OEKEN Een jood die huilt bij Hitiers dood De schizofrenie van de eeuwige reiziger J.C.BIOEM (1887-1966) Tweede verhalenbundel PointI verdient alsnog AKO-prijs Je dorp ligt op de bodem van een groot stuwmeer Architect van de Koude Oorlog als 'n saaie opa Condoom: voor een skinhead met coltrui WOENSDAG 21 NOVEMBER 1990 Astrid Roemer: bijzonder vermogen om unieke sfeer op te roepen, (foto pr> Wat is het fascinerende aan orale li- die tori!' zijn het meest verrassend, teratuur uit de derde wereld, verha- Verhalen die vertellen waarom dé len die uit de mond van vertellers apen in bomen wonen, of hoe het zijn opgetekend? Het elementaire komt dat de mensen niet meer in de en ongekunstelde dat de orale lite- hemel maar op aarde leven. Ze zijn ratuur bezit, tot uiting komend in de allemaal even kostelijk. Het maakt manier waarop bijvoorbeeld het eigenlijk niet zoveel uit of we met ontstaan van de wereld wordt be- een echt oraal verhaal te maken schreven en sprekende dieren of li chaamsdelen elkaar gemene stre ken leveren? hebben of een vergelijkbaar verhaal van een schrijvende verteller. Uiter aard ontbreken de Anansitori's niet, Prachtige voorbeelden van orale de verhalen over de slimme spin literatuur zijn te vinden in de fabels Anansi, een beetje te vergelijken van Hp nnnrHpliilrp unlL-on Hit» H C j 1j__ van de noordelijke volken die H.C. met de vos ten Berge in de jaren zeventig en on- sprookjes, langs weer verzamelde. Misschien zijn ze voor ons zo fascinerend om- de Nederlandse 'Heer. schenk mij eindelijk een evenwichtig bestaan. Laat er een mens in mijn leven komen en dat wij elkaar wederkerig zullen lief hebben. En wat meer geld, Heer. Het is het slijk der aarde maar ik zit al zo lang krap. O ja. Heer en einde lijk een huis op een rustige plek. Heer. uw naam zij geprezen - Me vrouw M. Th. Janssen'. De ik-figuur uit Frans Pointls tweede verhalenbundel leest die be de en schrijft hem over in z'n dag boek: 'Ik voelde de neiging om de missive mede te ondertekenen'. Het universum van PointI wordt bevolkt door zuinige randfiguren, eenzame lieden die hun eigen weg gaan en bij wijlen schuw over de schouder kijken. De toon wordt ge zet door de indruk die een etude van Scriabin maakt: 'De melodie had iets gekwelds; alsof een gevangene naarstig in het pikkedonker een uit weg zocht. Soms klonk er een be rustende teleurstelling in. Dan weer leek het alsof de gevangene droom de dat hij vrij was, een fragiele droom'. De bundel bestaat uit twee delen. In de eerste, wat schetsmatige, afde ling leeft de moeder van de ik-fi guur nog, hij is de kinderleeftijd nog niet ontstegen - hij zal kind blij ven, zolang zij bij hem is: helemaal van haar loskomen zal hij nooit. 'On ne guérit pas de son enfance' ('Men geneest niet van zijn jeugd', réd.), volgens een liedje op zijn geliefde radio. Het laatste verhaal uit dit deel be- Fraai is het historische 'Kwabina Abeni', van de auteur Sakafasi over dat we hebben afgeleerd onze 'ei- een zoon van een slaveneigenaar die schrijft zijn twintigste verjaardag, gen' mythen en fabels als zodanig te de zijde van zijn halfbroeders kiest. lezen. De bijbel is voor de meesten Ontroerend is het verhaal van van ons niet meer dan een onhandi- Dorus Vrede over de oude man die Frans PointI: 'men geneest niet van zijn jeugd'. verzameling richtlijnen en voor beelden die nog slechts voor een kleine minderheid relevantie bezit. Terwijl het boek toch vol met span- Winston del Prado over twee jon- terugkeert naar zijn geboortedorp •op de bodem van een stuwmeer. Snaaks begint 'Ziguh Rath' van verjaardag al jaren niet meer. 