Innoveren
of creperen
Niet in disco, wel op beurs
Bruisende pot wil kennis
Geen geld, geen lef,
minder overheid
Stilstand is achteruitgang. Zeker
in het bedrijfsleven is het
vernieuwen of verrekken: wie niet
op tijd inspeelt op veranderende
voorkeuren van de consument, op
nieuwe activiteiten van de
concurrent of ontwikkelingen in
binnen- en buitenland, die legt het
loodje. Vernieuwing (in het jargon
van bedrijven en deskundigen:
innovatie) is noodzakelijk om te
overleven. Innoveren of failleren,
zo simpel is dat.
Voor de kleinere en middelgrote
bedrijven (tot 200 werknemers, het
midden- en kleinbedrijf) is dit een
groot pijnpunt. De kleinste
bedrijven kunnen onmogelijk veel
tijd, geld en energie steken in
innovatie, want het daarvan is
vaak al te veel nodig om het hoofd
boven water te houden.
Bovendien: waar moet een klein
bedrijf een berg geld vandaan
halen om een prachtig nieuw
produkt van de grond te krijgen?
Geldschieters staan niet te
trappelen en het de deur platlopen
bij banken en andere financiers
kost ook weer zo veel tijd, dat het
bedrijf naar de knoppen dreigt te
gaan.
Er doet een waar gebeurd verhaal de ron
de over de bedenker van software voor
een databank die met zijn partner (het
was een tweemansbedrijf) kapitaal zocht
en daar zo veel tijd in stak dat de verkoop
ernstig terugliep en het bedrijf over de
kop ging. Van praktisch denken bij beide
partners getuigt het wellicht niet. Maar
het is wel een veeg teken.
Bij innovatie moet niet te zeer aan inge
wikkelde zaken worden gedacht. Het
gaat bijvoorbeeld om een watertechniek
bedrijf dat een nieuw soort koeling be
denkt en zich afvraagt waar de klanten
daarvoor huizen. Of het gaat om een sier-
betonbedrijf dat last krijgt van barstjes in
aanrechtbladen. Of om een wasserij die te
veel lakens en handdoeken kwijtraakt.
Het oplossen van dat soort, problemen is
een vorm van innovatie.
door
Raymond Peil
Een belangrijke aanjager van innovatie is
tegenwoordig het milieu: de strenger
wordende eisen die de overheid aan be-
drijven stelt, maar ook de roep van de
consument om milieuvriendelijkere pro-
dukten en verpakkingen en energiebe
sparing. Dat laatste heeft als bijkomend
voordeel dat het direct en aantoonbaar
kosten bespaart: Hoogovens heeft een
nieuwe techniek uitgedacht voor het gie
ten van staal en bespaart daarmee enorm
op de energiekosten.
Grote bedrijven gebruiken grote
gasturbines: Als die worden vervangen
komen er nieuwe, die dertig procent
meer rendement opleveren. Een voor
beeld uit de papierindustrie: een nieuwe
techniek voor het drogen van papier be
spaart een kwart op het energiegebruik.
Troetelkinderen
lijdende
ïuw elan
midden-
Tijdens de recessie van de jaren tachtig
werden de kleine, beginnende onderne
mers gekoesterd als troetelkinderen. Zij
werden belangrijk gevonden
jecteren van nieuw leven in t
economie. Nieuwe banen en
moest uit deze kraamkamer
en kleinbedrijf voortkomen.
De jubelstemming heeft
achteraf constateren slechts korte tijd
aangehouden. De troetelkinderen van de
jaren tachtig liepen keihard vast in het
bestaande ondernemersklimaat. 'Je
krijgt alleen geld van een bank als je kunt
aantonen datje geen krediet nodig hebt',
vatte één van hen het samen.
