Perestrojka' uit 18de
eeuw te zien in Museon
Jonge garde moet inbinden op Nederlandse Muziekdagen
Vertrouwde prestatie Rondtheater
Veel stukken van Peter de Grote
Vereniging kunsthogescholen
JAZZ bijdrage: Ken Vos
Toonvorming
Frisse Freeman
Degelijkheid
Geen inspiratie
De Trust speelt 'Platonov' met betrokken afstandelijkheid
ZATERDAG 8 DECEMBER 1990
PAGINA 33
Van onze correspondent
Ellen Kempers
UTRECHT - Het klinkt gewoner
dan het is. Saai en zonder enige pre
tentie worden de Nederlandse Mu
ziekdagen gepresenteerd. Toch zul
len niet minder dan negen composi
ties er hun première beleven. Maar
niets wekt de suggestie dat er tij
dens de Muziekdagen daadwerke
lijk iets te beleven zal zijn. Het sa
menwerkingsverband tussen de
NOS-orkesten, het Muziekcentrum
Vredenburg en de Stichting Gau-
deamus lijkt eerder op een pure
plichtsbetrachting dan op een geïn
spireerde organisatie, die zich een
doel heeft gesteld.
De organisatoren lijken zich geen
van allen verantwoordelijk te voe
len voor hoge publiekscijfers. Om
de teleurstellende opkomst van vo
rig jaar enigzins te voorkomen zijn
de Muziekdagen dit jaar wel ver
spreid over een drie plaatsen in
Utrecht en Amsterdam. Het aantal
concerten is dit jaar teruggebracht
tot vijf. Daarmee is natuurlijk best
een beeld te geven van de heden
daagse Nederlandse muziek. Maar
het feit dat de concerten zich voor
namelijk afspelen rondom de radio
orkesten geeft te denken. Waarom
geen Schonberg Ensemble, geen
ASKO Ensemble of Nieuw Ensem
ble?
Een blik op het programma
maakt duidelijk dat de jonge garde
dit jaar behoorlijk heeft moeten in
binden. De organisatie heeft ervoor
gekozen ook de wat oudere 20e
eeuwse Nederlandse muziek onder
de aandacht te brengen. Deze mu
ziek heeft volgens de organisatie
ten onrechte veel te weinig geklon
ken in de Nederlandse muziekza
len.
Zo schenkt het Radio Symfonie
Orkest vrijdagavond 14 december
aandacht aan de componist Corne-
lis Dopper (1870-1939). Dopper
werd in zijn tijd beschouwd als oer-
Hollands. Tijdgenoot Matthijs
Vermeulen verweet hem echter
stijlloosheid. Dopper's zevende
symfonie (1917), ook wel de 'Zuider-
zee-symfonie' genoemd, staat op
het programma naast twee premiè
re-werken.
Ronald Brautigam zal van de
componiste Tera de Marez Oyens
(1932) het eerste pianoconcert, met
de titel 'Confrontations' in première
brengen. Tera de Marez Oyens heeft
het concert speciaal geschreven
voor deze vermaarde Amsterdamse
pianist in opdracht van het Amster
dams Fonds voor de Kunst. Van Da
vid Coppoolse (1960), de jongste
componist uit het rijtje Nederland
se Componisten 1990, zal het Radio
Symfonie Orkest de eerste drie de
len van 'Atti impuri' spelen. Cop
poolse heeft aan het Utrechts Con
servatorium compositie gestudeerd
en schrijft naar eigen zeggen in een
neo-romantische stijl.
Het Radio Kamer Orkest, dat za
terdagavond in de Beurs van Berla-
ge in Amsterdam speelt, heeft even
eens een 'oud' werk op haar pro
gramma gezet. Van Kees van Baar-
en (1906-1970) wordt 'The hollow
men' uitgevoerd, een werk voor
koor en orkest dat in 1948 in op
dracht van het Amsterdams Stu
denten Muziek Gezelschap 'Swee-
linck' gecomponeerd is. In 1955
heeft van Baaren het werk op enke
le punten herzien. Maar het bleef
onuitgevoerd in de kast liggen.
Slechts een keer is dit 25 minuten
durende werk tot klinken gebracht.
