Skoda wacht op westerse partner Steeds meer pech onderweg Privatisering van autofabriek bijna afgerond maar de macht van het ministerie is nog groot 'Een wegenwacht is meer dan een sleutelaar' DONDERDAG 6 DECEMBER 1990 EXTRA PAGINA 23 De Tsjechoslowaakse automobielfabrikant Skoda wil weer vol waardig meetellen als Europees bedrijf. De kansen zijn er, nu Tsjechoslowakije gekozen heeft voor de vrije markteconomie. Een jaar na de revolutie liggen de plannen klaar. Het wachten is op het westerse bedrijf dat wil participeren. Volkswagen, dat de voorkeur geniet of Renault/Volvo dat als bruidsschat benzine in de aanbieding heeft. Over enkele maanden moet de uitbreiding van het aantal modellen een feit zijn. De westerse wereld kan de introductie tegemoet zien van de Favorit stationcar, de Favorit pick-up en de Favorit-bestel. Voorde meeste Tsjechen echter blijft een nieuwe Skoda voorlopig een onbetaalbare droom: het benodige kapitaal van zo'n 30 maandlonen kunnen slechts wei nigen op tafel leggen. door Arnoud Cornelissen Tsjechoslowakije staat er economisch slecht voor. Voor de revolutie was het land naar Oostblok-begrippen redelijk welvarend. Echt ongelukkig waren de inwoners niet. Vooral niet als je er geen problemen mee had om je mond te hou den. Nu genieten de Tsjechen van hun geestelijke vrijheid. Grapjes over Rus sen doen overal de ronde. En de mede deling dat hun voormalige socialisti sche broeders voor februari volgend jaar het land moeten verlaten, klinkt als muziek in de oren. De overgang naar de westerse maat schappij heeft echter nu al zijn tol ge ëist. Het aantal overvallen in de hoofd stad Praag is met tientallen procenten gestegen. Het leven is gruwelijk duur geworden. De inflatie heeft aan de koopkracht zowat een einde gemaakt. Luxe goederen zijn alleen betaalbaar voor westerse toeristen. Partner Voor westerse valuta gaan in Tsjechos lowakije nog overal deuren open. Ook het omvangrijke Skoda-concern met 22.000 werknemers heeft grote behoef te aan harde munten om de plannen te verwezenlijken. De afgelopen maanden ging de fabriek daarom op zoek naar een kapitaalkrachtige partner, die de expansiedrift moet financieren. Aan gegadigden geen gebrek. Volkswagen, General Motors, Renault en Volvo za gen in Skoda een interessante investe ring. Het was immers de best draaiende autofabriek in Oost-Europa. Eigenlijk was deze maand de keus uit de huwelijkspartners al gemaakt. Skoda wilde het liefst samenwerken met het Duitse Volkswagenconcern. De Duitsers»woonden redelijk dichtbij, spraken een taal die voor Tsjechen niet al te veel problemen opleverde, en ver schilden tevens niet zo van landsaard. Ook in technisch opzicht verheugden de Tsjechen zich op de samenwerking met de Duitsers. De motor van hun Fa vorit werd per slot van rekening door Porsche ontworpen. De Tsjechische regering evenwel dacht iets anders over de kwestie. Want had de andere vrijer, het koppel Ren ault/Volvo, niet een aardige bruids schat in de vorm van een enorme plas benzine? En aan brandstof schort het zeker in het land. Hoewel de privatise ring van de Skodafabrieken al bijna is afgerond en de onderneming een naar westerse maatstaven opgezette boek houding kan tonen, is de macht van het ministerie voor zware industrie nog heel groot. Dan kan brandstof de door slag geven. Bureaucratie De medewerkers van het handelshuis Motokov dat jarenlang voor de staat de Skoda's in het buitenland sleet, laten zich tegenover westerse gasten niet over het probleem uit. Alleen onder el kaar bespreken zij de voors en tegens, zo valt uit hun conversatie op te maken. Ook de topmensen van Skoda mijden het onderwerp. Openlijk over proble men praten moet nog worden geleerd, hoewel de oude geslotenheid langzaam wordt losgelaten. Het begrip 'public re lations' is nu ook hier bekend. De plas tic tas met informatie over Motokov draagt het opschrift: Press Service. Skoda's general exportmanager Zde- nek Dvorak snapt ook hoe met wester se journalisten omgegaan moet wor den. Informatieboekjes, belangrijke ge gevens in een notedop en een visite kaartje. Toch waart de socialistische bureau cratie nog volop rond in het concern. Het is gemakkelijker een