ik leer er ontzettend
veel van. In het spelprogramma draait
het om drie kandidaten die de vos moe
ten vinden. Het leuke van de vos, die ik
gestalte geef, is dat ik een beetje een rol
kan spelen".
"Een probleem van Club Veronica
Compleet vond ik dat het allemaal zo
kort moest zijn. Vier minuten voor een
interview, die waren zo voorbij. Toen
vroeg ik mij weieens af; waar ben ik mee
bezig".
"Wat ik zelf een goed programma vind
is 'Het Klokhuis'. "Dat is waanzinnig
goed. Zo'n kinder- of jeugdprogramma
maken is iets wat ik ontzettend graag zou
willen doen. Verder vind ik heel moeilijk
te zeggen waar ik heen wil. Het zal altijd
wel iets met kunst en cultuur te maken
hebben. Dat is m'n belangrijkste inter-
resse".
"Eigenlijk heb ik nooit gedacht dat ik
voor een omroep als Veronica zo'n spel
programma zou maken. Ik voelde mij ab
soluut niet verbonden met dat flits-flits-
gedoe van Veronica. Maar nu ik zie hoe
mensen daar met hun vak bezig zijn, hoe
jonge mensen kansen worden geboden
is dat ontzettend interressant. Boven
dien vind ik het wel leuk om m'n neus er
gens in te steken waarvan ik eerst dacht:
getverdemme. Ik trek mij niet zoveel aan
van wat mensen van mij of van het pro
gramma vinden. Het belangrijkste is wat
ik er zelf van vind".
Van de kijkcijfers ligt Menno Bentveld
evenmin wakker. "Het is natuurlijk wel
zo dat het programma wordt gemaakt
voor een groot publiek. Als dat niet lukt
vind ik het jammer, maar dan denk ik
niet dat ik, of het programma, niet goed
was. Ik vind de 'Jacht op de vos' een leuk
programma en leuk om te doen. Maar, ik
wil het allemaal wel blijven relativeren.
Mijn ambitie is in elk geval niet om de
grote spelletjesman van Veronica te wor
den".
Naast de vuilverbranding in Leiden wonen was in de jaren '60 en '70 hele
maal niet erg. Het vrolijke soms witte, soms donkerder, rookpluimpje uit de
schoorsteen was zelfs wel gemakkelijk als je er met de fiets op uit moest. Je
kon zo vanuit huis zien of je wind tegen of mee zou hebben. En dat er uit die
hoge pijp wel eens schadelijke stoffen zouden kunnen komen, kwam in nie-
mands hoofd op. "Je dacht toen, wat de overheid doet dat is wel goed", zegt
een van de omwonenden.
Interim-directeur De Caluwé bij een afgietsel van een maanvis.
(foto Henk Bouwman)
Het aloude Nationaal Natuurhistorisch Museum in Leiden is de laatste jaren
een stuk dynamischer geworden, vindt interim-directeur A. de Caluwé. Hij
is vanaf 1988 bezig geweest om organisatie en personeel van het museum, dat
nu nog in verschillende gebouwen in de binnenstad gehuisvest is, voor te be
reiden op de geheel anders opgezette Nationaal Natuurhistorische Presenta
tie. Dit jaar viel de beslissing; het Rijk stelt voor een volledig nieuw museum
80 miljoen ter beschikking. Daarvan wordt de komende jaren in en vooral
rond het Pesthuis het grootste museum van Nederland neergezet. "Het gaat
volgens de huidige planning in 1995 open, we gaan nu architecten ontwerpen
laten indienen. De toegangsprijs zal vermoedelijk gemiddeld vijf gulden be
dragen", aldus De Caluwé wiens interim-taak er over vier, vijf maanden op
zit. "Maar ik blijf wel betrokken bij de bouw".
door Emiel Fangmann
Twee en een half jaar geleden stapte de
oud-directeur van de Openbare Biblio
theek als zelfstandig interim-manager in
opdracht van het ministerie van WVC
het museum binnen. "Ze zeiden: Zo, De
Caluwé, jij komt hier veranderen wat al
180 jaar gaat zoals het gaat?'. Ik zei: nee,
ik kom kijken of jullie bereid en in staat
zijn een en ander te veranderen. Ik denk
dat dat voor het voorbestaan van het mu
seum essentieel is. Die boodschap is
goed opgepakt". De Caluwé noemt zich
'een typische veranderaar'. Zijn bureau
dat aan interim-management doet op het
gebied van cultuur en wetenschap bege
leidde ook de reorganisatie van het
Openluchtmuseum en grote bibliothe
ken als Maastricht, Breda en Arnhem.
