Geen harde bewijzen
voor broeikaseffect
Met Oude Testament milieuproblemen
'Milieubeleid vergeet
emancipatie van vrouw'
VVWl i =U WHM
Ruimterobot raast 8 december
rakelings langs moeder aarde
Antartica-expeditie vertrokken
Chip laat de vervuiler betalen
Professor beschouwt 'rare kostgangers'
DONDERDAG 6 DECEMBER 1990
EINDREDACTIE HANS SONDERS
DEN HAAG (ANP) - De Ame
rikaanse ruimterobot Galileo
scheert 8 december, op de te
rugweg na de ontmoeting met
Venus op 10 februari van dit
jaar, voor de eerste maal over
de aarde. Het uiteindelijke
reisdoel van de verkenner is
Jupiter. Om daar in december
1992 te komen snelde de, 18 ok
tober 1989 uit het ruimteveer
Atlantis gelanceerde robot,
eerst af op Venus en moet hij
nog twee keer langs de aarde
om door de aantrekkings
kracht van beide planeten te
worden 'aangeslingerd' tot een
snelheid van 140.000 kilometer
per uur. Die is nodig om uitein
delijk van de aarde af richting
Jupiter te schiéten. De reis
duurt in totaal zes jaar, ook al
bedraagt de gemiddelde snel
heid niet minder dan bijna
100.000 kilometer per uur.
Galileo arriveert 7 decem
ber 1995 bij de reuzenplaneet
en cirkelt er dan twintig
maanden omheen. Vijf maan
den voor aankomst lanceert
hij een sonde die in de atmos
feer van Jupiter afdaalt.
Jupiter, zijn stormachtige
atmosfeer en zijn manen vor
men het hoofddoel van de mis
sie, maar de sonde bestudeert
ook de zonnewind en kijkt
scherp naar Venus, omdat deze
planeet de eindfase vertoont
van het 'broeikaseffect' zoals
dat ook op aarde plaatsvindt
door verstikking van de at
mosfeer met kooldioxyde.
De eerste passage van de
aarde 8 december vindt plaats
op een hoogte van krap 1.000
kilometer, boven de Atlanti
sche Oceaan ten oosten van
Florida. Daarna valt Galileo
door de asteroïdegordel tussen
Mars en Jupiter terug naar het
inwendige van het zonnestel
sel om vervolgens 8 december
1992 voor de tweede maal de
aarde te passeren, op een nog
lagere hoogte, van slechts 322
kilometer.
Siccama hoogleraar krijgsgeschiedenis
Dr. Jan G. Siccama. {toto gpd>
DEN HAAG - De Haagse poli
ticoloog dr. Jan G. Siccama
van het Instituut Clingendael
voor Internationale Betrek
kingen is benoemd tot bijzon
der hoogleraar krijgsgeschie
denis en veiligheidsproblema
tiek aan de Rijksuniversiteit
in Utrecht.
Siccama is gespecialiseerd
In de omstandigheden die kun
nen leiden tot een oorlog, of
hoe een oorlog te voorkomen.
De politicoloog, benoemd door
de Koninklijke Nederland-
sche Vereniging 'Ons leger',
volgt professor dr. P. Volten
op, die hoofd van de afdeling
onderzoek van het Ameri
kaanse Instituut voor Oost-
West Veiligheidsstudies in
New York is geworden. Bij het
hoogleraarschap hoort ook het
schrijven van een column in
het defensiemagazine Armex,
uitgegeven door 'Ons Leger'.
PUNTA ARENAS De uit 22 leden bestaande Nederlandse An-
tarctica-expeditie is afgelopen zaterdag, vergezeld van een Poolse
microbiologe en journalist Kees Wiese, die de reis zal verslaan, van
Schiphol vertrokken. Maandag is de groep aangekomen in de zuide
lijke Chileense havenstad Punta Arenas, aanstaande vrijdag wordt
doorgevlogen naar het duizend kilometer zuidelijker gelegen King
George eiland, de thuisbasis van de expeditie.
Expeditieleider Wim Wolff maakt zich al enige zorgen over de fi
nanciering van volgende Nederlandse expedities. Dié hangt name
lijk in belangrijke mate af van de resultaten van deze eerste tocht.
