Perestrojka' uit 18de eeuw te zien in Museon Jonge garde moet inbinden op Nederlandse Muziekdagen Vertrouwde prestatie Rondtheater Veel stukken van Peter de Grote Vereniging kunsthogescholen JAZZ bijdrage: Ken Vos Toonvorming Frisse Freeman Degelijkheid Geen inspiratie De Trust speelt 'Platonov' met betrokken afstandelijkheid ZATERDAG 8 DECEMBER 1990 PAGINA 33 Van onze correspondent Ellen Kempers UTRECHT - Het klinkt gewoner dan het is. Saai en zonder enige pre tentie worden de Nederlandse Mu ziekdagen gepresenteerd. Toch zul len niet minder dan negen composi ties er hun première beleven. Maar niets wekt de suggestie dat er tij dens de Muziekdagen daadwerke lijk iets te beleven zal zijn. Het sa menwerkingsverband tussen de NOS-orkesten, het Muziekcentrum Vredenburg en de Stichting Gau- deamus lijkt eerder op een pure plichtsbetrachting dan op een geïn spireerde organisatie, die zich een doel heeft gesteld. De organisatoren lijken zich geen van allen verantwoordelijk te voe len voor hoge publiekscijfers. Om de teleurstellende opkomst van vo rig jaar enigzins te voorkomen zijn de Muziekdagen dit jaar wel ver spreid over een drie plaatsen in Utrecht en Amsterdam. Het aantal concerten is dit jaar teruggebracht tot vijf. Daarmee is natuurlijk best een beeld te geven van de heden daagse Nederlandse muziek. Maar het feit dat de concerten zich voor namelijk afspelen rondom de radio orkesten geeft te denken. Waarom geen Schonberg Ensemble, geen ASKO Ensemble of Nieuw Ensem ble? Een blik op het programma maakt duidelijk dat de jonge garde dit jaar behoorlijk heeft moeten in binden. De organisatie heeft ervoor gekozen ook de wat oudere 20e eeuwse Nederlandse muziek onder de aandacht te brengen. Deze mu ziek heeft volgens de organisatie ten onrechte veel te weinig geklon ken in de Nederlandse muziekza len. Zo schenkt het Radio Symfonie Orkest vrijdagavond 14 december aandacht aan de componist Corne- lis Dopper (1870-1939). Dopper werd in zijn tijd beschouwd als oer- Hollands. Tijdgenoot Matthijs Vermeulen verweet hem echter stijlloosheid. Dopper's zevende symfonie (1917), ook wel de 'Zuider- zee-symfonie' genoemd, staat op het programma naast twee premiè re-werken. Ronald Brautigam zal van de componiste Tera de Marez Oyens (1932) het eerste pianoconcert, met de titel 'Confrontations' in première brengen. Tera de Marez Oyens heeft het concert speciaal geschreven voor deze vermaarde Amsterdamse pianist in opdracht van het Amster dams Fonds voor de Kunst. Van Da vid Coppoolse (1960), de jongste componist uit het rijtje Nederland se Componisten 1990, zal het Radio Symfonie Orkest de eerste drie de len van 'Atti impuri' spelen. Cop poolse heeft aan het Utrechts Con servatorium compositie gestudeerd en schrijft naar eigen zeggen in een neo-romantische stijl. Het Radio Kamer Orkest, dat za terdagavond in de Beurs van Berla- ge in Amsterdam speelt, heeft even eens een 'oud' werk op haar pro gramma gezet. Van Kees van Baar- en (1906-1970) wordt 'The hollow men' uitgevoerd, een werk voor koor en orkest dat in 1948 in op dracht van het Amsterdams Stu denten Muziek Gezelschap 'Swee- linck' gecomponeerd is. In 1955 heeft van Baaren het werk op enke le punten herzien. Maar het bleef onuitgevoerd in de kast liggen. Slechts een keer is dit 25 minuten durende werk tot klinken gebracht. Zaterdagavond' zal moeten blijken of dit al of niet terecht is geweest. Omroepkoor Van Sas