OEKEN
Een jood die huilt bij Hitiers dood
De schizofrenie van de eeuwige reiziger
J.C.BIOEM
(1887-1966)
Tweede verhalenbundel PointI verdient alsnog AKO-prijs
Je dorp ligt op de bodem
van een groot stuwmeer
Architect van de Koude
Oorlog als 'n saaie opa
Condoom:
voor een
skinhead
met coltrui
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1990
Astrid Roemer: bijzonder vermogen om unieke sfeer op te roepen, (foto pr>
Wat is het fascinerende aan orale li- die tori!' zijn het meest verrassend,
teratuur uit de derde wereld, verha- Verhalen die vertellen waarom dé
len die uit de mond van vertellers apen in bomen wonen, of hoe het
zijn opgetekend? Het elementaire komt dat de mensen niet meer in de
en ongekunstelde dat de orale lite- hemel maar op aarde leven. Ze zijn
ratuur bezit, tot uiting komend in de allemaal even kostelijk. Het maakt
manier waarop bijvoorbeeld het eigenlijk niet zoveel uit of we met
ontstaan van de wereld wordt be- een echt oraal verhaal te maken
schreven en sprekende dieren of li
chaamsdelen elkaar gemene stre
ken leveren?
hebben of een vergelijkbaar verhaal
van een schrijvende verteller. Uiter
aard ontbreken de Anansitori's niet,
Prachtige voorbeelden van orale de verhalen over de slimme spin
literatuur zijn te vinden in de fabels Anansi, een beetje te vergelijken
van Hp nnnrHpliilrp unlL-on Hit» H C j 1j__
van de noordelijke volken die H.C. met de vos
ten Berge in de jaren zeventig en on- sprookjes,
langs weer verzamelde. Misschien
zijn ze voor ons zo fascinerend om-
de Nederlandse
'Heer. schenk mij eindelijk een
evenwichtig bestaan. Laat er een
mens in mijn leven komen en dat
wij elkaar wederkerig zullen lief
hebben. En wat meer geld, Heer.
Het is het slijk der aarde maar ik zit
al zo lang krap. O ja. Heer en einde
lijk een huis op een rustige plek.
Heer. uw naam zij geprezen - Me
vrouw M. Th. Janssen'.
De ik-figuur uit Frans Pointls
tweede verhalenbundel leest die be
de en schrijft hem over in z'n dag
boek: 'Ik voelde de neiging om de
missive mede te ondertekenen'.
Het universum van PointI wordt
bevolkt door zuinige randfiguren,
eenzame lieden die hun eigen weg
gaan en bij wijlen schuw over de
schouder kijken. De toon wordt ge
zet door de indruk die een etude van
Scriabin maakt: 'De melodie had
iets gekwelds; alsof een gevangene
naarstig in het pikkedonker een uit
weg zocht. Soms klonk er een be
rustende teleurstelling in. Dan weer
leek het alsof de gevangene droom
de dat hij vrij was, een fragiele
droom'.
De bundel bestaat uit twee delen.
In de eerste, wat schetsmatige, afde
ling leeft de moeder van de ik-fi
guur nog, hij is de kinderleeftijd
nog niet ontstegen - hij zal kind blij
ven, zolang zij bij hem is: helemaal
van haar loskomen zal hij nooit. 'On
ne guérit pas de son enfance' ('Men
geneest niet van zijn jeugd', réd.),
volgens een liedje op zijn geliefde
radio.
Het laatste verhaal uit dit deel be-
Fraai is het historische 'Kwabina
Abeni', van de auteur Sakafasi over
dat we hebben afgeleerd onze 'ei- een zoon van een slaveneigenaar die schrijft zijn twintigste verjaardag,
gen' mythen en fabels als zodanig te de zijde van zijn halfbroeders kiest.
lezen. De bijbel is voor de meesten Ontroerend is het verhaal van
van ons niet meer dan een onhandi- Dorus Vrede over de oude man die
Frans PointI: 'men geneest niet van zijn jeugd'.
verzameling richtlijnen en voor
beelden die nog slechts voor een
kleine minderheid relevantie bezit.
