'Wie niet weet van pijn,
kan niet bij het theater'
Klijnjan, een (jongens)droom van een voetballer
-Kerstbijlage
Actrice Dora van der Groen met bewonderaar Marylou van Steenis
ZATERDAG 22 DECEMBER 1
Marylou van Steenis, beter be
kend als de blonde Patty in de
Nederlandse televisieserie
Spijkerhoek, is een groot be
wonderaar van de Belgische
actrice Dora van der Groen.
Dora van der Groen (63) heeft
toneel gespeeld, acteert veel in
films (Dokter Pulder zaait Pa
pavers) en schuwt ook het Ne
derlands-Belgisch drama niet
(Tussen Wal en Schip, Cen
traal Station, Zonderlinge Zie
len, Willem van Oranje). Patty
is na haar liedje Wonderfull,
waarmee ze ook het land in
ging, het idool geworden van
veel jongeren. Dora van der
Groen zet jonge mensen in
vuur en vlam voor het toneel
spel. Zo maakte Marylou van
Steenis (27) vier jaar geleden
kennis met haar op de Toneel
school in Maastricht. Sinds die
tijd spookt Dora door haar
hoofd. Een hernieuwde ont
moeting, vol bewondering, in
Kapellen, een dorpje onder de
rook van Ahtwerpen.
door Saskia Stoelinga
Marylou van Steenis over Dora van der
Groen: "Ik weet nog dat Dora langs de
kant zat en zei: 'Verbaas mij en maak mij
gelukkig'. Dat waren de sleutelwoorden.
Dat had ik nog nooit gehoord".
Dora van der Groen over Marylou van
Steenis: "Zij kan prachtig toneelspelen,
monumentaal bijna, en zö, zö diep. Schit
terend. Maar ja, je moet daar wel de kans
voor hebben". Hoe krijg je die kans?
"Door toeval", zegt ze.
Door toeval is Marylou inderdaad in de
serie Spijkerhoek terechtgekomen. Een
brief, vergezeld van een pasfoto, naar di
verse agenten en impresario's leverde
haar na een screentest de rol van Patty
op. De serie zegt Dora van der Groen
niets. Maar ze doet er niet denigrerend
over, zoals in Nederland veelvuldig
wordt gedaan. Onlangs nog riep Hans
Croiset, leider van het Nationaal Toneel,
dat Nederlandse acteurs en actrices zich
niet zouden moeten lenen voor Holland
se series op televisie, omdat die zo slecht
Op weg naar Kapellen had Marylou
zich over deze uitspraak al opgewonden.
"Ik kan mijn leven toch niet laten afhan
gen van zulke meningen? Dit'soort Ne
derlands drama staat in de kinderschoe
nen. Het moet groeien. Iedereen moet le
ren om ermee om te gaan: acteurs, regis
seurs, tekstschrijvers en producenten.
Die gevestigde orde doet overigens net
of al die Engelse series want dat roe
pen ze altijd zo goed zijn".
Dora: "Je kunt niet afwachten tot je de
juiste rol wordt aangeboden. Je moet
toch ook eten?" Voor haar gevoel kun je
alle vormen van toneel doen, zonder dat
je daar slechter van wordt. "Ik heb zelf
alle vormen beoefend. Maar dat was wel
in een andere tijd, met minder mensen.
In Nederland is er een explosie, iedereen
gaat maar toneelspelen en krijgt ook de
kans om dat te doen. Hier in België moet
je echt vechten. We hebben in onze to
neelschool nauwelijks lokalen. De leer
lingen repeteren in achterkamertjes. De
selectie is zwaar. Bij het toelaten let ik op
intelligentie, verbeeldingskracht en ge
voeligheid. In het derde jaar zijn er van
de twaalf leerlingen nog twee over. Ik
vind dat genoeg. Er zijn al te veel slechte
acteurs die de plaats van de goede inne-
"In Nederland ontbreekt de nood. Als
je geen nood hebt....". Marylou haakt
daarop in: "Dat herken ik. Veel mensen
zijn blasé en leeg. Als je iets wilt doen,
maar je krijgt geen kans, dan begint het
pas te werken. Wat tegen de verdrukking
in groeit, wordt vaak het mooist".