Bunge (1924-1980). leerling van Kees van Baaren, wordt door het Radio Kamer Orkest in samen werking met een formatie uit het Groot Omroepkoor de 'Ballade des Pendus' uitgevoerd. Bunge heeft zich in tegenstelling tot zijn leer meester, gedistantieerd van de 12- toons muziek, die de Nederlandse componisten aan het eind van de ja ren veertig vanuit Duitsland, Frankrijk en Italiè kregen aange reikt. Bunge zocht zijn heil bij de Franse componisten van voor de oorlog. Verder zal het Radio Kamer Or kest, onder leiding van Ed Span jaard, 'Tessituur' uitvoeren van Di- derik Wagenaar (1946) en 'Terze' van Geert van Keulen (1943). Beide werken zijn recentelijk in opdracht van het Radio Kamer Orkest ge schreven. Ook het Radio Filharmonisch Or kest heeft evenals de andere radio- orkesten een programma samenge steld waarin hulde wordt gebracht aan een vergeten componist. De keuze viel op Jan Ingenhoven (1876- 1951). Van deze onbekende compo nist zal zondagmiddag in het Mu ziekcentrum Vredenburg 'Brabant und Holland' worden gespeeld, 'Ein Symfonischer Phantasie fur Or- chester' (1910/1911). Ingenhoven krijgt een plaats naast Hans Henke- mans (1913). wiens celloconcert (1988/1989) na lang wachten voor de éerste keer uitgevoerd zal worden. Henkemans is beïnvloed door De bussy, Ravel en Pijper. Daarnaast staan 'Symphonic Transformations' van de neo-ro- manticus Tristan Keuris (1946) en July '90 van de componiste Mar griet Hoenderdos (1952) op het pro gramma. July '90 hoort eigenlijk he lemaal niet in het rijtje thuis. Het werk staat wat plompverloren tus sen de andere orkestwerken die al lemaal leunen tegen het romanti sche repertoire van de 19e eeuw. Melodieèn en harmonieèn komen in Hoenderdos' muziek helemaal niet voor, slechts akoestische klankkleuren, die aan de luisteraar heel andere eisen stellen. Het Rafaèl Kwartet, dat - hoe kan het anders - bestaat uit vier aanvoer ders van strijkersgroepen uit de ver schillende radio-orkesten, levert zondagmiddag in de Aula van het Stedelijk Museum een bijdrage aan de Muziekdagen met een eerste uit voering van Midas' Tomb, een com positie voor mezzo-sopraan, strijk kwartet en geluidsband van Wim Laman (1946). Dit werk stond vorig jaar ook al op het programma, maar kon toen om technische reden niet worden uitgevoerd. Nederlandse Muziekdagen: 14 t/m 16 december: Datum: 14 de cember 12.30 uur gratis lunchcon cert. 20.00 Radio Symfonie Or kest: Plaats: Muziekcentrum Vre denburg: Datum: 15 december 15.00 uur Rafael Kwartet en Ge rard Bouwhuis; Plaats: Stedelijk Museum Amsterdam; Datum: 15 december 20.15 uur Radio Kamer Orkest; Plaats: Beurs van Berlage Amsterdam: Datum: 16 december 14.00 uur Radio Filharmonisch Orkest: Plaats: Muziekcentrum Vredenburg. Voorstelling: 'Platonov' van A.P. Tsjechov door De Trust. Regie: Theu Boermans. Vertaling: Rezy Schumacher en Tom Klein. Decor: Guus van Geffen en Remmelt van Kleef. Spel: Eelco Vellema, Anneke Blok, Marieke Heebink, Myranda Jongeling e.a. Gezien: Frascati, Am sterdam. Te zien: vanavond in LAK-theater, Leiden. Nog te zien in Haarlem (Toneel schuur): 15-17 jan. AMSTERDAM (GPD) Het is een hele verrassing voor wie De Trust kent. Deze toneelgroep nam twee seizoenen terug als het ware stor menderhand de Nederlandse thea terburcht met een eigengereide ver sie van Tsjechovs 'De Meeuw'. Een voorstelling met moderne parafer nalia als cocaïne en videocamera's, maar vooral met een van lef