Terwijl het boek toch vol met span- Winston del Prado over twee jon-
terugkeert naar zijn geboortedorp
•op de bodem van een stuwmeer.
Snaaks begint 'Ziguh Rath' van
verjaardag al jaren niet meer. 'Be- oudejaarsavond zou vieren bij de fa-
nende mythen en grappige fabels
staat.
Ik kom hierop naar aanleiding
van de bundel 'Hoor die tori! Suri
naamse vertellingen' die onlangs
verscheen. De vertellingen zijn uit
gezocht door Michiel van Kempen,
die vorig jaar al twee interessante
gens die een domme zendeling te
pakken nemen, maar door de op
stand van het leger worden hun
plannen doorkruist. Een verhaal
waarom ik moest lachen terwijl dat
misschien niet de bedoeling van de
schrijver was is 'Jaram vertelt...'
van André Loor. Een Indiase jon-
i lang
zame afbraak te vieren. Oom be
aamde dit: een mens kon na zijn
dertigste die flauwekul beter nala
ten'.
milie Van Egters uit Van het Reve's
'De Avonden', mét een fles Bessen-
appel.
Het Grote Genieten begint bij het
tweede deel; moeder is dood, de ik
Hij heeft gelijk maar bovendien woont op zichzelf, geld is er nauwe
lijks, de wereld is iets ruimer gewor
den, maar meer vertrouwen wekt
dat allemaal niet. Hij bezoekt met
blonde Sientje het COC - omdat zij
hoopt daar van begerige mannen-
blikken verschoond te blijven, wat
niet zo is en waardoor de ik weder
om alleen komt te staan. Hij ver
leent onderdak aan ene Joop en le
nigt diens seksuele nood, in ruil
waarvoor Joop zijn kleren verstelt,
vouwen in zijn broeken strijkt en
het bed opmaakt. Lang duurt het
niet, want Joop houdt niet van klas
sieke muziek, niet van Bloem en
niet van Vasalis. Zijn vertrek lucht
op. ook al verdwijnt met hem de
halve inboedel: 'voor elke vorm van
vrijheid dient tenslotte te worden
betaald.'
Toch is die vrijheid ook niet alles
want de keerzijde is eenzaamheid;
de ik realiseert zich maar al te goed
'hoe schaars in mijn leven ik was
aangeraakt en hoe weinig mensen
ik had aangeraakt'.
Echt contact, behalve met zijn
katten, heeft hij alleen met mensen
die net als hij door het leven tekort
zijn gedaan. Met de fran<;aise bij
voorbeeld, die hij ontmoet als hij
met panne komt te staan op weg
naar Parijs (in een Trabantje afgela
den met blikken bruine bonen, rol
len koekjes en beschuit, w.c.-papier
en blikjes cornedbeef).
Alleen al om dit ontroerende ver
haal zou PointI alsnog de AKO-prijs
moeten krijgen. Zijn boek is daar
naast verplichte kost voor het Am
sterdamse gemeentebestuur. Voor
al het relaas over de pogingen die de
ik-figuur doet om de onder zijn wo
ning gelegen gedoogruimte voor
verslaafden weg te krijgen, moeten
de vroede vaderen maar eens goed
lezen. Zijn ervaringen met het Bu
reau Bestuurscontacten nopen hem
die instelling om te dopen in Bu
reau Contactstoornissen.
Waarom de ik waarschijnlijk de
enige jood ter wereld is die gehuild
heeft bij Hitiers dood - alweer: een
juweel van een verhaal - dat mag de
lezer zelf uitzoeken. Hij zal zich
geen moment vervelen.
PEER VAN 'T ZELFDE
boeken over Surinaamse literatuur gen wordt geronseld en sappelt ja-
het licht deed zien. Het eerste, 'Suri
naamse schrijvers en dichters', was
een degelijke en enthousiasmeren
de inleiding. Het tweede een ketize
uit vijftig jaar proza. 'Verhalen van
Surinaamse schrijvers', waarbij op
viel dat Van kempen zich er niet ge
makkelijk van afmaakte, maar
vooral moeilijk bereikbaar en onge
publiceerd werk opnam.