Het grote politieke doel van de expeditie het Nederlandse stem
gerechtigde lidmaatschap van het Antarctica Verdragis inmid
dels bereikt. Maar daaruit vloeit wel de verplichting voort geregeld
expedities te sturen. Welk ministerie die moet betalen, is echter
nog onduidelijk.
Het Poolse schip 'Arctovvski' met de uitrusting voor de onder-
zoekstocht en de bagage van de onderzoekers aan boord, zal waar
schijnlijk omstreeks 12 december aankomen bij het Poolse onder-
zoekstation op King George Eiland, dat als basis dient.
DEN HAAG -Een plukje mammoethaar, zoals dat vanaf deze week in
het Haagse Museon is te zien. Het door Rusland geschonken haarstukje
heeft nog zijn oorspronkelijke kleur en is afkomstig van een twaalfjarig
vrouwtje,
Wolharige mammoeten kwamen al zo'n 30.000 jaar geleden voor. De
vacht van het dier bestojid uit een wollige onderlaag en een langharige
oppervacht, zoals Jtit het haarstukje in het Museon is te zien. (foto anp>
'De vervuiler betaalt'. Onder
dat motto kan de toepassing
worden gezien van een nieuw
apparaatje, de Tiris, een chip
waarin een bepaalde code
wordt opgeslagen en waarmee
het mogelijk is om van elk
huishouden afzonderlijk de
juiste hoeveelheid afval vast
te stellen.
Hiermee wordt het mogelijk
de consument voor elke kilo
aangeboden afval te laten be
talen waardoor, zo wordt ge
hoopt, de totale hoeveelheid
afneemt.
De Tiris is niet veel groter
dan een lucifer. In een door
zichtig huisje zitten een chip,
een zendertje en een ontvan-
gertje. In de chip zit een vaste,
unieke code van maximaal
twintig cijfers (60 bits). Als
een uitlees-apparaat binnen
een meter van het cilindertje
komt, wordt de chip geacti
veerd. Vervolgens wordt de
code verzonden. Die wordt
door het uitleesapparaat ont
vangen. De cijfercombinatie
wordt dan doorgegeven aan
een boordcomputertje in de
vuilniswagen die haar dan kan
herkennen.
De code is een identificatie
middel. Als een chip in de vuil
nisbak van een bepaald huis
houden wórdt aangebracht,
weet de computer bij het op
halen automatisch van wie het
huisvuil is. Iii de vrachtauto
wordt het afval gewogen en
vervolgens slaat de computer
het gewicht en de bijhorende
code op. Vervolgens kunnen de
gegevens in een centrale com
puter worden ingevoerd en
kan de rekening worden opge
maakt.
correspondent Herman Damveld
onze
technische
politi-
Van c
"Milieuproblemen zitten diep, zijn
cultuur. Ze gaan verder dan alleen
onvolkomenheden. Helaas zien veel
ci dat niet, want die hebben het alleen
nische aanpassingen als katalysatoren en inherent vei
lige kerncentrales. Het Oude Testament kan ons bij
een echte oplossing van de milieuproblemen behulp
zaam zijn". Dat betoogde drs. Jan Boersema, weten
schappelijk medewerker van de Interfacultaire Vak
groep Energie en Milieu van de Universiteit Gronin
gen, afgelopen vrijdag op het congres 'Milieufilosofie
in de jaren negentig' in Rotterdam.
"Ik denk dat we voor een analyse van de milieupro
blemen in onze cultuur terug moeten om te begrijpen
waarom het zo is gelopen. Dan pas is het mogelijk om
er echt iets aan te doen. Daarom ga ik ver terug, naar
de wortels van onze cultuur, naar het Oude Testament
en het Griekse gedachtengoed", zegt Boersema.
Hij is tot zijn analyse gekomen als reactie op opvat
tingen van andere milieufilosofen. Sommigen zeggen
namelijk dat de milieuproblemen alleen maar opge
lost kunnen worden door een breuk met de westerse
cultuur. Als alternatief wordt de Indiaan aangeprezen,
die wel in harmonie met de natuur zou leven.