'Be- oudejaarsavond zou vieren bij de fa- nende mythen en grappige fabels staat. Ik kom hierop naar aanleiding van de bundel 'Hoor die tori! Suri naamse vertellingen' die onlangs verscheen. De vertellingen zijn uit gezocht door Michiel van Kempen, die vorig jaar al twee interessante gens die een domme zendeling te pakken nemen, maar door de op stand van het leger worden hun plannen doorkruist. Een verhaal waarom ik moest lachen terwijl dat misschien niet de bedoeling van de schrijver was is 'Jaram vertelt...' van André Loor. Een Indiase jon- i lang zame afbraak te vieren. Oom be aamde dit: een mens kon na zijn dertigste die flauwekul beter nala ten'. milie Van Egters uit Van het Reve's 'De Avonden', mét een fles Bessen- appel. Het Grote Genieten begint bij het tweede deel; moeder is dood, de ik Hij heeft gelijk maar bovendien woont op zichzelf, geld is er nauwe lijks, de wereld is iets ruimer gewor den, maar meer vertrouwen wekt dat allemaal niet. Hij bezoekt met blonde Sientje het COC - omdat zij hoopt daar van begerige mannen- blikken verschoond te blijven, wat niet zo is en waardoor de ik weder om alleen komt te staan. Hij ver leent onderdak aan ene Joop en le nigt diens seksuele nood, in ruil waarvoor Joop zijn kleren verstelt, vouwen in zijn broeken strijkt en het bed opmaakt. Lang duurt het niet, want Joop houdt niet van klas sieke muziek, niet van Bloem en niet van Vasalis. Zijn vertrek lucht op. ook al verdwijnt met hem de halve inboedel: 'voor elke vorm van vrijheid dient tenslotte te worden betaald.' Toch is die vrijheid ook niet alles want de keerzijde is eenzaamheid; de ik realiseert zich maar al te goed 'hoe schaars in mijn leven ik was aangeraakt en hoe weinig mensen ik had aangeraakt'. Echt contact, behalve met zijn katten, heeft hij alleen met mensen die net als hij door het leven tekort zijn gedaan. Met de fran<;aise bij voorbeeld, die hij ontmoet als hij met panne komt te staan op weg naar Parijs (in een Trabantje afgela den met blikken bruine bonen, rol len koekjes en beschuit, w.c.-papier en blikjes cornedbeef). Alleen al om dit ontroerende ver haal zou PointI alsnog de AKO-prijs moeten krijgen. Zijn boek is daar naast verplichte kost voor het Am sterdamse gemeentebestuur. Voor al het relaas over de pogingen die de ik-figuur doet om de onder zijn wo ning gelegen gedoogruimte voor verslaafden weg te krijgen, moeten de vroede vaderen maar eens goed lezen. Zijn ervaringen met het Bu reau Bestuurscontacten nopen hem die instelling om te dopen in Bu reau Contactstoornissen. Waarom de ik waarschijnlijk de enige jood ter wereld is die gehuild heeft bij Hitiers dood - alweer: een juweel van een verhaal - dat mag de lezer zelf uitzoeken. Hij zal zich geen moment vervelen. PEER VAN 'T ZELFDE boeken over Surinaamse literatuur gen wordt geronseld en sappelt ja- het licht deed zien. Het eerste, 'Suri naamse schrijvers en dichters', was een degelijke en enthousiasmeren de inleiding. Het tweede een ketize uit vijftig jaar proza. 'Verhalen van Surinaamse schrijvers', waarbij op viel dat Van kempen zich er niet ge makkelijk van afmaakte, maar vooral moeilijk bereikbaar en onge publiceerd werk opnam. 