Geluid
Voor Dora zijn er toch wel een paar goe
de Nederlandse acteurs. Ze noemt Ge
rard Tholen en Joop Admiraal. "Die heb
ben zoveel waarheid, zoveel lijden, zo
veel uitstraling". Ook Ramses Shaffey
bezit die uitstraling. Dora zingt de begin
regels van Hup Marije, hup. "Die aanzet
en die stilte daarna. In dat hup zit alles,
ruimte, zonnestralen, verlangen. Geluid
is belangrijk. Je kunt niet liegen met ge
luid. Woordwi zijn er om het verhaal te
volgen. Het geluid is de waarheid, dat
drukt uit wat erin je omgaat".
Voor het Nederlandse gezelschap De
Trust heeft Marylou grote bewondering.
Op dit moment staat deze groep in de
theaters met een vijf uur durende 'Pla-
tonov' van Tjechov. De recensenten zijn
vol lof over deze prestatie. Marylou: "Ze
doen het zo volledig en zo goed. Ik heb er
vijf uur lang gezeten en ben vijf uur ge
boeid geweest. Een van de weinige
mooie voorstellingen waar ik de laatste
twee jaar van heb genoten. De Trust
moet nog knokken om die subsidie te
krijgen. Die acteurs voeden elkaar nog.
Ze willen elkaar blijven verbazen".
Maar daarmee zeggen jullie dat het
in Nederland te gemakkelijk gaat. Dat er
teveel wordt gesubsidieerd.
Dora: "Nee, hel gaat erom dat je niet
gelijk in een gespreid bedje komt. Dan
weet je niet wat veranderen inhoudt.
Dan is er geen groeiproces, je slaat trap
pen over. Je moet kunnen knokken en je
niet afvragen voor wie je het allemaal
Marylou van Steenis (links) en Dora
ij en maak mij gelukkig".
doet. Want dat is ook een aspect: met al
die culturele centra in Nederland zitten
er vaak zo weinig mensen in de zaal. Het
wordt het publiek zo gemakkelijk ge
maakt. De mensen wachten wel tot het
bij hun deur komt. Er is geen feest meer.
Ze gaan niet meer naar iets uitzonder
lijks. Het wordt allemaal zo genivelleerd.
Als alles gras zou zijn, zijn er geen bomen
meer om in de schaduw van te staan. Dat
is jammer".
Marylou: "Met Dora op de toneel
school gingen we heel diep. Dat moet je
elke weer doormaken. Soms denk je dan:
ik ga er vandoor, ik ga er vandoor, ik wil
naar huis (kruipt tegen de bank aan)".
"In Spijkerhoek heb ik dat maar een
keer of twee gehad. Dat zegt iets over de
manier waarop een tv-serie wordt ge
maakt. Het is de snelheid die telt. Dan
weer is de belichting niet goed, dan weer
is het het geluid dat slecht is. En dan
moet je zo'n scène soms wel zes keer
overdoen. Dan schakel je toch over op de
automaat en is het niet meer wat het is".
Idool
Toch heeft Marylou niet het gevoel dat ze
van Spijkerhoek slechter is gaan acteren.
Deze maand worden de laatste afleverin
gen opgenomen. Ruim twee jaar lang is
ze zo'n vier dagen in de week met de op
names bezig geweest in een villa in Bus-
sum. Populair zijn in Nederland - dat was
vooral het eerste jaar heel leuk. "Maar je
moet met beide benen op de grond blij
ven staan. Volgend jaar heb ik bijvoor
beeld al geen werk meer. Wat dan? Dan
ga ik mijn dak maar weer teren, dat is op
dit moment zo lek als een mandje en daar
heb ik ook lol in". Dora: "Je dak teren of
een tuintje wieden, je wordt er niet slech
ter van, maar dat andere is toch fantasti
scher. Die aarde heeft mij trouwens een
paar jaar geleden door elkaar geschud. Ik
had in mijn tuin keurig akkertjes ge
maakt en gezaaid. De zaadjes wilden niet
uitkomen. Ik maar stampen en wachten.