getui gende, expressionistische speel stijl. Dat expressionisme werd vervol gens losgelaten op vooral Duitstali ge auteurs (Rainald Goetz, Heinrich von Kleist, Gustav Ernst) en nu is de groep van Theu Boermans weer 'Vanaf de brug gezien' van Arthur Miller door het Rondtheater. Regie: Myrna Dre- sens. Met: Paul van Pelt, Nick van Leeu wen, Karin Smit, Sabien de Bruijne, Erik Jansonius, Menno Bentveld en Eric Pul. Ge zien op 7 december in de aula van Het Vliet- land College. Aldaar nog 8,14 en 15 decem ber te zien. LEIDEN - Twee sterke punten van de spelers van het Rondthea ter zijn doorgaans hun tekstbe handeling en hun specifieke ruimtelijke vormgeving. Eerstge noemde kwaliteit is in een klas sieker als 'Vanaf de brug gezien' een absolute voorwaarde, wil het stuk niet in misplaatst sentiment vervallen. De vormgeving is dit maal daarentegen wat minder ge slaagd. Het draait allemaal om haven arbeider Eddie Carbone. Hij en zijn vrouw Béatrice hebben hun pleegdochter/nichtje Gina opge voed, voor wie Eddie meer dan al leen vaderlijke gevoelens koestert. Als hij twee neven uit Italiè, Marco en Rodolpho, ille gaal onderdak verleent, gaat het op bijna klassiek-tragische wijze mis. Wat hij ook probeert, de lief de tussen Gina en Rodolpho kan hij niet verhinderen. "Zijn jaloezie drijft hem tot verraad aan het im migrantenbureau, hetgeen hem uiteindelijk zelf eveneens nood lottig wordt. Belangrijkste plaats van hande ling is de woonkamer van Eddie. Deze ruimte is voor het toneelpo dium in het midden van de zaal gesitueerd. Deze opstelling ken nen we van deze acteurs die al weer een flink aantal jaren gele den in deze zaal hun eerste schoolvoorstellingen speelden. Zij kennen de zaal dan ook door en door, terwijl dat duidelijk niet geldt voor de regisseuse, met wie zij nu voor het eerst samenwer ken. Zij zijn gewend om een groot speelvlak optimaal te benutten. Toch had de regisseuse juist op dit punt moeten ingrijpen. Hier past zo'n ruime opzet niet. Het stuk vereist nu eenmaal een broeierige sfeer die mede daar door tot stand komt, als de perso nages elkaar op de lip zitten en geen kant uit kunnen. Het is dan bijna een biologische wetmatig heid dat hun wederzijdse irrita ties regelmatig escaleren. Gelukkig wordt dit bezwaar door de vertrouwde acteerpresta ties grotendeels weggespeeld. Met name Nick van Leeuwen is bijzonder sterk aanwezig in de moeilijke rol van Eddie en Sabien de Bruijne is vooral door haar aangepaste jonge-meisjes-moto- riek zeer geloofwaardig als de bij na achttienjarige Gina. Zo krijgt dan toch nog het psychologisch gemotiveerde jaloeziemotief te recht de nadruk. wijnand zeilstra. AMSTERDAM (ANP) - Op initiatief van de Schule für Gestaltung in Bazel en de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam is in het Bauhaus in Dessau de „Association of Independent Schools of Art and Design" opgericht. De vereniging stelt zich ten doel de contacten te versterken tussen de deelnemende instituten. Dat zijn zelfstandige, relatief kleine hogescholen met een sterke traditie en hoge kwaliteitseisen die zo een eigen bijdrage le veren aan de internationalisering van het kunstonderwijs. Doelstelling van de vereniging is om de mogelijkheden Van de deelne mende instituten voor uitwisseling van studenten, docenten en gecommit teerden te onderzoeken en gezamenlijke onderwijsprojecten op te zetten. Lid zijn onder meer kunsthogescholen in