De Odyssee van Cees Goekoop 'Eeuwenlang is op de verkeerde plaats gezocht' ZATERDAG 8 DECEMBER 1990 111 W WWê Êl PAGINA 21 Leidse burgemeester vindt na lange speurtocht 'het echte' Ithaka van Homerus KXTRA M A BIJIAGE VAN HET lEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD Tal van theorieën zijn in omloop over de ligging van het Homerische Itha ka. Onderzoeker Strabo situeerde het op het huidige Ithaka (Thiaki); de Duitse onderzoeker Schliemann, die op de radio binnenkort centraal staat in een docudrama, dacht ook dat het daar lag, evenals de Engelse minister president Gladstone. Maar de be roemde Duitse onderzoeker Dörpfeld wist zeker dat de plek waar Odysseus een eind maakte aan "de eerste paleis bezetting uit de geschiedenis" op Leukas moet hebben gelegen. En dan is er natuurlijk nog de opvatting dat Ithaka slechts een dichterlijk verzin sel is geweest, een plek die slechts in de geest van Homerus heeft bestaan. Ook mr. A.E.H. Goekoop, kennis van Couperus en door deze schrijver ooit nog eens geportretteerd in diens 'Langs lijnen van geleidelijkheid', be steedde een groot deel van zijn leven aan het vinden van Ithaka. Zijn klein zoon Cees Goekoop, nu burgemeester van Leiden, borduurde voort op de onderzoekingen van zijn grootvader en maakte de theorie sluitend. "Het is allemaal begonnen met mijn dochter Marije", zegt hij."Ze moest voor haar eindexamen een studie ma ken over het leven of werk van ie mand uit een vroegere periode. Ze vroeg of ik haar daarbij wilde helpen. En zo kwamen we terecht bij mijn in 1914 overleden grootvader." Zijn grootste liefde was het Griekenland van de Klassieke Oudheid. Hij raakte bezeten van het idee het paleis en de woonplaats van Odysseus te vinden. Toen ik merkte dat men zich al zo'n dikke tweeduizend jaar met dit raad sel had beziggehouden, raakte ik zelf ook in de ban. Dat zal zo'n vier jaar ge leden zijn geweest. Vanaf die tijd ben ik er elk vrij moment mee bezig ge weest". Eilanddeel "Ik heb het werk van Homerus nauw gezet bestudeerd en mij door vele ver talingen van de Odyssee heen gewor steld. Het eerste wat ik merkte, was hoe vaak die vertalingen afweken van de oorspronkelijke tekst. Op sommi ge plaatsen was er niet nauwkeurig vertaald. Met naast mij een berg woor denboeken, heb ik me toen geconcen treerd op die oorspronkelijke tekst. Mijn uitgangspunt was dat het moge lijk moest zijn om met behulp van die tekst een juist geografisch beeld van Ithaka te krijgen". "De onderzoekers hadden steeds maar aangenomen dat Ithaka een ei land was. Dat is ook wel logisch: Homerus bestempelt in één adem Doulichion, Samos, Zakynthos en It haka als de eilanden. Maar het gekke is nu dat hij de naam Ithaka 83 keer noemt in de Odyssee zonder dat hij daarbij zegt dat het een eiland is, ter wijl hij dat bij andere eilanden wél doet. Toen ben ik als volgt gaan rede neren: Schotland behoort tot de Brit se eilanden, maar toch is Schotland geen eiland, maar slechts een eiland- deel. Ithaka zou dus wel kunnen be horen tot de eilanden, maar het hoef de zelf geen eiland te zijn". "Een andere bevinding die mij sterkte in die opvatting was de verta ling van het woord 'amphialos'. Dat werd over het algemeen vertaald als 'door zee omgeven' of 'door de zee omspoeld'. Maar eigenlijk betekent het: 'met aan weerszijden zee'. Wan neer Ithaka slecht een deel van een ei land zou zijn, was dat natuurlijk