Volgens Boersema stuit deze breuk met onze tradi
tie op grote bezwaren: "Er is het praktische bezwaar
dat een verandering in de cultuur tientallen jaren
duurt. Het is de vraag of een dergelijke verandering op
tijd komt om de milieuproblemen aan te pakken". Bo
vendien, zegt Boersema, "heeft onze cultuur een hele
boel dingen voortgebracht waar ik helemaal niet van
af wil, zoals wetenschap, technische vondsten, klassie
ke muziek en welvaart. Die dingen wil ik niet weggooi
en. Bovendien zijn er in onze cultuur voldoende aan
knopingspunten tot bijsturen: mijn centrale bewering
is, dat we ons weer meer moeten oriënteren op het
Joodse gedachtengoed, zoals verwoord in het Oude
Testament".
Volgens Boersema houdt het Joodse gedachten
goed het volgende in. De mens heeft een aparte positie
ten opzichte van het dier, maar het is niet zo, dat de he
le schepping er enkel en alleen voor de mens is. "In het
Oude Testament lees ik dat alles op aarde er is ter wille
van God en dat de schepping Gods lof zingt. Er is spra
ke van God, die voor de leeuwen en de raven zorgt.
Daar volgt uit, dat we in ons alledaagse handelen de
wereld moeten zien als iets dat morele zorg verdient,
want alles is moreel relevant", stelt Boersema.
Het Oude Testament en het joodse gedachtengoed
leveren volgens Boersema "een goed verhaal waarmee
je mensen op hun verantwoordelijkheid aan kunt
spreken, zelfs dermate radicaal dat het de weg mar
keert naar watje uiteindelijk wilt. Het gaat fundamen
teel in tegen wat nu gangbaar is. Neem bijvoorbeeld de
rechtvaardigheid tussen de mensen nu en tussen de
huidige en toekomstige generaties".
"Die rechtvaardigheid is pas een gegeven indien de
feitelijke ongelijkheden tussen de mensen zijn opge
lost. Dat betekent: de rijke landen en de rijke mensen
moeten minder grondstoffen gaan gebruiken. Dat is
een radicaal standpunt omdat de regering nu mikt op
groei van alles. Een volgend punt is het uitsterven van
soorten. Indien je een halt toe wilt roepen aan het uit
sterven van planten en dieren zitje op een geweldig ra
dicale toer", zegt een bewogen Boersema.
Drs. Jan Boersema: "De rijke landen moeten min
der grondstoffen gaan gebruiken. Dat is een radicaal
standpunt, want de regeingen mikken op groei", (foto
Er zijn maar weinig dingen op
deze planeet waarover zoveel
onzekerheden bestaan en ge
schreven is en wordt als het
broeikaseffect. Inmiddels be
staan er bijna even veel sce
nario's als klimatologen die
beroepshalve, gezeten naast
meetapparatuur en achter de
terminals van supercompu
ters, pogen dozijnen steeds
wisselende factoren samen te
brengen tot één zonneklare
onheilstijding waar geen
speld is tussen te krijgen.
Dat dit tot op heden nog ver
re van gelukt is, is koren op de
molen van in het bijzonder de
geïndustrialiseerde landen
waar economische groei veel
belangrijker is dan de gevol
gen ervan.
Om die letterlijk en figuur
lijk grenzeloze kortzichtig
heid af te straffen houden we
tenschappers dié gedeelten
van het aardoppervlak in de
gaten waar zich het eerst de
gevolgen van het broeikassta
dium zullen manifesteren: de
poolkappen en de enorme ijs-
mantel die Groenland bedekt.
Van onze correspodent Ben Apeldoorn
De poolkappen zijn, zo neemt men aan, de gevoeligste sensoren waar reeds minieme tem
peratuurschommelingen het eerst zichtbaar zullen zijn als al dan niet desastreuze verande
ringen in de ijsvoorraden.
Bovendien houdt men die ontzaggelijke ijsmassa's ook nog om een ander reden in de ga
ten, want waar ijs smelt ontstaat water dat in de omringende zeeën en oceanen terecht
komt. En ais er te veel ijs smelt, stijgt het zeeniveau, met als gevolg dat er meer moeite
moet worden gedaan om al dat extra water van het land weg te houden. Wie wil zien hoe
veel moeite dat nu al kost, moet maar eens een bezoek brengen aan de Delta-werken.
Talloze factoren zoals wolkenverdeling, verdeling van land en water, be-
groeing en industrieconcentraties, lokale klimaatpatronen, bodemgesteld
heid en bevolkingsdichtheid maken het (nog) vrijwel onmogelijk om het
broeikaseffect met enige mate van zekerheid te kunnen voorspellen.