'Hoor die tori!' is eveneens de moeite waard en wat belangrijker is, absoluut geen herhalingsoefe ning van de vorige bundels. Dat laatste zit hem in de andere criteria die Van Kempen voor zijn keuze ge bruikte. Zoals hij in de titel aan geeft, gaat het om 'vertellingen'. Dat zondere vermogen betekent deze keer ook, verhalen, die uit de mond van vertellers zijn opgetekend; orale Surinaamse lite ratuur dus. Bovendien zijn dit keer ook verhalen opgenomen van zeer van een onopgesmukt verhaal dat recente datum. Niet alleen verhalen van de band is getikt, over Surinamers die in Nederland Kortom, 'Hoor die tori!' is een proberen een voet aan de grond te bundel vol - soms onverwacht - lees- Eén van de mensen die een belang- dienst werd hij meteen docent ge- rijke rol hebben gespeeld in de we- schiedenis aan het Institute for Ad- reldpolitiek van de jaren veertig en vanced Study in Princeton en ook vijftig is George F. Kennan (1904). vervulde hij een gastdocentschap in Toch heeft zijn naam in Nederland Oxford. niet zo'n bekende klank, omdat hij Voor zover Kennan bekendheid werkzaam was in een doorgaans ge- geniet bij het grote publiek is het als sloten orgaan: de Amerikaanse di- ambassadeur van de Verenigde Sta- plomatieke dienst. In de Verenigde ten in Moskou in 1952 en als auteur Staten is hij echter wel heel bekend, van het artikel 'The sources of So- omdat hij regelmatig in boeken en viet Conduct', dat hij in 1947 publi- kranten zijn visie op het Ameri- ceerde onder het pseudoniem 'Mr kaanse buitenlandse beleid gaf. X.' In dit artikel ontvouwde hij het Hij was in zekere zin een opinion concept van de 'containment': de leader, wiens geschriften niet alleen bevriezing van de Sovjet-commu- sfeer op te roepen. Parodoxaal is door een geïnteresseerd lekenpu- nistische invloed op mondiale 'De erfenis van mijn vader' het meest literair van de hele bundel terwijl het juist de suggestie heeft renlang op een Surinaamse planta ge tot hij zijn eigen stukje grond kan bewerken. Een definitief midden- standersverhaal dat knap is in zijn details. Weest braaf en werk hard kinderen, hoor je bijna de verteller aan het slot roepen. Een buitenbeentje is Astrid Roe mers 'De erfenis van mijn vader'. Alle thema's van Roemer komen er in voor: de spanning tussen Neder land en Suriname, de rol van de mystiek in het land van herkomst en de lesbische sensualiteit. En ook deze keer weet Roemer te overtui gen, en ook nu niet zozeer door haar stellingname, maar door haar bij- unieke krijgen, maar ook geschiedenissen over het dagelijks leven onder Bou- terse. Bovendien verdeelde van Kempen zijn^selectie over de diver se bevolkingsgroepen die in Surina- vonen: Indianen, Hindoesta- plezier. De enige kritiek is dat hij nog een stuk dikker had mogen zijn. AUGUST HANS DEN BOEF Michiel van Kempen (samenstelling en inleiding, met medewerking van Jan Javanen en Creolen, zowel Uit Bongers). Hoor die tori! Surinaamse vertellingen. Uitg. In de knipscheer. de bossen als uit de stad. Die orale vertellingen uit 'Hoor f 32,50. Het gedicht 'De Dapperstraat van J.C. Bloem is een van de be kendste gedichten uit de Neder landse literatuur. Die laatste re gel kennen we allemaal wel. maar hoe was toch ook weer de rest van het vers? Als opfrisser- tje van uw geheugen publiceren wij het deze week maar eens. Het staat in de onlangs bij uitgeverij Bert Bakker uitgebrachte bloem lezing 'Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. De bekendste ge dichten uit de Nederlandse lite ratuur' (ISBN 903510840X). Deze door C.J. Aarts en M.C. van Etten samengestelde bloemle zing bevat gedichten die een le ven lang meegaan. Het boek is te beschouwen als het zakbijbeltje voor de ware poëzieliefhebber. Vragen aan Sinterklaas. DE DAPPERSTRAAT Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos. ter grootte van een krant. Een heuvel met wat villaatjes ertegen. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen. De' in kaden vastgeklonken waterkant. De wolken, nooit zo schoon dan als ze. omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen. Alles is veel voor wie met veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat. Dit heb ik bij mijzelven overdacht. Verregend, op een miezengen morgen. Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. bliek, maar ook in regeringskringen schaal. Met dit artikel werd hij dé werden gelezen en belangrijker, architect van de Koude Oorlog, werden omgezet in politieke beslis- zoals dat in de jaren vijftig door de singen. In de Nederlandse cultuur ministers van buitenlandse zaken passen zulke diplomaten kennelijk van de Verenigde Staten werd ge niet: de rapporten van onze ambas- voerd. Overigens was Kennan het sadeurs en attachés blijven door- lang niet altijd met dit beleid eens, gaans geheim en hun meningen zul al was hij er de geestelijke vader je slechts bij uitzondering in de van. kranten aantreffen. Een nieuw boek van Kennan is Niet alleen als politiek commen- dHs in principe iets om naar uit te tator is Kennan bekend geworden; kijken, vooral als hij daarin herinne- hij is nog altijd een gezaghebbend ringen ophaalt aan episoden uit zijn geleerde met inzicht in de Russi- lange, werkzame leven. De oudste sche geschiedenis en de literatuur, fragmenten van 'Sketches from A Na zijn ontslag uit de diplomatieke Life'> vorig jaar in Amerika versche nen en nu in het Nederlands ver taald als 'Een leven in schetsen, da teren al van 1927, de meest recente George F. Kennan: persoonlijke waarnemingen niets prikkelends, (fotopr) Moskou moest: 'Toen zijn we naar aan, dat als Kennan Parijs officieel het vliegveld gereden. Om twee uur had bezocht, de verhoudingen eer- kwam er weer zo'n hartverscheu- der andersom waren geweest, rend afscheid waarmee we in deze oorlog inmiddels zo vertrouwd zijn geraakt'. Een opmerking als deze grijpelijk. In een passage over het zijn pas twee jaar geleden geschre ven. Sommige stukken zijn eerder gepubliceerd, maar het meeste ma teriaal was nog onbekend. Toch valt 'Een leven in schetsen', ondanks de hoge status van de schrijver, bij le zing erg tegen. Kennan heeft de fragmenten in 'Een leven in schetsen' nadrukke lijk geschreven als privépersoon. Wel zijn ze geschreven op de plaat sen waar hij werkte, zoals Riga (waar hij al voor de oorlog was ge stationeerd), Hamburg, Berlijn, Moskou en vele andere steden, maar nergens verwijst hij naar de politieke situatie van het moment of naar de activiteiten die hij er ont plooide. In die zin toont hy zich een waar diplomaat, maar juist de wis selwerking tussen persoon en ambt, die het boek spanning zou kunnen geven, moet de lezer nu missen. Bo vendien schrijft Kennan ook over zijn persoonlijke emoties heel af standelijk. Het zijn haast waarne mingen in de derde persoon: onaan gedaan, objectief. Zo schrijft hij over een afscheid van zijn vrouw in 1944, toen hij op een missie naar laat veel vragen open, alhoewel we wél precies te weten komen hoe laat hij zijn vrouw ten afscheid moest kussen. Gezeur Een ander nadeel van deze stijl is, dat Kennans persoonlijke waarne mingen hierdoor niets prikkelends of origineels hebben. Oxford vindt hij mooi, maar druk, de Taj Mahal stelt hem teleur, Wisconsin vindt hij erg veranderd, Washington is niet meer de stad van vroeger. Het