Zwarte zakenman moet knokken
'De mensen gaan
kapot aan stress'
I REPORTAGE i
SPELLING
Hoewel het er n iet naar uit ziet dat
de spellingstrijd uitloopt op een
nationale stakingsactie is er toch
sprake van hevige onrust onder de
hoeders van de Franse taal. Deze
onrust is ook wel te begrijpen omdat
ze voortkomt uit teleurstelling,
sterker nog: uit een intens gevoel
van verraad. De deftige Académie
franqaise immersdat is het al ruim
drie eeuwen oude instituut dat
verantwoordelijk is voor het Franse
Woordenboek, heeft in eigen boezem
enige spellingshervormingen
uitgebroed die de puristen
aanvankelijk de tong van schrik
verlamd hebben.
Tot de vereenvoudigingen die de
Académie franqaise heeft
verordonneerd behoort ondermeer
het wegvallen van het beroemde
'accent circonflexe', dat is het
'dakje' of een omgekeerde 'v' op
sommige klinkers. Dat dakje geeft
aan dat op de kronkelende weg der
historie een medeklinker van de
bedoelen is zoiets als 'ajno'. Dat zijn
vier letters terwijl het woord uit
zeven letters bestaat. De rest is
historische franje. De meerderheid
van de Franse woorden telt wel een
of meer letters die geen andere
betekenis hebben dan die van de
zilveren theepot in de vitrine van
een museum of van de steen op een
graf waarvan niemand meer weet
wie er in ligt.
De rel rond de recente
spellingshervorming begon pas
goed toen Bernard Pivot zich in de
strijd mengde. Pivot is de man van
'Apostrophes', dat was een beroemd
TV-programma waarin hij
jarenlang iedere week met
schrijvers en schrijfsters over hun
nieuwe boeken sprak. Bovendien
geeft Pivot ieder jaar een
'internationaal' dictee waaraan
iedereen mag meedoen die denkt
dat hij het van de ballast
scheefhangende Frans beheerst.
Pivot begon ermee de beroemde
schrijver Maurice Druon, dat is de
'levenslange secretaris' van de
Académie frangaise, ervan te
beschuldigen dat die 'zijn inzichten
aan de andere leden van de
taalcommissie heeft opgedrongen'.
Dit nu is complete onzin, maar wel
een klassiek pseudo-argument als
het er om gaat op jouw beurtje eigen
zin door te drammen.
Intussen wordt de stroom van
tegenstanders tegen het wegvallen
van sommige streepjes, dakjes en
andere vreemde slangetjes steeds
breder. De oplossing uit dit netelige
probleem dient zich echter al aan.
Hij is even Fra nsalsde kronkelende
'accent-circonflexe' zelf: de
Académie blijft weliswaar bij zijn
hervormingen, maar ze ziet er van
af zijn besluit te publiceren in het
Officiële Bulletin van de Raad van
Nationale Opvoeding. Want als die
publicatie op 1 januari nog niet
heeft plaats gehad weten officieel de
leraren van niets en de kinderen dus
ook niet. Het puberale initiatief van
de in 1634 opgerichte Académie
frangaise zal dan alleen nog als
voetnoot over een jeugdzonde in het
Geschiedboek der Grote
Behoudzucht terug te vinden zijn.
VRIJDAG 28 DECEMBER ïggJ
EHSEmaEEH
Kermis- en circuspastor vertrekt:
GRONINGEN (ANP) - "Het
was zeer interessant om pas
tor te zijn van een allesbehal
ve engelachtige parochie",
zegt pater mr.dr. G. Fokke
(66), die met ingang van het
nieuwe jaar officieel afscheid
neemt als aalmoezenier van
het kermis- en circuspasto
raat in Nederland. "Toch wa
ren het mensen om van te
houden met gouden karak
ters".
Meer dan twaalf jaar heeft de pa
ter jezuïet die allerminst gemak
kelijke functie vervuld. Met de
rond vijfduizend leden van zijn
sterk mobiele parochie deelde pa
ter Fokke een trekkend bestaan.
Hij maakte de niet geringe zorgen
van zijn parochianen tot de zijne.
Fysiek heeft dit veel van hem ge
vergd.