Daarnaast is het van groot belang
waar precies het ijs begint te smel
ten; op Antarctica, Groenland of in
het Noordpoolgebied. De ijskap
van de Noordpool drijft al in het wa
ter (en veroorzaakt dus al de nodige
waterverplaatsing) maar de kilome
ters dikke ijsdekens van Antarctica
en Groenland rusten grotendeels op
land; als daar wat smelt draagt dat
meteen bij tot een verhoging van de
Milieubeleid vertoont
veel raakvlakken met
emancipatiebeleid.
Toch wordt in het Na
tionaal Milieubeleids
plan (NMP) emancipa
tie niet als een beleids
terrein genoemd waar
mee samenwerking
noodzakelijk is. Dat
staat in de studie
'Emancipatie en
milieu' van drs. A. Gil
den en anderen van de
Interfacultaire Vak
groep Energie en
Milieukunde van de
Universiteit Gronin
gen.
Een voorbeeld om
de raakvlakken te ver
duidelijken is de inza
meling van chemisch
afval. Volgens het
NMP moeten batterij
en ën verfresten niet
met het huisvuil wor
den meegegeven,
maar apart worden in
geleverd. In sommige
plaatsen heeft de over
heid daarvoor de
chemokar in het leven
geroepen, die op vaste
tijdstippen overdag er
gens in de buurt staat.
Een dergelijke ophaal
dienst veronderstelt
dat er overdag iemand
thuis is. De stilzwij
gende vooronderstel
ling bij dergelijke op
haaldiensten is dat de
huisvrouw beschik
baar is.
Een tweede voor
beeld. Werkende vrou
wen leggen gemiddeld
per dag drie kilometer
af in de auto voor
woon-, werk- en zake
lijk verkeer. Bij man
nen is dat 12,5 kilome
ter. Betekent het be
leid van de overheid
dat mensen minder
auto moeten rijden,
dat de mannen minder
moeten gaan rijden, of
Het NMP grijpt in
op huishoudens. Afval
moet gescheiden wor
den ingezameld. In
plaats van wegwerp-
produkten moeten
goederen worden ge
kocht die meer duur
zaam zijn en gerepa
reerd kunnen worden.
Er komt statiegeld op
meer flessen en op
koelkasten. Mensen
moeten zuiniger gaan
doen met apparatuur
zoals droogtrommels
en vaatwasmachines.
Dat betekent een ver
schuiving in de hoe
veelheid huishoude
lijk werk.
Wie draaien daar
Moet op dit
punt beleid gevoerd
worden? Het NMP
zegt er niets over.
Toen die mogelijkheid een twin
tigtal jaren geleden voor het eerst
werd geopperd, ontstonden afzich
telijke taferelen van miljoenen vier
kante kilometers grote, deinende
watermassa's waar ooit land met
steden en dorpen waren gelegen.
De globale landcontouren zouden,
nog vóór de 21e eeuw goed en wel
begonnen was, onherkenbaar ver
anderd zijn.
Na deze eerste onthutsende be
richten werden wat meer behou
dende geluiden hoorbaar maar het
schrikbeeld is tóch een beetje blij
ven hangen.
Het valt met de realiteit van dat
schrikbeeld misschien nog wel
mee. Zeer recent onderzoek van het
Schotse Onderzoeksinstituut van
de Noordpool (SPRI) toont name
lijk aan dat de ijskap boven het zui
delijke deel van Groenland elk jaar
twintig centimeter dikker wordt.
Elk jaar wordt de zeespiegel daar
door wereldwijd een halve millime
ter lager; niet veel, maar alle beetjes
helpen.
Hoe is dit verschijnsel te verkla
ren te midden van alle verwoede
discussies?
Dat weten de SPRI-onderzoekers
ook niet precies; zij verwijzen naar
'Uitèrsten - Beschouwingen over menselijk
gedrag' door prof. A. J. Dunning is een uit
gave van Uitgeverij Meulenhoff Amster
dam en Wetenschappelijk Uitgeverij Bun-
ge, Utrecht. Prijs: 34,50 gulden.