Op toneel kun je alles verzinnen wat je
wilt. Maar als je een worteltje wilt eten,
zul je mooi moeten wachten. Prachtig.
Wat nu het waardevolst is, weet ik niet.
Ik denk allebei: een combinatie van ver
beelding en werkelijkheid".
Marylou: "Waarom ik naar de toneel
school wilde? Ik weet het niet. Toneel
spelen is een uitdaging voor mij, omdat
het zo grenzeloos is. Ik zal nooit het idee
hebben: dit is het dan. Er is altijd een
nieuwe uitdaging, gelegenheid om din
gen in jezelf te ontdekken".
Marylou van Steenis is niet de enige
die Dora van der Groen bewondert. De
beste Vlaamse acteurs komen bij haar
vandaan. Als hoofd van de toneelschool
van het Koninklijk Vlaams Conservato
rium heeft ze veel mensen de kunst van
het acteren geleerd. Chris Nietveld, ver
bonden aan Toneelgroep Amsterdam,
zei in De Volkskrant over haar: "Als je
echt toneel wilt maken en je komt met
die vrouw in aanraking dan wil je niet
meer anders. Ik zal haar door dik en dun
verdedigen, want dank zij haar weet ik
echt waarom ik wil spelen. Zij heeft in
mij het vlammetje aangestoken".
Op de Toneelschool in Maastricht was
Dora van der Groen uitgenodigd om
twee maanden als gastdocent aan het
project Lucifer van Vondel te werken.
Leerling Marylou van Steenis zat in het
derde jaar en had zich tot die tijd niet
echt gelukkig gevoeld op de Maastricht
se opleiding.
Imiteren
Dora van der Groen: "Je kunt niet ie
mand anders spelen. Dan leer je imite
ren. Dat is een ander vak". Haar bewon
deraar: "Dat is wel wat wij in Maastricht
leerden. Het eerste waarmee we werden
geconfronteerd is: dit ben jij, dat moetje
allemaal niet hebben, weg ermee! De do
centen van haar hadden een bepaald
beeld van de allround actrice. Je ging
dan met dingen aan de slag die niet van
jezelf waren. Alles wat van mij was,
niet goed. Maar hoe kan ik iets spelen
wat niet van mij is?"
Dora haakt daar gretig op in. "Dat jy
niet goed was, ooohhhhhh! Dat is moord,
dat is kindermoord. Je speelt altijd jezelf
via een persoon dat de ander je aanreikt".
Marylou: "Toen Dora kwam moesten
we allemaal een stukje tekst uit Vondel
kiezen. Ze zei niet: doe jij het eens zus ol
zo, of kruip jij in die huid. Dora zei alleen:
ik kom woensdag terug en dan spelen
jullie dat stukje hier. Je had alle vrijheid.
Ik mocht zelf iets creëren. Ik had tot op
dat moment alleen maar opdrachten ge
kregen".
Dora: "Ik zeg altijd - bij elke eerste
kennismaking: denk je niet datje iets
ders wilt worden, want nu ben je wie je
bent, onbeschadigd? Dat betekent niet
dat ik ga beschadigen, maar het zou kun
nen. Je gaat met gevoelens spelen, dat is
een zeer broze materie. Dus als je nu nog
schilder kan worden of aan het zieken
fonds kunt zitten: doe het dan nu. Nu
kun je nog terug. En dan zitten ze mij aan
te gapen, wanneer begin je nu eigenlijk
eens met lesgeven? Zo hoort het eigen
lijk niet, maar ik heb het gezegd, dit
voor mijn eigen geweten, begrijp je".
"Elk leerproces heeft met verwarring
te maken. Theater is pijn. Als je niet weet
van de grote pijn, hoef je geen theater te
maken. Als docent drijf je ze sneller
hun pijn toe. Voor mij is theater eer
beuren. Dat toneelspelen heet niet 'to-
neelernst' of zo. Dan zou het dood zijn.
