'Medici creëren ook nieuwe ellende'
Oostduitse wetenschappers
zeer gewild in het westen
Reusachtige witte vlek
op de planeet Saturnus
VLEUGELZEILEN
Werk Huygens basis moderne optica
Hoorbril verbetert gericht luisteren
Erasmusprijs 1990 voor Grahame Clark
Vierde Hendrik-de-WaartHezing
Professor H.J.J. Leenen en de grenzen aan de gezondheidszorg
'Een irritant
maar toch heel
aardig jongetje'
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1990
EINDREDACTIE HANS SONDERS
DEVONPÖRT - Het zestieneiieenhzif meter Jmgjtichi Blue Nova,
dat vaart mot behulp van grote, computergestuurde verticale vtem
gèls in plaats va a de gebruikelijke netten, tijdens proefvaarten vo
rige week- Het schip werd ontworpen .en gebouwd door Jobn Wal
ker, een voormalig vliegtuigingenieur en wordt bestuurd in een
comfortabele eocpltr De zeilboot kan door één persoon worden ge-
De Blue Nova heeft zijn thuishaven in Devonport, zuidwest
SCÖEVENINGEN (ANP) - Het
is nu 300 jaar geleden dat de Ne
derlandse natuurkundige
Christiaan Huygens zijn ver*
handeling over de voortplanting
van het licht schreef. Zijn theo
rie vormt echter mi nog de basis
voor nieuwe ontwikkelingen^
zoals computerschakelingen en
datalijnen met behulp van licht
en nieuwe laser toe passingen.
Deskundigen uit Nederland
en daarbuiten iaten dC2e week
tijdens een symposium in Sche-
veningen hun lieht schljhen
over de betekenis en de huidige
toepassingen vaw het werk van
de veelzijdige wetenschapper
uit de zeventiende eeuw.
"De inspiratie die het werk
van Christiaan Huygens ople
verde inzake de voortplanting
van licht, heeft geleld tot een
vakgebied dat tot op de huidige
dag van groot belang is gebleven
voor technische en maatschap
pelijke ontwikkelingen«eg
gen de hoogleraren E. de Jager
en H. Frankena in een bijdrage
aan het driedaagse symposium,
dat gisteren begon. Zij zijn ver
bonden aan respectievelijk de
Universiteit van Amsterdam
(mathematische fysica) en de
Technische Universiteit in
Delft (theoretische en toege
paste natuurkunde).
De "populariteit" van de in
1695 gestorven geleerde blijkt
ook duidelijk uit het feit dat
zijn werk nog steeds op vrijwel
alle optische en andere weten
schappelijke bijeenkomsten
door zowel Nederlandse als bui
tenlandse wetenschappers met
respect wordt aangehaald,
Christiaan Huygens zag het
levenslicht op 14 april 1629. Op
zestienjarige leeftijd ging bij
naar Leiden om daar rechten en
wiskunde tc studeren. Twee
jaar later zette hij zijn studie
voort aan het Oranjecollege in
Breda.
De jonge onderzoeker viel al
snel op door origineel en be
langwekkend werk op veie ter
reinen, Hij beschreef onder
meer de processen die bij bot
singen optreden, het evenwicht
van de vloeistoffen en de bre
king van het lieht.
Een met riehtlnggevoelige mi
crofoontjes uitgeruste bril
maakt-het voor slechthorenden
mogelijk het omgevingsgeluid
te onderdrukken en. het rich*
tingsgeluïd te versterken. Ir. W,
Soede van de Technische Uni
versiteit Delft heeft een proto
type van een 'hoorbril' ontwik
keld die uitkomst kan bieden bij
1U" -
Het zal nog een jaar vergen
om de hoorbril verder te ont
wikkeien. Philips Hearing In
struments heeft belangstelling'
voor de nieuwe vinding. Veel
slechthorenden hebben in een
rumoerige omgeving moeite om
een gesprek te voeren. De be
staande hoortoestelien verster
ken bet omgevingsgeluid teveel
in verhouding tot het richting-
geluid. In de hoorbril zijn vijf
ricbtinggevoelige microfoon
tjes ingebouwd waardoor de
brildrager het geluid kan ver
sterken in de richting waarin hij
kijkt.
