Berlijn nog altijd
een 'grensstad'
■•M
m
'Valse praaf-shows
SCHOP
Onze taal
ENKWIJZER
evi.
ii-
ui.
oe.
ZATERDAG 1 DECEMBER 1990
EXTRA
PAGINA 27
m Klunen .Het niet invoeren
van het door Maij-Weggen be-
dachte spitsvignet heeft als
m nadeel dat met uitzondering
van de snelwegen vrijwel
O overal nog hard kan worden
gereden. Mèt zo'n extra hef-
fing in de spits op snelwegen
zouden automobilisten spon-
taan sluiproutes hebben op
gezocht.
Daardoor zou filevorming op die wegen
als een snelheidsremmer hebben ge
werkt. Zonder de extra aanslag op de
portemonnee blijven de automobilis
ten de hoofdroutes echter trouw, hoe
lang ze daar ook in de file moeten staan.
Er moeten dus andere oplossingen
worden bedacht om de vaart er op pro
vinciale wegen uit te halen. Zo kan ak
kerbouwers worden gevraagd wat va
ker in actie te komen. Dat moet door
'Den Haag' gemakkelijk te regelen zijn.
Een plan waaraan nu wordt gewerkt
houdt in dat op het beton een laag
wordt aangebracht in de vorm van Bel
gische kasseien. Wordt over die stroken
harder gereden dan tachtig kilometer
dan gaat de auto rammelen, herrie ma
ken en wordt het waarschijnlijk te
moeilijk om protesterende akkerbou
wers te ontwijken. Tot tachtig kilome
ter luisteren auto en chauffeur nog naar
elkaar. Althans volgens de theorie die
in 1992 in Drente bij wijze van proef
voor 1,8 miljoen in praktijk wordt ge
bracht.
Mocht dat experiment niet slagen,
dan valt nog te denken aan een test met
het opbreken van wegen op sommige
plaatsen. Om de tig kilometer wordt de
automobilist daardoor gedwongen de
snelheid tot 0 te verminderen, uit te
stappen en te klunen. In tegenstelling
tot schaatsers kunnen automobilisten
dat niet op eigen houtje. Ze hebben
hulp van mede-inzittenden nodig,
waardoor tegelijkertijd het poolen
wordt bevorderd en het milieu nog
enigszins wordt ontzien.
JAN PREENEN
Verliezer. Mensen mogen niet op
hun uiterlijk worden beoordeeld. Ge
beurde dat wel, dan zou bijvoorbeeld
ondergetekende er niet best af komen.
Maar toch, zet Onno Ruding ergens
neer in Europa, tien tegen één dat hij er
uit wordt uitgepikt als Hollander. En
dat komt dan niet omdat hij de horle
piep danst, want die danst Onno nooit.
Het ligt anders. Dat onkreukbare
klerkmontuur met daarachter die
strenge ogen, dat zuinige mondje en dat
blauwe hoofdcommiezenpak, Ruding
voldoet geheel aan het signalement van
de oerhollandse jongen die als knapste
jongen van de klas nooit hoger scoorde
dan een 5 min op de gymnastiekles.
Maar Ruding mag dan een echte zoon
van dit land van dominees en onderwij
zers zijn, al zwaaiend met het belerende
vingertje kijkt hij ook wel eens verder
dan de grens lang is.
De oud-bankier en oud-minister van
financiën heeft als voorzitter van de Ne
derlandse Christelijke Werkgevers de
Europese geest gekregen. Nog iets
meer dan een jaar, en dan gaat Neder
land op in een Verenigd Europa. Of we
daar allemaal rekening mee willen hou
den, vroeg Ruding luisterend Neder
land deze week toen hem door Veroni
ca de radiomicrofoon werd voorgehou
den.
Nu is het onderhand bekend dat als
Ruding het heeft over "rekening hou
den", hij dat ook letterlijk bedoelt. En
dus moesten de werknemers maar eens
afstappen van verworvenheden als vut,
arbeidstijdverkorting, dertiende
maand, en, wie weet, aangeklede boter
letters en kerstpakketten. Anders
wordt de Nederlandse ondernemer een
loser in Europa. Nederland is dus ge
waarschuwd. En nog wel door iemand
die weet wat verliezen is. Door iemand
die voor diverse banen van internatio
nale allure is gepasseerd en als troost in
eigen land voor werkgeversvoorzitter
mag spelen.