Het is leven en spel. Een spel heeft na
tuurlijk regels, en wat houdt het nu zo le
vend? Dat is de verrassing. De verrassing
is de grote troef en maakt dat het spel
Theater is elke keer anders, je kunt het
niet grijpen. Theater heeft alles met
ruimte te maken. Ruimtelijk bewustwor-
den is fundamenteel in dit vak. Je moet
er niet bang voor zijn. Die ruimte is een
cadeau".
Volgens Dora is het heel gevaarlijk als
je alleen maar voor toneel leeft. "Dat
werkt heel benauwend".
U praat er anders wel heel bevlogen
"Ja, maar ik kan even bevlogen .spre
ken over iets heel anders. Ze hebben mij
naar het conservatorium moeten sleuren
om les te geven. Ik dacht er niet over".
zich ont-
"Oh, dat is zo moeilijk. Drie keer in
mijn leven heb ik een regisseur gehad die
iets uit me heeft gehaald wat ik niet ken
de. Dat is heel weinig hè? Hoe kan dat
ontdekt worden? In principe is alles er al.
Het gaat ef alleen om dat bepaalde deur
tjes moeten worden opengezet. Als dat
met liefde gebeurt, groeit het. Voor mij is
toneelspelen het zichtbaar, hoorbaar en
vooral voelbaar maken van emotionele
verbeelding".
Adel
Marylou zucht. Ze is zich bewust van de
lange weg die zij nog moet gaan als actri
ce. "Doet het mij wat als Dora zegt dat ik
heel mooi kan spelen? Ja natuurlijk,
maar ik weet nu nog niet hoe ik me zal
ontwikkelen. Wat komen moet, dat
komt".
Dora van de Groen: "Jonge toneelspe
lers zullen het inderdaad zelf moeten uit
zoeken in een hele moeilijke tijd. Maar
als ze innerlijke adel hebben, lukt ze dat.
Je kunt geen innerlijke adel leren, daar
word je mee geboren. Dat geluk moet je
hebben. Je hebt vingertjes om viool te
spelen of je hebt er geen. Op toneelscho
len moeten ze ook alleen leerlingen aan
nemen die innerlijke adel hebben of van
wie ze na een jaar weten dat ze dat heb
ben. Dat is een absolute voorwaarde.
Voor ihij is innerlijke adel: een kwaliteit
van gevoeligheid, pijn, verbeelding, poë
zie, persoonlijkheid, respect, humor en
dan zijn we er bijna. De drang om toneel
te spelen en de drang om dat te delen met
anderen".
Het was een prachtige wedstrijd,
die confrontatie in het begin van
de jaren '60 tussen DFC en SVV.
Het duel eindigde met de stand
5-4, in het voordeel van de
Dordtenaren. Jan Klijnjan, de
ster van DFC, scoorde de vijf
doelpunten voor DFC, Dick van
Dijk maakte er vier voor de
Schiedammers. Even de ogen
sluiten, en daar is die vijfde goal
van Klijnjan weer. Hij schoot de
bal uit eentioekschop in één
keer verschrikkelijk hard met z'n
rechter op doel, de bal stuitte af
op de rug van een verdediger,
waarna hij het leer zo mogelijk
nog harder met de linkervoet in
de bovenhoek jaste. Om nooit te
vergeten.
door Willem Spierdijk
Misschien is in mijn gedachten DFC-
SW in de loop der jaren wel wat mooi
er geworden. En de rol van Jan Klijnjan
daarin wat groter. Maar in elk geval be
vestigde de DFC'er in die wedstrijd zijn
reputatie van 'voetballer met het hard
ste schot van Nederland'.
Als jeugdige voetballer van DFC wilde
je indertijd maar één ding: net zo goed
worden als Jan Klijnjan. Bij mij ont
stond die bewondering eigenlijk al
voor hij nog maar één bal in het eerste
team van de Dordtse voetbalclub had
getrapt. Want al ruim voor z'n debuut in
het eerste gonsde over de tribunes aan
de Krommedijk, die ik al vanaf m'n der
de levensjaar bezocht: "In de jeugd
hebben we nu een voetballer, zo goed
heeft DFC ze nog niet gehad".