goed mogelijk". "Er moest in ieder geval gezocht worden naar een klein land. Dat bleek mij uit een fragment uit de Ilias, waar in de Griekse stadstaten schepen stu ren om deel te nemen aan de oorlog tegen Troje. Sommige van die staatjes stuurden twaalf schepen, Ithaka heeft er ten hoogste drie gestuurd. Als je een en ander verhoudingsgewijs gaat bekijken, moet Ithaka dus een klein vorstendom zijn geweest". Erissos "En er was nog een andere belangrij ke aanwijzing. De door Homerus ge noemde zeestraat moest ten oosten van de haven van "Ithaka liggen. Dat concludeerde ik uit een passage in de Odyssee, waarin Telemaches met een westenwind in de zeilen van Ithaka wegvaart. De zeilen van de Griekse schepen in die tijd waren maar op één manier getuigd, namelijk dwars. Dat soort dwarsgetuigde schepen is niet in staat om aan de wind te varen, zelfs zeilen met een dwarswind is moeilijk. Met deze schepen is alleen vóór de wind zeilen goed mogelijk. Dan moest de zeestraat dus ten oosten van de haven van Ithaka liggen. Kephali- nië en meer in het bijzonder Erissos beantwoordden aan dat beeld". "Mijn grootvader had al voor het eerst Kephalinië genoemd als Ithaka. Erissos maakt deel uit van dat eiland. Ik moest ineens denken aan wat Homerus de Ithakanen in de mond geeft wanneer zij een vreemdeling ontmoeten. 'U bent toch zeker niet te voet gekomen', vragen ze. Door de on derzoekers en door sommige verta lers, die Ithaka als een eiland be schouwden, werd deze opmerking al tijd beschouwd als een flauw grapje. Je kunt immers niet te voet naar een eiland komen, of je moet natuurlijk Mozes zijn. De vraag is zelfs wel eens uit een vertaling weggelaten. Maar toen ik Erissos zo bekeek, ging er een schok door me heen. Ik wist die zoge naamde flauwe opmerking ineens te plaatsen. Het was namelijk wel móge lijk om te voet naar Erissos te komen, maar niet erg denkbaar dat men dit deed. Erissos wordt namelijk door een scherpe, ruig beboste bergkam van de rest van Kephalinië geschei den. Ik herinnerde me ineens de geo grafische omschrijving van Partsch: 'Het schiereiland Erissos wordt door een scherpe bergkam van de rest van het eiland gescheiden, zodat het bijna een zelfstandig eiland lijkt'". 'Op dat moment voelde ik dat ik op het goede spoor zat. Nu wilde ik er zelf heen. Ik legde contact met de voorzitter van de gemeenteraad al daar. Dat ging gemakkelijk: mijn grootvader was daar ereburger ge worden. Dat vergemakkelijkte de zaak aanzienlijk. Dagenlang hebben mijn vrouw en ik het eiland rondge toerd. Vele malen 2ijn we er ook met de boot op uitgetrokken. Alles samen met mijn vrouw, ja, als een soort Stan ley en Livingstone in Griekenland. Ik heb Erissos tweemaal voor lange tijd bezocht en allerlei bewijzen aange troffen die er op duiden dat daar het Homerische Ithaka moet hebben ge legen". "Zo ben ik met een zeilboot op zoek gegaan naar de grot met twee ingan gen, de grot waarover Homerus in de Odyssee schrijft: "Ook zijn er rondom lange weeframen van steen, waaraan de nimfen glinsterend purperen kle den weven, een wonder om te aan schouwen een lieflijke schemerige grot, gewijd aan de nimfen die Naia- den worden genoemd"'. Dichterlijk "Waar de onderzoekers hun Ithaka in het verleden ook situeerden, ner gens hadden ze een dergelijke grot aangetroffen. Wel zoiets als een druip steengrot. Ze namen aan dat Home rus zich een dichterlijke