GERARD VAN PUTTEN
Besparing. De kost gaat voor de
baat uit. De Nederlandse Spoorwegen
gaan straks uitbreiden, dus wordt nu
bezuinigd. Machinisten hebben bij
voorbeeld opdracht gekregen het 'gas
pedaal' los te laten als een station in
zicht is. Op lange trajecten bespaart dat
uitrijden veel energie. Op kortere stuk
ken valt het rendement tegen, vooral
als de machinist verkeerd gokt en vlak
voor het station komt stil te staan. Be
ginnersprobleempjes, daar wordt aan
gewerkt.
Afgelopen zomer hébben NS ook het
uitlaten van binnenverlichting be
proefd. Veel treinen rijden immers al
tijd met licht aan terwijl buiten de zon
schijnt. Uit dat licht! Succes leek verze
kerd. Toch waren de reacties niet on
verdeeld positief. Reizigers in de 5 kilo
meter lange Schipholtunnel klaagden
over langdurige duisternis en de proef
is afgeblazen.
Inmiddels voeren NS alweer nieuwe
bezuinigingen door. Bekend zijn maat
regelen als beperking van het aantal
schoonmaakbeurten en (beproefd mid
del) af en toe een trein uit de dienstrege
ling halen. Op drukke trajecten merken
passagiers dat niet eens. Maar deze
week gingen ze een stukje verder: in de
trein die dinsdag om 16.07 uur uit Lei
den richting Amsterdam vertrok, was
de verwarming uit. Op het NS-hoofd-
kantoor zijn ze wellicht goed te spreken
over dit soort ideeën, voor de passa
giers was het even slikken. Je moest
telkens de condens voor je gezicht weg
slaan om de krant te lezen.
Nee, neem dan de oplossing op de
lijn Alkmaar-Den Helder. Daar is een
stuk bovenleiding weggehaald. De
trein neemt een aanloop en rijdt
eventjes zonder stroom te gebruiken.
Flinke besparingen zijn het gevolg. Bij
NS wordt nu overwogen meer boven
leiding weg te halen. Van een positief
besluit wordt net zoveel effect ver
wacht als van het besluit destijds om de
achterste wagon af te koppelen toen
bleek dat daar de meeste passagiers ge
wond raakten bij het botsen.
JEROEN DIRKS
PvdA. Jarenlang heeft PvdA-wet
houder Dick Tesselaar de Leidse poli
tiek gedomineerd. Zijn fractie noch de
gemeenteraad had iets in de melk te
brokkelen. Aan een debat had Dick zel
den behoefte. Dan moest je maar naar
anderen luisteren en dat kostte tijd.
Hoewel Tesselaar ongetwijfeld tot de
bekwaamste Leidse bestuurders van
na de oorlog moet worden gerekend,
dankte zijn fractie toch god op haar
blote knietjes dat hij opstapte, want het
leven onder zo'n tycoon wordt op den
duur tamelijk drukkend.
Tesselaar weg, maar heeft de fractie
van de PvdA nou een béétje invloed op
de eigen wethouders gekregen? Frac
tievoorzitter De Vreeze deed vorige
week even een poging daartoe. Hij
vond dat er maar eens een einde moest
komen aan het voortdurend verhogen
van gemeentebelastingen ter dekking
van tekorten. Met name gold dat voor
de onroerend-goed belasting. Verstan
dige taal, want Leiden is daar wel heel
kwistig mee.
De Vreeze zette in eigen gelederen
een forse strot op over die kwestie. Het
leek héél wat. Maar toen puntje bij paal
tje kwam, had zijn eigen wethouder van
financiën, Bordewijk, gewoon lak aan
hem. Deze distantieerde zich openlijk
van de overgrote meerderheid van de
PvdA-fractie. Met de gemakzucht, be
stuurders eigen, zei hij in de raad:
"Sommige bezuinigingen zijn zo verve
lend datje moet afwegen of je niet iets
anders moet doen". Met 'iets anders'
bedoelt hij natuurlijk: het geld wegha
len bij de bevolking volgens het" be
proefde recept.
De Vreeze gaf zich, merkwaardig ge
noeg, zonder slag of stoot over. Plotse
ling had hij niet meer dan een "politiek
signaal" willen geven. De bekende hol
le praat van iemand die zijn hand heeft
overspeeld.