Zaterdagavond' zal moeten blijken
of dit al of niet terecht is geweest.
Omroepkoor
Van Sas Bunge (1924-1980). leerling
van Kees van Baaren, wordt door
het Radio Kamer Orkest in samen
werking met een formatie uit het
Groot Omroepkoor de 'Ballade des
Pendus' uitgevoerd. Bunge heeft
zich in tegenstelling tot zijn leer
meester, gedistantieerd van de 12-
toons muziek, die de Nederlandse
componisten aan het eind van de ja
ren veertig vanuit Duitsland,
Frankrijk en Italiè kregen aange
reikt. Bunge zocht zijn heil bij de
Franse componisten van voor de
oorlog.
Verder zal het Radio Kamer Or
kest, onder leiding van Ed Span
jaard, 'Tessituur' uitvoeren van Di-
derik Wagenaar (1946) en 'Terze'
van Geert van Keulen (1943). Beide
werken zijn recentelijk in opdracht
van het Radio Kamer Orkest ge
schreven.
Ook het Radio Filharmonisch Or
kest heeft evenals de andere radio-
orkesten een programma samenge
steld waarin hulde wordt gebracht
aan een vergeten componist. De
keuze viel op Jan Ingenhoven (1876-
1951). Van deze onbekende compo
nist zal zondagmiddag in het Mu
ziekcentrum Vredenburg 'Brabant
und Holland' worden gespeeld, 'Ein
Symfonischer Phantasie fur Or-
chester' (1910/1911). Ingenhoven
krijgt een plaats naast Hans Henke-
mans (1913). wiens celloconcert
(1988/1989) na lang wachten voor de
éerste keer uitgevoerd zal worden.
Henkemans is beïnvloed door De
bussy, Ravel en Pijper.
Daarnaast staan 'Symphonic
Transformations' van de neo-ro-
manticus Tristan Keuris (1946) en
July '90 van de componiste Mar
griet Hoenderdos (1952) op het pro
gramma. July '90 hoort eigenlijk he
lemaal niet in het rijtje thuis. Het
werk staat wat plompverloren tus
sen de andere orkestwerken die al
lemaal leunen tegen het romanti
sche repertoire van de 19e eeuw.
Melodieèn en harmonieèn komen
in Hoenderdos' muziek helemaal
niet voor, slechts akoestische
klankkleuren, die aan de luisteraar
heel andere eisen stellen.
Het Rafaèl Kwartet, dat - hoe kan
het anders - bestaat uit vier aanvoer
ders van strijkersgroepen uit de ver
schillende radio-orkesten, levert
zondagmiddag in de Aula van het
Stedelijk Museum een bijdrage aan
de Muziekdagen met een eerste uit
voering van Midas' Tomb, een com
positie voor mezzo-sopraan, strijk
kwartet en geluidsband van Wim
Laman (1946). Dit werk stond vorig
jaar ook al op het programma, maar
kon toen om technische reden niet
worden uitgevoerd.
Nederlandse Muziekdagen: 14
t/m 16 december: Datum: 14 de
cember 12.30 uur gratis lunchcon
cert. 20.00 Radio Symfonie Or
kest: Plaats: Muziekcentrum Vre
denburg: Datum: 15 december
15.00 uur Rafael Kwartet en Ge
rard Bouwhuis; Plaats: Stedelijk
Museum Amsterdam; Datum: 15
december 20.15 uur Radio Kamer
Orkest; Plaats: Beurs van Berlage
Amsterdam: Datum: 16 december
14.00 uur Radio Filharmonisch
Orkest: Plaats: Muziekcentrum
Vredenburg.
Voorstelling: 'Platonov' van A.P. Tsjechov door
De Trust. Regie: Theu Boermans. Vertaling:
Rezy Schumacher en Tom Klein. Decor: Guus
van Geffen en Remmelt van Kleef. Spel: Eelco
Vellema, Anneke Blok, Marieke Heebink,
Myranda Jongeling e.a. Gezien: Frascati, Am
sterdam. Te zien: vanavond in LAK-theater,
Leiden. Nog te zien in Haarlem (Toneel
schuur): 15-17 jan.