De microfoons zijn uit te
schakelen als het omgevingsge
luid wel belangrijk is, zoals in
bet verkder. Soede verwacht
dat mensen boven de 50 jaar
plezier kunnen hebben van de
hoorbril. maar ook slechthoren
den die al een boortoestel heb
ben.
Dankzij de Britse archeoloog
Grahame Clark, die de Eras
musprijs 1990 krijgt voor zijn
fundamentele bijdrage aan het
theoretxseh-areheologiach den
ken binnen de Europese Prehis
torie, zijn verschillende weten
schappen in de archeologie ge
ïntegreerd. Volgens de Stich
ting Praemium Erasmanium
zou zonder Clarks werk de ar
cheologie niet zo'n hoog i
hebben bereikt.
Cambridge waar hij ook de rest
van zijn loopbaan bleef.
Al vrij vroeg, in de jaren der
tig, schreef Clark twee belang
rijke werken over bet mesoli-
thieum. Een term die Clark als
eerste juist omschreef als een
overgangsperiode van het pa-
Icolithische naar het neolithi-
sehe tijdvak. Wat Clark interes
seerde was de ontwikkeling van
de primitieve mens, die al ja
gend en verzamelend aan zijn
voedsel komt, tot de neolithi-
sche boer die zich op één vaste
plaats gaat vestigen,
De bekende Zweedse biochemi
cus prof. dr. Thomas Rosswaii
komt donderdag 29 november
naar Groningen om de vierde
Hendrik-de-Waardlezing aan
de Groninger universiteit te
houden. Hij zal spreken over
"Man and the global environ
ment now and in the future":
hoe verlopen de biochemische
kringlopen die het evenwieht in
de aardatmosfeer regelen, hoe
is de menS bezig daarin in te
grijpen en wat zullen de gevol
gen zijn voor ons milieu en kli
maat in de komende honderd
jaar.
Prof. Rosswaii is een van de
meest vooraanstaande figuren
in bet internationaal geörien-
teerde onderzoek en overleg op
dit gebied. Hij begon zijn carri
ère aan de Zweedse Land
bouwuniversiteit als microbio-
loog en bodemknndige.
Rosswaii deed belangrijke
ontdekkingen op bet terrein van
de produktie van sporengassen
zoals methaan en stikstofdioxy-
de.
"Wij moeten af van het
idee dat elke individuele pa
tiënt door de gemeenschap
altijd maar moet worden ge
holpen. Er zijn ook grenzen
aan het recht op gezond
heidszorg". Bijna twintig
jaar lang heeft prof. H.J.J.
Leenen zich, als hoogleraar,
aan de Universiteit van Am
sterdam bezig gehouden
met de 'sociale achtergron
den van gezondheid en ge
zondheidszorg'. Onlangs is
hij, vervroegd, met emeri
taat gegaan.
Prof. Leenen, van huis uit jurist,
heeft in ons land baanbrekend werk
verricht op het gebied van de ge
zondheidszorg en het gezondheids
recht. "In de jaren zestig, toen ik
een proefschrift over het recht op
gezondheid schreef, ging het nog
om een rechtvaardige verdeling van
de overvloed. Nu, anno 1990, gaat
het vooral om een rechtvaardige
verdeling van de schaarste".
De Amsterdamse hoogleraar
heeft altijd veel over zijn vakgebied
geschreven, ook in kranten, en was
een regelmatige gast in de Hilver-
sumse radio- en televisie-studio's.
"Met het probleem van schaarste in
de gezondheidszorg heb ik mij al
vóór de jaren tachtig beziggehou
den. In principe is dat probleem on
oplosbaar. De vraag naar gezond
heidszorg zal altijd groter zijn dan
het aanbod. Daar is geen financiëel
kruit tegen gewassen. Cijfers laten
dat ook zien. In 1963 besteedden wij
ruim twee miljard gulden aan ge
zondheidszorg, nu is dat zo'n 45 mil
jard. Maar het schaarsteprobleem is
alleen maar groter geworden".