Vele triomfen vierde de destijds we
reldberoemde Italiaanse belcanto
zanger Farinelli in opera's van com
ponisten als Handel en Gluck. Tien
jaar lang zong hij elk avond aan het
Spaanse hof vier aria's in een po
ging om de Spaanse koning Philips
V uit zijn ernstige depressie te ha
len. Voor zijn roem en achting
moest Farinelli wel een offer bren
gen. Nimmer mocht de baard in de
keel komen, vandaar dat hij al op
jeugdige leeftijd werd gecastreerd.
De geschiedenis van Farinelli
staat beschreven in 'Viva il coltello',
'Leve het mes', één van de verhalen
in de nieuwe bundel van de Amster
damse hoogleraar in de cardiologie
A.J. Dunning 'Uitersten - beschou
wingen over menselijk gedrag'.
"Onze-Lieve-Heer heeft rare kost
gangers", schrijft Dunning in zijn
inleiding.
Een bonte stoet van al of niet be
kende histoirsche peronages trekt
in zijn bundel voorbij. Van de in op
perste ascese levende Catherina
van Siena tot de wreedaardige Fran
se 'ridder' Gilles de Rais, "een brute
roofridder, verachter van mensen,
verkwister, praalhans en vechters
baas". Dunning schrijft over de ver
ering van het 'heilig hart', over Ma-
rat die zich in de medische weten
schap te kort gedaan voelde en die
na in de Franse revolutie duizenden
de dood te hebben ingejaagd door
Charlotte Corday in koelen bloede
in bad wordt vermoord.
Over kannibalisme uit rituele
overwegingen of uit noodweer, over
de ontmoeting van de psychoana
lyticus Sigmund Freud en de com
ponist Gustav Mahler in Noord-
wijk, over lijkenroof ten behoeve
van patholoog-anatomen, over het
'levenselixer' van de Franse onder
zoeker Brown Séquard in de vorm
van fijngewreven zaadballen.
Op knappe manier rijgt Dunning
zijn door belezenheid verworven
kennis aan elkaar, waarbij ziekte
beelden vaak worden betrokken, en
soms het motief tot vertellen zijn.
Hij legt verbanden waar de lezer die
niet zo snel zou vermoeden. Zoals
tussen de ascetische levenswijze
van de later heilig verklaarde Ca
therina van Siena en de vooral bij
meisjes in de puberteit voorkomen
de anorexia nervosa, en noemt de
eerste vorm anorexia religiosa.
In beide herkent hij een verzet te
gen een niet aanvaarde autoriteit.
Meer dan in zijn vorige bundel
'Broeder Ezel' is de Amsterdamse
hoogleraar een verteller zonder te
moraliseren. Al heeft hij weinig op
met het instituut van de (katholie
ke) kerk voor wie wereldlijke macht
te vaak doelwit was.
HENK HELLEMA
de 'hoofdvraag' die elke klimato-
loog zich met betrekking tot dit pro
bleem stelt: hoe zijn de hoeveelhe
den broeikasgassen (vooral kool
dioxide en methaan) die door de
mens jaarlijks met miljarden ton
nen tegelijk in de dampkring wor
den geblazen, te vertalen in concre
te temperatuurverhogingen op kor
te en lange termijn. En het liefst dan
ook nog per land of gebied op aarde
waar allerlei verschillende atmosfe
rische omstandigheden heersen,
want vast staat in ieder geval dat
een eenmaal ingetreden broeikas-
tijdperk zich lang niet overal op de
zelfde wijze zal manifesteren.
Begin november verscheen daar
over in Engeland een boek van de
hand van Stephen Schneider: 'Glo
bal Warming. Are we Entering the
Greenhouse Century? (Lutter
worth Press). Schneider, hoofd van
de afdeling Klimaatsystemen van
het Amerikaanse Centrum voor At
mosferisch Onderzoek (NCAR) in
Boulder, Colorado, stelt in zijn boek
vast dat de voorspellingen die door
verschillende internationale weten
schappelijke organisaties onafhan
kelijk van elkaar zijn verkregen,
zeer dicht bij elkaar liggen en daar
om reëel moeten worden geacht.
Dramatisch?