Het was dan ook niet verrassend dat
enige tijd later de lokale krant 'De
Dordtenaar' meldde dat Jan Klijnjan
op 16-jarige leeftijd zijn debuut zou ma
ken in het eerste elftal. Die dag zou ech
ter een van de meest dramatische uit
mijn carrière als voetbalsupporter wor-
den. Omdat ik op de dag van de wed
strijd wat koffiekopjes van de keuken
tafel liep, sprak mijn vader de volgende
onmenselijke straf rit: ik mocht die
avond niet mee naar de wedstrijd DFC -
Wilhelmina. Laat bleef ik die dag op,
om te wachten op de thuiskomst van
m'n vader. "Hoeveel is het geworden?",
vroeg ik 'm op fluistertoon. "Klijnjan
heeft ze alle drie gemaakt".
In een wedstrijd tegen Vitesse had
Klijnjan het ongeluk z'n been te bre
ken. Het was mijn geluk dat mijn vader,
toen arts in het plaatselijke ziekenhuis,
de sterspeler mocht behandelen. En ik
hoopte uiteraard mijn voordeel te doen
met het feit dat hij nu tot de kennissen
kring van de voetballer behoorde,
behoorde.
Die wens kwam al enkele weken la
ter uit. Jan zat in zijn auto ("die heeft-ie
vast van de club gehad", mijmerde ik)
ergens op een pleintje in de stad, toen
mijn vader en ik voorbij liepen. Klijn
jan draaide het autoraampje open om te
groeten. Mijn vader nam mij mee aan
zijn hand, legde mijn hand op de schou
der van de voetballer en zei tegen Jan:
"Zo, nu heeft hij je tenminste een keer
aangeraakt".
Op zaterdagmiddag kwam de ster
speler wel eens kijken op de velden
achter de grote tribune waar de jeugd
speelde. Als Klijnjan er was, ging 't al
tijd beter, passeerde ik gemakkelijker,
maakte mooiere doelpunten. "Straks in
het eerste, op rechtsbuiten", zei Jan
ooit eens na een wedstrijd tegen me.
C}ek, dacht ik nog, hij moet nu toch ook
wel weten dat ik midvoor sta. Maar 's
avonds in bed begreep ik dat hij naast
zich op rechts ook wel eens een goede
speler wilde. En ik rekende uit hoeveel
jaar we nog samen in het eerste konden
spelen.
Arrest
In 1967 werd Jan Klijnjan voor het Ne
derlands elftal geselecteerd. Met het
oog op de interland tegen de DDR. Wat
een spannende dagen waren dat: Jan
had namelijk in militaire dienst een
geintje uitgehaald en kreeg licht arrest.
Hij mocht niet uit de kazerne weg.
De dagen voor de wedstrijd luisterde
ik vrijwel elk uur naar de radio. Zou hij
zijn debuut voor Oranje nu wel of niet
mogen maken? Dinsdagavond laat
kwam de nieuwslezer met het bericht:
na bemiddeling van Jan Zwartkruis, de
coach van het militair elftal, mocht
Klijnjan toch naar de wedstrijd.
In die tijd werd het ook duidelijk dat
de voorhoede-speler niet lang meer bij
de Dordtse club zou blijven. Feyenoord
en Ajax waren geïnteresseerd, maar
Jan liet zich adviseren door de voorzit
ter van DFC en belandde bij Sparta. In
de glorietijd van Ajax poogde Michels
hem nog een keer naar Amsterdam te
halen. Weer ketste de transactie af en
Klijnjan ging naar het Franse Sochaux.
Naar eigen zeggen kende hij zijn beste
jaren in Frankrijk.
Jaren later sta ik op een Zuidfranse
camping. Een Fransman voetbalt er
met z'n twee zoontjes. Ik kan de verlei
ding niet weerstaan en trap een balletje
mee. "U heeft in een goede club ge
speeld", zeg ik tegen hem. "Ik ben trai
ner", antwoordt hij. "Van welke club?
"Sochaux".
Uren praten we die avond over voet
bal, Sochaux en Klijnjan, die pas twee
jaar daarvoor was gestopt by de Franse
vereniging. Mijn idool heb ik nooit voor
die club zien spelen. Toch kijk ik nog
elke maandag in de krant om te zien
wat Sochaux heeft gedaan.