Het probleem is mede te 'dankpn'
Professor
Leenen: In de
jaren zestig
ging het nog om
een rechtvaar
dige verdeling
van de over
vloed. Nu, anno
1990, gaat het
vooral om een
rechtvaardige
verdeling van
de schaarste".
(foto GPD)
zegt Leenen, aan de successen die
op het terrein van de medische we
tenschap zijn geboekt. "Het succes
van de geneeskunde creëert nieuwe
ellende". Hij verduidelijkt die stel
ling aan de hand van het voorbeeld
van een patiënt bij wie een donoror
gaan wordt geïmplanteerd. "Zo'n
patiënt leeft langer, heeft veel
(meer) zorg nodig. De gezondheids
zorg creëert haar eigen vraag".
De schaarste-problematiek kan
niet op het niveau van het individu
worden opgelost, zegt de gezond
heidsjurist. "Men zal de problemen
op het niveau van de bevolking als
geheel moeten bekijken. Het wordt
steeds urgenter dat er een theorie
over een rechtvaardige verdeling
van de gezondheidszorg wordt ont
wikkeld. Of anders gezegd: men zal
zich meer moeten gaan bezinnen op
een rechtvaardige verdeling van het
leed. Men zal onderzoek moeten
doen waar in ons land het meeste
leed wordt geleden".
Voor Leenen ligt het meeste leed
niet bij patiënten die voor een trans
plantatie in aanmerking komen,
noch bij paren- die op de wachtlijst
staan voor een' reageerbuisbevruch
ting. "Mijns inziens schiet de zorg
voor chronisch-zieke mensen, voor
patiënten in een verpleeghuis, voor
zwakzinnigen, voor psychisch ge
stoorde bejaarden ernstig te kort".
Er zullen keuzen moeten worden
gemaakt, dat lijdt geen twijfel. "De
overheid zal op moeten houden
haar kop in het zand te steken, zij zal
in nauw overleg met de beroeps
groepen, met gezondheidsjuristen
en -ethici, met diverse organisaties
binnen de gezondheidszorg én met
overkoepelende patiëntenorganisa
ties als het landelijk Patiënten/Con
sumenten Platform beleidskeuzen
moeten maken".
Van onze correspondent Ben Apeldoorn
Dat wat eerst een heel onschuldig en tijdelijk verschijnsel
leek, is nu uitgegroeid tot een object met een bijna twee
maal grotere doorsnede dan de aarde.
Het begon op 25 september van dit
jaar toen astronomen van het Las
Cruces-observatorium in Nieuw
Mexico iets nieuws bemerkten op
het oppervlak van de planeet Satur
nus waarop zij op dat moment hun
telescoop hadden gericht. Volko
men onverwacht was op de bol van
de geringde planeet een duidelijk
witte vlek verschenen, die zich in de
wolkengordels van de planeet
moest bevinden omdat hij deel uit
maakte van de roterende beweging
van de planeet om zijn as.
Elke tien uur verdween en ver
scheen de vlek aan de planeetrand
en de afmetingen ervan groeiden,
totdat begin oktober een middellijn
van maar liefst ruim 20.000 kilome
ter werd bereikt. Nadien werd de
vlek steeds langwerpiger om nu,
medio november, nagenoeg de ge
hele planeetbol te omvatten.
De sterrenkundigen denken dat
het om een zelfde soort atmosfe
risch verschijnsel gaat als datgene
wat al minstens 400 jaar op de pla
neet Jupiter is te zien.
De vlek op Jupiter is echter dui
delijk roodachtig getint en boven
dien varieert de intensiteit van de
kleur sterk in de loop van de tijd.
Soms is de 'Great Red Spot' op Ju
piter zó opvallend, dat hij al met
een gigantische wervelstorm.
Saturnus heeft sedert eind sep
tember van dit jaar dus zijn 'Great
White Spot'.
'Witte Vlekken' zijn geen nieuw ver
schijnsel op de planeet Saturnus.
Het nieuwe aan de kerverse vlek is
dat hij ongewoon groot en ook veel
langduriger zichtbaar is dan zijn
voorgangers.
Gedurende de laatste 200 jaar is in
totaal een kleine 30 maal melding
gemaakt van plotseling opduikende
witte vlekken in de Saturnus-at-
mosfeer; deze waren echter binnen
enkele dagen weer verdwenen.