AMSTERDAM (GPD) Het is een
hele verrassing voor wie De Trust
kent. Deze toneelgroep nam twee
seizoenen terug als het ware stor
menderhand de Nederlandse thea
terburcht met een eigengereide ver
sie van Tsjechovs 'De Meeuw'. Een
voorstelling met moderne parafer
nalia als cocaïne en videocamera's,
maar vooral met een van lef getui
gende, expressionistische speel
stijl.
Dat expressionisme werd vervol
gens losgelaten op vooral Duitstali
ge auteurs (Rainald Goetz, Heinrich
von Kleist, Gustav Ernst) en nu is
de groep van Theu Boermans weer
'Vanaf de brug gezien' van Arthur Miller
door het Rondtheater. Regie: Myrna Dre-
sens. Met: Paul van Pelt, Nick van Leeu
wen, Karin Smit, Sabien de Bruijne, Erik
Jansonius, Menno Bentveld en Eric Pul. Ge
zien op 7 december in de aula van Het Vliet-
land College. Aldaar nog 8,14 en 15 decem
ber te zien.
LEIDEN - Twee sterke punten
van de spelers van het Rondthea
ter zijn doorgaans hun tekstbe
handeling en hun specifieke
ruimtelijke vormgeving. Eerstge
noemde kwaliteit is in een klas
sieker als 'Vanaf de brug gezien'
een absolute voorwaarde, wil het
stuk niet in misplaatst sentiment
vervallen. De vormgeving is dit
maal daarentegen wat minder ge
slaagd.
Het draait allemaal om haven
arbeider Eddie Carbone. Hij en
zijn vrouw Béatrice hebben hun
pleegdochter/nichtje Gina opge
voed, voor wie Eddie meer dan al
leen vaderlijke gevoelens
koestert. Als hij twee neven uit
Italiè, Marco en Rodolpho, ille
gaal onderdak verleent, gaat het
op bijna klassiek-tragische wijze
mis. Wat hij ook probeert, de lief
de tussen Gina en Rodolpho kan
hij niet verhinderen. "Zijn jaloezie
drijft hem tot verraad aan het im
migrantenbureau, hetgeen hem
uiteindelijk zelf eveneens nood
lottig wordt.
Belangrijkste plaats van hande
ling is de woonkamer van Eddie.
Deze ruimte is voor het toneelpo
dium in het midden van de zaal
gesitueerd. Deze opstelling ken
nen we van deze acteurs die al
weer een flink aantal jaren gele
den in deze zaal hun eerste
schoolvoorstellingen speelden.
Zij kennen de zaal dan ook door
en door, terwijl dat duidelijk niet
geldt voor de regisseuse, met wie
zij nu voor het eerst samenwer
ken.
Zij zijn gewend om een groot
speelvlak optimaal te benutten.
Toch had de regisseuse juist op
dit punt moeten ingrijpen. Hier
past zo'n ruime opzet niet. Het
stuk vereist nu eenmaal een
broeierige sfeer die mede daar
door tot stand komt, als de perso
nages elkaar op de lip zitten en
geen kant uit kunnen. Het is dan
bijna een biologische wetmatig
heid dat hun wederzijdse irrita
ties regelmatig escaleren.
Gelukkig wordt dit bezwaar
door de vertrouwde acteerpresta
ties grotendeels weggespeeld.
Met name Nick van Leeuwen is
bijzonder sterk aanwezig in de
moeilijke rol van Eddie en Sabien
de Bruijne is vooral door haar
aangepaste jonge-meisjes-moto-
riek zeer geloofwaardig als de bij
na achttienjarige Gina. Zo krijgt
dan toch nog het psychologisch
gemotiveerde jaloeziemotief te
recht de nadruk.
wijnand zeilstra.
AMSTERDAM (ANP) - Op initiatief van de Schule für Gestaltung in Bazel
en de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam is in het Bauhaus in Dessau
de „Association of Independent Schools of Art and Design" opgericht.
De vereniging stelt zich ten doel de contacten te versterken tussen de
deelnemende instituten. Dat zijn zelfstandige, relatief kleine hogescholen
met een sterke traditie en hoge kwaliteitseisen die zo een eigen bijdrage le
veren aan de internationalisering van het kunstonderwijs.