Nederlandse kazerne binnen te komen dan de auto- fabrieken in Mlada Boleslav. Veront schuldigend vraagt Zimova, de pr-me- dewerkster van Motokov, op weg naar de fabriek om het paspoort. "Ik moet het nummer op het bezoe kersformulier invullen", glimlacht ze, en controleert en passant of ook de per soonsgegevens in het document over eenstemmen met die op haar papiertje. Voordat de produktiebedryven daad werkelijk bekeken mogen worden, moet opnieuw het paspoort worden in geleverd. Op een paar kilometer af stand van de fabriek huist in een grauw gebouw de afdeling die het bezoek moet goedkeuren. En als je dan einde lijk langs de smoezelige poort met nor se dame het terrein betreedt, zou je gastheer het liefst rennend door de pro- duktiebedrijven gaan. "Fotograferen? Nee, dat is volstrekt onmogelijk". Evenals een bezoek aan afdelingen die toevallig net niet op de route van de rondleiding liggen. Zoals de zwaar ver ouderde lakstraat. Skoda wil het verle den achter zich laten. Daarom wordt al leen het nieuwe getoond. Verwaarloosd Maar het oude laat zich gemakkelijk ra den. De haveloze fagades, de smoezeli ge vitrages van diverse soorten, de schots en scheef neergelaten luxaf lexen, sommige kapot, de beschadigde muren en de vele modderpoelen op het terrein vertellen hun eigen verhaal. Ook al bevinden zich achter die morsi ge fronten soms high-tech apparaten als gerobotiseerde lasstraten, automati sche eindassemblages en zelfzoekende robotkarretjes. Toch ligt nog over alles de grauwslui er van de centraal geleide economie. Zelfs de modernste delen van de fa briek zien er verwaarloosd uit. De produktiehallen zijn schaars ver licht. Het personeel werkt in stilte. Ner gens klinkt een lach, nergens schalt muziek. De vloeren zijn vettig. Toch is de overgang naar de nieuwe tijd al overal zichtbaar. De zwaar verouderde produktielijn, waar lassers nog hand matig de daken aan het chassis ver smelten, heeft zijn tijd gehad, vertelt de rondleider. Aan de andere zijde van de hal is het werk al overgedragen aan ro bots. Veel processen zijn inmiddels al geautomatiseerd. Nu nog komen er da gelijks 950 auto's van de lopende band. De huidige capaciteit van de geautoma tiseerde lijnen is veel groter dan de 200.000 Skoda's die -nu jaarlijks de smoezelige poort uitrijden. Binnen en kele jaren, zo wordt trots verteld, moet de produktie zijn opgeschroefd naar 350.000 stuks. Er zijn nog meer aanwijzingen dat de poort naar het westen wijd open staat. Overal in de fabrieken en kantoren han gen pin-up's. Uitingen van westerse de cadentie, waar de communisten juist zo'n hekel aan hadden. De Tsjechen lij ken verzot op erotische reclame-uitin gen. Kalenders met prikkelmeisjes worden even gretig door vrouwen als door mannen bekeken. Als je ruim veertig jaar hebt moeten aankijken te gen de hoekige vormen van strijdbare socialistische propagandamoeders, wil je je blik wel eens verruimen. Fietsen Het was hier in Mlada Boleslav, die smerige concentratie nieuwbouw, ver mengd met vooroorlogse wijken, dat in 1890 de voormalige boekhandelaar Va clav Klement samen met zijn vriend en mecanicien Vaclav Laurin de basis leg de voor de huidige Skoda-fabrieken. Skoda had voor de oorlog een goede naam in het toenmalige Europa. Naast motorfietsen en auto's leverde de Tsje chische fabriek ook zware machines, al lerlei wapentuig en scheepsmaterialen. Onder licentie bouwden de arbeiders in de fabriekshallen in Mlada Boleslav ook de beroemde Hispano-Suiza auto's en de Sentinel stoomlorries. De feitelij ke oorsprong van het Skoda-concern ligt echter in een reparatiewerkplaats voor fietsen. Vaclav Klement en Vaclav Laurin de den al gauw meer dan alleen Fietsen re pareren. Zij meenden de toenmalige ontwerpers van tweewielers naar de kroon te moeten steken. Zo ontstond de 'Slavia', de eerste in Tsjechoslowakije ontworpen en geproduceerde fiets. Het ging de twee vrienden voor de wind. In 1898 bouwden zij voor hun in middels tot 28 man aangegroeide scha re werknemers, een nieuwe fabriek in Mlada Boleslav. Dat terrein vormt thans nog het centrum van de huidige Skodafabrieken in deze stad. In 1898 besloot het tweetal na een be zoek aan Parijs zich te