Geen harde bewijzen voor broeikaseffect Met Oude Testament milieuproblemen 'Milieubeleid vergeet emancipatie van vrouw' VVWl i =U WHM Ruimterobot raast 8 december rakelings langs moeder aarde Antartica-expeditie vertrokken Chip laat de vervuiler betalen Professor beschouwt 'rare kostgangers' DONDERDAG 6 DECEMBER 1990 EINDREDACTIE HANS SONDERS DEN HAAG (ANP) - De Ame rikaanse ruimterobot Galileo scheert 8 december, op de te rugweg na de ontmoeting met Venus op 10 februari van dit jaar, voor de eerste maal over de aarde. Het uiteindelijke reisdoel van de verkenner is Jupiter. Om daar in december 1992 te komen snelde de, 18 ok tober 1989 uit het ruimteveer Atlantis gelanceerde robot, eerst af op Venus en moet hij nog twee keer langs de aarde om door de aantrekkings kracht van beide planeten te worden 'aangeslingerd' tot een snelheid van 140.000 kilometer per uur. Die is nodig om uitein delijk van de aarde af richting Jupiter te schiéten. De reis duurt in totaal zes jaar, ook al bedraagt de gemiddelde snel heid niet minder dan bijna 100.000 kilometer per uur. Galileo arriveert 7 decem ber 1995 bij de reuzenplaneet en cirkelt er dan twintig maanden omheen. Vijf maan den voor aankomst lanceert hij een sonde die in de atmos feer van Jupiter afdaalt. Jupiter, zijn stormachtige atmosfeer en zijn manen vor men het hoofddoel van de mis sie, maar de sonde bestudeert ook de zonnewind en kijkt scherp naar Venus, omdat deze planeet de eindfase vertoont van het 'broeikaseffect' zoals dat ook op aarde plaatsvindt door verstikking van de at mosfeer met kooldioxyde. De eerste passage van de aarde 8 december vindt plaats op een hoogte van krap 1.000 kilometer, boven de Atlanti sche Oceaan ten oosten van Florida. Daarna valt Galileo door de asteroïdegordel tussen Mars en Jupiter terug naar het inwendige van het zonnestel sel om vervolgens 8 december 1992 voor de tweede maal de aarde te passeren, op een nog lagere hoogte, van slechts 322 kilometer. Siccama hoogleraar krijgsgeschiedenis Dr. Jan G. Siccama. {toto gpd> DEN HAAG - De Haagse poli ticoloog dr. Jan G. Siccama van het Instituut Clingendael voor Internationale Betrek kingen is benoemd tot bijzon der hoogleraar krijgsgeschie denis en veiligheidsproblema tiek aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Siccama is gespecialiseerd In de omstandigheden die kun nen leiden tot een oorlog, of hoe een oorlog te voorkomen. De politicoloog, benoemd door de Koninklijke Nederland- sche Vereniging 'Ons leger', volgt professor dr. P. Volten op, die hoofd van de afdeling onderzoek van het Ameri kaanse Instituut voor Oost- West Veiligheidsstudies in New York is geworden. Bij het hoogleraarschap hoort ook het schrijven van een column in het defensiemagazine Armex, uitgegeven door 'Ons Leger'. PUNTA ARENAS De uit 22 leden bestaande Nederlandse An- tarctica-expeditie is afgelopen zaterdag, vergezeld van een Poolse microbiologe en journalist Kees Wiese, die de reis zal verslaan, van Schiphol vertrokken. Maandag is de groep aangekomen in de zuide lijke Chileense havenstad Punta Arenas, aanstaande vrijdag wordt doorgevlogen naar het duizend kilometer zuidelijker gelegen King George eiland, de thuisbasis van de expeditie. Expeditieleider Wim Wolff maakt zich al enige zorgen over de fi nanciering van volgende Nederlandse expedities. Dié hangt name lijk in belangrijke mate af van de resultaten van deze eerste tocht. Het grote politieke doel van de expeditie het Nederlandse stem gerechtigde lidmaatschap van het Antarctica Verdragis inmid dels bereikt. Maar daaruit vloeit wel de verplichting voort geregeld expedities te sturen. Welk