'Hoor die tori!' is eveneens de
moeite waard en wat belangrijker
is, absoluut geen herhalingsoefe
ning van de vorige bundels. Dat
laatste zit hem in de andere criteria
die Van Kempen voor zijn keuze ge
bruikte. Zoals hij in de titel aan
geeft, gaat het om 'vertellingen'. Dat zondere vermogen
betekent deze keer ook, verhalen,
die uit de mond van vertellers zijn
opgetekend; orale Surinaamse lite
ratuur dus. Bovendien zijn dit keer
ook verhalen opgenomen van zeer van een onopgesmukt verhaal dat
recente datum. Niet alleen verhalen van de band is getikt,
over Surinamers die in Nederland Kortom, 'Hoor die tori!' is een
proberen een voet aan de grond te bundel vol - soms onverwacht - lees-
Eén van de mensen die een belang- dienst werd hij meteen docent ge-
rijke rol hebben gespeeld in de we- schiedenis aan het Institute for Ad-
reldpolitiek van de jaren veertig en vanced Study in Princeton en ook
vijftig is George F. Kennan (1904). vervulde hij een gastdocentschap in
Toch heeft zijn naam in Nederland Oxford.
niet zo'n bekende klank, omdat hij Voor zover Kennan bekendheid
werkzaam was in een doorgaans ge- geniet bij het grote publiek is het als
sloten orgaan: de Amerikaanse di- ambassadeur van de Verenigde Sta-
plomatieke dienst. In de Verenigde ten in Moskou in 1952 en als auteur
Staten is hij echter wel heel bekend, van het artikel 'The sources of So-
omdat hij regelmatig in boeken en viet Conduct', dat hij in 1947 publi-
kranten zijn visie op het Ameri- ceerde onder het pseudoniem 'Mr
kaanse buitenlandse beleid gaf. X.' In dit artikel ontvouwde hij het
Hij was in zekere zin een opinion concept van de 'containment': de
leader, wiens geschriften niet alleen bevriezing van de Sovjet-commu-
sfeer op te roepen. Parodoxaal is door een geïnteresseerd lekenpu- nistische invloed op mondiale
'De erfenis van mijn vader' het
meest literair van de hele bundel
terwijl het juist de suggestie heeft
renlang op een Surinaamse planta
ge tot hij zijn eigen stukje grond kan
bewerken. Een definitief midden-
standersverhaal dat knap is in zijn
details. Weest braaf en werk hard
kinderen, hoor je bijna de verteller
aan het slot roepen.
Een buitenbeentje is Astrid Roe
mers 'De erfenis van mijn vader'.
Alle thema's van Roemer komen er
in voor: de spanning tussen Neder
land en Suriname, de rol van de
mystiek in het land van herkomst
en de lesbische sensualiteit. En ook
deze keer weet Roemer te overtui
gen, en ook nu niet zozeer door haar
stellingname, maar door haar bij-
unieke
krijgen, maar ook geschiedenissen
over het dagelijks leven onder Bou-
terse. Bovendien verdeelde van
Kempen zijn^selectie over de diver
se bevolkingsgroepen die in Surina-
vonen: Indianen, Hindoesta-
plezier. De enige kritiek is dat hij
nog een stuk dikker had mogen zijn.
AUGUST HANS DEN BOEF
Michiel van Kempen (samenstelling en
inleiding, met medewerking van Jan
Javanen en Creolen, zowel Uit Bongers). Hoor die tori! Surinaamse
vertellingen. Uitg. In de knipscheer.
de bossen als uit de stad.
Die orale vertellingen uit 'Hoor f 32,50.
Het gedicht 'De Dapperstraat
van J.C. Bloem is een van de be
kendste gedichten uit de Neder
landse literatuur. Die laatste re
gel kennen we allemaal wel.
maar hoe was toch ook weer de
rest van het vers? Als opfrisser-
tje van uw geheugen publiceren
wij het deze week maar eens. Het
staat in de onlangs bij uitgeverij
Bert Bakker uitgebrachte bloem
lezing 'Domweg gelukkig, in de
Dapperstraat. De bekendste ge
dichten uit de Nederlandse lite
ratuur' (ISBN 903510840X).