gaan werpen op de ontwikkeling van een motorfiets. In tegenstelling tot de gebroeders Werner of De Dion Bouton, bouwden zij geen motor onder een fiets, maar bouwden ze om hun motor een nieuw frame. In 1904 presenteerden zij het eerste type, de A-l, later opgevolgd door een type met een tweecylinder motor. In die ja ren al exporteerde de fabriek naar lan den als Engeland en Mexico. Inmiddels was men ook begonnen aan de ontwikkeling van een auto. Het model A-Voiturette kwam in 1905 in produktie: een wagen met een vermo gen van 3 pk en een snelheid van 50 ki- De Skoda Fa vorit, waarvan twee versies be staan: de gewo ne uitvoering en de auto met de extra schone motor. "Op dit moment maken we jaarlijks 6000 van deze 'groene' auto's. lometer per uur. Een jaar later kwam model B op de markt, die over een zwaardere motor en een hogere top snelheid beschikte. Tot aan de Eerste Wereldoorlog bleef de fabriek van Lau rin Klement zich verder uitbreiden. Er kwamen nieuwe modellen. De fa briek bouwde race-auto's, die in Euro pa meerdere successen behaalden. De ineenstorting van het Habsburgse Keizerrijk aan het einde van de Eerste Wereldoorlog brak ook de ruggegraat van de Tsjechische autofabriek. Het duurde een aantal jaren voordat de draad weer kon worden opgepakt. Toch naderde het einde van de fabriek onder leiding van het inventieve twee tal. Een enorme brand die grote schade toebracht aan het produktiegedeelte, noopte de directie onderhandelingen te beginnen met het concern Akciova Spolecnot. Het gehele bedrijf werd overgenomen en Laurin en Klement verdwenen in de geschiedschrijving. Vanaf dat moment droeg alles wat in de fabriek in Mlada Boleslav werd gepro duceerd de naam Skoda. Het is natuur lijk zuiver toeval dat de naam bij letter lijke vertaling 'jammer' betekent. Nationalisatie Onder de nieuwe vlag werkte het con cern zich op tot marktleider in de auto branche boven de merken Tatra en Pra- ga. Tot aan de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Skoda zich tot een toon aangevende automobielfabriek met een produktie van 6000 auto's per jaar. In die tijd kregen de goedkope familie auto's die van de lopende banden lie pen, namen die nu nog voortleven: de Skoda's Rapid, Superb en Favorit. In de oorlogsjaren werd de fabriek geheel ingeschakeld bij de Duitse oor logsindustrie, wat 'beloond' werd met een verwoestend bombardement in de laatste dagen van de oorlog. Al tijdens de eerste dagen van de bevrijding be gonnen de arbeiders in Mlada Boleslav aan het herstel van de produktieruim- ten. Maar de nationalisatie die kort daarop volgde, verhinderde een terug keer naar de vooroorlogse situatie. Pas met de introductie van de Skoda Favorit in 1987 kreeg de Tsjechische fa briek weer echt aansluiting bij de Wes terse markt. Met het door de Italiaanse ontwerper Bertone geschetste koets werk, de Porsche-motor en het moder ne interieur kon de Favorit concurreren met andere auto's in de laagste regio nen van de middenklasse. En Skoda heeft nog meer in petto. En daar praat exportmanager Dvo rak graag over. "We produceren de Fa vorit nu in twee versies: de gewone uit voering en de auto met de extra schone motor. De emissies daarvan beant woorden aan de normen die door de Verenigde Staten zijn gesteld. Op dit moment maken we jaarlijks 6000 van deze 'groene' auto's. Dat aantal moet volgend jaar zijn verhoogd tot 20.000, waarmee we de Europese markt willen bereiken". Zonder vragen af te wachten vervolgt hij zijn verhaal. "Onze verwachtingen zijn positief. We verkeren in een goede situatie. We zijn al gewend aan concur rentie en zullen alleen nog concurreren- der gaan werken", zo schetst hij de toe komst. Het Westerse model heeft ook zijn keerzijde, weet Dvorak. "Het proces van privatisering zal pijnlijk zijn. Door de verdere automatisering zullen er ba nen verdwijnen. Wij denken dat het personeelsbestand met tien procent zal teruglopen. De meeste ontslagen zulen onder de buitenlandse werknemers vallen. Tien procent van ons huidige personeelsbestand bestaat uit Vietna- mezen en Polen, die de plaats hebben ingenomen van de dwangarbeiders en daarna van de militairen die hier tijde lijk werkten. Deze mensen