Londen, Tokio, Helsinki, Stuttg art, Lissabon, Enschede en Rhode Island. Albert Ayler: The First Recor ding. Vol. 2 (25 oktober 1962. DIW cd: DIW-349; lp: DIW-25034) Voor de jazzgeschiedenis een van de belangrijkste uitgaven van het jaar is deze door iedereen gezochte, want in elke discografie vermelde opname van Albert Ayler. Ayler schreef als saxofonist geschiedenis door niet alleen een nieuwe, direct op de wortels van de zwarte muziek gebaseerde, nieuwe jazz te spelen in de jaren zestig, maar ook door zijn ontzagwekkende toonvorming, die de standaard is geworden voor me nige saxofonist na hem. De vibrato en de 'larger than life'-toon zijn het handelsmerk van Ayler en zij ont breken niet op deze vroege opna men, die door het Japanse DIW voor het eerst worden uitgebracht. Zoals de titel al zegt betreft het hier stukken van een deels eerder uitgebracht concert ('Something different!', ook op DIW), dat met een verder op de achtergrond blij vende Zweedse bassist en drummer in Stockholm werd opgenomen. Het geluid, althans van Ayler, valt reuze mee, maar wat belangrijker is: de muziek doet niet onder voor die op de eerste lp/cd. Ook hier beproef de standards als 'Softly as in a mor ning sunrise', 'You don't know wat love is', 'Moanin" en 'Good Bait', die laten horen dat Ayler toen nog met één voet in de bop stond. Wel zijn hier al de spirituele voordracht en de krachtige toon, die later nog meer zouden opvallen, te horen. De muzikale kwaliteit doet je afvragen waarom deze opnamen niet eerder zijn uitgebracht. Chico Freeman Brainstorm: Sweet Explosion (April 1980, In +Out 7010-2) Na 'The Mystical Dreamer' op hetzelfde Duitse In+Out is dit de tweede produktie van tenor- en so praansaxofonist Chico Freeman's groep Brainstorm. De belangrijkste verschillen met die vorige cd zijn de andere ritmesectie en de manier waarop de opname tot stand is ge komen. In beide gevallen heeft dat tot een verbetering geleid. Het ge luid, gecreèerd tijdens een live-con- Buddy Tate. cert in de lente van dit jaar, is onver wacht beter dan dat van de eerste cd, terwijl de ritmesectie van bas sist Alex Blake en drummer Tom my Campbell een stuk effectiever opereert dan de gebroeders Walker. Het concept van zachte funk met moderne jazz is hetzelfde gebleven, maar tegelijkertijd ook meer geïnte greerd en interessanter van uitvoe ring geworden. Chico Freeman nam met de op richting van Brainstorm twee jaar geleden een risico dat vele musici vóór hem met publieke desinteres se moesten bekopen, namelijk de overgang van de akoestische jazz naar de fusion. Freeman, misschien door de live-atmosfeer aangemoe digd tot opvallende improvisaties, weet hier een uitstekend evenwicht te vinden tussen aansprekende fu sion en creatieve nieuwe jazz, die in de meeste stukken qua frisheid niet onderdoet voor de beste rockjazz van de jarert zestig. De negatieve uitzondering vormen 'Pacifica', de len I, II en II, maar die nemen slechts vijftien minuten van de bij na vijf kwartier van de speelduur in beslag. Na een 'slump' van enkele jaren is Freeman helemaal terug. Harry Edison - Buddy Tate: Swing Summit (27 en 28 april 1990. Candid CCD 79050) Zoals op het oorspronkelijke Candid-label, dat nu een twede bloeitijd ondergaat, worden er ken nelijk ook solide swingprodukties uitgebracht. Trompettist Edison en tenorsaxofonist Tate zijn ongeveer synoniem met kwaliteitsswing, en zeker tate is sinds zijn tijd bij Basie voor