De PvdA heeft nooit goed weg gewe
ten met Bordewijk het is nu eenmaal
een man die de sfeer verspreidt van een
vaas plastic rozen. Maar nog een paar
van dit soort zwelbast-achtige schui
vers van de fractie en de sociaal-demo
craten begchikken na Tesselaar in Bor
dewijk over een nieuw soort hulk.
RUUD PAAUW
De weg naar Rome mag gepla
veid zijn met goede voornemens,
die naar Berlijn is bespikkeld met
Trabants. Ooit de trots van de
Oostduitse burger, nu de perma
nente hinder voor het scheurende
autovolk uit het Westen - Duitsers
vooral. De recente Duitse een
wording betekent formeel nog niet
dat ook op Oostduitse wegen
meer dan honderd kilometer ge
reden mag worden, maar geen
Westduitser die zich daaraan
houdt. En de arme Trabant-eige-
naars, die al trots waren wanneer
hun voertuigen ooit heuvel-af,
met de wind in de rug, honderd
haalden, rest nu weinig anders
dan de genoegdoening dat ze dan
in elk geval op hun helft van de
Autobahnen vrij baan hebben.
Een dat die patsers uit het Westen
dank zij hen nu file moeten rijden
op de resterende rijstroken. En
wat is beter: de ruimte met, laten
we zeggen, 93 kilometer, of de file
met 125?
door Chris Kruisinga
Een autorit naar Berlijn duurt altijd nog
een uur of zeven, acht. Dan moet het nog
niet tegen zitten, want het achterstallig
onderhoud op de snelwegen naar Berlijn
wordt op het ogenblik flink aangepakt.
Met als gevolg veel vertragingen, zodat
de reisduur gemakkelijk kan uitlopen.
Als je in een dag heen en weer uit Neder
land naar Berlijn wilt reizen, kan dat las
tig zijn.
Berlijn was altijd al een interessante
stad, en is na de Duitse hereniging nog
interessanter geworden. De contrasten
die vroeger door de Muur geaccentueerd
werden, zijn er nog, maar veel gemakke
lijker waar te nemen, nu die kunstmatige
scheidingswand vrijwel weg is. De grote
welvaart die haast achteloos in West-Ber-
lijn wordt getoond is er bepaald nog niet
in het oosten van de stad. Hoezeer ook
diezelfde 'dicke Wagen', de auto's van de
Westduitsers, ook daar al het verkeers
beeld beheersen. Je moet gezien hebben
hoe vlak voor de Dom, in het oosten dus,
een met zeker tachtig kilometer razende
Westduitse BMW een bejaarde wande
laarster het ziekenhuis in rijdt om goed
te beseffen dat het recht van de jungle nu
ook op Oostberlijnse wegen geldt.
Handelswaar
De Muur. Tot een jaar geleden een sym
bool, nu handelswaar. Bij de Wilhelm-
strasse, het vroegere Duitse regerings
centrum, staat nog een stuk ervan over
eind. Aan Westduitse kant (de termen
Oost- en Westduits hanteren we nog
maar even ter verduidelijking) was dat
stuk beton ooit fraai versierd, met origi
nele teksten en afbeeldingen. De andere
kant was grauw. De Vopo's, de Oostduit
se Volkspolizisten, stelden het niet op
prijs dat iemand daar in de buurt kwam.
Laat staan er zich creatief op uitleefde.
De Kurfürstendam met de gehavende Gedachtniskirche.
Dat is nu allemaal anders. De eens zo
grauwe Oostberlijnse kant van dit res
tant muur ziet er een stuk fleuriger uit.
Daar zorgde het particuliere initiatief
wel voor, Pools en Turks particulier ini
tiatief. Handelaren van die landsaard be
nutten het terreintje voor dat stuk muur
om er hun nering te drijven. Ze brengen
stukken echte Berlijnse muur aan de
man, desgewenst met een certificaat van
echtheid, voor één tot drie mark. Een
beetje saai gekleurd, rood, geel, blauw,
geen figuren of teksten, maar je kunt het
als een voordeel beschouwen dat de verf
nog nat is. Hier was de Oostduitse plan
economie natuurlijk nooit op gekomen.
In dit grensgebied zijn nog meer van
dit soort zaken waar te nemen. Het ver
schil in prijs bijvoorbeeld voor de hoera-
petten die de geüniformeerde Oostduit
sers tot voor kort droegen. De zakenlie
den bij het vroegere Checkpoint Charlie,
de overgang tussen Oost- en West, die
zich ontfermd hebben over oude voorra
den, vragen 35 mark voor zo'n pet. Er is
dan wel wat af te dingen, maar niet veel.