Deze door C.J. Aarts en M.C. van
Etten samengestelde bloemle
zing bevat gedichten die een le
ven lang meegaan. Het boek is te
beschouwen als het zakbijbeltje
voor de ware poëzieliefhebber.
Vragen aan Sinterklaas.
DE DAPPERSTRAAT
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos. ter grootte van een krant.
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen.
De' in kaden vastgeklonken waterkant.
De wolken, nooit zo schoon dan als ze. omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie met veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht.
Verregend, op een miezengen morgen.
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
bliek, maar ook in regeringskringen schaal. Met dit artikel werd hij dé
werden gelezen en belangrijker, architect van de Koude Oorlog,
werden omgezet in politieke beslis- zoals dat in de jaren vijftig door de
singen. In de Nederlandse cultuur ministers van buitenlandse zaken
passen zulke diplomaten kennelijk van de Verenigde Staten werd ge
niet: de rapporten van onze ambas- voerd. Overigens was Kennan het
sadeurs en attachés blijven door- lang niet altijd met dit beleid eens,
gaans geheim en hun meningen zul al was hij er de geestelijke vader
je slechts bij uitzondering in de van.
kranten aantreffen. Een nieuw boek van Kennan is
Niet alleen als politiek commen- dHs in principe iets om naar uit te
tator is Kennan bekend geworden; kijken, vooral als hij daarin herinne-
hij is nog altijd een gezaghebbend ringen ophaalt aan episoden uit zijn
geleerde met inzicht in de Russi- lange, werkzame leven. De oudste
sche geschiedenis en de literatuur, fragmenten van 'Sketches from A
Na zijn ontslag uit de diplomatieke Life'> vorig jaar in Amerika versche
nen en nu in het Nederlands ver
taald als 'Een leven in schetsen, da
teren al van 1927, de meest recente
George F. Kennan: persoonlijke waarnemingen niets prikkelends, (fotopr)
Moskou moest: 'Toen zijn we naar aan, dat als Kennan Parijs officieel
het vliegveld gereden. Om twee uur had bezocht, de verhoudingen eer-
kwam er weer zo'n hartverscheu- der andersom waren geweest,
rend afscheid waarmee we in deze
oorlog inmiddels zo vertrouwd zijn
geraakt'. Een opmerking als deze grijpelijk. In een passage over het
zijn pas twee jaar geleden geschre
ven. Sommige stukken zijn eerder
gepubliceerd, maar het meeste ma
teriaal was nog onbekend. Toch valt
'Een leven in schetsen', ondanks de
hoge status van de schrijver, bij le
zing erg tegen.
Kennan heeft de fragmenten in
'Een leven in schetsen' nadrukke
lijk geschreven als privépersoon.
Wel zijn ze geschreven op de plaat
sen waar hij werkte, zoals Riga
(waar hij al voor de oorlog was ge
stationeerd), Hamburg, Berlijn,
Moskou en vele andere steden,
maar nergens verwijst hij naar de
politieke situatie van het moment of
naar de activiteiten die hij er ont
plooide. In die zin toont hy zich een
waar diplomaat, maar juist de wis
selwerking tussen persoon en ambt,
die het boek spanning zou kunnen
geven, moet de lezer nu missen. Bo
vendien schrijft Kennan ook over
zijn persoonlijke emoties heel af
standelijk. Het zijn haast waarne
mingen in de derde persoon: onaan
gedaan, objectief. Zo schrijft hij
over een afscheid van zijn vrouw in
1944, toen hij op een missie naar
laat veel vragen open, alhoewel we
wél precies te weten komen hoe laat
hij zijn vrouw ten afscheid moest
kussen.
Gezeur
Een ander nadeel van deze stijl is,
dat Kennans persoonlijke waarne
mingen hierdoor niets prikkelends
of origineels hebben. Oxford vindt
hij mooi, maar druk, de Taj Mahal
stelt hem teleur, Wisconsin vindt hij
erg veranderd, Washington is niet
meer de stad van vroeger. Het zou
Kennan de diplomaat, de geleerde,
de éminence grise moeten zijn die
schrijft, maar het is een Amerikaan
se huisvader, met een boerderij in
Pennsylvania, die aan het woord is.