Zowel de Intergovernmental Panel
on Climate Change (IPCC) als de In
ternational Council of Scientific
Unions (ICSU) stellen op basis van
de laatste onderzoeksresultaten
vast dat sedert het begin van de In
dustriële Revolutie de hoeveelheid
kooldioxide met 25 procent en het
methaangehalte met maar liefst een
factor twee is toegenomen. Met in
begrip van de door de mens sedert
1950 in de dampkring geloosde hoe
veelheden chemicaliën (onder an
deren de beruchte chloorfluorkool
waterstoffen, CFK's) wordt per
vierkante meter lucht vlak boven
het aardoppervlak tegenwoordig
twee Watt méér zonne-energie 'vast
gehouden' dan, zeg, 200 jaar gele
den.
Trouwens, vraagt Schneider zich
af, wat is normaal, of liever gezegd:
natuurlijk? De geschiedenis van on
ze planeet leert immers dat ingrij
pende klimaatveranderingen en
daarmee gepaard gaande verhogin
gen van de zeespiegel op geologi
sche schaal schering en inslag zijn
geweest.
Neem bijvoorbeeld het eind van
de laatste ijstijd, dat 15.000 jaar gele
den werd ingeluid en waarbij de we-
reldtemperatuur met 'slechts' vijf
graden steeg. De gevolgen daarvan
logen er niet om: de zeespiegel rees
met ongeveer honderd meter en het
aangezicht van onze planeet onder
ging zo ongeveer een chirurgische
ingreep. Goed, daar deed de natuur
dan wel 10.000 jaar over terwijl de
mens verwoede pogingen doet om
dat allemaal binnen honderd jaar te
bewerkstelligen.
Het meest pessimistische scena
rio van de IPCC en de ICSU gaat
ook uit van een maximale, globale
temperatuurverhoging van vijf gra
den tegen het eind van de volgende
eeuw. Zou dat dezelfde dramati
sche gevolgen hebben als tijdens
het afsmelten van de enorme glet
sjers 10.000 jaar geleden?
Heel misschien wel maar er zijn zo
geheten 'variabelen', veranderlij
ken, in het spel. Neem bijvoorbeeld
de verdeling van de wolken; het is
heel goed mogelijk dat als gevolg
van menselijke activiteiten meer
wolken ontstaan. Deze reflecteren
meer zonlicht en reduceren daar
mee globale opwarming in hoge
mate.
Daarnaast de aanwezigheid van
zeeën en oceanen. Driekwart van
onze planeet is thans met water be
dekt (ten tijde van de laatste ijstijd
was dat ongeveer de helft!) en met
name de oceanen kunnen enorme
hoeveelheden warmte onttrekken
aan de atmosfeer.
Beide variabelen, de wolkenver
deling en de bufferwerking van de
oceanen, zullen het globale effect
van een broeikastijdperk zeer waar
schijnlijk beperken.
De onderzoekers verwachten ver
der dat in en nabij industriecentra
nog een ander effect om de hoek
komt kijken. De wolken erboven,
met verhoogde concentraties zwa
veldioxide, zullen meer zonlicht re
flecteren dan 'schone' wolken en
juist in dichtbevolkte (industriege
bieden zou het broeikasstadium
zelfs neer kunnen komen op een la
gere temperatuur.
Juist in dichtbevolkte gebieden,
zoals Nederland, is sprake van nog
veel meer variabelen dan elders die
een voorspelling van het regionale
effect van een wereldwijd broeikas-
tijdperk moeilijk, zo niet onmoge
lijk maken. De nabijheid van een
grote watermassa (de Noordzee) als
warmtebuffer heeft zeker invloed;
we hebben niet voor niets een zee
klimaat en het kan zijn dat het
broeikasstadium zich bij ons juist
zal kenmerken door koele, regenrij-
ke zomers en zachte, regenrijke
winters.
Dat is een slag voor diegenen die
nu reeds visioenen hebben van zon
overgoten (broeikas)zomers en
zachte winters zonder glijpartijen,
sneeuwschuiverij, ijsgekrab en
halfbevroren neuzen en oren. Der
gelijke (broeikas)'winters' staan ons
zeer waarschijnlijk wél te wachten
maar de keerzijde van de medaille
zal (ook weer: waarschijnlijk) ge
vormd worden door druilerige, cha
grijnig makende zomers. Kustlan
den zoals de onze zullen niet alleen
geregeld door tropische cyclonen
(vanwege de hogere oceaantempe-
ratuur) geteisterd worden maar ook
te maken gaan krijgen met over
vloedige hoeveelheden neerslag die
overigens nog veel zuurder zal zijn
dan nu al het geval is.