de oorlog een voorbeeld ge weest voor menige amateur- en pro fessionele saxofonist. Het scherpe van die vroege jaren blijkt er niet helemaal meer te zijn. Die heeft bij de veteraan (75) plaats gemaakt voor een degelijkheid die je bijna nergens anders aantreft. Edison en tate worden op deze live opname ondersteund door Frank Wess (te norsax en fluit), Hugh Lawson (pia no), Ray Drummond (bas) en Bobby Durham (drums), musici die de laatste jaren op talloze jazzplaten te beluisteren zijn. Deze cd met zijn zes standars en één origineel van Tate ('Blue Cre ek') is een uitgave geworden, waar aan de meer traditioneel ingestelde luisteraar zijn hart kan ophalen. Im mers, er worden geen vreemde frat sen ten koste van de smetteloze swing uitgehaald, terwijl het solo- werk misschien niet opzienbarend, dan toch wel tenminste goed is. De opnamekwaliteit is utistekend. Fred Wesley: New Friends (1990. Minor Music cd: 801016, lp: MM 1016) In navolging van de op zijn minst interessant klinkende Maceo Par- ker-cd, die eerder dit jaar verscheen op Minor Music, heeft producer Stephan Meyner (vandaar de wat ra re naam van het label) weer getracht om een belangrijke james Brown- en George Clinton/Parliament/Fun- kadelic-blazer te koppelen aan vooraanstaande jazzmusici. Alt saxofonist Parker speelt trouwens ook op deze opname mee, die ook een spannende synthese tussen jazz en soul respectievelijk funk pro beert te bewerkstelligen. Zoals met de kleuren op het papierwerk van de cd aangegeven, worden die twee soorten muziek duidelijk uit elkaar gehouden, met om en om ouderwet se jazzstukken en lichtvoetige ry- thm blues en soul-achtige stuk ken. Zo was ik na beluistering van de eerste stukken toch verbasd dat coryfeeën als Gery Allen (piano), Anthony Cox (bas), Stanton Davis (trompet), Steve Turre (trombone) en enkele anderen meedoen zonder dat er sprake is van een opvallende, nieuwe muziek. Herr Meyner heeft iets te veel ge let op de programmatische samen stelling ten koste van de muzikale samenhang. Mr. Wesley, de ervaren trombonist, die toch al op zoveel platen heeft gespeeld, op zo'n tien per jaar, was net te moe om daar veel aandacht aan te besteden. Een op papier zeer leuk project heeft minder resultaat dan het verzamel de talent zou doenh vermoeden. Een opvallend enthousiaste uitvoe ring krijgt het ouderwets anti-femi nistisch getitelde 'D-Cup and Up', tevens hqt laatste stuk, dat de zo lang verwachte puntige blazersar rangementen als kern heeft. Over het algemeen is de muziek niet zo zeer saai als ongeïnspireerd. De op namekwaliteit is navenant. Miniatuur op koper t DEN HAAG (ANP) - In het Museon in Den Haag is tot en met 3 maart de tentoon stelling „Rusland in de 18de eeuw" te zien. Het Staats- historisch Museum in Mos kou leende meer dan 300 stukken uit voor deze expo sitie. Het gaat om ikonen, portretten, stadsgezichten, voorwerpen voor dagelijks en kerkelijk gebruik, siera den, kleding, boeken en an dere leermiddelen en hand schriften van onder anderen Peter de Grote. Het Staats-historisch Museum is al jaren gesloten wegens een groot scheepse restauratie en kan dus met gemak iets van zijn vier miljoen stukken tellende collectie uitlenen, i Peter de Grote uit het eerste kwart van de 18de Dat juist het Museon in de prijzen (foto anp) viel is echter te danken aan een sa menwerkingsverband dat de musea met elkaar hebben afgesloten. Dat verband zal zich voor het