ministerie die moet betalen, is echter nog onduidelijk. Het Poolse schip 'Arctovvski' met de uitrusting voor de onder- zoekstocht en de bagage van de onderzoekers aan boord, zal waar schijnlijk omstreeks 12 december aankomen bij het Poolse onder- zoekstation op King George Eiland, dat als basis dient. DEN HAAG -Een plukje mammoethaar, zoals dat vanaf deze week in het Haagse Museon is te zien. Het door Rusland geschonken haarstukje heeft nog zijn oorspronkelijke kleur en is afkomstig van een twaalfjarig vrouwtje, Wolharige mammoeten kwamen al zo'n 30.000 jaar geleden voor. De vacht van het dier bestojid uit een wollige onderlaag en een langharige oppervacht, zoals Jtit het haarstukje in het Museon is te zien. (foto anp> 'De vervuiler betaalt'. Onder dat motto kan de toepassing worden gezien van een nieuw apparaatje, de Tiris, een chip waarin een bepaalde code wordt opgeslagen en waarmee het mogelijk is om van elk huishouden afzonderlijk de juiste hoeveelheid afval vast te stellen. Hiermee wordt het mogelijk de consument voor elke kilo aangeboden afval te laten be talen waardoor, zo wordt ge hoopt, de totale hoeveelheid afneemt. De Tiris is niet veel groter dan een lucifer. In een door zichtig huisje zitten een chip, een zendertje en een ontvan- gertje. In de chip zit een vaste, unieke code van maximaal twintig cijfers (60 bits). Als een uitlees-apparaat binnen een meter van het cilindertje komt, wordt de chip geacti veerd. Vervolgens wordt de code verzonden. Die wordt door het uitleesapparaat ont vangen. De cijfercombinatie wordt dan doorgegeven aan een boordcomputertje in de vuilniswagen die haar dan kan herkennen. De code is een identificatie middel. Als een chip in de vuil nisbak van een bepaald huis houden wórdt aangebracht, weet de computer bij het op halen automatisch van wie het huisvuil is. Iii de vrachtauto wordt het afval gewogen en vervolgens slaat de computer het gewicht en de bijhorende code op. Vervolgens kunnen de gegevens in een centrale com puter worden ingevoerd en kan de rekening worden opge maakt. correspondent Herman Damveld onze technische politi- Van c "Milieuproblemen zitten diep, zijn cultuur. Ze gaan verder dan alleen onvolkomenheden. Helaas zien veel ci dat niet, want die hebben het alleen nische aanpassingen als katalysatoren en inherent vei lige kerncentrales. Het Oude Testament kan ons bij een echte oplossing van de milieuproblemen behulp zaam zijn". Dat betoogde drs. Jan Boersema, weten schappelijk medewerker van de Interfacultaire Vak groep Energie en Milieu van de Universiteit Gronin gen, afgelopen vrijdag op het congres 'Milieufilosofie in de jaren negentig' in Rotterdam. "Ik denk dat we voor een analyse van de milieupro blemen in onze cultuur terug moeten om te begrijpen waarom het zo is gelopen. Dan pas is het mogelijk om er echt iets aan te doen. Daarom ga ik ver terug, naar de wortels van onze cultuur, naar het Oude Testament en het Griekse gedachtengoed", zegt Boersema. Hij is tot zijn analyse gekomen als reactie op opvat tingen van andere milieufilosofen. Sommigen zeggen namelijk dat de milieuproblemen alleen maar opge lost kunnen worden door een breuk met de westerse cultuur. Als alternatief wordt de Indiaan aangeprezen, die wel in harmonie met de natuur zou leven. Volgens Boersema stuit deze breuk met onze tradi tie op grote bezwaren: "Er is het praktische bezwaar dat een verandering in de cultuur tientallen jaren duurt. Het is de vraag of een dergelijke verandering op tijd komt om de milieuproblemen aan te pakken". Bo vendien, zegt Boersema, "heeft onze cultuur een hele boel dingen voortgebracht waar ik helemaal niet