'Onzin om
te zeggen:
voortaan
heeft alles
die lengte'
dan ooit
Het café mag vooral niet te modern zijn
jeugdiger
Rebel van weleer
Mode-ontwerpster Sophie van Kleef werkt graag met perfectionisten
Bittertje
Radiator
als
decoratief
element
Boerenwijsheden uit Stiermarken
MAANDAG 24 DECEMBER 1990
PAGINA 11
regels overboord gooide en in
plaats van serieus te werken
aan een glansrijke loopbaan
op de motor stapte en met een
vetkuif de popconcerten af
reed of - wat later - in verscho
ten jeans en Indiajurk rond
een kampvuurtje 'love and
peace' verkondigde.
Vreesden de ouders van
deze opstandige 'nozems en
provo's' destijds nog dat er
mets van hun kroost terecht
zou komen, het tegendeel is
waar: de senioren kunnen
zich uitstekend redden, ook in
financieel opzicht. En dat wil
len ze weten ook. Niks sparen
voor hebberige erfgenamen,
maar genieten... Van exoti
sche doe-vakanties, van
exquise dineetjes en van ui
terlijke verzorging. Geen leef
tijdsgroep die zoveel uitgeeft
aan kleding, lichaamsverzor
ging en de kapper als juist
deze dynamische 'new age'.
En dat is in het straatbeeld
duidelijk terug te zien. Het
geijkte omajurkje is vervan
gen door modieuze, jeugdige
pakjes, door sportieve lange
broeken en elegante blouses.
Opa's driedelige grijs heeft
plaats gemaakt voor band-
plooibroeken, gedessineerde
overhemden en truien met
speelse dessins.
De vut-gerechtigden kiezen
een parka voor hun avontuur
lijke klimtochten in de ber
gen, een moderne swagger of
trenchcoat voor hun sight
seeing in Wenen, Istanboel of
New York. Een glanzende
cocktailjapon voor de dans
avonden en een cool wool-
combinatie voor de overwin
teringsmaanden in Spanje,
want ook daar is het niet altijd
dertig graden.
Maar aan een ding blijven
de senioren trouw: aan de
spijkerbroek. Dit kledings
tuk, waarin zij eens het ouder
lijk gezag trotseerden, sluit
ook nu om de slanke heupen -
immers, wie gezond oud wil
worden, let op de calorietjes -
van de hedendaagse opa's of
oma's. Zeker al£ zij samen met
hun kinden en kleinkinden op
de bank in de Ahoy zitten te
deinen bij een popconcert. En
het maakt niet uit of het een
indigo-blauwe of een stone-
washed jeans is: elke kleur
staat nu eenmaal uitstekend
bij grijs.
Bruin. Vooral héél véél bruin.
Dat donkerbruine, dat een
paar decennia geleden zo mo
dern was. Het is in café De
Teerkamer in Bergen op
Zoom overvloedig aanwezig:
in de lambrisering, de bar, de
stoelen, de tafels, de balken in
het plafond, de balustrade, de
trap, de klok en de vloer. Al
leen de muren verraden de ja
ren negentig: ze zijn zacht geel
geschilderd.
Het dit najaar geopende ca
fé ademt de gemoedelijkheid
van het bruine café. Daardoor
is het duidelijk in tegenstel
ling met de caféstijl van de
laatste jaren waar de kleur
bruin hooguit terug te vinden
is in het toefje cacao op de
cappucino.
Gewaagd design9 Vooruit
strevende uitgaans-architec-
tuur in Brabant? "Niks daar
van. Het resultaat van veel en
quêteren en drie avonden pra
ten met mensen die graag uit
gaan", zegt J.B.N. Laurijssen,
hoofd publiciteit van Oranje
boom-bier, de brouwerij die
eigenaar is van De Teerkamer.
De Teerkamer is het eerste
café dat is ingericht naar de
wensen van de consument.
Het café is een experiment:
loopt het goed, dan worden
meer horeca-gelegenheden op
deze wijze vorm gegeven.
Het inspraak-idee is ingege
ven door de grilligheid van de
horeca-markt. Voor een uitba
ter is het haast onmogelijk dit
allemaal bij te houden en er
op tijd op in te springen. Daar
naast kan de vraag gesteld
worden of de consumenten al
die veranderingen wel op
prijs stellen.