Doelstelling van de vereniging is om de mogelijkheden Van de deelne
mende instituten voor uitwisseling van studenten, docenten en gecommit
teerden te onderzoeken en gezamenlijke onderwijsprojecten op te zetten.
Lid zijn onder meer kunsthogescholen in Londen, Tokio, Helsinki, Stuttg
art, Lissabon, Enschede en Rhode Island.
Albert Ayler: The First Recor
ding. Vol. 2 (25 oktober 1962. DIW
cd: DIW-349; lp: DIW-25034)
Voor de jazzgeschiedenis een van
de belangrijkste uitgaven van het
jaar is deze door iedereen gezochte,
want in elke discografie vermelde
opname van Albert Ayler. Ayler
schreef als saxofonist geschiedenis
door niet alleen een nieuwe, direct
op de wortels van de zwarte muziek
gebaseerde, nieuwe jazz te spelen in
de jaren zestig, maar ook door zijn
ontzagwekkende toonvorming, die
de standaard is geworden voor me
nige saxofonist na hem. De vibrato
en de 'larger than life'-toon zijn het
handelsmerk van Ayler en zij ont
breken niet op deze vroege opna
men, die door het Japanse DIW
voor het eerst worden uitgebracht.
Zoals de titel al zegt betreft het
hier stukken van een deels eerder
uitgebracht concert ('Something
different!', ook op DIW), dat met
een verder op de achtergrond blij
vende Zweedse bassist en drummer
in Stockholm werd opgenomen.
Het geluid, althans van Ayler, valt
reuze mee, maar wat belangrijker is:
de muziek doet niet onder voor die
op de eerste lp/cd. Ook hier beproef
de standards als 'Softly as in a mor
ning sunrise', 'You don't know wat
love is', 'Moanin" en 'Good Bait', die
laten horen dat Ayler toen nog met
één voet in de bop stond. Wel zijn
hier al de spirituele voordracht en
de krachtige toon, die later nog
meer zouden opvallen, te horen. De
muzikale kwaliteit doet je afvragen
waarom deze opnamen niet eerder
zijn uitgebracht.
Chico Freeman Brainstorm:
Sweet Explosion (April 1980, In
+Out 7010-2)
Na 'The Mystical Dreamer' op
hetzelfde Duitse In+Out is dit de
tweede produktie van tenor- en so
praansaxofonist Chico Freeman's
groep Brainstorm. De belangrijkste
verschillen met die vorige cd zijn de
andere ritmesectie en de manier
waarop de opname tot stand is ge
komen. In beide gevallen heeft dat
tot een verbetering geleid. Het ge
luid, gecreèerd tijdens een live-con-
Buddy Tate.
cert in de lente van dit jaar, is onver
wacht beter dan dat van de eerste
cd, terwijl de ritmesectie van bas
sist Alex Blake en drummer Tom
my Campbell een stuk effectiever
opereert dan de gebroeders Walker.
Het concept van zachte funk met
moderne jazz is hetzelfde gebleven,
maar tegelijkertijd ook meer geïnte
greerd en interessanter van uitvoe
ring geworden.
Chico Freeman nam met de op
richting van Brainstorm twee jaar
geleden een risico dat vele musici
vóór hem met publieke desinteres
se moesten bekopen, namelijk de
overgang van de akoestische jazz
naar de fusion. Freeman, misschien
door de live-atmosfeer aangemoe
digd tot opvallende improvisaties,
weet hier een uitstekend evenwicht
te vinden tussen aansprekende fu
sion en creatieve nieuwe jazz, die in
de meeste stukken qua frisheid niet
onderdoet voor de beste rockjazz
van de jarert zestig. De negatieve
uitzondering vormen 'Pacifica', de
len I, II en II, maar die nemen
slechts vijftien minuten van de bij
na vijf kwartier van de speelduur in
beslag. Na een 'slump' van enkele
jaren is Freeman helemaal terug.
Harry Edison - Buddy Tate:
Swing Summit (27 en 28 april 1990.
