Een weekend logeren in Soweto
'Als Comrades
zien dat je
netjes gekleed
bent, kun je
alleen bidden'
'Winnie Mandela is
een loeder, dat
tijdens de
opsluiting van
haar man de beest
heeft uitgehangen'
PAGINA 22
EXTRA
MAANDAG 10 DECEMBER 1990
doen? Het minste is dat ze je de auto uit-
sleuren, je in elkaar slaan en de auto in
beslag nemen voor de 'strijd'. Het ergste
is dat ze je 'necklacen' (een vorm van
executie, waarbij het slachtoffer een
brandende autoband wordt omgehan
gen. Hij sterft een gruwelijke dood, red.)
of je naar huis volgen en 's nachts als jij
en je gezin liggen te slapen een brand
bom naar binnen gooien. Ik doe dus te
genwoordig net alsof ik een boodschap
in de buurt moet doen. Dus in overhemd
en oude broek. En als het echt menens
wordt, met stakingen en gevechten bij
voorbeeld, ga ik niet naar kantoor. In au
gustus ben ik een week niet geweest. Op
mijn werk hebben ze daar gelukkig be
grip voor".
Eufemisme
Jane werd tijdens de 'onrust', het officië
le eufemisme voor de bloedbaden, onder
begeleiding van hun snel opgerichte
buurtcomité naar het ziekenhuis ge
bracht en weer opgehaald. De kinderen
gingen niet naar school, omdat ook de
onderwijzers staakten of niet op hun
werk konden komen.
Maar het is een onderwerp, dat, zo
blijkt ook tijdens het feest dat de volgen
de avond voor ons wordt aangericht, ons
verblijf niet mag beheersen. Familiele
den en vrienden zijn zaterdagmiddag
van 'heinde en ver' gekomen om ter ere
van ons een braai, de Zuidafrikaanse
barbeque, en aansluitende party bij te
wonen. Buurtbewoners en ongenode
gasten melden zich ook op het kleine
grasveld voor het huis. Iedereen eet en
drinkt mee. De grappen en grollen zijn
niet van de lucht. Jane geniet van de
complimenten die zij, de perfecte gast
vrouw, van iedereen krijgt. Miriam
Makeba en Harry Belafonte zingen, leve
'de stereo-installatie, het ene duet na het
andere. Buurman Khumalo, eerst lichte
lijk, maar later danig aangeschoten, be
zweert me dat mij in Soweto nooit een
haar zal worden gekrenkt. Are you hap
py', mister Pete? Ik wel, absoluut, maar
Percy's jongere broer Philip (37), duide
lijk niet.
Als het feest tegen het einde loopt,
barst hij plotseling los in een tirade tegen
de blanken die "allemaal de zee in moe
ten worden gejaagd. Ze horen hier niet".
Hij wijst op mij, "een buitenlandse zak
kenvuller', die er ook uit moet. Ik geef
hem lik op stuk, zeg dat ik, een buiten
staander, er niets voor voel het mikpunt
te worden van zijn ongetwijfeld gerecht
vaardigde verbittering. Onze echtgeno
tes weten de ruzie te sussen. Philip reikt
mij de hand en nodigt me uit voor een be
zoek aan zijn huis in Vosloorus, een
woonoord ten oosten van Johannesburg.
Philip, zal Percy later uitleggen, is ge
frustreerd omdat hij op zijn werk, hij is
jurist bij een onroerend goedgigant,
wordt voorbijgestreefd door blanken die
minder gekwalificeerd zijn.
Dissonant
Philips uitbarsting zal de enige, minie
me, dissonant gedurende ons verblijf
blijken.
's Zondags in de kerk, Percy en Jane
zijn Anglicaans, worden we door de
priester en kerkgangers bedankt voor
onze komst. Een kerkdienst in Soweto is
meer dan een religieuze samenkomst.
Het is ook een eredienst aan de gemeen
schapszin, de saamhorigheid die letter
lijk van alle kanten wordt bedreigd. De
parochianen worden persoonlijk aange
sproken, lief en leed wordt gezamenlijk
gedeeld. Het is elke keer weer een aan
grijpende ervaring.
Het afscheid op zondagmiddag is kort.
Een plotselinge zandstorm en een wolk
breuk drijven ons de bus naar Johannes
burg in.
Maandagochtend belt Percy van zijn
werk. "Dit was het mooiste weekend van
ons leven", zegt hij.