Vraag daarom het publiek
wat ze wil. bedacht Oranje
boom en het bedrijf ging de
Naar aanleiding van dit on
derzoek kwam Oranjeboom
met een plan voor een 'nieuw'
café in een zestiende-eeuws
pand in het centrum van Ber
gen op Zoom. Vervolgens zijn
er drie avonden gesprekken
gevoerd met groepjes van de
straat geplukte uitgaanders.
Als een van de eerste conclu
sies kwam daaruit naar voren
dat het niet modern mocht
zijn. Geen zachte kleurtjes,
maar natuurlijke. warme
kleuren. Veel bruin en het
liefst stoelen en tafels die al
gebruikt zijn. Het zelfde gold
voor de lampen, die moesten
straat op met enquète-formu-
lieren. In Bergen op Zoom
kregen ongeveer achthonderd
stappers in de nachtelijke
uren vragen over uitgaan
voorgelegd. Aan de hand hier
van is een struktuurschets sa
mengesteld.
ook een allegaartje vormen.
Het kleine buffet, dat oor
spronkelijk in de tekeningen
stond, werd onmiddellijk ver
worpen. Er moest een grote,
bruine bar zijn.
Een andere duidelijke wens
van de ondervraagden was,
dat ze zélf de muziek in het ca
fé willen bepalen. De juke
box. in een modern jasje,
moest terug. Te Wierik: "Op
vallend binnen de uitgaans-
wereld van tegenwoordig is
dat er niet meer een trend is.
De 'gemiddelde consument'
bestaat niet en je kunt steeds
moeilijker spreken van be
paalde uitgaansgroepen. Wil
je een goedlopend café heb
ben. dan moet je proberen het
iedereen naar de zin te maken.
De enige manier om dat te
kunnen, is volgens ons via een
gedegen marktonderzoek en
gesprekken met de stappers".
door Asing Walthaus
Mensen vragen mode
ontwerpster Sophie van
Kleef er wel eens naar.
Of zij nu echt die
'Sophietje' is uit het lied
van Johnny Lion ('Zij
dronk ranja met een
rietje...'Ja, dat ben ik.
Maar ik word er niet echt
door achtervolgd, hoor,
dat moet je niet denken".
Ze heeft wel
belangrijker zaken aan
het hoofd. De
wintercollectie van
volgend jaar,
bijvoorbeeld, waar ze de
handen aan vol heeft.
Sophie van Kleef - in Den
Haag geboren - in
Amsterdam en Parijs
werkend, ontwierp
kleding voor theater en
televisie, had in de
roerige jaren zestig een
boutique in Amsterdam,
schreef een moderubriek
in De Telegraaf. Een
tijdje geleden verhuisde
zij naar
Steenwijkerwold en van
daaruit ontwerpt ze
kleding voor
internationale
modehuizen en grote
bedrijven.
"Amsterdam had in de jaren
vijftig alles voor op Den Haag.
Den Haag was geen mode-
stad. Ik wilde een mode-oplei
ding volgen op de academie
voor beeldende kunsten,
maar mijn vader vond het niet
goed. Wel mocht ik bij Dick
Holthaus in de leer. intern, als
stagiaire. Ik was blij dat dat
mocht, want als je jong bent
wil je naar de bron. In die tijd
had Holthaus al een gevestig
de naam, een huis met een za-
lekker voelt, belemmert
haar".
Televisieshows
"Willeke Alberti leerde ik
door Johnny kennen. 'Wat jij
draagt, dat wil ik ook', zei ze.
Aan het begin van de jaren
zestig heb ik kostuums ge
maakt voor haar televisie
shows en die van Corrie Brok
ken. Daar vind je dat ook - ie
mand wil er zo uitzien, geba
ren en bewegingen maken,
waarna de jurk weer goed
moet zitten. Het geldt ook
voor de uniformen die ik
maakte voor de dames in het
Concertgebouw, of het balie-
personeel van een grote bank,
waar ik nu aan werk. Het moet
een tweede huid zijn. Corrie
Brokken was heel professio
neel, ze wist precies wat ze
wilde. Met zulke perfectionis
ten werk ik graag. Het is mak
kelijker dan voor iemand die
zegt 'Doe maar wat".
"In die tijd begon ik ook
mijn boutique. In het begin
was het wel leuk, het nieuwe
ervan. Je had enkel grootwin
kelbedrijven en modehuizen
voor dames, daar tussenin
was niets. Tegenwoordig
schieten boetieks als padde
stoelen de grond uit. toen was
ik een van de eersten. Maar ik
heb niet zo'n behoefte aan een
eigen winkel. Men wil dat je er
altijd bent. Ik werk liever in
mijn atelier. In 1970 ben ik er
mee gestopt, het was een blok
aan mijn been geworden".