Candid CCD 79050)
Zoals op het oorspronkelijke
Candid-label, dat nu een twede
bloeitijd ondergaat, worden er ken
nelijk ook solide swingprodukties
uitgebracht. Trompettist Edison en
tenorsaxofonist Tate zijn ongeveer
synoniem met kwaliteitsswing, en
zeker tate is sinds zijn tijd bij Basie
voor de oorlog een voorbeeld ge
weest voor menige amateur- en pro
fessionele saxofonist. Het scherpe
van die vroege jaren blijkt er niet
helemaal meer te zijn. Die heeft bij
de veteraan (75) plaats gemaakt
voor een degelijkheid die je bijna
nergens anders aantreft. Edison en
tate worden op deze live opname
ondersteund door Frank Wess (te
norsax en fluit), Hugh Lawson (pia
no), Ray Drummond (bas) en Bobby
Durham (drums), musici die de
laatste jaren op talloze jazzplaten te
beluisteren zijn.
Deze cd met zijn zes standars en
één origineel van Tate ('Blue Cre
ek') is een uitgave geworden, waar
aan de meer traditioneel ingestelde
luisteraar zijn hart kan ophalen. Im
mers, er worden geen vreemde frat
sen ten koste van de smetteloze
swing uitgehaald, terwijl het solo-
werk misschien niet opzienbarend,
dan toch wel tenminste goed is. De
opnamekwaliteit is utistekend.
Fred Wesley: New Friends (1990.
Minor Music cd: 801016, lp: MM
1016)
In navolging van de op zijn minst
interessant klinkende Maceo Par-
ker-cd, die eerder dit jaar verscheen
op Minor Music, heeft producer
Stephan Meyner (vandaar de wat ra
re naam van het label) weer getracht
om een belangrijke james Brown-
en George Clinton/Parliament/Fun-
kadelic-blazer te koppelen aan
vooraanstaande jazzmusici. Alt
saxofonist Parker speelt trouwens
ook op deze opname mee, die ook
een spannende synthese tussen jazz
en soul respectievelijk funk pro
beert te bewerkstelligen. Zoals met
de kleuren op het papierwerk van
de cd aangegeven, worden die twee
soorten muziek duidelijk uit elkaar
gehouden, met om en om ouderwet
se jazzstukken en lichtvoetige ry-
thm blues en soul-achtige stuk
ken. Zo was ik na beluistering van
de eerste stukken toch verbasd dat
coryfeeën als Gery Allen (piano),
Anthony Cox (bas), Stanton Davis
(trompet), Steve Turre (trombone)
en enkele anderen meedoen zonder
dat er sprake is van een opvallende,
nieuwe muziek.
Herr Meyner heeft iets te veel ge
let op de programmatische samen
stelling ten koste van de muzikale
samenhang. Mr. Wesley, de ervaren
trombonist, die toch al op zoveel
platen heeft gespeeld, op zo'n tien
per jaar, was net te moe om daar
veel aandacht aan te besteden. Een
op papier zeer leuk project heeft
minder resultaat dan het verzamel
de talent zou doenh vermoeden.
Een opvallend enthousiaste uitvoe
ring krijgt het ouderwets anti-femi
nistisch getitelde 'D-Cup and Up',
tevens hqt laatste stuk, dat de zo
lang verwachte puntige blazersar
rangementen als kern heeft. Over
het algemeen is de muziek niet zo
zeer saai als ongeïnspireerd. De op
namekwaliteit is navenant.
Miniatuur op koper t
DEN HAAG (ANP) - In het
Museon in Den Haag is tot
en met 3 maart de tentoon
stelling „Rusland in de 18de
eeuw" te zien. Het Staats-
historisch Museum in Mos
kou leende meer dan 300
stukken uit voor deze expo
sitie. Het gaat om ikonen,
portretten, stadsgezichten,
voorwerpen voor dagelijks
en kerkelijk gebruik, siera
den, kleding, boeken en an
dere leermiddelen en hand
schriften van onder anderen
Peter de Grote.