Fokke kwam in 1978 tamelijk
toevallig in het kermis- en circus-
pastoraat terecht. Op grond van
zijn jarenlange studies, die hij een
jaar tevoren aan de katholieke
universiteit van Leuven summa
cum laude afsloot met de promo
tie tot doctor in de theologie,
wachtte hem een professoraat
aan de theologische faculteit van
de jezuïetenuniversiteit in het Ca
nadese Toronto. Die benoeming
kon echter niet doorgaan omdat
de faculteit bij gebrek aan pries
terstudenten werd opgeheven.
Achterdochtig
De hoogleraar in spe diende om te
zien naar een andere functie en
werd daarbij attent gemaakt op
de vacature van kermis- en cir
cuspastor. Dat leek hem wel wat.
Niet alleen omdat hij tijdens zijn
studie veel had gezworven in Ca
nada, de Verenigde Staten en Bel
gië, maar ook wegens zijn leven
dige belangstelling voor circus en
kermis.
Fokke, afkomstig uit Den
Haag, was in zijn jeugd niet weg
te slaan bij voorstellingen in het
Scheveningse circusgebouw en
Fietste heel wat kermissen af in de
wijde omgeving van zijn woon
plaats. Toch viel de kennisma
king met zijn nieuwe functie aan
vankelijk niet mee. "Kermismen-
sen zijn heel spontaan maar ook
heel achterdochtig. Ik kon hun
gedachten wel raden. Wat moet
die man van ons? Is hij soms uit
op geld?"
Maar Fokke wist hun vertrou
wen te winnen. Hij drong zich
niet op en bedelen was hem vol
komen vreemd. Hij wilde temid
den van de kermismensen zijn en
hen helpen.
Voordat hij besloot toe te tre
den tot de provincie van de jezu
ïetenorde in Canada, waarheen
hij was geëmigreerd, had hij een
opleiding tot accountant en jurist
achter de rug. Die kennis is hem
uitstekend van pas gekomen bij
zijn pastoraal werk dat hij om
schrijft als "economische theolo
gie".
Door de sterke veranderingen
in de maatschappij die steeds
meer tendeert naar grootschalig
heid, is het circus- en kermisleven
keihard geworden, zegt Fokke. Er
is sprake van een moordende con-
Pater Fokke, met een opleiding
tot accountant en jurist op zak
omschrijft zijn pastoraal werk
als "economische theologie".
(foto ANP)
currentie. Geld speelt de hoofd
rol. Wie het meest biedt, komt
voor een plaats in aanmerking.
Bij de race om de huurwaarde
van kostbare gronden in de bin
nensteden valt de kermis vaak als
volksvermaak af. De gemeenten
zijn oppermachtig. Circus- en
kermisondernemers voelen zich
machteloos, mede omdat hun
bonden door onderlinge ver
deeldheid geen krachtige vuist
kunnen maken. "Kermis- en cir
cusmensen gaan kapot aan
stress".
Fokke hoop vurig, dat er snel
eenheid tot stand komt. Anders
ziet de toekomst er vooral voor de
kermis bar slecht uit. Alleen de al
lergrootste ondernemers zullen
overleven. De vele kleine familie
bedrijven sterven uit.
Ombudsman
Zijn grootste aandacht gold de
jongeren. Die ontmoette hij in de
rijdende scholen waar hij hun op
een aangepaste manier gods
dienstonderwijs gaf. "Weinig
dogmatisch maar in verhaalvorm
heb ik de hoofdmomenten uit de
heilsgeschiedenis aan mijn leer
lingen verteld. Zij waren er zo
door geboeid dat ze er thuis over
spraken. Via de kinderen bereik
te ik de ouderen".
Het zal moeilijk zijn een opvol
ger voor hem te vinden. In elk ge
val hoopt hij dat dit een pastor zal
zijn die optreedt als een soort om
budsman. "Aan zo iemand heb
ben hardwerkende zwoegers van
kermis en circus behoefte. Niet
aan een priester die zalvend en ze
genend rondtrekt en op zondag
ook nog rekent op druk bezochte
kerkdiensten".
Rabbijn Schach
oorzaak van rel
rond holocaust
JERUZALEM (AP) - De ultra
orthodoxe rabbijn Eliezer Schach
(97) heeft in Israël een rel ontke
tend door te zeggen dat God de jo
den heeft gestraft met de holo
caust vanwege het schenden van
de sabbat en het eten van var
kensvlees.