"Later heb ik in Parijs ge
woond en gewerkt. Ik ont
wierp onder andere voor Duit
se fabrikanten, wat ik nu nog
doe. Parijs is natuurlijk veel
meer een modecentrum dan
Amsterdam. Amsterdam is
geen afzetgebied voor mode,
al heeft het uitstraling en aan
trekkingskracht. Er is hier
een kleine groep die leuk ge
kleed gaat, meestal individua
listen, die zichzelf stylen. In
het zuiden van Nederland,
Den Bosch of Maastricht, heb
je een grote groep die vooral
beter gekleed gaat. Smaakvol
ler, verzorgder. Beter. Je her
kent de tendensen uit de mo
debladen".
Tijdgeest aanvoelen
"Als ontwerper kun je er nooit
ver naast zitten. Uit het ene
komt het andere voort en een
ontwerper heeft daarvoor een
antenne. Als het goed is, voel
je de tijdgeest aan, net als
schrijvers, schilders, theater
makers, filmmakers en televi
sie... Nee, televisie voorziet nu
Kerstvrede. Sneeuwvlok
ken die zachtjes neerdalen.
Vredig kaarslicht. Zachte
muziek en lachende kinder
stemmen.
Een mooi beeld dat we graag koesteren als ideaal, maar dat
daar ook
wel tegenvallers bij zijn, daar hoor je eigenlijk zelden over; die
worden kennelijk knarsentandend binnenskamers verwerkt.
Zoals met die lampekap. Het meest memorabele uit de reeks
kleine rampjes die zich in de kersttijd bij mij voordeden, op de
meest ongelegen momenten. En die in de herinneringen blij
ven hangen als wormvormige aanhangsels aan alle kerstge
zelligheid en decemberwarmte.
Dat met die lampekap gebeurde op een vroege kerstochtend
toen twee van mijn kinderen in de huiskamer waren gaan spe
len met het kerststalletje dat ze uit een kartonnen bouwplaat
hadden vervaardigd. Er naast stonden twee kaarsen die ze ter
verhoging van de sfeer aanstaken. Wat daarbij mis ging, daar
kwamen we nooit achter, maar de zijden kap van de grote lamp
vatte vlam. waarna de dodelijk geschrokken kinderen zich
ijlings in bed terugtrokken, de dekens ver over 't hoofd.
Een tijdje later kwam ik beredderend de kamer binnen en pas
na een tijdje viel mijn oog geheel onvoorbereid op het zwartge
blakerde ijzerdraadgeval dat daar stil hing te hangen, als een
modern kunstwerk. Een absurd gezicht: de vlammen hadden
verder geen voedsel gevonden, god zij dank, en alleen de stof
verteerd en het ijzerdraad zwart gebrand, de aanblik was ver
bijsterend. Dat herinner ik me nog glashelder, maar hoe het
verder ging, dat is weer weggezakt in de kelders van 't geheu
gen.
Net als met plumpuddingen. Geurige bollen die na intensieve
arbeid keurig in hun witte servetten geknoopt aan een touwtje
hingen te wachten tot ze na het kerstmaal als smakelijk dessert
konden dienen. Opgewarmd natuurlijk, en toen ik me daartoe
zette bleken alle vier puddingen van achter uit geheel leegge
geten. Alleen de wat harde buitenkant hield de schijn op van
compleetheid, en op dat moment leek kindermishandeling me
niet meer zo onbegrijpelijk als het tot dan toe geweest was.
Wat daarna kwam, de herinnering daaraan is weer vervaagd:
sloeg ik ze hard of kreeg de slappe lach de overhand. Ik weet
het echt niet meer.
Lachen was er in elk geval niet bij toen we een paar jaar later
een kerstdiner gaven, en ik geheel op mooi uitgedost de ra
goutbakjes wilde vullen en opwarmen. In de keuken leek me
dat de stukjes vlees in de ragoutmassa wat aan de grote kant
waren en dat het geheel nog best even door de snijbeker kon.
De gasten zaten al aan tafel en dus haastte ik me. De glibberi
ge pap gleed gewillig de trechter in en ik zette de machine aan.
met een snelle ruk. Bij vergissing op drie in plaats van op een,
zodat de gehele massa mét deksel, de keuken invloog. In mijn
gezicht, op mijn kleren, op de muur en op 't plafond. Dat ik ver
stijfd stond van ellende, de dikke pap in mijn verblinde ogen,
dat herinner ik me in elke vezel, maar weet niet hoe 't afliep, of
ik erg hard gilde.