werken mo menteel op een jaarcontract in de fa briek". Het onderwerp is duidelijk pijnlijk voor Dvorak. "Tja, de dwangarbeiders, dat was een contract tussen de fabriek en de regering. En de staat was eigenaar van de fabriek. Maar in het kader van de amnestie zijn alle dwangarbeiders vrij gelaten. Het ging in totaal om enkele honderden gevangenen. Maar dat is al lemaal al weer een jaar geleden". Nieuw model De vloeiend Engels sprekende export- manager Dvorak zucht diep en snijdt onmiddellijk een ander onderwerp aan. "We bereiden nu een aantal ontwik kelingen voor. Eerst gaan we ons toe leggen op een face-lift van ons produkt. De organisatie in de fabriek wordt aan gepakt en we werken aan kwaliteitsver betering. Daardoor moet de capaciteit met 20 procent toenemen. Volgend jaar gaan we investeren in de lakstraat. We hebben in de afgelopen jaren al veel ge automatiseerd. We beschikken over twee gerobotiseerde lasstraten en twee automatische assemblagestraten". "In de komende jaren willen we sa men met onze nieuwe partner veel geld steken in onderzoek en ontwikkeling en in de produktie van een nieuwe mo tor. Die ontwikkelingen moeten in 1998 leiden tot de produktie van een met on ze partner ontwikkeld nieuw model, ter vervanging van de Favorit. Met dat mo del willen we een nog bredere markt bereiken". De Wegenwacht krijgt het steeds drukker. Het aantal pech- gevallen is dit jaar met bijna zes procent toegenomen. Vooral in de Randstad regent het hulp- aanvragen. Op korte termijn moeten hier nieuwe wegen wachten worden aangesteld om te te voorkomen dat de wachttij den langs de rijkswegen te hoog oplopen. "Ons streven is de mensen binnen een half uur ver der te helpen, maar dat valt lang niet altijd mee". door Ron Kragten Wegenwacht Piet Stoof stopt zijn wijs vinger in de uitlaat van een gestrande auto. "Typisch een zomerstandje", zegt hij, terwijl hij zijn pikzwarte vingertop toont. "In de uitlaat zit onverbrande benzine; bij dit koude en vochtige weer een teken dat de carburateur is bevro ren. De auto gaat inhouden en stopt er op een gegeven moment helemaal mee. Meestal kan het euvel worden opgelost door simpel een schakelaar om te zet ten". Het is maandagmorgen omstreeks kwart voor acht. Op de vluchtstrook langs rijksweg A 27 is het waterkoud. Piet Stoof lijkt er weinig hinder van te ondervinden. Met zijn zaklamp schijnt hij onder de motorkap van de auto, op zoek naar een van het luchtfilter losge schoten vacuümslangetje, dat automa tisch de zomer- en winterstand regelt. Het blijkt - vermoedelijk als gevol van een storing - bewust losgetrokken. In het uiteinde steekt een ballpoint. Piet Stoof moet er om lachen. Binnen een paar minuten heeft hij de auto weer aan de praat en kan hij verder naar het volgende pechgeval. En dat is hard no dig deze ochtend, want bij het Wegen wachtstation Lexmond stromen de hulpaanvragen van automobilisten binnen. Op een groot paneel met tien tallen knoppen flitst het ene na het an dere lampje aan. Het geluid van zoe- mertjes maakt de schijnbare chaos al leen nog maar groter. "Het is goed dat we vanochtend over veertien wegenwachten kunnen be schikken, anders zouden we het werk niet aankunnen", zegt verkeerswacht Th. Kok. "We willen onze leden natuur lijk een zo goed mogelijke service ge ven. Ons streven is de gestrande auto mobilisten binnen een half uur weer op weg te helpen. Maar dat valt lang niet altijd mee. Vanochtend is de gemiddel de wachttijd bij voorbeeld 27 minuten. Er hoeft bij wijze van spreken maar één kracht uit te vallen en we redden het bij lange na niet". De rond 700 wegenwachten van de ANWB, die over dertien stations zijn verdeeld, krijgen het steeds drukker. Het toenemend autogebruik is er de oorzaak van dat ook het aantal hulpaan vragen toeneemt. Waren het er in 1989 nog 680.000, dit jaar zullen er zeker meer dan 700.000 worden genoteerd. Dat is mede het gevolg van een uitbrei ding van de service. Tegen een extra contributie van 59 gulden per jaar komt de wegenwacht nu tot de voordeur van de leden, van wie er 80.000 zo'n aanvul lend abonnement hebben. "Als we nu niejt beginnen met het in dienst nemen van extra wegenwachten krijgen we in de