zou Kennan de diplomaat, de geleerde, de éminence grise moeten zijn die schrijft, maar het is een Amerikaan se huisvader, met een boerderij in Pennsylvania, die aan het woord is. De meningen en de observaties van dié Kennan doen er eenvoudigweg niet toe. Het is onbeduidend, het is gezeur, soms zelfs épaterend ge zeur. In een enkele passage komt die gespletenheid tussen diplomaat en huisvader naar boven. Zo verbaast hij zich er bij een privébezoek aan Parijs over, dat de stad zich van zijn aanwezigheid niets aantrekt, terwijl van de andere kant de stad op hém een enorme indruk maakt. Ik neem communisme in de Sovjetunie stelt hij, dat alle mensen onder dat sys teem arm en ongelukkig zijn. Daar mee zijn ze dubbel ongelukkig, want is het niet troostend te weten dat er (in de stad waar je woont) ten minste iemand is die gelukkig en bevoorrecht is. al ben je het niet zelf? Hier spreekt iemand, voor wie dat 'zelf in ieder geval nooit heeft gegolden! De onbeduidendheid en het ge zeur waarover ik het zoéven had, worden nog versterkt door de onge ïnspireerde vertaling. Over het alge meen is deze heel direct, waardoor er vaak anglicismen voorkomen als 'mijn onmiddellijke bestemming', 'als Tsjech geboren, buitte hij de Tsjechische landerijen meedogen loos uit' en woorden als 'zomersol stitium' (zonnewende). Concluderend: déze Kennan heeft de lezer niet veel te bieden, maar misschien geeft Uitgeverij Ba lans nog eens iets uit van de diplo maat en de historicus Kennan. Daar kijk ik in ieder geval met veel be langstelling naar uit. WILFRED SIMONS Als iemand de laatste tijd in het middelpunt van de belangstelling staat is het de Amerikaans/Indische schrijver Paul Theroux. Terwijl zijn inmiddels wat gedateerde treinreis door China voor een vriendelijk prijsje de boekwinkels uit vliegt, en de discussie over zijn beschrijving van het zuiden van' de Verenigde Staten voortwoedt. komt De Arbei derspers nu met Mijn geheime le ven, de vertaling van het vorig jaar verschenen My Secret History. En zo houden we de discussie levendig. Vast onderdeel in het dispuut' over Theroux is dat hij vooringeno menheid toont ten opzichte van de landen die hij bereist en de mensen die daar wonen. In het verlengde daarvan wordt de reisboekenschrij ver nogal eens verweten dat hij het vooral over zichzelf heeft en minder over wat hij ziet; een egocentrist pur sang dus. Critici zullen in Mijn ge heime leven meer dan eens hun me ning zien bevestigd. Het verschil is echter dat Theroux zich dit keer indekt. Zo speelt hij niet zelf de hoofdrol, maar laat dat over aan een alter ego, een ik-figuur met de curieuze naam Andre Pa- rent. Wat lafjes begint Theroux zelfs met zich in te dekken: "Hoewel sommige gebeurtenissen en plaat sen die in deze roman beschreven worden, gelijkenis vertonen met die uit mijn eigen leven, zijn de perso nages allemaal uit mijn verbeelding komen wandelen". Onzin. Zelfs als Andre Parent niet op Theroux lijkt, dan nog is duide lijk dat de schrijver niet een ander, maar zichzelf aan een scherpe ana lyse blootstelt. De titel laat wat dat betreft niets te raden over. Alle mist die hij optrekt, de cosmetische ver anderingen die hij aanbrengt om parallelen met zijn 'echte' leven te voorkomen, vormen extra ballast: Mijn geheime leven is gewoon een boeiend verhaal over wat Theroux bezighoudt. Wat aangedikt voert hij de lezer binnen in de schizofrene wereld van de eeuwige reiziger. Waar is thuis? Wat is zekerheid? Wat heb ik en wat kan ik hebben?