Troost kon je toen indertijd in elk geval vinden bij de serene
kerstverhalen die in alle kranten en tijdschriften verschenen.
En die altijd goed afliepen. De verloren zoon kwam precies op
kerstavond thuis, ploeterend door de sneeuw, zijn ogen ver
langend gericht op 't verlichte venster. Een verhaal waarbij ik
denk: vonden die ouders dat eigenlijk wel zo prettig, dat be
zoek. Zitten ze net lekker bij 't haardvuur, de kinderen eindelijk
't huis uit, alle kranten gespreid om hen heen. een glas wijn en
een plak kerststol onder handbereik, een verfijnd kerstmaal in
't vooruitzicht, komt ineens die beetje onaangepaste jongen
met zijn oorringetjes opdagen, drijfnat, met soppènde voeten.
"Schil er maar een pan aardappels bij..." moppert de vader te
gen de al weer vertederde moeder en de kiem van een conflict
ligt alweer onder de kerstboom.
Denk ik nu. Maar toen vond je ze aardig, die verhalen, die er
allang niet meer zijn. Kerststemming moet je nu ergens anders
vinden, in 't welbehagen bijvoorbeeld, welbehagen in de men
sen. Die, uitzonderingen daargelaten, toch heel aardig zijn, on
danks alle zwartgallige verhalen. Kopen niet tegenover een
handvol zwartrijders miljoenen mensen braaf hun kaartje en is
de criminaliteit niet een stukje lager dan ons steeds is voorge
houden? Misschien valt het allemaal wel mee. Zijn we met zijn
allen aardiger dan we denken, en vanuit die overtuiging wens
ik u een gelukkig kerstfeest en een recht prettig oudjaar.
INA DE RUYTER
Als ontwerper kun je er
nooit ver naast zitten.
Uit het ene komt het
andere voort en een
ontwerper heeft
daarvoor een antenne.
(foto GPD)
kelijk leider en alles. Door wat
ik daar automatisch heb opge
pakt, was ik heel bevoorrecht.
Dingen die je op school niet
leert, omgaan met mooie stof
fen. Ik wil niet zeggen dat ik er
meer leerde dan op een mode-
school. Als docente op de
Rietveldacademie kwam ik
later vakken tegen die ik ook
wel had willen volgen".
"Dat ik de mode in zou
gaan, was me zo duidelijk dat
ik me nooit afvroeg of ik iets
anders wilde. In mode als tij
delijk verschijnsel was ik niet
geïnteresseerd, daar hou ik
niet eens van. Maar kostuums
in theater en film, die vond ik
fascinerend. Als kind wist ik
alles over kleding in films. Op
de prachtige kostuumfilms
die handelden over de zeven
tiende en achttiende eeuw
ben ik altijd dol geweest. Die
kleuren en stoffenkeuze en
het drama dat erbij komt. De
verrukkelijke kleding die
Adrian ontwierp voor actrices
als Greta Garbo, Bette Davis
en Joan Crawford, die is zo ge
raffineerd. Helemaal gericht
op het fotogenieke, gemaakt
óp een persoon in beweging.
Een ontwerp op papier is een
plat plaatje. Maar het moet
mooi zijn op een lichaam in
beweging. Een kostuum
waarin een actrice zich niet
alleen nog maar in de behoef
te van het grootste gemiddel
de, dat heb ik altijd vreselijk
gevonden. Het gemiddelde
doen, dat klopt niet. Je voelt
dat bepaalde kleuren, sil
houetten, stoffen het gaan
worden. Daar moetje soms zo
voor knokken met fabrikan
ten of opdrachtgevers dat je
op het laatst denkt: 'dan maar
niet'. Maar een jaar of twee la
ter zie je het wel degelijk terug
op straat".
"Het is onzin om te zeggen:
'En nu heeft alles die lengte'.
Maar er zijn wel tendensen,
zoals de schoudervullingen
die nu moeten verdwijnen.
Een schoudervulling maakt
stoerder, zonder de schouder
vulling hebben mensen min
der facade, ze zijn gevoeliger,
eerlijker. Toen de eersten zich
in brede schoudervullingen
vertoonden, hoorde je com
mentaarvan mensen op straat
- voor hen was het lachen, gie
ren, brullen. Maar die mensen
zijn nu niet meer van die bre
de vullingen af te krijgen. In
de jaren zestig had je het met
getoupeerde haren: wie eerst
het hardst lachte, liep jaren la
ter nog met een enorme sui
kerspin. In de ogen van mode
bewuste mensen staat die
groep vaak voor gek. Ko
misch. Het blijft me fascine
ren".