Volgende maand logeren ze bij ons.
Zo kwamen wij op vrijdagavond terecht
in het kleine, kraakheldere huisje van
Percy, Jane en hun twee zonen, Jacob
(14) en Mwonga (3), en hun dochter, Pro
mise (8). Percy is 46 en kantoorbediende
bij een reclamebureau in Sandton, een
voorstad van Johannesburg. Hij is ten
ger, bijna schriel en bescheiden. Jane
(35) is verpleegster, dik en spontaan. Bij
onze aankomst stuift ze de keuken uit,
omhelst mijn vrouw en roept het komen
de weekend' uit tot de gelukkigste tijd
van haar leven. Percy sjouwt onze baga
ge naar binnen: de echtelijke slaapkamer
is als vanzelfsprekend voor ons ont
ruimd.
Dobsonville is een voorstad van So
weto. Percy en Jane wonen sinds een
jaar in een nieuwbouwwijk, Dobsonville
extension 3. Kleine, eenvoudige prefab
huizen staan keurig in gelid langs de gro
tendeels geasfalteerde straten. De tuinen
zijn keurig aangeharkt, vaak met een
klein gazon, soms met een bescheiden
moestuin. Bij bijna elk huis staat een
auto. De smeulende afvalbergen die el
ders in Soweto de weeïge ziekmakende
stank van verrotting en ontbinding ver
spreiden, ontbreken hier. De geraamtes
van huizen zijn hier geen ruines, de ge
blakerde getuigen van voorbije gewelds
explosies. maar woningen in aanbouw.
Dobsonville, extension three, is een en
clave van rust en degelijkheid in de der
de-wereld chaos van Soweto.
Aanzien
Ons bezoek heeft, dat wordt al gauw dui
delijk, het aanzien van de familie Mate-
bese in de buurt aanzienlijk verhoogd.
Buren, vrienden en kennissen komen
het wonder aanschouwen. Een blank ge
zin dat een voet over een zwarte drempel
heeft gezet, dat is nooit eerder vertoond.
En dat deze mensen zelfs blijven... Percy
glimt van trots en sleept bier, wijn en co
la aan voor de buurtgenoten die elkaar in
de krappe huiskamer, hooguit 3,5 bij 2,5
meter schat ik, verdringen om al een
woord met de gasten te wisselen.
Percy en Jane hebben het niet breed.
De huiskamer is ingericht met oude, ver
veloze, kantoorstoelen. Tegen de muur
staat een dressoir, waarvan het fineer be
gint los te laten. Óp dit meubel staat het
pronkstuk: een glanzende stereo-instal
latie, die de hele dag op halve orkaan
kracht aanstaat en die moet concurreren
met een transistorradio, die in de keuken
op een ander station staat afgestemd. De
muren zijn op een klok na kaal. Ze heb
ben geen televisie en geen telefoon, met
de auto de statussymbolen in Soweto.
Na het avondmaal, bestaande uit een
zeer smakelijke lamsschenkel en puree
van maismeel, vertrekken de meeste bu
ren. Ik heb veel vragen, over het leven
van alledag, hoe ze het geweld van de
laatste maanden hebben doorstaan, wat
hun aspiraties zijn, wat ze van de toe
komst voor hun kinderen verwachten,
wat ze van blanken denken en of ze in het
het nieuwe Zuid-Afrika geloven. De ant
woorden, maar zeker niet alle, zal ik in de
loop van ons verblijf bij elkaar sprokke
len en langzaam ontstaat er een beeld,
lang niet volledig natuurlijk, van wat het
betekent zwart te zijn en in Soweto te
Percy en Jane hebben het niet breed.
De huiskamer is ingericht met oude, ver
veloze, kantoorstoelen. Tegen de muur
staat een dressoir, waarvan het fineer be
gint los te laten. Óp dit meubel staat het
pronkstuk: een glanzende stereo-instal
latie, die de hele dag op halve orkaan-
kracht aanstaat en die moet concurreren
met éen transistorradio, die in de keuken
op een ander station staat afgestemd. De
muren zijn op een klok na kaal. Ze heb
ben geen televisie en geen telefoon, met
de auto de statussymbolen in Soweto.
Hij verdient 1200 rand per maand (840
gulden) en Jane 800 rand (560 gulden).