Leiden werd na een strijd met Am
sterdam door het Rijk aangewezen
voor de grote Nationaal Natuurhistori
sche Presentatie, die rond het Pesthuis
wordt gebouwd. Het Rijksmuseum voor
Geologie en Mineralogie aan de Hoog
landse Kerkgracht en het enorme Rijks
museum voor Natuurlijke Historie bij
Raamsteeg en Garenmarkt worden even
eens in het nieuwe complex onderge
bracht.
Met name de verhuizing van het laatste
museum heeft veel voeten in de aarde.
Het is al sinds het begin van deze eeuw
vooral een wetenschappelijk museum
met enorme depots en zonder tentoon
stellingen. De Bengaalse tijger, de Zuid-
afrikaanse blauwbok en de Japanse wolf
zijn er, opgezet, slechts op afspraak te
zien. Het museum moet nu een meer pu
bliekgerichte instelling worden.
"Het nieuwe museum wordt een open
huis van kennis der natuur. Er komen
niet als in de oude stijl bijvoorbeeld kas
ten met 25 verschillende soorten vleer
muizen te staan. De bezoeker moet met
hart en ziel kennis maken met alle pro
cessen in de natuur. En om dat te berei
ken zullen we onder meer dramaturgen
voor advies bij de inrichting aantrek
ken", verklaart De Caluwé.
"De samenleving en de overheid stel
len andere eisen. Wil je blijvend geld krij
gen, dan zul je je wetenschappelijk werk
in dienst moeten stellen van die samenle
ving. En dan blijkt men dus bereid 80
miljoen neer te tellen. Het museum is er
nu van overtuigd dat men moet verande
ren, zodat er in de gangen een gedonder
jaag van jewelste is, in de positieve zin.
Er heerst een enorme bedrijvigheid; er
zijn dertig projectgroepen ingesteld, die
allemaal een onderdeeltje van het nieu
we museum voorbereiden".
Natuurhistorische musea in het bui
tenland zijn daar populairder dan kunst
musea, weet De Caluwé. "In het nieuwe
jaar laten we een onderzoek naar bezoe
kersaantallen doen. Maar de Presentatie
moet geschikt zijn voor zowel de dagjes
toerist als de wetenschappelijke onder
zoeker".
Daarom krijgen bibliotheken, con
gresruimten voor natuur- en milieupro
blematiek, een groot restaurant, een ont
dekhoek voor kinderen, een natuurinfor-
matiesysteem met databestanden en
voorlichting van onder meer het ministe
rie van landbouw in het museum een
plaats. Een tuin wordt aan Nederlandse
landschappen, en aan de natuurontwik
keling binnen het stadsleven gewijd. Het
huidige Pesthuis telt twee a drieduizend
vierkante meter vloeroppervlak, na de
nieuwbouw is er 25 duizend vierkante
meter, waarvan zesduizend voor ten
toonstellingen. De eerste paal gaat begin
1992 de grond in. Dat zijn de plannen.
De Caluwé: "Wij willen laten zien hoe
het natuurlijk evenwicht op de aarde er
door Willem Spierdijk
De bouw van de installatie in 1965 kun
nen nog enkele buurtbewoners zich her
inneren. Ook dat eigenlijk niemand zich
er druk over maakte. "Inspraak? Nee,
dat was er nog niet in die tijd. Ik heb zelfs
nauwelijks iets van de bouwwerkzaam
heden gemerkt. Op een gegeven moment
begon dat ding gewoon te draaien. Nog
niet dag en nacht zoals later, maar ge
woon tussen negen en vijf uur" zegt
buurtbewoner Koos Los.
Wantrouwen
Ook toen het betonnen gevaarte langs
de spoorlijn Leiden - Haarlem wat hinder
begon op te leveren, beseften nog niet
veel bewoners van de wijk dat het wel
eens niet pluis zou kunnen zijn met dat
vrolijke rookpluimpje uit de schoor
steen. Polyester bootjes die in de Haar
lemmertrekvaart lagen, begonnen zwar
te brandvlekjes te vertonen en omwo
nenden moesten steeds vaker hun ramen
wassen omdat er roet neersloeg.
Theo Janssens, toen opbouwwerker in
uit ziet en alles wat daarmee samenhangt
en wat het eventueel verstoort. Ja, ook
aan verschijnselen als de turbokoe uit
het bioscience park wordt aandacht be
steed. Ik wil geen moreel oordeel vellen
over de risicovolle biotechnologie. De
mens is een factor in de natuur, die zelf in
die natuur kan ingrijpen. De turbokoe is
daar het gevolg van en gaat tot de natuur
lijke historie behoren".