Slechts viermaal was sprake van
een 'Great White Spot' die meer dan
een paar weken zichtbaar bleven.
Bezien we de jaren waarin dat
verschijnsel zich voordeed, 1876,
1903,1933 en 1960, dan blijkt een be
trekkelijk grote regelmaat. Elke on
geveer 30 jaar treedt er zo'n grote
vlek op.
Omdat Saturnus zich eens in de
30 jaar eenmaal rond de zon be
weegt denkt men dat het een 'sei-
zoensverschijnsel' is. Net als bij de
aarde helt de Saturnus-as ten op
zichte van het baanvlak, zodat de
planeet duidelijke seizoenen moet
kennen. Bij Saturnus uiten die zich
veranderingen in en kracht
kleine amateurtelescopen zichtbaar de atmosferische stromingen.
to's en metingen die door de Pio- veroorzaakt die als een lichter getin-
.Y°ya_6er-niimtesondes te, enorme wolkenmassa door het
De groei van de witte vlek op Saturnus van week tot week.
vanaf betrekkelijk kleine afstand
tot Jupiter tot stand kwamen, kon
men aantonen dat het hier gaat om
Richard P. Feynman: "Heel geestig,
meneer Feynman". Vertaald door Ri
ka Kam-Habets. Uitgave: Aramith,
Bloemendaal; 320 biz., f 39,50.
Een vervelend klein betwetertje.
Dat is de eerste gedachte die bij de
lezer opkomt na het lezen van de
eerste hoofdstukken van de auto
biografie van de natuurkundige en
Nobelprijswinnaar Richard Feyn
man, 'Heel geestig meneer Feyn
man!' Feynman (1918-1988) is een
van de bekendste natuurkundigen
van deze eeuw. Zijn vakgebied was
theoretische natuurkunde. Hij
kreeg de Nobelprijs voor zijn baan
brekend werk aan de quantum-
elektro-dynamica. Die wetenschap
pelijke kant van zijn leven komt in
deze biografie evenwel nauwelijks
aan de orde, hooguit als decor voor
zijn belevenissen.
Die belevenissen zijn nogal afwij
kend van wat men zou verwachten
van een veel geroemd geleerde.
Feynman komt uit dit boek naar vo
ren als eigenwijs, kwajongensach
tig en vooral in zijn latere leven als
een geestig man. Voordat de lezer
evenwel zover is, moet hij even door
de zure appel van de eerste hoofd
stukken heen. Wellicht heeft dat te
maken met de wijze van schrijven
van de autobiografie. Eigenlijk is
het geen echte autobiografie. Het is
meer een aaneenschakeling van
anekdotes, die Feynman tijdens
zijn leven heeft verteld aan zijn
vriend Ralph Leighton.
Zoals gezegd, ondanks enige irri
tatie is deze autobiografie het lezen
meer dan waard en een goede aan
vulling op het eerder verschenen
'Laat ze maar praten'.
NICO HYLKEMA
Van onze correspondent
Nico Hylkema
"Ik vind het moeilijk iets in de we
tenschap van de voormalige DDR te
vinden dat de moeite van het bewa
ren waard is", verklaarde de micro
bioloog professor Jens Reich nog
niet zo lang geleden. Reich is een
van de grondleggers van Neues Fo
rum, de burgerbeweging die de val
van het communistische regime in
leidde. Hij is in Duitsland bekend
als wetenschapper verbonden aan
de Akademie der Wissenschaften in
Oost-Berlijn. Met zijn bittere ver
zuchting drukte hij de stemming uit
van vele collega's.
In de maanden nadat het oude
partij-regime het veld had geruimd,
werd - ook onder het brede pubhek -
duidelijk dat de wetenschap in de
DDR in een bijna catastrofale situa
tie verzeild was geraakt. Zo was de
onderzoekstechniek van haast alle
wetenschappelijke instituten ver
ouderd. Van de 140.000 medewer
kers in onderzoek en ontwikkeling
in volledige dienst, kunnen hoog
stens 40.000 aanspraak maken op
een echte wetenschappelijke status.