Het Staats-historisch Museum is al
jaren gesloten wegens een groot
scheepse restauratie en kan dus met
gemak iets van zijn vier miljoen
stukken tellende collectie uitlenen,
i Peter de Grote uit het eerste kwart van de 18de Dat juist het Museon in de prijzen
(foto anp) viel is echter te danken aan een sa
menwerkingsverband dat de musea
met elkaar hebben afgesloten. Dat
verband zal zich voor het publiek
vooral uiten in tentoonstellingen,
maar moet ook gevolgen hebben op
het gebied van onderzoek.
Het museum in Moskou heeft zelf
het thema en de genoemde 300 stuk
ken uitgezocht voor deze eerste ten
toonstelling in Den Haag. Volgens
Museon-medewerker Rob Claasen
kozen de Russische collega's het
onderwerp 'Rusland in de 18de
eeuw' waarschijnlijk niet helemaal
toevallig.
In deze tijd van perestrojka kij
ken de Russen misschien wel extra
graag op genoemde periode terug.
In de 18de eeuw kwamen de contac
ten met West-Europa immers flink
tot bloei en werd het leven van de
Russische upper-ten daardoor
zwaar beïnvloed. Voor die tijd was
Rusland van West-Europa afgeslo
ten, doordat kerk en beschaving
niet uit Rome kwamen maar uit By
zantium. Ook het afwijkende alfa
bet en de twee eeuwen durende
Mongoolse overheersing hadden
aan de afstand bijgedragen.
De contacten met het westen zijn de
rode draad van de tentoonstelling.
Eén van de hoofdpersonen is, hoe
kan het anders. Peter de Grote, die
ook Nederland een paar keer be
zocht en hier zelfs werkte. Als nie
mand anders wilde hij Rusland mo
derniseren, al werd dat door de ge
wone bevolking niet goed begre
pen.
Die modernisering hield een we
reldlijke staat met een senaat als
hoogste orgaan van- bestuur en
rechtspraak m, beter onderwijs en
een modern leger en een dito oor
logsvloot. Volgens Peter waren
kennelijk ook het gebruik van ta
bak (Goudse pijpjes werden later
nog in Leningrad opgegraven) en
meer drank mooi meegenomen
voor een glanzende ontwikkeling
van zijn rijk.
Het dragen van baarden werd ver
boden, net als het dragen van tradi
tionele kleding in Peters omgeving.
Zelf wilde Peter niet eens meer in
Byzantijnse kleding op de roebel,
hij keurde het in het Museon ten
toongestelde ontwerp af.
Vrouwen
terug bij Tsjechov, wiens eersteling
'Platonov' wordt opgevoerd.
Een hele verrassing: De Trust
speelt het stuk niet zozeer om de ei
gen identiteit af te bakenen, of om
de Russische lamlendigheid van
honderd jaar geleden naar onze ei
gen tijd te transponeren. De Trust
speelt 'Platonov' vooral, lijkt het
wel, om eerherstel te geven aan de
21-jarige Tsjechov. Het stuk werd
tijdens zijn leven immers nooit ge
speeld en latere opvoeringen leken
het vooral als een curiosum te be
handelen: het was te onevenwich
tig, te langdradig, te onervaren.
Boermans en de zijnen verdienen
daarom een dubbel compliment:
ten eerste omdat ze het aangedurfd
hebben dit stuk integraal te spelen,
met inachtneming van Tsjechovs
regie-aanwijzingen; en ten tweede
omdat ze er uitstekend in geslaagd
zijn er een voorstelling van te ma
ken die recht doet aan de grote faam
van de Russische auteur.
'Platonov' is een kweekvijver ge
weest voor de latere stukken van
Tsjechov. Talloze thema's en motie
ven komen er al in voor: de verve
ling (al in de tweede zin), de melan
cholie, de ledigheid, de lotsaanvaar-
ding zonder tegenstribbelingen.
Sommige personages kun je in de
latere stukken precies aanwijzen.
En ook de toon is er al: die typische,
milde ironie waarmee het menselijk
gewoel wordt gadegeslagen en die,
om het paradoxaal uit te drukken,
duidt op een betrokken afstande
lijkheid.