vrijheid had gepermitteerd. Dichterlijk beschre ven heeft hij die grot zeker, maar mij was opgevallen dat hij bij dit soort omschrijvingen altijd zeer nauwkeu rig te werk ging. Als hij het heeft over 'weeframen' en 'glinsterende pur peren kleden', dan denk ik niet aan stalactieten". "Ik ging dus op zoek naar die grot. Ik zeilde de kust langs en plotseling zag ik in een karakteristieke baai in derdaad een grot met twee ingangen. In een roeibootje voer ik naar binnen. Toen ik met een zaklamp de wanden van de grot bescheen, had ik even de neiging om Eureka! te roepen, zo hard dat ze het in Leiden zouden kunnen horen. Want wat zag ik? Onder aan de wanden van die grot groeide een soort paars zeewier, paars van een prachti ge kleur, vol glinsteringen door de waterdruppels, die de zee er als parels aan had gehangen. Dit, wist ik, waren de 'glinsterende purperen kleden' waarover Homerus had gesproken". "Daags daarna, weer met de boot, ont dekte ik iets dat minstens zo interes sant was. 'Bij de velden buiten de stad', zegt Homerus, 'ligt de Reithron- baai'. Die baai is gelegen aan de voet van de Neion, de bergkam waarover ik sprak. De door mij gevonden Reithronbaai ligt in het meest noorde lijke gedeelte van Erissos. Nu is Reithron afgeleid van 'reoo' dat 'stro men' betekent. Volgens Ithaka-vor- sers zou er naar die baai toe een klein riviertje hebben gelopen. Gek, dat die Ithakanen, een zeevarend volk dat van wanten wist, een baai naar een vrij onbetekenend stroompje noem den. Was dat dan zo belangrijk voor hen? Toen ik het woord nog eens na der bestudeerde, zag ik dat het ook 'deining' betekende". Perfect "Dat sloot perfect aan bij de situatie voor de kust van Erissos. Bij het zei len had ik ontdekt dat er in de zeeëng- te tussen Leukas aan de ene kant en Erissos en Thiaki aan de andere kant vaak een behoorlijk ruwe deining was, ook bij windstil weer. De Middel landse Zee stuwt daar het water erg hoog op, angstig hoog soms. Het is veel aannemelijker dat Homerus bij het benoemen van die baai een recht streekse relatie met die deining heeft gelegd. Hij had oog voor detail, en deze eigenaardigheid zal hem zeker niet zijn ontgaan". "De puzzel begon langzamerhand in elkaar te passen, er lagen nog een paar stukjes of zo onder het vloer kleed, maar die zou ik wel weten te vinden. Daar was bijvoorbeeld de kwestie van de eiken. Op het eiland It haka zouden eiken moeten groeien volgens Homerus. Die waren er op Erissos niet, althans niet de eiken die wij kennen. Wel, zo ontdekte ik tij dens een wandeling met mijn vrouw, hulsteiken die, zo zag ik, een voortref felijk soort eikels produceren, uitste kend geschikt als voer voor de var kens. En met wie had Odysseus na zijn jarenlange omzwervingen het eerst weer contact? Juist, met een var kenshoeder. Toen ik ook nog de bron ontdekte waarover Homerus heeft ge schreven, compleet met een leiding die in de grond verdween, wist ik dat Erissos het Homerische Ithaka moest zijn". "Ik heb die plek zowel vanaf het land als vanuit zee bekeken en bestu deerd en het kan niet anders. Mijn be vindingen heb ik natuurlijk voorge legd aan deskundigen en ik denk ze ker niet dat ik door de wetenschappe lijke wereld met hoon wordt overla den. Dat mijn theorie - en nu druk ik het zacht uit - niet geheel en al verwer pelijk is, blijkt ook wel uit het feit dat ik door de Jaarvergadering van het Klassiek Verbond