- En, het grootste cliché: wie ben ik? Als jochie is Andre Parent al op zoek naar méér. In de strenge paro chie sluit hij in het geheim vriend schap met de kapelaan die door de rest als afvallige wordt gezien. Wan neer hij seksuele ervaringen opdoet met z'n eerste vriendinnetje, gaat hij vrijwel tegelijkertijd uiteraard in het geheim op stap met een steenrijke dame die gelukkig net te veel drinkt om met hem naar bpd te willen. De vraag is of hij daar moeite mee zou hebben gehad, want Parent ont wikkelt zich in het Afrikaanse Nya- saland aan de vooravond van de on afhankelijkheid, tot een seksmachi- ne die elke vrijdag, zaterdag en zon dag weer een ander meisje oppikt uit de plaatselijke kroeg. Hij schroomt daarbij niet ook vriendin nen van vriendinnen te 'nemen' (Theroux' woordgebruik). Alles in het geheim natuurlijk, want op de school waar hij tot directeur is be noemd, weten ze van niets. Zelfs het feit dat de directeur aan heftige pij nen lijdt door de onvermijdelijke druiper, zet de leerlingen niet op het spoor van zijn geheime leven. Tot dat de onderdirecteur de macht wil grijpen en zijn belangrijkste troef uitspeelt. Parents avonturen met de Afrikaanse meisjes blijken wel de gelijk bekend. Hij kan vertrekken. Tegelijkertijd betekent dat ook min of meer het eind van Parents promiscuë seksleven. Min of meer, want voordat Parent elders in Afri ka de vrouw ontmoet waarmee hij trouwt, ontstaat nog een reeks avontuurtjes. Theroux beschrijft ze kort, terloops haast, want Parents relatie en huwelijk met de Engelse Jenny lijkt een deus ex machina: na een stormachtig begin, komt de re latie snel in rustiger vaarwater te recht. Voorspoed en geluk vallen hem ten deel. Totdat Jenny vreemdgaat. Parents reactie is buitensporig en typerend voor iemand die een dub bele moraal tot levenswijze heeft gemaakt. Als Parent heeft uitgevon den door wie Jenny is verleid, neemt hij keihard wraak. Kan iemand boeiender schrijven over de schizofrenie van de eeuwige reiziger dan Theroux? Ik denk het niet. Mijn geheime leven is het schoolvoorbeeld van een mooi boek over een boeiend thema. In simpele, vaak humoristische taal wordt in feite een diepzinnige beschouwing geschreven. Jammer dat Theroux ook nu kan worden verweten dat hij (of is het Parent?) uitermate arro gant rondstapt door de landen die hij bezoekt. Vooral de .Afrikanen komen er slecht af, maar ook zijn beschrijving van Irkoetsk in Siberië raakt kant nog wal. Waar ik het nog moeilijker mee heb is de indruk dat Theroux de naam van de ik-figuur slechts heeft gewijzigd om de (Amerikaanse) le zer te behagen. Heeft Theroux een stukje persoonlijke geschiedenis geschreven, maar schrijft hij die toe aan een ander om zichzelf kritiek te besparen op een losbandig be staan? Of is dat ook een stukje schi zofrenie? Een dubbele bodem? Ik kan er geen antwoord op geven. Maar één ding is zeker: door dit soort vragen wint Mijn geheime le ven uiteindelijk nog aan kracht. JEROEN DIRKS Mijn geheime leven, Paul Theroux. llitg. Arbeiderspers. Vertaling Tinke Davids. 'Het gebruik van condooms is prima om geslachtsziekten te voorkomen, maar een belang rijk nadeel is dat vrouwen zeer moeilijk zwanger worden'. Zo dacht een Duitse arts aan het be gin van de eeuw nog over con dooms. Deze anekdote komt uit het boekje 'Niet kapot te krij gen', waarin ene mevrouw Jea- nette Parisot wat wetenswaar digheden over condooms bij el kaar heeft geflodderd. 