nabije toekomst pro blemen. Vooral in de Randstad, waar wij het meest opereren", zegt J.W. Ra- vesloot, hoofd van de Wegenwacht. "Om kwaliteit te kunnen blijven leve ren moeten er dit jaar en volgend jaar in totaal 100 man by komen". Omdat het bepaald niet eenvoudig is Piet Stoof: "Altijd efficiënt blij ven". om aan goed gekwalificeerd garageper- soneel te komen, hield de Wegenwacht onlangs een open dag in Voorschoten, waar onder meer het technisch oplei dingscentrum is gevestigd. Rond 800 monteurs toonden interesse. Inmiddels hebben er 140 te kennen gegeven we genwacht te willen worden. Eigen baas Piet Stoof maakte de overstap van het garagebedrijf naar de Wegenwacht drie jaar geleden. "Het vak van wegenwacht is niet te vergelijken met dat van sleute laar. Er komt veel meer bij kijken. Het leukste vind ik dat je met mensen om gaat. En je bent eigen baas. Daar staat tegenover dat je wel overal alleen voor staat". Een pechgeval is binnen een minuut opgelost, maar de wegenwacht is veel langer bezig met de afhandeling. Eerst moet de ledenkaart worden gecontro leerd en vervolgens moet per mobilo foon worden doorgegeven dat de klus er op zit. Vooral op drukke momenten, als de centrale steeds bezet is, gaan zo kostbare minuten verloren. De wegen wacht werkt daarom aan een nieuw communicatiesysteem, dat het ko mend jaar wordt ingevoerd. Gegevens kunnen dan met behulp van een com putertje worden doorgegeven. Het is niet de enige reorganisatie die de Wegenwacht wacht. In de jaren 1991 en 1992 wordt het aantal wegen wachtstations teruggebracht van der tien tot vier. Volgens hoofd wegen wacht Ravesloot kan dan efficiënter worden gewerkt. "De vier stations krij gen een grotere bemanning. De bereik baarheid wordt op die manier verbe terd. Daar staat tegenover dat minder nachtploegen hoeven te worden ge vormd. In de regel is er 's nachts te wei nig werk voor dertien ploegen". Piet Stoof krijgt opdracht koers te zetten naar een Ford Sierra die met pech op de vluchtstrook staat van de A 27. De bestuurder heeft een auto van zijn garage meegekregen, maar blijkt niet goed op de benzinemeter te heb ben gelet. Zijn tank is leeg. Terwijl Stoof een jerrycan met benzine achter uit zijn auto haalt, houdt hij nauwlet tend het verkeer in de gaten. "Je moet nooit vergeten dat je op een vlucht strook staat. Er hoeft er maar één even over de streep te gaan en het is ge beurd", zegt hij. "Ik let ook op het ge drag van de automobilist met pech. Die mensen vergeten door de omstandig heden vaak dat ze op een gevaarlijk punt staan. Dus wijs ik ze er op". "Wegenwacht word je niet zo maar", zegt hoofd wegenwacht Ravesloot. "Voordat je bij ons terecht kunt, moet je minimaal vijf jaar garage-ervaring hebben. Denken we dat een monteur geschikt is, dan kan hij bij ons een twaalf weken durende opleiding vol gen. Dan maken we van hem een we genwacht, iemand die zelfstandig kan werken, stressbestendig is en goed met mensen kan omgaan". De grote kracht van de wegenwacht is volgens Ravesloot dat hij snel dia gnoses kan stellen. Je hebt geen tijd om een auto op je gemak door te lich ten. We moeten de mensen zo snel mo gelijk weer op weg helpen. In 90 pro cent van de gevallen lukt het ons de sto ring op te lossen". Piet Stoof heeft met het stellen van de diagnose geen enkel probleem, wan neer hij onderweg naar weer een pech geval op de A 27 een auto met knippe rende lichten aan de kant ziet staan. Hij stopt en meldt zich bij de centrale van station Lexmond. De bestuurder blijkt het pechgeval nog niet te hebben door gegeven. Stoof krijgt opdracht eerst naar het andere pechgeval te gaan, om dat daar een collega aan het werk is die dringend om hulp verlegen zit. Hij be sluit toch even te informeren wat er aan de hand is. De klep gaat open, en de we genwacht duikt er enkele seconden on der. "Heb de Opel toch maar op weg ge holpen. Was een 482", meldt hij kort daarop de centrale. Weer een zomer standje. "Ik had wel eerst kunnen door rijden", zegt Stoof, "maar dan moet ik vervolgens het hele eind weer terug. Nu heb ik het in een minuut opgelost. Je moet altijd efficiënt blijven werken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 23