publiek vooral uiten in tentoonstellingen, maar moet ook gevolgen hebben op het gebied van onderzoek. Het museum in Moskou heeft zelf het thema en de genoemde 300 stuk ken uitgezocht voor deze eerste ten toonstelling in Den Haag. Volgens Museon-medewerker Rob Claasen kozen de Russische collega's het onderwerp 'Rusland in de 18de eeuw' waarschijnlijk niet helemaal toevallig. In deze tijd van perestrojka kij ken de Russen misschien wel extra graag op genoemde periode terug. In de 18de eeuw kwamen de contac ten met West-Europa immers flink tot bloei en werd het leven van de Russische upper-ten daardoor zwaar beïnvloed. Voor die tijd was Rusland van West-Europa afgeslo ten, doordat kerk en beschaving niet uit Rome kwamen maar uit By zantium. Ook het afwijkende alfa bet en de twee eeuwen durende Mongoolse overheersing hadden aan de afstand bijgedragen. De contacten met het westen zijn de rode draad van de tentoonstelling. Eén van de hoofdpersonen is, hoe kan het anders. Peter de Grote, die ook Nederland een paar keer be zocht en hier zelfs werkte. Als nie mand anders wilde hij Rusland mo derniseren, al werd dat door de ge wone bevolking niet goed begre pen. Die modernisering hield een we reldlijke staat met een senaat als hoogste orgaan van- bestuur en rechtspraak m, beter onderwijs en een modern leger en een dito oor logsvloot. Volgens Peter waren kennelijk ook het gebruik van ta bak (Goudse pijpjes werden later nog in Leningrad opgegraven) en meer drank mooi meegenomen voor een glanzende ontwikkeling van zijn rijk. Het dragen van baarden werd ver boden, net als het dragen van tradi tionele kleding in Peters omgeving. Zelf wilde Peter niet eens meer in Byzantijnse kleding op de roebel, hij keurde het in het Museon ten toongestelde ontwerp af. Vrouwen terug bij Tsjechov, wiens eersteling 'Platonov' wordt opgevoerd. Een hele verrassing: De Trust speelt het stuk niet zozeer om de ei gen identiteit af te bakenen, of om de Russische lamlendigheid van honderd jaar geleden naar onze ei gen tijd te transponeren. De Trust speelt 'Platonov' vooral, lijkt het wel, om eerherstel te geven aan de 21-jarige Tsjechov. Het stuk werd tijdens zijn leven immers nooit ge speeld en latere opvoeringen leken het vooral als een curiosum te be handelen: het was te onevenwich tig, te langdradig, te onervaren. Boermans en de zijnen verdienen daarom een dubbel compliment: ten eerste omdat ze het aangedurfd hebben dit stuk integraal te spelen, met inachtneming van Tsjechovs regie-aanwijzingen; en ten tweede omdat ze er uitstekend in geslaagd zijn er een voorstelling van te ma ken die recht doet aan de grote faam van de Russische auteur. 'Platonov' is een kweekvijver ge weest voor de latere stukken van Tsjechov. Talloze thema's en motie ven komen er al in voor: de verve ling (al in de tweede zin), de melan cholie, de ledigheid, de lotsaanvaar- ding zonder tegenstribbelingen. Sommige personages kun je in de latere stukken precies aanwijzen. En ook de toon is er al: die typische, milde ironie waarmee het menselijk gewoel wordt gadegeslagen en die, om het paradoxaal uit te drukken, duidt op een betrokken afstande lijkheid. Maar 'Platonov' bezit ook een waarde op zichzelf. Het stuk heeft niet te lijden gehad onder de cen suur, waardoor Tsjechovs kritische aanmerkingen op de eigen tijd niet alleen tussen de regels door te ho ren zijn, maar nu en dan ronduit ge-. formuleerd worden. Ook in de