Architectenbureau Verheijen, Heuer
en Haan ontwierp reeds een volumestu
die om de grootte van de nieuwbouw te
bepalen. In een glazen overloop boven
de Darwinweg zal zeer waarschijnlijk het
skelet van de in april dit jaar op Terschel
ling aangespoelde potvis te zien zijn. Ook
vanuit de trein.
De Caluwé merkt over dat zoogdier op:
"De ribben en botten zijn inmiddels
schoon, en, inderdaad, de vijf meter gro
te schedel geurt nog hier op de binnen
plaats aan de Garenmarkt. De natuur
moet verder het werk doen".
Maar 1990 was voor het museum voor
al het jaar van de dino's. Terugkijkend
merkt De Caluwé op: "Het was voor ons
een testcase. Als we van te voren hadden
geweten, dat er zo'n grote massale be
langstelling zou zijn, hadden we het mis
schien niet gedaan, niet aangedurfd.
Maar het geeft vertrouwen (fat de organi
satie zo flexibel aangepast kon worden".
Nu de kosten en baten-analyse van de
dino-tentoonstelling voltooid is, kan de
interim-directeur de winst uittellen. "We
hebben er de eerste aanbetaling voor een
echt skelet van een dinosaurus aan over
gehouden. Dat skelet wordt nu in Ameri
ka uitgegraven. Want de winst van de
tentoonstelling bedroeg uiteindelijk
drie, vier ton. Op de nieuwe tentoonstel
ling krijgt dat eerste dinosauriërskelet
van Nederland natuurlijk een ereplaats".
het buurthuis Groenoord, was de eerste
die een gezonde dosis wantrouwen aan
de dag legde. Hij wees ook het buurtco-
mité Groenoord op de mogelijk gevaar
lijke uitstoot van die opvallende schoor
steen aan de Gabriël Metzustraat. Met
het buurtcomité Merenwijk werd een be
zwaarschrift ingediend tegen het ver
strekken van een hinderwetvergunning.
De strijd tegen de Leidse vuilverbran
ding was begonnen.
De zorgeloosheid van veel direct om
wonenden van de vuilverbranding ver
dween. Zij keken niet meer naar de rook
pluim uit de schoorsteen om te zien of ze
wind tegen of mee zouden hebben, ze ke
ken of ze hun ramen moesten sluiten. Ze
maakten zich zorgen als hun kinderen
een paar dagen verkouden waren, als er
kanker werd geconstateerd bij iemand
uit de buurt.
Parallel liep de grotere belangstelling
voor het milieu, ook in de media. Schan
dalen zoals de vuile grond onder wonin
gen in Lekkerkerk werden bekend. De
inmiddels opgerichte Werkgroep Vuil
verbranding werd steeds fanatieker. Een
van de felste actievoerders was mis
schien wel Janny Oostwouder. Zij kon
zich vreselijk boos maken wanneer be
stuurders haar met een kluitje in het riet
probeerde te sturen. "Er werd dan ge
steld dat het toch niet zo erg was als je af
en toe wat rook. Ik heb gezegd dat ik niet
bang was voor wat ik rook, maar voor
wat ik niet rook maar wel binnen kreeg.
Als ik over tien jaar kanker heb, kan ik
niet bewijzen dat ik het van dat ding heb
gekregen".
De Leidse vond het een moeilijk ge
vecht tegen ervaren politici, zoals de
voormalige wethouder Kuijers en gede
puteerde Van der Vlist. "Die mensen
praten en praten maar door", zegt Oost
wouder. "En daarbij behandelen ze je
alsof je een kind bent dat zoet moeten
worden gehouden", vult Madeion Duin
dam aan.
Hoe langer de strijd duurde, hoe meer
de belangstelling uit de buurt afnam.
Veel bewoners dachten dat degenen die
wel actief waren, streden voor een verlo
ren zaak. In andere delen van Leiden
maakte al helemaal niemand zich druk
om die vuilverbranding. "In andere wij
ken hebben ze nooit beseft dat zij meer
schade ondervonden van de uitstoot dan
wij. Schadelijke stoffen slaan pas na een
paar kilometer neer. Eigenlijk ben ik blij
dat ik altijd recht onder die pijp heb ge
woond", zegt Emile van Aelst.