De meningen en de observaties van
dié Kennan doen er eenvoudigweg
niet toe. Het is onbeduidend, het is
gezeur, soms zelfs épaterend ge
zeur.
In een enkele passage komt die
gespletenheid tussen diplomaat en
huisvader naar boven. Zo verbaast
hij zich er bij een privébezoek aan
Parijs over, dat de stad zich van zijn
aanwezigheid niets aantrekt, terwijl
van de andere kant de stad op hém
een enorme indruk maakt. Ik neem
communisme in de Sovjetunie stelt
hij, dat alle mensen onder dat sys
teem arm en ongelukkig zijn. Daar
mee zijn ze dubbel ongelukkig,
want is het niet troostend te weten
dat er (in de stad waar je woont) ten
minste iemand is die gelukkig en
bevoorrecht is. al ben je het niet
zelf? Hier spreekt iemand, voor wie
dat 'zelf in ieder geval nooit heeft
gegolden!
De onbeduidendheid en het ge
zeur waarover ik het zoéven had,
worden nog versterkt door de onge
ïnspireerde vertaling. Over het alge
meen is deze heel direct, waardoor
er vaak anglicismen voorkomen als
'mijn onmiddellijke bestemming',
'als Tsjech geboren, buitte hij de
Tsjechische landerijen meedogen
loos uit' en woorden als 'zomersol
stitium' (zonnewende).
Concluderend: déze Kennan
heeft de lezer niet veel te bieden,
maar misschien geeft Uitgeverij Ba
lans nog eens iets uit van de diplo
maat en de historicus Kennan. Daar
kijk ik in ieder geval met veel be
langstelling naar uit.
WILFRED SIMONS
Als iemand de laatste tijd in het
middelpunt van de belangstelling
staat is het de Amerikaans/Indische
schrijver Paul Theroux. Terwijl zijn
inmiddels wat gedateerde treinreis
door China voor een vriendelijk
prijsje de boekwinkels uit vliegt, en
de discussie over zijn beschrijving
van het zuiden van' de Verenigde
Staten voortwoedt. komt De Arbei
derspers nu met Mijn geheime le
ven, de vertaling van het vorig jaar
verschenen My Secret History. En
zo houden we de discussie levendig.
Vast onderdeel in het dispuut'
over Theroux is dat hij vooringeno
menheid toont ten opzichte van de
landen die hij bereist en de mensen
die daar wonen. In het verlengde
daarvan wordt de reisboekenschrij
ver nogal eens verweten dat hij het
vooral over zichzelf heeft en minder
over wat hij ziet; een egocentrist pur
sang dus. Critici zullen in Mijn ge
heime leven meer dan eens hun me
ning zien bevestigd.
Het verschil is echter dat Theroux
zich dit keer indekt. Zo speelt hij
niet zelf de hoofdrol, maar laat dat
over aan een alter ego, een ik-figuur
met de curieuze naam Andre Pa-
rent. Wat lafjes begint Theroux zelfs
met zich in te dekken: "Hoewel
sommige gebeurtenissen en plaat
sen die in deze roman beschreven
worden, gelijkenis vertonen met die
uit mijn eigen leven, zijn de perso
nages allemaal uit mijn verbeelding
komen wandelen".
Onzin. Zelfs als Andre Parent niet
op Theroux lijkt, dan nog is duide
lijk dat de schrijver niet een ander,
maar zichzelf aan een scherpe ana
lyse blootstelt. De titel laat wat dat
betreft niets te raden over. Alle mist
die hij optrekt, de cosmetische ver
anderingen die hij aanbrengt om
parallelen met zijn 'echte' leven te
voorkomen, vormen extra ballast:
Mijn geheime leven is gewoon een
boeiend verhaal over wat Theroux
bezighoudt. Wat aangedikt voert hij
de lezer binnen in de schizofrene
wereld van de eeuwige reiziger.
Waar is thuis? Wat is zekerheid?
Wat heb ik en wat kan ik hebben?-
En, het grootste cliché: wie ben ik?