Schach deed zijn uitlatingen
eerder deze week ten overstaan
van studenten. Hij zei dat het ge
duld van hogerhand op kan raken
en dat dat soms na twintig, tien, of
slechts een jaar vernietiging kan
volgen. Het laatste voorbeeld
daarvan is volgens Schach de
holocaust.
Vanwege de zonden waaraan
de joden zich schuldig zouden
maken is het, aldus Schach, goed
mogelijk dat zich "misschien
morgen al" een nieuwe holocaust
voltrekt. Met zonden zei Schach
voornamelijk het schenden van
de sabbat en het eten van var
kensvlees te bedoelen.
Honderden Israëliërs belden
gisteren naar een radioprogram
ma om hun ongenoegen over
Schach te uiten. De socioloog
Menachem Friedman, gespeciali
seerd in religieuze gemeenschap
pen, zei dat in wezen alle uitspra
ken van Schach beroering veroor
zaken, omdat hij een van de
machtigste politici van Israël is.
Ongeveer vijf procent van de Is
raëliërs is ultra-orthodox; nog
eens vijf procent sympathiseert
met hen.
Alleen allersterksten winnen in afvalrace Zuid-Afrika'
JOHANNESBURG - Jo
hannes Choeu (51) heeft al
les tegen wat een Zuidafri
kaan tegen kan hebben. Hij
is zwart, zoon van een land
arbeider die werd verjaagd
van de boerderij waar hij
werkte; heeft slechts vijfjaar
lagere school en is door alle
instanties die hem konden
dwarsbomen, gedwars
boomd. Nu is hij een succes
vol ondernemer. Zijn buson
derneming floreert, hij heeft
33 bussen in bedrijf, 27 man
in dienst, en, onomstotelijk
bewijs van zijn triomf op de
apartheid, hij woont sinds
kort in een chique 'blanke'
wijk.
Als Choeu naar de reden van zijn
succes wordt gevraagd, wijst hij op
de bijbel op het bijzettafeltje naast
zijn bureau. God, zegt hij, is mij
gunstig gezind geweest.
Zijn kantoor in een industriewijk
ten noorden van Johannesburg is
ingericht met meubilair dat afkom
stig lijkt van een uitdragerij. Hij
gaat eenvoudig, om niet te zeggen
sjofel gekleed. Hij mist een aantal
voortanden.
Hij verontschuldigt zich uitput
tend, wanneer hij zijn relaas moet
onderbreken voor instructies aan
zijn zoon die de nieuwe computer
installeert. Maar achter de facade
van bescheidenheid gaat, zoals uit
zijn levensverhaal blijkt, een man
met enorme wilskracht en groot za
kelijk talent schuil. Choeu: "Toen
mijn vader in het begin van de jaren
vijftig werd verjaagd van de boerde
rij waar hij zijn hele leven had ge
werkt, moesten mijn broer en ik van
school. Ik kwam terecht bij een
transportbedrijf, dat op Zambia en
(toen nog) Belgisch Congo reed. Ik
wist me op te werken tot voorman,
alle wagens, de rij- en beladings
schema's, zeg maar alle praktische
kanten van het transport vielen on
der mijn verantwoordelijkheid".
"Iedereen was zeer tevreden over
me en ik maakte goede kans om op
genomen te worden in de bedrijfs
leiding. Toen kwam er een nieuw
management. Er bleek geen plaats
voor een zwarte in de top. Ik ben
vertrokken en werd vrachtrijder bij
Coca Cola".
Grijp stuiver
Acht jaar, van 1972 tot 1980, reed hij
voor een 'grijpstuiver' door heel
Zuid-Afrika. Eind 1980 had hij er ge
noeg van. Hij begon voor zichzelf.
Choeu oriënteerde zich bij verschil
lende transportbedrijven - "ik keek
vooral naar wat ze verkeerd deden.
Van hun fouten heb ik het meest op
gestoken". Van zijn spaargeld
kocht hij twee 'combi's'. Zijn vrouw
deed de administratie.
Choeu had gezien dat zijn kansen
lagen in het vervoer van zwarte ar
beiders van de woonoorden naar fa
brieken en de stad. Dat transport
was toen praktisch het monopolie
van een blanke busonderneming,
Putco. Toen Choeu bij de overheid
een vergunning voor zijn bedrijf
aanvroeg, werd dat door Putco via
smeergeld en dus de juiste relaties,
gesaboteerd. "Er werd me van alle
kanten en meer dan eens duidelijk
gemaakt, dat een kaffer daar geen
recht op had".