De belangstelling bij geldschieters is
sedert die tijd niet groter geworden. De
risico's worden te groot gevonden. De
overheid heeft daar verder een weinig po
sitieve inbreng in gehad. Zo is bijvoor
beeld de Garantieregeling voor Particu-
De maker van lasershows
LEIDEN - In zijn studietijd begon Ton
Timmermans voorzichtig te experimen
teren met laserlicht. Vier jaar geleden be
sloot hij een bedrijfje op te zetten in laser
presentatie. Sindsdien is de omzet van
Laserpromotions in Leiden elk jaar ver
dubbeld en mag Timmermans giganten
als Akzo en de PTT tot z'n klanten reke-
door Jan Rijsdam
Laserstralen zijn bij het grote publiek
vooral bekend uit science fiction-films,
uit de discotheek of door het gebruik bij
grote popconcerten. Maar, het Leidse
Laserpromotions laat zich in de disco
theek niet zien, het richt zich vooral op
het bedrijfsleven. "Wij zien de lasertech
niek als een nieuw medium om te com
municeren, om een boodschap over te
brengen", vertelt Timmermans. "Wat wij
doen is het verzorgen van projecties bo
ven een stand op een beurs, op wanden
en plafonds, op gebouwen of op onzicht
bare schermen zodat de projectie in het
luchtledige lijkt te zweven. Met geavan
ceerde besturingscomputers zijn die pro
jecties in tal van vormen te gieten. Lo
go's, merknamen, slagzinnen, je kunt het
zo gek niet bedenken".
"Meest fascinerend zijn de complete
spektakelshows waarin een spel van fel
gekleurde laserstralen wordt gecombi
neerd met rook, graphics, animatie,
beeldeffecten, dans en dynamische mu
ziek. De informatie kan roteren op een
scherm, door een laserpistool worden ge
activeerd of door een robot worden ge
manipuleerd toegelicht. Je kunt het ver
gelijken met een soort videoclip", zo
schetst Timmermans de "onbegrensde
mogelijkheden" van de laserprojectie-
techniek.
Profileren
"De hele presentatiemarkt heeft de afge
lopen jaren een enorme ontwikkeling
doorgemaakt", weet Timmermans.
"Wordt een groot evenement gesponsord
door het bedrijfsleven dan doet men er al
lés aan om zich, naar de bezoekers toe, zo
opvallend mogelijk te profileren. Een es
sentieel verschil met andere promotie
middelen is de hoge lichtsterkte van de
stralenbundels, het grote beeldformaat
en de enorme afstanden die overbrugd
kunnen worden".
De kosten van een lasershow zijn uiter
aard niet gering. "Alles moet op maal
worden gemaakt. Een show wordt ont
worpen door art-directors en animatiete
kenaars die bijvoorbeeld van de Rietveld
Academie komen. Technici zorgen voor
de feitelijke realisatie. Aan een eenvoudi
ge show van een paar minuten hebben
drie mensen al gauw een week werk. Ook
de laserapparatuur is zeer kostbaar.
Soms brengen we voor een show zo'n 6
ton aan spullen mee. Afschrikwekkend
gewoon".
Het spreekt voor zich dat vooral grote
bedrijven, die goed in de slappe was zit
ten, zich kunnen permitteren een laser-
fiere Participatiemaatschappijen de af
gelopen jaren aardig uitgekleed. In 1987
werd er 168 miljoen gulden geïnvesteerd
in jonge ondernemers of bedrijven met
een hoog aanvangsrisico, het jaar daarop
110 miljoen.
De Nederlandse Vereniging van Parti
cipatiemaatschappijen heeft berekend
dat haar 70 leden vorig jaar zo'n 2 miljard
gulden hadden zitten in 1300 bedrijven
en bedrijfjes. Het rendement van deze
maatschappijen en verstrekkers van ka
pitaal aan bedrijven met een hoog risico
(uenture-kapitaal of (hoog)risico-kapi-
taal) is niet groot: een staatslening levert
vaak meer op.
Geen animo
Het zal geen verbazing wekken dat de
animo niet meer zo groot bij deze geld
schieters om gedurfde projecten van de
nodige kopeken te voorzien. Banken,
verzekeringsmaatschappijen, pensioen
fondsen en bedrijven met geld willen een
rendement van een procent of 15. Als in
een goede portefeuille risicokapitaal 3
van de 10 bedrijven stranden moeten de
anderen 25 procent opleveren. Halen 6
van de 10 het niet dan ontstaat een rende
mentseis van boven de 50 procent.
De rekensom is eenvoudig: de innova
tieve bedrijven zijn voor de banken te ge
vaarlijk. De venture-capitalists vinden
hen te klein: die steken liever geld in be
drijven die hun bestaansrecht al hebben
bewezen, en/of die zich uit een bestaand
bedrijf willen uitkopen.