Als jochie is Andre Parent al op
zoek naar méér. In de strenge paro
chie sluit hij in het geheim vriend
schap met de kapelaan die door de
rest als afvallige wordt gezien. Wan
neer hij seksuele ervaringen opdoet
met z'n eerste vriendinnetje, gaat
hij vrijwel tegelijkertijd uiteraard
in het geheim op stap met een
steenrijke dame die gelukkig net te
veel drinkt om met hem naar bpd te
willen.
De vraag is of hij daar moeite mee
zou hebben gehad, want Parent ont
wikkelt zich in het Afrikaanse Nya-
saland aan de vooravond van de on
afhankelijkheid, tot een seksmachi-
ne die elke vrijdag, zaterdag en zon
dag weer een ander meisje oppikt
uit de plaatselijke kroeg. Hij
schroomt daarbij niet ook vriendin
nen van vriendinnen te 'nemen'
(Theroux' woordgebruik). Alles in
het geheim natuurlijk, want op de
school waar hij tot directeur is be
noemd, weten ze van niets. Zelfs het
feit dat de directeur aan heftige pij
nen lijdt door de onvermijdelijke
druiper, zet de leerlingen niet op het
spoor van zijn geheime leven. Tot
dat de onderdirecteur de macht wil
grijpen en zijn belangrijkste troef
uitspeelt. Parents avonturen met de
Afrikaanse meisjes blijken wel de
gelijk bekend. Hij kan vertrekken.
Tegelijkertijd betekent dat ook
min of meer het eind van Parents
promiscuë seksleven. Min of meer,
want voordat Parent elders in Afri
ka de vrouw ontmoet waarmee hij
trouwt, ontstaat nog een reeks
avontuurtjes. Theroux beschrijft ze
kort, terloops haast, want Parents
relatie en huwelijk met de Engelse
Jenny lijkt een deus ex machina: na
een stormachtig begin, komt de re
latie snel in rustiger vaarwater te
recht. Voorspoed en geluk vallen
hem ten deel.
Totdat Jenny vreemdgaat.
Parents reactie is buitensporig en
typerend voor iemand die een dub
bele moraal tot levenswijze heeft
gemaakt. Als Parent heeft uitgevon
den door wie Jenny is verleid,
neemt hij keihard wraak.
Kan iemand boeiender schrijven
over de schizofrenie van de eeuwige
reiziger dan Theroux? Ik denk het
niet. Mijn geheime leven is het
schoolvoorbeeld van een mooi boek
over een boeiend thema. In simpele,
vaak humoristische taal wordt in
feite een diepzinnige beschouwing
geschreven. Jammer dat Theroux
ook nu kan worden verweten dat hij
(of is het Parent?) uitermate arro
gant rondstapt door de landen die
hij bezoekt. Vooral de .Afrikanen
komen er slecht af, maar ook zijn
beschrijving van Irkoetsk in Siberië
raakt kant nog wal.
Waar ik het nog moeilijker mee
heb is de indruk dat Theroux de
naam van de ik-figuur slechts heeft
gewijzigd om de (Amerikaanse) le
zer te behagen. Heeft Theroux een
stukje persoonlijke geschiedenis
geschreven, maar schrijft hij die toe
aan een ander om zichzelf kritiek te
besparen op een losbandig be
staan? Of is dat ook een stukje schi
zofrenie? Een dubbele bodem? Ik
kan er geen antwoord op geven.
Maar één ding is zeker: door dit
soort vragen wint Mijn geheime le
ven uiteindelijk nog aan kracht.
JEROEN DIRKS
Mijn geheime leven, Paul Theroux.
llitg. Arbeiderspers. Vertaling Tinke
Davids.
'Het gebruik van condooms is
prima om geslachtsziekten te
voorkomen, maar een belang
rijk nadeel is dat vrouwen zeer
moeilijk zwanger worden'. Zo
dacht een Duitse arts aan het be
gin van de eeuw nog over con
dooms. Deze anekdote komt uit
het boekje 'Niet kapot te krij
gen', waarin ene mevrouw Jea-
nette Parisot wat wetenswaar
digheden over condooms bij el
kaar heeft geflodderd.