Choeu zocht en vond de oplos
sing. Hij bestudeerde minutieus de
routes en dienstregeling van Putco
en ging rijden op bestemmingen en
op tijdstippen, waar Putco de neus
voor optrok. Dat was, zoals hij zelft
zegt, Bingo. De droom van elke za
kenman, het 'gat in de markt', zou
voor hem werkelijkheid worden.
Het was ook zijn eerste, grote over
winning op het blanke 'establish
ment'. Choeu heeft nu giganten als
de hotelketen Holiday Inn en de
Zuidafrikaanse Bierbrouwerij als
klant.
Hoogpolig
Het kantoor van Willy Ramoshaba
in het centrum van Johannesburg is
Werknemers van een bedrijf in de township Tokoza bij Johannesburg. Zwarte ondernemers moeten over een enorme wilskracht beschikken om in
Zuid-Afrika zelf een bedrijfje te kunnen beginnen. Vooral in de townships, want "wie wil investeren in iets dat morgen in de as kan worden gelegd"?
(archieffoto ANP)
aanmerkelijk rianter dan het kale
optrekje van waaruit Choeu zijn im
perium bestiert. Een zeer represen
tatieve, zwarte, receptioniste
de bezoeker met een professioneel
stralende glimlach welkom. Het ta
pijt is hoogpolig, aan de muur hangt
kunst van moderne zwarte mees
ters en de kantoormeubelen zijn
ontworpen door een 'designer'.
Ramoshaba is bedrijfsconsulent.
Hij adviseert zwarte ondernemers
bij het opzetten van hun bedrijf,
doet hun boekhouding en marke
ting. bemiddelt bij fondsenwerving
en brengt ze op de hoogte van de
nieuwste managementtechnieken.
"Maar het belangrijkste is het hel
pen van zwarte zakenlieden, die
proberen uit te groeien boven watje
de township-economie kunt noe
men. De meeste ondernemers in de
townships zitten in de detailhandel
of dienstverlening. Het zijn heel
vaak marginale bedoeninkjes, de
straat is hun winkel en werkplaats.
Ze verkopen levensmiddelen, zelf
gemaakte kleren, lappen schoenen
en repareren alles wat ze gebracht
wordt. Ze hebben veel last van con
currentie, vooral nu steeds meer
zwarten hun inkopen doen in de
stad".
"Degenen die in deze afvalrace
over blijven en weten uit te uitbrei
den, zijn de echte 'sterken'. Deze on
dernemers brengen we in contact
met hun blanke collega's, van wie
we denken dat er zaken mee te doen
valt. We houden seminars en orga
niseren 'handelsdelegaties' naar het
buitenland. We zijn bijvoorbeeld
net terug van een trip van 56 man
naar de VS".
Stigma
"De zwarte ondernemer is jaren
lang getreiterd, vernederd door de
overheid. Hij kreeg altijd te horen,
dat hij niets kon, dat hij blij moest
zijn dat hij ja mocht zeggen tegen de
blanke baas. Hij moet zich bevrij
den van dat stigma. Wij helpen hem
daarbij: proberen zijn zelfvertrou
wen op te vijzelen en zijn horizon te
verbreden".
"Vrijwel alle zwarte zakenlieden,
ook de geslaagde en zeer succesvol
le, zijn actief in de dienstverlening.
Dat maakt ze bijzonder kwetsbaar
als de conjunctuur tegen zit. De
zwarte zakenman moet ook produ
cent en fabrikant worden. Daar heb
ben we nu het vizier opgericht".
Ramoshoba helpt gemiddeld zo'n
100 clienten per maand. Hij consta
teert bij hen in toenemende mate
angst voor de toekomst. De onge
wisse politieke situatie ondermijnt
het ondernemingsklimaat. En hoe
wel de overheid het opwerpen van
barrières voor zwarte ondernemers
niet meer tot zijn belangrijkste taak
rekent en beseft dat zij voor de
werkgelegenheid moeten zorgen
voor een explosief groeiende zwarte
beroepsbevolking, doet zij veel te
weinig.