De president van de Akademie,
professor Horst Klinkmann, heeft
op de uitholling van het begrip
'prestatie' gewezen. Het ontbreken
van het streven naar prestaties is
volgens hem een van de zwaarste
erflasten - niet alleen voor de weten
schap, maar voor de hele Oostduitse
maatschappij. "Het zelfbedrog in de
beoordeling van het eigen werk en
de internationale status ervan", zo
onderstreept de internationaal ge
waardeerde medicus, "was en is een
dodelijke verdoving voor de weten
schap in het algemeen, en in de
DDR in het bijzonder".
Andere problemen zijn het inter
nationale isolement waarin een
groot deel van de wetenschappers
zich jarenlang heeft bevonden en de
politiek-ideologische beïnvloeding,
die bijvoorbeeld de loopbaan van
begaafde wetenschappers beperk
te. Al deze gebreken, verhevigd
door een opgeblazen bureaucratie
en een ondoelmatige industrie, mo
gen echter niet tot de enige maatstaf
voor de daadkracht van de 'DDR-
wetenschap' worden gemaakt. Be
palend is en blijft het intellectuele
De Akademie
Maar wat brengt de Oostduitse we
tenschap in het verenigde Duits
land en het samengroeiende Euro
pa dan wel in? Het onderzoeksland-
schap van de DDR is in de eerste
plaats gevormd door de Akademie
von Wissenschaften. De Akademie,
in 1700 door de filosoof-wiskundige
Leibniz gesticht, heeft in de loop
van de Europese geschiedenis on
derdak geboden aan vooraanstaan
de denkers en onderzoekers als Eu-
ler, Humboldt, Goethe, Kant,
Mommsen en Ostwald. De Akade
mie dankt haar faam vooral aan
haar natuurwetenschappelijk on
derzoek. Max Planck luidde op het
gebied van de quantumtheorie een
revolutie in de fysica in. Die werd
door Albert Einstein, Akademielid
vanaf 1913, met zjjn algemene relati
viteitstheorie voortgezet.
Deze historische pretentie houdt
als het ware de verplichting in de
traditie van de Akademie voort te
zetten. Maar is dat mogelijk? De
huidige situatie in het onderzoek
ziet er allerminst gunstig uit. Op
sommige terreinen hebben de ge
brekkige omstandigheden in het
onderzoek - zoals het ontbreken van
moderne techniek - ertoe geleid, dat
men zich op fundamenteel en theo
retisch onderzoek is gaan concen
treren. Een voorbeeld daarvan is
het geologisch onderzoek aan het
Instituut voor de Fysicia van de
Aarde in Potsdam.
De sterk gespecialiseerde fysici, die
tientallen jaren lang aan de deeltjes
versnellertunnels in Moskou en Ge-
nève hebben gewerkt, werden met
open armen ontvangen bij het Duit
se 'Elektronen-Synchotron' DESY
in Hamburg. Ook de plasmafysici in
München-Garching beschouwen
hun collega's uit Oost-Berlijn van
het internationaal bekende Zen-
tralinstitut für Elektronenphysik
als een aanwinst.
Tenslotte is ook de greep naar de
sterren - overigens een symbool in
het traditionele wapen van de Aka
demie - intussen een Duits-Duitse
aangelegenheid geworden. Het
Duitse Onderzoeksinstituut voor
Lucht- en Ruimtevaart (DLR) en
het Instituut voor Kosmosonder-
zoek van de DDR-Akademie zijn ge
deeltelijk samengevoegd. Hierdoor
kan het Duitse ruimteonderzoek
nauwer aan ESA en NASA worden
gekoppeld.
Hoe gewild Oostduitse specialis
ten in de westelijke Bondslanden
zijn, blijkt uit het voorbeeld van het
Instituut voor Informatica van de
Akademie, dat in een paar weken
veertig van haar beste medewer
kers verloor. In softwarebedrijven
en de industrie van de 'oude'
Bondsrepubliek verdienen ze nu
drie tot vier keer zoveel als voor
heen. Ook dat is een rechtstreeks
gevolg van de intelligentie-vijandi
ge houding van het DDR-regime,
dat glazenwassers hoger beloonde
dan hoog gekwalificeerde weten
schappers.