'Een humoristische en infor
matieve cultuurgids van het
condoom', zo luidt de ondertitel
van het werkje. Humoristisch is
het boekje niet. In krom Neder
lands wordt regelmatig een
staaltje puberhumor weggege
ven die 'de rubberen helper, de
beste vriend van de mens' in de
giechel-met-rode-koontjes-sfeer
drukt waarin voor veel mensen
dit hulpstuk nog verkeert. 'Wist
je dat een penis met opgerolde
voorhuid een skinhead met een
coltrui is?'. Lachen!
Illustratief is een verhande
ling over de Romeinse schrijver
Plinius, waarin de schrijfster
quasi nonchalant uit zijn werk
citeert, vervolgens wat leutert
over het Romeinse soldatenle
ven waarin het condoom een
grote rol gespeeld zou hebben
om tenslotte te constateren dat
'de condoomvraag' en Plinius
niets met elkaar te maken heb
ben.
Informatief is het boekje wel.
Zo wordt de lezer kond gedaan
over soorten condooms, de juis
te wijze van gebruik, de manier
waarop condooms worden ge
maakt en waar ze in de wereld
onder welke voorwaarden te
koop zijn. Aardig is een histori
sche verhandeling over het con
doom waarin onder andere de
oorsprong van de naam en enige
bekende gebruikers de revue
passeren.
Na honderden jaren gissen
over de oorsprong van de naam
kwam een Duitse hoogleraar
enige jaren geleden met een ety
mologische verklaring die nu in
brede kring wordt aanvaardt.
Condoom is een samentrekking
van cum Domine, 'met God'.
Waarschijnlijk ontstond deze
naam in de zestiende of zeven
tiende eeuw. Wegens de ontoe
reikende condoomtechnologie
in die tijd zouden gebruikers
mede op een hogere macht moe
ten vertrouwen om geen onge
wenst nageslacht te verwekken.
Bekende condoomgebruikers
uit een ver verleden zijn Casano
va en Madame de Sévigné. In
1671 schreef zij aan haar dochter
dat het condoom 'een bolwerk
tegen het plezier was, maar een
spinneweb tegen het gevaar'.
Het gevaar slaat op het risico
van infecties, waartegen in die
dagen nog weinig kruid was ge
wassen. Ook Casanova zou ze in
de achttiende eeuw om die re
den hebben gebruikt.
Tot in de 19e eeuw werden
condooms meestal gemaakt van
schapedarm. In 1844 werd door
een zekere Goodyear - inder
daad, die van de banden - het
vulcanisatieproces uitgevon
den. Vanaf dat moment was het
mogelijk om rubbercondooms
te fabriceren, die twee grote
voordelen hadden: ze waren
elastisch en ze waren veel goed
koper dan darmcondooms. Ove
rigens zijn vandaag de dag
darmcondooms nog steeds ver
krijgbaar. maar de markt is be
perkt. Alleen mensen met een
rubberallergie zyn bereid om er
vijf keer "zoveel voor te betalen
als voor een rubbercondoom.
Pas na de uitvinding van het
goedkope rubbercondoom
kwam het preservatief beschik
baar voor brede lagen van de be
volking, want daarvoor was het
vooral een speeltje van de rij
ken. Met de ruimere beschik
baarheid gingen ook meer groe
pen zich met de ethiek rond het
rubberen monster bemoeien.
Vooral de katholieke kerk weer
de zich driftig.
In 1911 werd in Nederland de
wet Regout van kracht, die de
vrije verkoop van voorbehoed
middelen strafbaar stelde. Naar
mate de eeuw vorderde werd de
wet steeds minder streng toege
past, maar nog tot in de jaren
zestig waren er gemeenten die
in hun politieverordening het
ter verkoop in voorraad hebben
van middelen ter voorkoming
van zwangerschap verboden.
En dat waren niet alleen Room
se bolwerken in het zuiden des
lands, maar ook een keurige
Leidse buurgemeente als Oegst-
geest.
ERIC-JAN WETERINGS
Jeancttc Parisot - Niet kapot te
krijgen. Een humoristische cn in
formatieve cultuurgeschiedenis
van het condoom. Br una Utrecht
1990.