seksuele toespelingen is 'Platonov' veel explicieter dan de andere wer ken van Tsjechov. En zelfs de te kortkomingen verlenen het stuk iets eigens: de 'losse draadjes' in de intrige, de met wat al te veel bravou re neergezette onderwijzer Platon ov of de larmoyante klachten van te ruggewezen liefdes - ze hebben, ze ker voor wie van Tsjechov houdt, de charme van de literaire onvolko menheid. De Trust speelt met precies die betrokken afstandelijkheid waar Tsjechov zijn kracht aan ontleent. De acteurs leven zich in waar dat nodig is, maar zetten soms doelbe wust een stap naast hun personage, als om het beter te bekijken. Eelco Vellema als de cynisch geworden idealist Platonov (die zijn schimp scheuten ook richting zaal uit), Myranda Jongeling als de sterke Anna Petrovna en Khaldoun El Mecky als de typische Tsjechov- dokter Triletski slagen daar uitste kend in. Andere personages moeten het meer van een karikaturale uit beelding hebben. Dat gaat soms wel erg geroutineerd, maar Marieke Heebink en Rik Launspach zijn uit stekend als de losers Sasja en Sergei en geven je dat heerlijke gevoel dat je het zelf nog lang zo gek niet doet. 'Platonov' duurt vijf uur. Het zou jammer zijn als het publiek zich daardoor liet afschrikken. Er zijn natuurlijk momenten dat de span ning even wegvalt, met name tegen het eind, waar de afwikkeling wel erg lang duurt. Maar daar staan zo veel krachtig uitgebeelde en slim vormgegeven scènes tegenover, dat u het zichzelf nooit zou vergeven als u deze onbekende Tsjechov aan u voorbij liet gaan. HANS STUPERS Ook onder de opvolgers van Peter de Grote bleef de invloed van het Westen groeien, zij het nog steeds alleen onder de adel. Deze boven laag ontwikkelde niet alleen geë mancipeerde vrouwen als tsarina Catharina II en Catharina Dasjkova, presidente van de Russische Acade mie, maar een hele cultuur die op gegeven moment nauwelijks meer van die in de Westerse landen was te onderscheiden, op enige typische Russische trekken na. Dit wordt in het Museon onder meer geschetst rondom de figuur van de steenrijke Alexander Koera- kin, volgens Claassen vader van 70 buitenechtelijke kinderen en bezit ter van een park waarin alle lanen naar een minnares waren ver noemd. Of hij dit ook van het Wes ten had afgekeken wordt niet hele maal duidelijk, maar bij het verza melen van spulletjes en schilderijen heeft hij zich in elk geval wel door het buitenland laten beïnvloeden. Boeren en kooplieden hielden vast aan de traditie. Ook daarvan zijn prachtige voorbeelden te zien in het Museon. Kleding en huisraad waren in de eerste plaats nuttig, maar vaak ook prachtig gemaakt en versierd. Toch slopen daar ook wes terse ontwikkelingen door, niet in de laatste plaats door de versprei ding van het uit Nederland afkom stige boek „Symbolen en emble men" uit 1705. De orthodoxe kerk hield ook aan de tradities vast, al werden de ikonen op den duur wat minder stijf. Aan het slot van de tentoonstel ling is een lange reeks Russische stadsgezichten te zien. Er waren buitenlanders voor nodig waren om het platteland te schilderen: zij te kenden boeren en hun woonomge ving. STOCKHOLM - De Mexicaanse schrijver Octavio Paz lacht naar journalisten wanneer hij samen met zijn vrouw Marie Jose Tramini in Stockholm arriveert. Paz krijgt in de Zweedse hoofdstad maandag de Nobelprijs voor literatuur uitgereikt. (toto af>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 33