Een kilometer of wat naar het westen, bij
de Brandenburger Tor, doen diezelfde
petten slechts 15 mark. Voor wie bijvoor
beeld conducteurtje wil spelen: maat 59
is de grootste die we hebben kunnen ont
dekken.
Het zou ons overigens niet verbazen
als die oude Vopo-uniformen met toebe
horen de komende maanden in bepaalde
kringen een rage worden. De animo om
voor betrekkelijk weinig geld, zeg maar
een mark of zestig, een compleet uni
form aan te schaffen en daarmee kenne
lijk de bink uit te hangen op feestjes, was
in Berlijn duidelijk aanwezig. En de kwa
liteit van de stof was prima. Beter dan die
van het vroegere bewind.
Uitgestrekt
Berlijn is een uitgestrekte stad, zoiets als
de provincie Utrecht. Er zijn, bijvoor
beeld op de Kurfürstendamm, busonder
nemingen genoeg die voor dertig mark
of meer rondleidingen verzorgen in dub
beldekbussen. Men doet dan West- en
Oost-Berlijn aan en krijgt een toelich
ting.
Er is een andere, zeker niet slechtere
en in elk geval goedkopere mogelijkheid
om West- en Oost-Berlijn behoorlijk te
leren kennen: het openbaar vervoer. Wie
bijvoorbeeld voor 50 Pfennig een kaartje
haalt uit een automaat op het S Bahn-sta-
tion aan de Friedrichstrasse en in een
willekeurige trein naar het oosten gaat
zitten, kan kilometers lang Berlijn bekij
ken. Aanvankelijk een grauw Berlijn,
met norse flats, maar dan, heel geleide
lijk, fleurige, heel open gebouwde voor
steden. In elk geval kan men dan het
beeld bijstellen dat het daar in de voor
malige DDR enkel en alleen grauwe el
lende was. Een kilometerslange ervaring
voor nog geen zes dubbeltjes... Maar, toe
gegeven: veel fleurige Oostduitse gezich
ten kom je 'drüben' voor die prijs dan
niet tegen. Dan kun je beter in West blij
ven.
Toch valt er in het vroegere Oost-Ber
lijn nog wel wat te grinniken. Bijvoor
beeld bij het standbeeld van Marx en En
gels, die nog altijd stoer naar het oosten
blikken, voor het Rode Raadhuis. Op de
sokkel van het standbeeld staan de
mooie teksten: "Tot ziens op het arbeids
bureau" en: "Volgende keer beter".
Die dubbeldekkers van de Kurfürsten
damm zijn er ook in de openbaar-ver-
voer-editie. Alweer voor betrekkelijk
weinig geld, hooguit 2,70 mark, kan men
op die manier twee uur door de stad rei
zen. De uitleg van een gids mis je dan,
maar daarvoor in de plaats zie je Berlijn
wel zoals het echt is. Zonder al te veel
parkeermogelijkheden en niet goed
koop. Maar op dit ogenblik waarschijnl-
jk de boeiendste Europese plek: nog
steeds een stad op de grens van twee we
relden.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Wat moeten we denken van een hele dure
sigaar en een hele fijne vakantie? Fout of
niet fout? Of vroeger fout maar tegenwoor
dig niet fout meer?
Zoals u weet schrijf ik niet graag over
andermans fouten. Regelmatig krijg ik
brieven van lezers die zeker weten dat een
hele fijne vakantie verkeerd is en dat het
een heel fijne vakantie moet zijn Wat moet
ik daarmee? Boetes uitdelen? Grappen
maken over iemands tekortkomingen,
zoals vroeger Charivarius deed7 Meestal
geef ik dan maar het advies om een zware
honkbalknuppel te kopen en die ook met
terdaad te gebruiken tegenover een ieder
die huns inziens zondigt. Maar nu is er dan
een brief van een lieve mevrouw uit Oegst-
geest. zonder honkbalknuppel, die mij
vraagt hoe het eigenlijk zit met hele Ik kom
er niet onderuit. Vooruit met de geit.
Welnu, er is niets nieuws aan de hand.