"Er zit geen strategie achter wat
de staat doet', aldus Ramoshaba,
'Het is nap-snap-beleid. Ze weten
dat de informele sector de banen le
vert, maar steken geen poot uit. Op
een of andere manier staat het te ver
af van haar bureaucratie".
De werkgelegenheid in de infor
mele sector, de economie van de
kleine ambachtslieden, scharre
laars, ritselaars en beunhazen is de
laatste 10 jaar sterk gegroeid. Vol
gens cijfers van de Zuidafrikaanse
Ontwikkelingsbank (ZOB) werken
nu 2,7 miljoen mensen, dat wil zeg
gen 28,7 procent (was 22,8 in '80)
van de beroepsbevolking in dit
grijs/zwarte circuit. Ter vergelij
king: in de officiële economie werkt
nu 58,7 procent, ruim 10 procent
minder dan 10 jaar geleden.
Het aandeel van het informele cir
cuit in het Bruto Nationaal Produkt
(BNP, het totaal van wat werkend
Zuid-Afrika verdient) wordt offi
cieel op acht procent geschat, maar
zou in werkelijkheid aanzienlijk ho
ger liggen.
Filosofie
De Get Ahead-stichting in Pretoria
is in 1983 opgericht om de kleine
zwarte ondernemer op weg te hel
pen. Dokter Ntalo Motlana, lijfarts
van ANC-leider Nelson Mandela en
vermaard 'gemeenschapsleider' in
de zwarte miljoenenstad Soweto,
was een van de initiatiefnemers. In
zijn hypermoderne kliniek zet Mot
lana de Filosofie achter de stichting
uiteen: "Politieke bevrijding zon
der economische bevrijding is een
lege huls. Het is mooi als we over
een paar jaar mogen stemmen, maar
echte macht is economische macht.
De apartheid heeft mede dankzij
onze economische weerloosheid zo
lang kunnen bestaan".
"Daarom moeten de zwarten zich
met economie bezig houden. Niet
alleen als werknemer, maar vooral
als ondernemer. Gezien de situatie
waarin de meesten van ons verke
ren, geen geld, geen voorzieningen,
ligt het voor de hand met de infor
mele sector te beginnen".
"Als iemand een zinnig idee
heeft, hij of zij wil bijvoorbeeld een
patat-kraam bij een school begin
nen, lenen we hem het geld, kleine
bedragen om de benodigde appara
tuur aan te schaffen. Dat geld moet
hij wel terugbetalen; het is geen
subsidie. We helpen hem ook met
zijn boekhouding. Vergunningen
vragen we niet aan, want als we daar
op moeten wachten zou er nooit iets
van de grond komen".
Motlana dankt, zegt hij, elke dag
de heer op zijn blote knieën dat hij
Gorbatsjov aan de macht heeft laten
komen. "Ik ben lid van het ANC
maar een overtuigd voorstander
van de vrije-markt-economie. Stel
je voor dat de revolutie in Oost-Eu
ropa niet plaats had gevonden, dan
waren onze economen nu een
blauwdruk aan het uitdokteren
voor de post-apartheid-economie.
Nu zien zij ook in, zij het tanden
knarsend, dat alleen een vrije-
markt-economie werkt".
Steunpilaar
"Ik weet dat de ondernemer bij vele
zwarten een slechte naam heeft, la
kei van de apartheid, omdat de staat
vroeger alleen vergunningen gaf
aan collaborateurs, maar daar moe
ten we nu van af. De zwarte zaken
man moet en kan een steunpilaar
van de zwarte gemeenschap wor
den".
Daphne Motsepe is de manager
van de Get Ahead-stichting. De
stichting heeft 51 man in dienst, bij
na allemaal zwart, heeft negen vesti
gingen in het hele land en is volle
dig afhankelijk van buitenlandse
donaties. De Zuidafrikaanse over
heid draagt geen cent bij. Behalve
het verstrekken van leningen, ver
zorgt de stichting ook vakopleidin
gen en bemiddelt zij bij de aanvraag
van bankleningen. Twee program
ma's, een voor 'starters', en een voor
ondernemers met groeimogelijkhe
den, vormen momenteel de kern
van de activiteiten.
Geweld
Motsepe: "Sinds '88 hebben we
meer dan 4000 leningen van hooguit
1000 Rand (ongeveer zevenhonderd
gulden, red.), tot een totaal bedrag
van 1,3 miljoen Rand, aan de begin
ners verstrekt. Tot vorig jaar zijn die
leningen voor de volle 100 procent
terug betaald. Nu is dat 91 procent,
het gevolg, denk ik van het geweld
in de woonoorden".