van af wil, zoals wetenschap, technische vondsten, klassie ke muziek en welvaart. Die dingen wil ik niet weggooi en. Bovendien zijn er in onze cultuur voldoende aan knopingspunten tot bijsturen: mijn centrale bewering is, dat we ons weer meer moeten oriënteren op het Joodse gedachtengoed, zoals verwoord in het Oude Testament". Volgens Boersema houdt het Joodse gedachten goed het volgende in. De mens heeft een aparte positie ten opzichte van het dier, maar het is niet zo, dat de he le schepping er enkel en alleen voor de mens is. "In het Oude Testament lees ik dat alles op aarde er is ter wille van God en dat de schepping Gods lof zingt. Er is spra ke van God, die voor de leeuwen en de raven zorgt. Daar volgt uit, dat we in ons alledaagse handelen de wereld moeten zien als iets dat morele zorg verdient, want alles is moreel relevant", stelt Boersema. Het Oude Testament en het joodse gedachtengoed leveren volgens Boersema "een goed verhaal waarmee je mensen op hun verantwoordelijkheid aan kunt spreken, zelfs dermate radicaal dat het de weg mar keert naar watje uiteindelijk wilt. Het gaat fundamen teel in tegen wat nu gangbaar is. Neem bijvoorbeeld de rechtvaardigheid tussen de mensen nu en tussen de huidige en toekomstige generaties". "Die rechtvaardigheid is pas een gegeven indien de feitelijke ongelijkheden tussen de mensen zijn opge lost. Dat betekent: de rijke landen en de rijke mensen moeten minder grondstoffen gaan gebruiken. Dat is een radicaal standpunt omdat de regering nu mikt op groei van alles. Een volgend punt is het uitsterven van soorten. Indien je een halt toe wilt roepen aan het uit sterven van planten en dieren zitje op een geweldig ra dicale toer", zegt een bewogen Boersema. Drs. Jan Boersema: "De rijke landen moeten min der grondstoffen gaan gebruiken. Dat is een radicaal standpunt, want de regeingen mikken op groei", (foto Er zijn maar weinig dingen op deze planeet waarover zoveel onzekerheden bestaan en ge schreven is en wordt als het broeikaseffect. Inmiddels be staan er bijna even veel sce nario's als klimatologen die beroepshalve, gezeten naast meetapparatuur en achter de terminals van supercompu ters, pogen dozijnen steeds wisselende factoren samen te brengen tot één zonneklare onheilstijding waar geen speld is tussen te krijgen. Dat dit tot op heden nog ver re van gelukt is, is koren op de molen van in het bijzonder de geïndustrialiseerde landen waar economische groei veel belangrijker is dan de gevol gen ervan. Om die letterlijk en figuur lijk grenzeloze kortzichtig heid af te straffen houden we tenschappers dié gedeelten van het aardoppervlak in de gaten waar zich het eerst de gevolgen van het broeikassta dium zullen manifesteren: de poolkappen en de enorme ijs- mantel die Groenland bedekt. Van onze correspodent Ben Apeldoorn De poolkappen zijn, zo neemt men aan, de gevoeligste sensoren waar reeds minieme tem peratuurschommelingen het eerst zichtbaar zullen zijn als al dan niet desastreuze verande ringen in de ijsvoorraden. Bovendien houdt men die ontzaggelijke ijsmassa's ook nog om een ander reden in de ga ten, want waar ijs smelt ontstaat water dat in de omringende zeeën en oceanen terecht komt. En ais er te veel ijs smelt, stijgt het zeeniveau, met als gevolg dat er meer moeite moet worden gedaan om al dat extra water van het land weg te houden. Wie wil zien hoe veel moeite dat nu al kost, moet maar eens een bezoek brengen aan de Delta-werken. Talloze factoren zoals wolkenverdeling, verdeling van land en water, be- groeing en industrieconcentraties, lokale klimaatpatronen, bodemgesteld heid en bevolkingsdichtheid maken het (nog) vrijwel onmogelijk om het broeikaseffect met enige mate van zekerheid te kunnen voorspellen. Daarnaast is het van groot belang waar precies het ijs begint te smel ten; op Antarctica, Groenland of in het Noordpoolgebied. De ijskap van de Noordpool drijft al in het wa ter (en veroorzaakt dus al de nodige waterverplaatsing) maar de kilome ters dikke ijsdekens van Antarctica en Groenland rusten grotendeels op land; als daar wat smelt draagt dat meteen bij tot een verhoging van de Milieubeleid vertoont veel raakvlakken met emancipatiebeleid. Toch wordt in het Na tionaal Milieubeleids plan (NMP) emancipa tie niet als een beleids terrein genoemd waar mee samenwerking noodzakelijk is. Dat staat in de studie 'Emancipatie en milieu' van drs. A. Gil den en anderen van de Interfacultaire Vak groep Energie en Milieukunde van de Universiteit Gronin gen. Een voorbeeld om de raakvlakken te ver duidelijken is de inza meling van chemisch afval. Volgens het NMP moeten batterij en ën verfresten niet met het huisvuil wor den meegegeven, maar apart worden in geleverd. In sommige plaatsen heeft de over heid daarvoor de chemokar in het leven geroepen, die op vaste tijdstippen overdag er gens in de buurt staat. Een dergelijke ophaal dienst veronderstelt dat er overdag iemand thuis is. De stilzwij gende vooronderstel ling bij dergelijke op haaldiensten is dat de huisvrouw beschik baar is. Een tweede voor beeld. Werkende vrou wen leggen gemiddeld per dag drie kilometer af in de auto voor woon-, werk- en zake lijk verkeer. Bij man nen is dat 12,5 kilome ter. Betekent het be leid van de overheid dat mensen minder auto moeten rijden, dat de mannen minder moeten gaan rijden, of Het NMP grijpt in op huishoudens. Afval moet gescheiden wor den ingezameld. In plaats van wegwerp- produkten moeten goederen worden ge kocht die meer duur zaam zijn en gerepa reerd kunnen worden. Er komt statiegeld op meer flessen en op koelkasten. Mensen moeten zuiniger gaan doen met apparatuur zoals droogtrommels en vaatwasmachines. Dat betekent een ver schuiving in de hoe veelheid huishoude lijk werk. Wie draaien daar Moet op dit punt beleid gevoerd worden? Het NMP zegt er niets over. Toen die mogelijkheid een twin tigtal jaren geleden voor het eerst werd geopperd, ontstonden afzich telijke taferelen van miljoenen vier kante kilometers grote, deinende watermassa's waar ooit land met steden en dorpen waren gelegen. De globale landcontouren zouden, nog vóór de 21e eeuw goed en wel begonnen was, onherkenbaar ver anderd zijn. Na deze eerste onthutsende be richten werden wat meer behou dende geluiden hoorbaar maar het schrikbeeld is tóch een beetje blij ven hangen. Het valt met de realiteit van dat schrikbeeld misschien nog wel mee. Zeer recent onderzoek van het Schotse Onderzoeksinstituut van de Noordpool (SPRI) toont name lijk aan dat de ijskap boven het zui delijke deel van Groenland elk jaar twintig centimeter dikker wordt. Elk jaar wordt de zeespiegel daar door wereldwijd een halve millime ter lager; niet veel, maar alle beetjes helpen. Hoe is dit verschijnsel te verkla ren te midden van alle verwoede discussies? Dat weten de SPRI-onderzoekers ook niet precies; zij verwijzen naar 'Uitèrsten - Beschouwingen over menselijk gedrag' door prof. A. J. Dunning is een uit gave van Uitgeverij Meulenhoff Amster dam en Wetenschappelijk Uitgeverij Bun- ge, Utrecht. Prijs: 34,50 gulden. Vele triomfen vierde de destijds we reldberoemde Italiaanse belcanto zanger Farinelli in opera's van com ponisten als Handel en Gluck. Tien jaar lang zong hij elk avond aan het Spaanse hof vier aria's in een po ging om de Spaanse koning