Voor 'wooneenheid 10718' moeten ze 850
rand (rond de 600 gulden) per maand aan
aflossing van hun hypotheek betalen. De
stereo-installatie en hun slaapkamer
ameublement zijn op afbetaling gekocht
en nemen een flinke hap uit het besteed
bare inkomen. De belasting eist ook haar
deel op en als Percy aan huis geen han
deltje in frisdranken en bier was begon
nen, was de nette armoede waarin ze nu
leven, bittere armoede geworden.
Estafette
Om op tijd op zijn werk te zijn, een kleine
40 kilometer van huis, staat Percy om
half zes op. Hij brengt Jacob en Promise
met zijn 16 jaar oude, rammelende bmw
naar school en Mwonga naar de crèche.
De tocht naar zijn werk is een estafette
met verschillende minibusjes en stads
bussen, maar als alles mee zit is hij om
half negen op kantoor.
Percy werkt tot vijf uur, haalt rond ze
ven uur de kinderen af bij zijn ouders die
hen na school en crèche opvangen en
kookt het avondeten, dat klaar is als Jane
van haar dagdienst thuiskomt.
Jane werkt in het grootste, zwarte, zie
kenhuis van Afrika, het Baragwanath, in
wisseldiensten. Vier maanden per jaar
heeft ze nachtdienst, van zeven uur
's avonds tot zeven uur 's ochtens; een
week op, een week af. Het komt dan re
gelmatig voor dat ze haar gezin een hele
week niet ziet. De dagdienst duurt offi
cieel van zeven 's ochtends tot vier uur 's
middags, maar in de praktijk tot min
stens zeven uur in de avond. Het is slo
pend, zegt ze opgewekt, maar ze zou niet
anders willen. "Ik heb altijd verpleegster
willen worden".
Veel tijd voor zichzelf hebben ze ook 's
avonds niet. Huize Matebese is ook de
eerste hulp post, het wijkcentrum en het
jeugdhonk van Dobsonville, extenstion
three. Mensen lopen in en uit, vragen en
krijgen advies over dringende en minder
dringende zaken of blijven gewoon plak
ken voor de gezelligheid. De buurt blijkt
een toonbeeld van etnische harmonie: in
de straat van Percy en Jane leven Zulu's,
Xhosa's, Sotho's en Swazi's zonder pro
blemen samen.
Jane en Percy bewijzen zelf dat ver
schil in afstamming het huwelijksgeluk
niet hoeft te verstoren: Jane is een Swazi
en Percy een Xhosa. Uit latere gesprek
ken met andere buurtbewoners blijkt
dat het stamelement in de onderlinge re
laties een te verwaarlozen rol speelt. De
solidariteit is groot: wie hulp nodig heeft,
kan op steun van de buurt rekenen.
Na de zoveelste pils heb ik het gevoel
een indringer en voyeur te zijn van me af
weten te schudden. Ook Percy voelt zich
meer op zijn gemak en stelt op zijn beurt
De bewoners van Dobsonville, ex
tension three, (op de foto onder bij
een tijdens een feestje met onze cor
respondent) hebben over het alge
meen geluk gehad. De meeste gevech
ten braken uit bij de logementen
voor trekarbeiders of bij de krotten-
kampen waar de allerarmsten van
Soweto leven. Dobsonville had deze
brandhaarden niet in de directe om
geving en bleef gevrijwaard yan het
bloedvergieten.
vragen. Over Nederland, over de buurt
waar wij nu wonen.
Als ik hem in een grove schets het va
derlandse sociale stelsel probeer uit te
leggen, denkt hij dat ik hem in de maling
neem. Is er dan niemand echt arm? De
vereniging van bijstandmoeders zal het
men. Te bang om zijn vesting te verlaten.
In de loop van de avond wordt door
Percy, Jane en Jane's vriendin Thandi
een aantal spraakmakende figuren de
maat genomen. Mandela, De Klerk, Si-
sulu, bisschop Tutu, dwingen ieders res
pect af. Maar het oordeel over Mandeia's
vrouw Winnie is onbarmhartig: "Een loe
der, dat tijdens de gevangenschap van
haar man de beest heeft uitgehangen".
"Voor Ma Sisulu", zegt Thandi, "heb ik
veel respect. Zij had niet alleen een man
in de gevangenis, maar ook een zoon en
bovendien een zoon in ballingschap.