ben uitgenodigd om er een lezing over te geven". "Mijn hele theorie bewijst dat een dichter als Homerus serieus moet worden genomen. Wie Homerus was is niet echt bekend, maar algemeen wordt aangenomen dat hij een rond trekkend zanger is geweest. Die kon zich tegenover zijn publiek wat be treft landschapsbeschrijvingen na tuurlijk geen onnauwkeurigheden veroorloven. Dat zou hetzelfde zijn als wanneer iemand hier voor de televisie beweert dat Texel gekenmerkt wordt door hoge bergen en ravijnen, om maar eens wat te noemen. Ik wil niet "Ik ben een beetje melancholiek gestemd nu mijn onderzoek is af gerond. De dichter zegt het al: de reis is altijd mooier dan de aan komst". (foto Loek Zuyderduin) zeggen dat al die onderzoekers niet goed hebben kunnen lezen, maar ze hebben gewoon over de gegevens heen gelezen, Homerus met een kor reltje zout genomen". "Ik hoop dat er na het verschijnen van mijn boek snel een expeditie naar Erissos gaat om daar te gaan graven. Als ze daar dingen vinden die wijzen op het bestaan van dat paleis en zo, dan pas staat de kroon op mijn theo rie. Je hebt bij wijze van spreken pas écht het bewijs als je daar, ergens diep onder de grond, de eerste versie van de Odyssee vindt, compleet met de handtekening van Homerus eron der". "Het is gek, maar ik ben me steeds meer gaan verdiepen in die figuur van Homerus zelf. Hij is zeker geen dich ter geweest die zich opsloot in een ivo ren toren, nee, hij stond midden in het leven. Lawrence van Arabië heeft hem" gekenschetst als een zeer weet gierig persoon, een beetje afstandelijk wat vrouwen betreft. Aardig is, dat hij opmerkt dat Homerus bevreesd is ge weest voor de zee. Dat klopt mis schien ook wel als je ziet hoeveel ram pen Odysseus op zee overkomen, mis schien zijn het angstvisioenen ge weest. Homerus, tja, ik zie hem daar wel zitten, aan de kade van een of an dere haven, rustig met de zeelui een glas wijn drinkend. Ik ben een beetje melancholiek gestemd nu mijn on derzoek is afgerond. De dichter zegt het al: de reis is altijd mooier dan de aankomst". Het boek van Goekoop, dat dc speurtocht op de voet volgt, ligt omstreeks 12 decem ber in de boekhandel. C.H. Goekoop: 'Op zoek naar Ithaka. Een speurtocht naar het vaderland van Odysseus', uitgeverij Heureka, Wcesp. Waar ligt Ithaka, het land waar het paleis stond van Odysseus, de held uit de 'Odyssee' van Homerus? Cees Goekoop, burgemeester van Leiden, is ervan overtuigd het antwoord op die vraag te hebben gevonden. In zijn bij uitgeverij Heureka te Weesp uitgegeven boek 'Op zoek naar Ithaka. Een speurtocht naar het vaderland van Odysseus', schrijft hij dat het Homerische Ithaka moet worden gesitueerd op Erissos, het noordelijke schiereiland van het eiland Kephalinië. Ithaka is, zoals veel onderzoekers dachten, volgens Goekoop nooit een afzonderlijk eiland geweest, maar slechts een deel van een eiland. Goekoop kwam tot deze verrassende conclusie na nauwgezet te analyse van de oorspronkelijke tekst van de Odyssee. Daarnaast voerde hij als ervaren zeiler enkele nautische experimenten uit die zijn theorie bevestigden. "Ik heb de geografische en nautische aanwijzingen van Homerus letterlijk genomen. Veel onderzoekers dachten: ach, een dichter, die is niet zo nauwkeurig. Daardoor hebben ze eeuwenlang op de verkeerde plaats gezocht". door Cees van Hoore

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 21