Aan het eind van de jaren '80 leek de
strijd voor de sluiting van de vuilver
branding echt dood te lopen. De bewo
ners wonnen weliswaar een zaak bij de
Raad van State, die stelde dat de uitstoot
aan strengere normen moest voldoen,
maar aanpassingen bleven uit. Pas toen
bleek dat er honderd keer meer dioxines
werden uitgestoten dan wettelijk was
toegestaan, werd besloten de installatie
te sluiten. Op 9 maart 1990.
Emile van Aelst herinnert zich dat nog
goed. "Op woensdag was hier een poli
tiek forum voor de gemeenteraadsver
kiezingen. Geen van de politici wilde
toen stellen dat de vuilverbranding dicht
moest. Twee dagen later toen de resulta
ten van de nieuwe metingen bekend wa
ren, en de vuilverbranding zou worden
gesloten, deed iedereen of ze dat zelf had
den gedaan. Ik jnoest er om lachen en om
huilen".
Dat uiteindelijk de dioxine-uitstoot, en
niet de acties van bewoners, de doorslag
heeft gegeven bij het besluit om de vuil
verbranding te sluiten, frustreert de ac
tieve buurtbewoners niet. Koos Los:
"Wethouder De la Mar heeft ons later nog
verteld dat wij onze invloed niet moeten
onderschatten. Als onze groep niet had
bestaan, was de hele zaak misschien wel
met de mantel der liefde bedekt".
Na de sluiting van de vuilverbranding
op 3 september van dit jaar bleven de
meeste leden van het buurtcomité en de
Werkgroep Vuilverbranding actief in
hun wijk. Janny Oostwouder zit in de
projectgroep die zich bezighoudt met de
vervuiling van de grond op het terrein
van het energiebedrijf. "Toen milieuza
ken als in Lekkerkerk gingen spelen,
dacht ik dat dit soort problemen alleen in
nieuwbouwwijken aan de orde waren.
Later besefte ik dat dit nonsens was. Als
ik de ene kant opkeek zag ik de donkere
rook uit de pijp van de vuilverbranding,
keek ik naar de andere kant dan zag ik de
gele rook uit de schoorsteen van het
energiebedrijf'.
Voor haar persoonlijk was de sluiting
van de vuilverbranding een van de be
langrijkste gebeurtenissen van 1990. "Nu
hoef ik als ik m'n raam openzet niet
steeds te kijken of de rook mijn kant op
staat. En ik kan m'n hond weer rustig
gras laten eten".
Naam: Theo van der Nat.
Leeftijd: 39.
Nam in juni 1989 ontslag bij de AMRO-
bank om Jos Fase op te volgen als wet
houder van economische zaken voor de
WD in Leiden. Tien maanden later
moest hij deze baan opgeven omdat de
CD A-er Joop Walenkamp op zijn stoel
kwam te zitten. Van der Nat kon op
nieuw aan de slag bij de AMRO en kon
zelfs kiezen tussen zijn oude en een
nieuwe baan. Momenteel is hij finan-
cieel-adviseur bij deze bank.
"Ik heb er destijds flink over moeten
nadenken of ik bij de AMRO ontslag
zou nemen. Ik heb toch voor het wet
houdersschap gekozen omdat ik er
van uit ging dat, mocht het in de poli
tiek niet lukken, er met mijn achter
grond voldoende mogelijheden waren
om terug te keren in de maatschappij.
En dat het feit dat ik wethouder was ge
weest, dan misschien nog wel een extra
aanbeveling was. Daarbij heb ik ook ge
luk gehad. Was het sneller gegaan met
de fusie tussen de AMRO en de ABN,
dan was er voor mij wellicht geen func
tie meer beschikbaar geweest".
"Terugkijkend heb ik geen enkele
spijt van mijn keuze. Ik heb als wethou
der een aantal ontwikkelingen op gang
kunnen brengen. Hoewel het natuur
lijk jammer is dat ik de trein voortijdig
heb moeten verlaten. Als ik nog een
keer voor de keuze wordt geplaatst, doe
ik het niet anders. Hoewel ik vind dat
mensen uit het bedrijfsleven bij het
aanvaarden van politieke functies in
het nadeel zijn vergeleken met perso
nen die in overheidsdienst zijn. Die
krijgen de garantie dat zij kunnen te
rugkeren naar hun oude baan. Met als
gevolg dat het aantal mensen dat af
komstig is van de overheid relatief is
oververtegenwoordigd in politieke or
ganen. Het zou geen slechte zaak zijn
als het bedrijfsleven hiermee wat meer
rekening zou houden".