In de spreektaal is hele fijne, hele dure en
zovoort al heel lang heel gewoon. Hele
klinkt een beetje nadrukkelijker dan heel,
en dat komt goed van pas: zonder nadruk
hadden we ook over dure sigaren kunnen
spreken. We versterken dat door de toe
voeging van heel en we versterken het nog
meer door hele. In de schrijftaal gelden
soms andere regels, of we het leuk vinden
of niet. In de schrijftaal wordt heel meestal
niet verbogen. We zeggen dus wel hele
dure maar we schrijven heel dure. Het ar
gument van de schoolmeesters daarvoor
is. dat heel een bijwoord is en geen bij
voeglijk naamwoord Bijvoeglijke naam
woorden worden verbogen maar bijwoor
den niet.
Natuurlijk kan men hier de kritische
vraag stellen: is dat altijd wel zo? Je zou
namelijk ook kunnen beweren dat de
spreektaal nu juist bewijst dat althans
sommige bijwoorden wel degelijk verbo
gen worden. Of dat heel geen bijwoord is.
Deze discussie kan heel lang duren en is
eigenlijk alleen voor taalkundigen interes
sant.
Wie er ook gelijk heeft, het is een feit dat
veel mensen in de schrijftaal vasthouden
aan heel duur, heel fijn en liever niet hele
dure schrijven. Of het nu op een goed ar
gument berust of op een slecht argument,
zo is de realiteit. En het is ook een feit dat
wie hele dure schrijft, wordt aangezien
voor iemand die niet schrijven kan, terecht
of ten onrechte.
Zo liggen de feiten. Je kunt dan twee
dingen doen: ofwel maling hebben aan
deze misschien wel ongegronde regel, of
wel toch maar schrijven zoals de anderen
schrijven om niet voor een klungel aange
zien te worden. Ikzelf probeer me bij het
schrijven inderdaad aan deze regel te hou
den, niet omdat het argument me overtuigt
maar omdat ik anders een stroom van brie
ven krijg van boze lezers die zich ergeren
aan mijn taalgebruik.
De voorstanders van hele ook in de
schrijftaal beroepen zich er meestal op,
dat je niet iets anders moet schrijven dan
wat je zegt Niet rijwiel schrijven als je fiets
zegt. Dat idee is al zo'n honderd jaar alge
meen aanvaard en ooit eens gepropa
geerd door mensen als Kollewijn en Multa-
tuli. Het heeft mij nooit zo overtuigd. Waar
om zou de schrijftaal precies de spreektaal
moeten volgen? Zo verheffend is het spre
ken van veel mensen niet en ik zie er geen
bezwaar in als mensen hun taalgebruik
een beetje opkrikken wanneer ze de pen
ter hand nemen of achter de tekstverwer
ker plaatsnemen.
Het zal ondertussen duidelijk zijn dat ik
de vraag uit het begin van dit stukje niet zo
maar met ja of nee wil beantwoorden. Ik wil
best iedereen die er om vraagt goede raad
geven (zeg gerust hele dure maar schrijf
liever heel dure) maar als ik niet oppas
gaan de lezers nu denken: 'ha, die Van der
Horst vindt hele dure dus ook fout; kijk
maar in de krant'. Ik hoop dat niemand me
dat in de schoenen zal schuiven.
"Wat is de reden van jouw populariteit,
denk jezelf?"
"Nou ik denk dat de mensen waarde
ren dat ik altijd mezelf ben gebleven, dat
ik gewoon ben gebleven".
"Hoe kan het dat iemand die zo be
roemd is, die zulke talenten heeft als jij
toch zo'n gewone Amsterdamse jongen is
"Tja, dat weet ik ook niet precies, zo
ben ik gewoon"
Je kunt tegenwoordig geen talkshow
meer aanzetten of er zit wel een of andere
nationale bekendheid te verkondigen dat
ie 'zo gewoon' is gebleven. Als kijker heb
je op zo'n moment het donkerbruine ver
moeden zwaar in de maling té worden
genomen. Iemand die jarenlang zijn best
gedaan heeft om zich te onderscheiden,
om op te vallen, die daar vervolgens nog
een schepje bovenop doet door op de buis
uitvoerig over zichzelf te praten en die
ons dan doodleuk vertelt dat hij toch zo
gewoon is gebleven, dat riekt naar volks
verlakkerij van het ergste soort. Maar het
doodserieuze gezicht waarmee de beken
de gast de uitspraak doet, suggereert dat
hij of zij zich niet van enig publieksbe-
drog of van onoprechtheid bewust is.