Haar bewonderen we, omdat ze weet wat
discipline is. Maar Winnie, nee, die deugt
niet".
Via Winnie komt het gesprek op het
geweld dat Soweto en andere woonoor
den rond Johannesburg in augustus en
september heeft geteisterd en aan min
stens 800 mensen het leven heeft gekost.
De bewoners van Dobsonville, extension
three, hebben over het algemeen geluk
gehad, vertelt Percy. De meeste gevech
ten braken uit bij de logementen voor
trekarbeiders of bij de krottenkampen
waar de allerarmsten van Soweto leven.
Dobsonville had deze brandhaarden niet
in de directe omgeving en bleef geyrij-
waard van het bloedvergieten. Maar van
de terreur en intimidatie van radicale
jongeren, de Comrades, hebben ze veel
last gehad. Ook nu nog, zegt Percy.
"Ik hou ervan", zegt hij, "om goed ge
kleed naar mijn werk te gaan, Pak aan,
das om. Maar dat kan niet meer. Als je bij
een barricade wordt aangehouden, en ze
zien dat je netjes gekleed bent, kan je al-
In Soweto moeten kinderen hun eigen speeltuin maken.
wel niet met me eens zijn, maar echt arm.
als sommigen in Soweto, zeg ik, is nie
mand. Hü klikt met zijn tong: hoe is het
mogelijk.
Revolutie
Hij kan evenmin geloven dat wij de
meeste van onze buren in Zuid-Afrika
nog nooit hebben gezien en dat vele blan
ken zich uit angst voor de 'zwarte revolu
tie' verschanst hebben achter hoge mu
ren en hun have en goed laten bewaken
door particuliere bewakingsdiensten die
eerst schieten en dan vragen stellen.
"Maar ze hoeven helemaal niet bang voor
ons te zijn. Wat er in het verleden ge
beurd is, is gebeurd. Zand erover. We
moeten toch samen verder leven"? Met
mijn instemming schiet hij natuurlijk
niets op, denk ik. Ik ben over een paar
jaar weer weg, maar de blanke buurman
die hier moet blijven zal deze uitgesto
ken hand waarschijnlijk nooit aanne-
Het is zaterdagochtend acht uur en ik sta in 'wooneenheid 10718' in
Dobsonville, Soweto, biefstukken te bakken voor het ontbijt. Mijn
gastvrouw, Jane Matebese, slaat mijn handelingen nauwlettend ga
de. De kunst van het biefstukken braden is haar vreemd, maar ie
mand (wie in hemelsnaam?) heeft haar verteld dat blanken altijd
biefstuk eten bij het ontbijt. Ik had het hart niet haar te vertellen, dat
deze informatie zeker in mijn geval niet klopt en schroei dus, mijn op
standige maag negerend, de lappen vlees in de gloeiende olie. La
ter, al kauwend, bedenk ik me dat dit niet de bedoeling is. Wij, mijn
vrouw Marja, mijn zoontje Melle (11en ik, zouden een weekend le
ven als de inwoners van Soweto, dus ook met hun dagelijkse pot
meeëten. Maar met de wetten van de gastvrijheid in Soweto valt niet
te spotten: Jane en haar man Percy moeten ons in de watten leggen.
door Peter van Nuijsenburg
Het weekend in Soweto was georganiseerd door de
stichting Koinonia, een oecumenische organisatie,
die onder het motto 'Leren hoe de andere helft
leeft' blanken voor een weekend onderbrengt bij
zwarten. Koinonia, Grieks voor broederschap, is in
1982 opgericht door een bla-ike dominee, Nico
Smith, en heeft zich ten doel gesteld blank en zwart
nader tot elkaar brengen. Om dat te bereiken moe
ten de vooroordelen en waanideeën, die in beide
rassen diep geworteld zijn, worden uitgeroeid en
dat kan alleen als blank en zwart op gelijke voet
met elkaar omgaan. En omdat zwarten vaak wel
weten hoe de blanken leven werk dwingt ze naar
de blanke stad moeten de blanken naar de zwar
te woonoorden worden gebracht.
In Soweto vierden 20.000
mensen eerder dit jaar de
vrijlating van Nelson Man
dela. Bij het geweld dat So
weto en andere woonoorden
rond Johannesburg in au
gustus en september teister
de, vielen minstens 800
slachtoffers. (foto-s ap>