Dat het terugbetalingspercentage
zo hoog is wil natuurlijk niet zeggen
dat ze er bijna allemaal in slagen het
hoofd boven water te houden. "Het
terugbetalen van schulden is een
erezaak, dus hoeveel er over de kop
gaan weet ik niet".
Bijna 90 procent van de groep
'starters' bestaat uit vrouwen, die
vaak kleren en snuisterijen maken,
of in de straathandel het inkomen
voor een heel gezin moeten zien te
verdienen. In het tweede program
ma, voor ondernemers met groei
mogelijkheden, is het aantal man
nen in de meerderheid, 60 procent,
maar zijn de vrouwen met 40 pro
cent toch nog verrassend goed ver
tegenwoordigd. In dit programma
werkt de stichting samen met een
grote Zuidafrikaanse bank, aldus
Daphne.
Ondernemers kunnen tot 20.000
rand lenen voor bijvoorbeeld uit
breiding van hun zaak en investe
ringen in machines. Dit project
loopt nu bijna twee jaar, maar het
beroep op dit fonds is nog niet
groot: er is voor een kleine half mil
joen rand aan leningen uitgekeerd.
Daphne wijt de geringe animo voor
dit programma vooral aan het re
cente geweld in de townships. "Wie
wil investeren in iets dat morgen in
de as kan worden gelegd?"
Het geweld in de townships heeft
ook van Johannes Choeu en zijn be
drijf een hoge tol geëist. Door ge
vechten tussen ANC-aanhangers en
de Zulu-beweging Inkatha in zijn
woonplaats Thembisa hebben zijn
chauffeurs weken niet kunnen uit
rijden. Hij heeft 15 van zijn 42 werk
nemers moeten ontslaan. Een week
voor ons gesprek is een van zijn
chauffeurs bij een barricade be
schoten en op het nippertje aan de
dood ontsnapt. In zijn garage toont
Choeu het gat in de voorruit: als de
chauffeur niet was weggedoken,
had de kogel ook zijn hoofd door
boord.
Zelf is hij in die periode drie maal
met de dood bedreigd, niet door po
litiek gemotiveerde heethoofden,
maar vermoedelijk door concurren
ten die jaloers zijn op zijn succes.
Hij heeft zijn huis in Thembisa voor
de helft van de waarde van de hand
moeten doen, omdat hij en zijn ge
zin er 'geen leven meer hadden'. Hij
woont nu in een blanke voorstad
van Johannesburg, in een straat
waar de bewoners geen bezwaar
maakten tegen een zwarte buur-
Het succes van zakenlieden als
Choeu is een overwinning op alle
handicaps die het apartheidsbe
wind wist te verzinnen. Het vergde
een bijna bovenmenselijk doorzet-
tings- en incasseringsvermogen.
Behalve met handicaps van de
apartheid, worden ze ook gecon
fronteerd met de vooroordelen uit
de eigen gemeenschap, die hen
vaak niet als voorbeelden maar als
parasieten beschouwt. Deze vergui
zing maakt nu langzaam maar zeker
plaats voor waardering. Dokter
Motlana: "Elke geslaagde zwarte za
kenman is een nederlaag voor de
apartheid".
botsende taai-kar gevallen is en dat
die medeklinker waarschijnlijk
uit een gevoel van opluchting
nooit meer uit het stof werd
opgevist. Zo werd het woord 'paté'
(deeg) vroeger als 'paste' geschreven
en voor d ie weggeraakte 's' kwam er
zo'n dakje in de plaats. Dat dakje
moet nu ook nog weg, aldus de
Académie frangaise.
De kleine schoonheidsreparaties die
de 'Académie' heeft willen
toepassen waren aanvankelijk op
weinig tegenstand gestuit en bij de
schoolkinderen werden ze
natuurlijk met gejuich begroet.
Tenslotte is het Frans nog een van
die talen die vrijwel onspelbaar zijn
als je zuiver afgaat op watje hoort.
Neem het woord 'agneaux'. wat
'lammeren' betekent. Watje
opvangt als Fransen 'lammeren
STANDPLAATS:
Parijs
Rudolph Bakker