Niet zo jong
"Mijn mode ontwerp ik voor
vrouwen die niet zo heel jong
zi jn, maar ook niet zo middel
baar - dat vindt ik een rot
woord. Zeg maar tussen de 40
en de 55. die zich jong voelen,
interesses hebben. Ze hebben
smaak en zijn kritisch, hun
kleding is nooit geforceerd,
niet een nieuwtje. In Neder
land is van de kleding waar ik
goed in ben, weinig te zien.
Het publiek ervoor is te klein.
Ik ga geen mensen omturnen
of water bij de wijn doen. Mis
schien dat ik straks weer met
een eigen lijn ga beginnen,
want ik heb in Steenwijker
wold de mogelijkheid om een
heel mooie showroom en een
schitterende ontwerpstudio
in te richten".
"Stilisten en ontwerpers
hebben er vaak opeens zin in
om iets te doen, dan breekt
iets door. Je vraagt je niet af
waarom, het is zo. Je gaat aan
het werk, je maakt tekenin
gen, je laat je inspireren en
dan ligt het op een gegeven
moment op tafel. Zo komen er
af en toe hele nieuwe dingen".
Aan het uiterlijk van verwarmingsradiatoren is de laatste
tijd veel gedaan. Je kunt zelfs radiatoren 'op maat' bestellen, af
werkt in elke gewesnte kleur. Door de kleuren af te stemmen op
het interieur kan een harmonieuze eenheid tot stand worden ge
bracht.
Maar ook kant- en klaar zijn heel leuke dingen te koop. Zo is er
voor de badkamer een radiator in Art-Decostijluitgevoerd in
de kleur van het sanitair en zo gevormd dat hij kan dienen als
handdoekdroger. Er zijn ook radiatoren waarmee je een schei
dingswand kunt maken of modellen die ogen als een comforta
bel bankje. Meer informatievel. 020-312516. (foto cru»
Als de kat gras eet, de koeien hun bellen hard laten rinke
len, spinnen zich 's avonds laten zien of de hen kraait als
een haan, dan komt er volgens een oude boerenwijs uit
Stiermarken regen. En als de pastoor een groen miskleed
draagt, nou dan regent het zeker een hele week.
Een advies voor iedereen die graag wandelt: steek een tak
van de jeneverbes op je hoed, dan loop je sneller. En wie
een wandeldag goed wil doorkomen doet er goed aan een
wilde kastanje in de broekzak te steken. Dat zou namelijk
rampen afwenden.
Kiespijn en bang voor de tandarts? Geen nood, eerst de
handen 's morgens goed afdrogen schijnt al menig inwoner
van Stiermarken van de pijn te hebben verlost.
Het Tevenmag dan
spreekwoordelijk begin
nen bij veertig, het 'lieve le
ventje' laat nog iets langer
op zich wachten. Dat be
gint pas goed zodra de vut
is bereikt. Want dan gaat
de senior echt genieten:
van z'n vrije tijd, van z'n
spaarcentjes en - alleen als
het uitkomt - van z'n klein
kinderen. De haren mogen
inmiddels grijs zijn; het le
ven van de hedendaagse
opa's en oma's is dat zeker
niet.
door Kitty van Gerven
Integendeel, de senioren zijn
anno 1990 de ware bon-vi-
vants. Hun nageslacht laten
zij rustig 'cocoonen' op de
bank, terwijl zij, perfect ge
kleed en gekapt, de wijde we
reld intrekken. Een avondje
op de kleinkinderen passen?
Geen tijd... opa en oma zijn
naar dansles. Een truitje voor
de jongste breien?. Kom
nou... oma studeert weer.
De vijftig- en zestigplussers
lijken dan ook in niets meer
op die lieve-oude-mensen-
met-hun-diep-doorgroefd-ge-
laat, die nog niet zo lang gele
den gemakkelijk over het
hoofd konden worden gezien.
De hedendaagse senior laat
zich niet in een hoekje druk
ken. Eens een rebel, altijd een
rebel.
En dat geldt zeker voor de
groep van vijftigers, die in de
na-oorlogse jaren alle gezags-
Ook voor ouderen is er tegen
woordige leuke, sportieve kle
ding te koop. En die hoeft geen
kapitalen te kosten, want dit
wollen jasje van C&A kost nog
geen tweehonderd gulden.