Waarom willen beroemdheden graag
overkomen als mensen die geen kapsones
gekregen hebben, niet anders zijn gewor
den? Waarom durft geen van hen het aan
om tegen Sonja Barend heel 'cool' te zeg
gen: "Hoe bedoel je gewoon gebleven? Ik
ben helemaal niet gewoon gebleven. Ik
ben nooit gewoon geweest. Ik ben een bi
zonder mens en terecht dat anderen
daarvoor in de rij staan".
Het voor de hand liggende antwoord is
natuurlijk, dat anderen zo'n houding in
het algemeen niet waarderen en be
roemdheid bestaat nu vaak eenmaal bij
de gratie van de gunst van het publiek.
Die verwerfje niet door een reputatie als
verwaande kwast op te bouwen.
Maar dingen zijn vaak niet wat ze op
het eerste gezicht lijken en zo is het ook in
dit geval. Veel mensen die in het leven
succesvol zijn - of dat nu als filmster, po
liticus, zakenman, schrijver of weten
schapper is - lijden onder het zogenaam
de 'bedriegerssyndroom.' De kern van
dat syndroom is het idee dat anderen een
beeld van jou hebben dat gunstiger is
dan in werkelijkheid het geval is. Boven
dien schrijf je je eigen succes niet zozeer
toe aan factoren als intelligentie of talen
ten, maar aan zaken als hard werken of
geluk. De patiënt met het bedriegerssyn
droom leeft daarom voortdurend met de
angst vroeg of laat door de mand te val
len, ontmaskerd te worden. Hij wordt
achtervolgd door de angst dat anderen
ooit zullen ontdekken dat het allemaal ei
genlijk niet veel voorstelt, dat hij eigen
lijk helemaal niet meer recht dan een an
der heeft op beroemdheid of succes.
De schrijver George Bernhard Shaw,
winnaar van de nobelprijs voor de litera
tuur in 1925, was een van de velen die on
der dit syndroom gebukt ging zoals blijkt
uit de volgende uitlating: "Ik had succes
of ik wilde of niet en ontdekte tot mijn
ontzetting dat de wereld in plaats van
master of gaan ze na hun filmcarrière in
de dierenbescherming. Het klassieke
voorbeeld van deze strategie is de acteur
Peter Sellers (die van de Pink Panther
films) geweest, die van zichzelf beweerde
dat hij buiten de personages die hij speel
de geen eigen ik of persoonlijkheid meer
had. "Er bestond ooit", zei Sellers eens,
"een echte ik, maar ik heb het operatief
laten verwijderen. Omdat ik altijd alles
voor iedereen was, ben ik voor mezelf
niets en mijn onophoudelijke drang tot
werken is een speurtocht naar de echte
Peter Sellers". De naam Sellers (van het
Engelse to sell verkopen) is dus bepaald
geen toeval geweest, want in zekere zin
verkocht hij zichzelf in ruil voor de be
wondering, de aandacht van het publiek.
Maar Sellers is in feite niets anders
dan het prototype van de succesvolle per
soonlijkheid van deze tijd en misschien
zelfs wel van de mens van deze tijd. Een
van de bekendste psychiaters van deze
eeuw, Karl Jaspers, schreef al in 1932 een
boek onder de titel 'De Geest van deze
Tijd', waarin hij voorspelde wat voor ka
raktereigenschappen mensen aan het
einde van de 20ste eeuw nodig zouden
hebben om succesvol te zijn.
"Die mens", schrijft hij, "moet in staat
zijn zich bemind te maken. Hij moet zich
bescheiden voordoen in het openbaar, hij
moet als het zo uitkomt kunnen spelen op
gevoelens van anderen, hij moet anderen
voor zich proberen te winnen door nu en
dan iets extra's voor ze te doen, hij moet
alleen eigen gevoelens en prive-meningen
laten zien als dat op bepaalde punten
voordeel heeft". De moderne mens als to
neelspeler, als kameleon die meekleurt al
naar gelang de kijk- of verkoopscijfers.
Dat kameleonkarakter laat zich van
daag de dag haast nergens zo duidelijk
zien als in de talkshows, die op de buis
haast epidemisch aan het worden zijn.