'Een humoristische en infor matieve cultuurgids van het condoom', zo luidt de ondertitel van het werkje. Humoristisch is het boekje niet. In krom Neder lands wordt regelmatig een staaltje puberhumor weggege ven die 'de rubberen helper, de beste vriend van de mens' in de giechel-met-rode-koontjes-sfeer drukt waarin voor veel mensen dit hulpstuk nog verkeert. 'Wist je dat een penis met opgerolde voorhuid een skinhead met een coltrui is?'. Lachen! Illustratief is een verhande ling over de Romeinse schrijver Plinius, waarin de schrijfster quasi nonchalant uit zijn werk citeert, vervolgens wat leutert over het Romeinse soldatenle ven waarin het condoom een grote rol gespeeld zou hebben om tenslotte te constateren dat 'de condoomvraag' en Plinius niets met elkaar te maken heb ben. Informatief is het boekje wel. Zo wordt de lezer kond gedaan over soorten condooms, de juis te wijze van gebruik, de manier waarop condooms worden ge maakt en waar ze in de wereld onder welke voorwaarden te koop zijn. Aardig is een histori sche verhandeling over het con doom waarin onder andere de oorsprong van de naam en enige bekende gebruikers de revue passeren. Na honderden jaren gissen over de oorsprong van de naam kwam een Duitse hoogleraar enige jaren geleden met een ety mologische verklaring die nu in brede kring wordt aanvaardt. Condoom is een samentrekking van cum Domine, 'met God'. Waarschijnlijk ontstond deze naam in de zestiende of zeven tiende eeuw. Wegens de ontoe reikende condoomtechnologie in die tijd zouden gebruikers mede op een hogere macht moe ten vertrouwen om geen onge wenst nageslacht te verwekken. Bekende condoomgebruikers uit een ver verleden zijn Casano va en Madame de Sévigné. In 1671 schreef zij aan haar dochter dat het condoom 'een bolwerk tegen het plezier was, maar een spinneweb tegen het gevaar'. Het gevaar slaat op het risico van infecties, waartegen in die dagen nog weinig kruid was ge wassen. Ook Casanova zou ze in de achttiende eeuw om die re den hebben gebruikt. Tot in de 19e eeuw werden condooms meestal gemaakt van schapedarm. In 1844 werd door een zekere Goodyear - inder daad, die van de banden - het vulcanisatieproces uitgevon den. Vanaf dat moment was het mogelijk om rubbercondooms te fabriceren, die twee grote voordelen hadden: ze waren elastisch en ze waren veel goed koper dan darmcondooms. Ove rigens zijn vandaag de dag darmcondooms nog steeds ver krijgbaar. maar de markt is be perkt. Alleen mensen met een rubberallergie zyn bereid om er vijf keer "zoveel voor te betalen als voor een rubbercondoom. Pas na de uitvinding van het goedkope rubbercondoom kwam het preservatief beschik baar voor brede lagen van de be volking, want daarvoor was het vooral een speeltje van de rij ken. Met de ruimere beschik baarheid gingen ook meer groe pen zich met de ethiek rond het rubberen monster bemoeien. Vooral de katholieke kerk weer de zich driftig. In 1911 werd in Nederland de wet Regout van kracht, die de vrije verkoop van voorbehoed middelen strafbaar stelde. Naar mate de eeuw vorderde werd de wet steeds minder streng toege past, maar nog tot in de jaren zestig waren er gemeenten die in hun politieverordening het ter verkoop in voorraad hebben van middelen ter voorkoming van zwangerschap verboden. En dat waren niet alleen Room se bolwerken in het zuiden des lands, maar ook een keurige Leidse buurgemeente als Oegst- geest. ERIC-JAN WETERINGS Jeancttc Parisot - Niet kapot te krijgen. Een humoristische cn in formatieve cultuurgeschiedenis van het condoom. Br una Utrecht 1990.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 31