Philips V uit zijn ernstige depressie te ha len. Voor zijn roem en achting moest Farinelli wel een offer bren gen. Nimmer mocht de baard in de keel komen, vandaar dat hij al op jeugdige leeftijd werd gecastreerd. De geschiedenis van Farinelli staat beschreven in 'Viva il coltello', 'Leve het mes', één van de verhalen in de nieuwe bundel van de Amster damse hoogleraar in de cardiologie A.J. Dunning 'Uitersten - beschou wingen over menselijk gedrag'. "Onze-Lieve-Heer heeft rare kost gangers", schrijft Dunning in zijn inleiding. Een bonte stoet van al of niet be kende histoirsche peronages trekt in zijn bundel voorbij. Van de in op perste ascese levende Catherina van Siena tot de wreedaardige Fran se 'ridder' Gilles de Rais, "een brute roofridder, verachter van mensen, verkwister, praalhans en vechters baas". Dunning schrijft over de ver ering van het 'heilig hart', over Ma- rat die zich in de medische weten schap te kort gedaan voelde en die na in de Franse revolutie duizenden de dood te hebben ingejaagd door Charlotte Corday in koelen bloede in bad wordt vermoord. Over kannibalisme uit rituele overwegingen of uit noodweer, over de ontmoeting van de psychoana lyticus Sigmund Freud en de com ponist Gustav Mahler in Noord- wijk, over lijkenroof ten behoeve van patholoog-anatomen, over het 'levenselixer' van de Franse onder zoeker Brown Séquard in de vorm van fijngewreven zaadballen. Op knappe manier rijgt Dunning zijn door belezenheid verworven kennis aan elkaar, waarbij ziekte beelden vaak worden betrokken, en soms het motief tot vertellen zijn. Hij legt verbanden waar de lezer die niet zo snel zou vermoeden. Zoals tussen de ascetische levenswijze van de later heilig verklaarde Ca therina van Siena en de vooral bij meisjes in de puberteit voorkomen de anorexia nervosa, en noemt de eerste vorm anorexia religiosa. In beide herkent hij een verzet te gen een niet aanvaarde autoriteit. Meer dan in zijn vorige bundel 'Broeder Ezel' is de Amsterdamse hoogleraar een verteller zonder te moraliseren. Al heeft hij weinig op met het instituut van de (katholie ke) kerk voor wie wereldlijke macht te vaak doelwit was. HENK HELLEMA de 'hoofdvraag' die elke klimato- loog zich met betrekking tot dit pro bleem stelt: hoe zijn de hoeveelhe den broeikasgassen (vooral kool dioxide en methaan) die door de mens jaarlijks met miljarden ton nen tegelijk in de dampkring wor den geblazen, te vertalen in concre te temperatuurverhogingen op kor te en lange termijn. En het liefst dan ook nog per land of gebied op aarde waar allerlei verschillende atmosfe rische omstandigheden heersen, want vast staat in ieder geval dat een eenmaal ingetreden broeikas- tijdperk zich lang niet overal op de zelfde wijze zal manifesteren. Begin november verscheen daar over in Engeland een boek van de hand van Stephen Schneider: 'Glo bal Warming. Are we Entering the Greenhouse Century? (Lutter worth Press). Schneider, hoofd van de afdeling Klimaatsystemen van het Amerikaanse Centrum voor At mosferisch Onderzoek (NCAR) in Boulder, Colorado, stelt in zijn boek vast dat de voorspellingen die door verschillende internationale weten schappelijke organisaties onafhan kelijk van elkaar zijn verkregen, zeer dicht bij elkaar liggen en daar om reëel moeten worden geacht. Dramatisch? Zowel de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) als de In ternational Council of Scientific Unions (ICSU) stellen op basis van de laatste onderzoeksresultaten vast dat sedert het begin van de In dustriële Revolutie de hoeveelheid kooldioxide met 25 procent en het methaangehalte met maar liefst een factor twee is toegenomen. Met in