Maar 'Platonov' bezit ook een
waarde op zichzelf. Het stuk heeft
niet te lijden gehad onder de cen
suur, waardoor Tsjechovs kritische
aanmerkingen op de eigen tijd niet
alleen tussen de regels door te ho
ren zijn, maar nu en dan ronduit ge-.
formuleerd worden. Ook in de
seksuele toespelingen is 'Platonov'
veel explicieter dan de andere wer
ken van Tsjechov. En zelfs de te
kortkomingen verlenen het stuk
iets eigens: de 'losse draadjes' in de
intrige, de met wat al te veel bravou
re neergezette onderwijzer Platon
ov of de larmoyante klachten van te
ruggewezen liefdes - ze hebben, ze
ker voor wie van Tsjechov houdt, de
charme van de literaire onvolko
menheid.
De Trust speelt met precies die
betrokken afstandelijkheid waar
Tsjechov zijn kracht aan ontleent.
De acteurs leven zich in waar dat
nodig is, maar zetten soms doelbe
wust een stap naast hun personage,
als om het beter te bekijken. Eelco
Vellema als de cynisch geworden
idealist Platonov (die zijn schimp
scheuten ook richting zaal uit),
Myranda Jongeling als de sterke
Anna Petrovna en Khaldoun El
Mecky als de typische Tsjechov-
dokter Triletski slagen daar uitste
kend in. Andere personages moeten
het meer van een karikaturale uit
beelding hebben. Dat gaat soms wel
erg geroutineerd, maar Marieke
Heebink en Rik Launspach zijn uit
stekend als de losers Sasja en Sergei
en geven je dat heerlijke gevoel dat
je het zelf nog lang zo gek niet doet.
'Platonov' duurt vijf uur. Het zou
jammer zijn als het publiek zich
daardoor liet afschrikken. Er zijn
natuurlijk momenten dat de span
ning even wegvalt, met name tegen
het eind, waar de afwikkeling wel
erg lang duurt. Maar daar staan zo
veel krachtig uitgebeelde en slim
vormgegeven scènes tegenover, dat
u het zichzelf nooit zou vergeven als
u deze onbekende Tsjechov aan u
voorbij liet gaan.
HANS STUPERS
Ook onder de opvolgers van Peter
de Grote bleef de invloed van het
Westen groeien, zij het nog steeds
alleen onder de adel. Deze boven
laag ontwikkelde niet alleen geë
mancipeerde vrouwen als tsarina
Catharina II en Catharina Dasjkova,
presidente van de Russische Acade
mie, maar een hele cultuur die op
gegeven moment nauwelijks meer
van die in de Westerse landen was te
onderscheiden, op enige typische
Russische trekken na.
Dit wordt in het Museon onder
meer geschetst rondom de figuur
van de steenrijke Alexander Koera-
kin, volgens Claassen vader van 70
buitenechtelijke kinderen en bezit
ter van een park waarin alle lanen
naar een minnares waren ver
noemd. Of hij dit ook van het Wes
ten had afgekeken wordt niet hele
maal duidelijk, maar bij het verza
melen van spulletjes en schilderijen
heeft hij zich in elk geval wel door
het buitenland laten beïnvloeden.
Boeren en kooplieden hielden
vast aan de traditie. Ook daarvan
zijn prachtige voorbeelden te zien
in het Museon. Kleding en huisraad
waren in de eerste plaats nuttig,
maar vaak ook prachtig gemaakt en
versierd. Toch slopen daar ook wes
terse ontwikkelingen door, niet in
de laatste plaats door de versprei
ding van het uit Nederland afkom
stige boek „Symbolen en emble
men" uit 1705. De orthodoxe kerk
hield ook aan de tradities vast, al
werden de ikonen op den duur wat
minder stijf.
Aan het slot van de tentoonstel
ling is een lange reeks Russische
stadsgezichten te zien. Er waren
buitenlanders voor nodig waren om
het platteland te schilderen: zij te
kenden boeren en hun woonomge
ving.
STOCKHOLM - De Mexicaanse schrijver Octavio Paz lacht naar journalisten wanneer hij samen met zijn
vrouw Marie Jose Tramini in Stockholm arriveert. Paz krijgt in de Zweedse hoofdstad maandag de Nobelprijs
voor literatuur uitgereikt. (toto af>