Waarom laat een bekende persoonlijk
heid zich als gast in een talkshow uitno
digen? Het antwoord ligt in het karakter
van de talkshow zelf. Zulke shows zijn er
voor bedoeld, althans voor een belangrijk
deel, om het publiek op een andere, 'gewo
ne', persoonlijke manier te laten kennis
maken met degenen van wie het zo vaak
de platen, boeken, ontwerpen, films, vi
deo's en andere produkten koopt. De talk
show lijkt dus een manier om iets van het
innerlijke 'ik' achter het succesvolle ui
terlijke 'ik' los te peuteren en om het vaak
grote verschil tussen beide 'ikken' te laten
zien.
Op zichzelf een loffelijk streven, omdat
het de gewone burger helpt zich bewust te
worden van het feit dat succes bepaald
niet alles is en dat de prijs ervan vaak
hoog en niet zelden veel te hoog is. Dat
succes veel persoonlijkheden ernstig mis
vormt. De talkshow als de schijnwerper
op de schaduw van succes. Maar zo werkt
het van geen kant. Een 'bekende' gast
gaat weliswaar niet naar een talkshow
om zijn of haar gebruikelijke kunsten te
vertonen, maar meestal wel om te laten
zien dat hij of zij ook als mens, als 'ik' de
moeite van de bewondering, waardering
of beminning waard is. Waar het uitein
delijk om te doen is, is dat de kijker na af
loop zoiets denkt of zegt als: "nou hij
speelt niet alleen aardig, maar hij is nog
gewoon een aardige vent ook".
Dus keert de gast die kant van hem-oj
haarzelf naar het publiek, die in dat op
zicht de meeste kans van slagen biedt: je
presenteren als een jezelf gebleven gewo
ne jongen of gewoon meisje van Piet
Hein. Het wachten is nog altijd op de
talkshow, waarbij het publiek na afloop
van het gesprek met de bekende gast eens
gewoon in de gelegenheid wordt gesteld
te concluderen dat je niet altijd aan de
boom hoeft te hangen om een eikel te zijn'.
dat ze mij als de waardeloze bedrieger
die ik was uitstootte, haar greep op mij
verstevigde en niet van plan was mij los
te laten".
Door onze omgang met andere mensen
weten we allemaal dat iemands buiten
kant, zijn uiterlijke 'ik', en zijn binnen
kant, zijn 'innerlijke' ik, van elkaar ver
schillen. In het dagelijks leven accepteren
wij anderen zelden kritiekloos en gaan
we er vanuit dat er meer achter 'hun ge
vel' zit. Naarmate iemand succesvoller is,
neemt het verschil tussen buiten-en-bin-
nen-ik vaak toe. Van buiten kan het schit
terend zijn, maar van binnen is het net
als bij gewone mensen bepaald niet alle
maal goud wat er blinkt.
Deze psychologische onevenwichtig
heid is een typisch produkt van onze tijd.
Inde wereld van vandaag valt beroemd
heid of succes vrijwel alleen nog maar te
veroveren via uiterlijkheden muzikale
of andere artistieke prestaties, het heb
ben van een 'te gek' lichaam, het schrij
ven van boeken, het opbouwen van een
vermogen, het doen van een baanbreken
de uitvinding of ontdekking, het behalen
van diploma's, het leveren van sportpres
taties. De tijd dat mensen louter vanwege
hun levenswijze of hun levenswijsheid
beroemd en gevolgd werden ligt allang
achter ons. De gunst van het publiek komt
niet of zelden vanwege je persoon maar
vanwege 'je produkt'. Dus liggen er voor
succesvolle mensen steeds direct om de
hoek twee angsten te wachten.
De eerste angst is, datje dingen als lief
de, respect, bewondering en acceptatie
zult verliezen als je niet meer presteert of
presteren kunt of als je oud wordt. De an
dere angst is datje die dingen zult verlie
zen als anderen ontdekken hoe je 'echt' in
elkaar zit, als ze al die onvolkomendhe-
den en gebreken die je 'ik' heeft, zouden
leren kennen. De oplossing voor beide
angsten die veel beroemdheden kiezen is
hun ware ik zoveel mogelijk verborgen te
houden. Of sterker nog, een eigen ik ge
woon af te schaffen en zich voortdurend
te richten naar wat ze veronderstellen
dat het publiek graag wil zien of horen.
Om de gunst van het publiek te houden
worden ze na hun voetbalcarrière quiz-