begrip van de door de mens sedert 1950 in de dampkring geloosde hoe veelheden chemicaliën (onder an deren de beruchte chloorfluorkool waterstoffen, CFK's) wordt per vierkante meter lucht vlak boven het aardoppervlak tegenwoordig twee Watt méér zonne-energie 'vast gehouden' dan, zeg, 200 jaar gele den. Trouwens, vraagt Schneider zich af, wat is normaal, of liever gezegd: natuurlijk? De geschiedenis van on ze planeet leert immers dat ingrij pende klimaatveranderingen en daarmee gepaard gaande verhogin gen van de zeespiegel op geologi sche schaal schering en inslag zijn geweest. Neem bijvoorbeeld het eind van de laatste ijstijd, dat 15.000 jaar gele den werd ingeluid en waarbij de we- reldtemperatuur met 'slechts' vijf graden steeg. De gevolgen daarvan logen er niet om: de zeespiegel rees met ongeveer honderd meter en het aangezicht van onze planeet onder ging zo ongeveer een chirurgische ingreep. Goed, daar deed de natuur dan wel 10.000 jaar over terwijl de mens verwoede pogingen doet om dat allemaal binnen honderd jaar te bewerkstelligen. Het meest pessimistische scena rio van de IPCC en de ICSU gaat ook uit van een maximale, globale temperatuurverhoging van vijf gra den tegen het eind van de volgende eeuw. Zou dat dezelfde dramati sche gevolgen hebben als tijdens het afsmelten van de enorme glet sjers 10.000 jaar geleden? Heel misschien wel maar er zijn zo geheten 'variabelen', veranderlij ken, in het spel. Neem bijvoorbeeld de verdeling van de wolken; het is heel goed mogelijk dat als gevolg van menselijke activiteiten meer wolken ontstaan. Deze reflecteren meer zonlicht en reduceren daar mee globale opwarming in hoge mate. Daarnaast de aanwezigheid van zeeën en oceanen. Driekwart van onze planeet is thans met water be dekt (ten tijde van de laatste ijstijd was dat ongeveer de helft!) en met name de oceanen kunnen enorme hoeveelheden warmte onttrekken aan de atmosfeer. Beide variabelen, de wolkenver deling en de bufferwerking van de oceanen, zullen het globale effect van een broeikastijdperk zeer waar schijnlijk beperken. De onderzoekers verwachten ver der dat in en nabij industriecentra nog een ander effect om de hoek komt kijken. De wolken erboven, met verhoogde concentraties zwa veldioxide, zullen meer zonlicht re flecteren dan 'schone' wolken en juist in dichtbevolkte (industriege bieden zou het broeikasstadium zelfs neer kunnen komen op een la gere temperatuur. Juist in dichtbevolkte gebieden, zoals Nederland, is sprake van nog veel meer variabelen dan elders die een voorspelling van het regionale effect van een wereldwijd broeikas- tijdperk moeilijk, zo niet onmoge lijk maken. De nabijheid van een grote watermassa (de Noordzee) als warmtebuffer heeft zeker invloed; we hebben niet voor niets een zee klimaat en het kan zijn dat het broeikasstadium zich bij ons juist zal kenmerken door koele, regenrij- ke zomers en zachte, regenrijke winters. Dat is een slag voor diegenen die nu reeds visioenen hebben van zon overgoten (broeikas)zomers en zachte winters zonder glijpartijen, sneeuwschuiverij, ijsgekrab en halfbevroren neuzen en oren. Der gelijke (broeikas)'winters' staan ons zeer waarschijnlijk wél te wachten maar de keerzijde van de medaille zal (ook weer: waarschijnlijk) ge vormd worden door druilerige, cha grijnig makende zomers. Kustlan den zoals de onze zullen niet alleen geregeld door tropische cyclonen (vanwege de hogere oceaantempe- ratuur) geteisterd worden maar ook te maken gaan krijgen met over vloedige hoeveelheden neerslag die overigens nog veel zuurder zal zijn dan nu al het geval is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 25