Overigens speelt in dit verband de
overheid een rol die in strijd is met haar
eigen doelstellingen: de subsidieregeling
voor stimulering van innovatie {.Instir
dreigde te succesvol (lees: te duur) te
worden en werd uitgekleed. Economi
sche Zaken beperkte het budget voor dit
jaar tot 170 miljoen gulden, verlaagde de
maximumsubsidie tot 150.000 gulden
(was: 2,5 miljoen) en subsidieert niet
meer dan 30 (was 40) procent van de loon
kosten voor onderzoek en ontwikkeling.
Uit een onderzoek van het Economisch
Instituut voor het Midden- en kleinbe
drijf (EIM) blijkt dat dit overheidsingrij
pen niet zonder gevolgen zal blijven. De
Instir is voor het midden- en kleinbedrijf
een belangrijke bron van financiering.
Zonder financiering van buiten het be
drijf zou een kwart van de vernieuwingen
niet zijn doorgegaan, m.eldt het EIM, plus
dat 1 op de 5 vertraging zou hebben opge
lopen.
Te hooi en te gras
Nieuwe ontwikkelingen bij kleine indus-
triebedrijven gebeuren te hooi en te gras.
Een ander onderzoek van het Econo
misch Instituut voor het Midden- en
kleinbedrijf heeft uitgewezen dat innova
tie in produkt of produktie niet door
dacht noch met een vastomlijnd plan ge
beurt. Gebrek aan tijd is de belangrijkste
veroorzaker van een minder gedegen
aanpak.
Het blijkt dat de kleinere bedrijven
meestal op eigen houtje vernieuwingen
doorvoeren. Deskundigen van buiten het
bedrijf worden zelden ingeschakeld. On-
derzoeks- en adviesbureaus worden
hooguit nuttig gevonden voor het zoeken
naar nieuwe produkten en nauwelijks bij
verbetering van produktieprocessen.
De overheid speelt voor de onderne
mers vrijwel geen rol bij innovatie. Het
zijn vooral zakelijke relaties die de zaak
op gang brengen: de leverancier die een
nieuwe machine aanbiedt of de klant die
een beter, ander of goedkoper produkt
verlangd. Leveranciers van grondstoffen
zetten door een nieuwe grondstof aan
te bieden ook wel eens een innovatie
op de rails.
Volgens het EIM komt innovatie die
uitsluitend het resultaat is van eigen on
derzoek en ontwikkeling en onderzoek
bij kleine industriële bedrijven bijna niet
voor. Een nieuw produkt wordt meestal
ontwikkeld op verzoek van de klant. Een
nieuw productieproces wordt meestal in
gevoerd om de kosten te drukken en/of
de kwaliteit te verbeteren.
In feite doen de bedrijven zichzelf
daarmee te kort. De Stichting voor Eco
nomisch Onderzoek van de Universiteit
van Amsterdam (SEO) stelt vast dat 'klei
nere en modernere' bedrijven sneller
groeien dan traditionele ondernemingen.
Vooral de bedrijven die veel onderzoek
doen die op het produkt is gericht doen
het goed en scheppen relatief veel werk
gelegenheid.
Maar: dit soort bedrijven zijn zeldzaam.
Van de kleine industriële bedrijven met
10 tot 20 werknemers doet er 1 op de 5 aan
eigen onderzoek en ontwikkeling. In de
dienstensector is dat zelfs 1 op de 8.
Innovatie in Nederland wordt wel eens
als een stiefkind aangeduid. Op de rang
lijst van innovatiegerichte landen zakte
Nederland de laatste jaren enkele plaat
sen, hoewel de achterstand ten opzichte
van sommige concurrenten wel kleiner
werd. De club jonge, actief vernieuwende
kleine ondernemingen is beperkt (onge
veer 3000) en het aantal successen blijft
gering.
Hoewel de budgetten de laatste jaren
met de helft zijn vergroot doen Neder
landse bedrijven nog altijd minder aan
onderzoek en ontwikkeling research en
development ofwel R&D) dan hun con
currenten. In technologisch vooraan
staande landen als Japan, de VS. Duits
land en Zweden, liggen de bedrijfsuitga-
ven in verhouding eenderde tot de helft
hoger.
Eén van de oorzaken is het feit dat in
Nederland de research-arme diensten
sector overheerst. Bovendien is Neder
land goed in de voedings- en genotsmid
delenindustrie (voorbeeld: Unilever),
waar de uitgaven voor onderzoek en ont-
wikkelingwereldwijd lager zijn dan bij
voorbeeld in de elektronica en compu
ters.
Na verrekening van dit soort verschil
len becijfert TNO dat in Nederland des
ondanks zo'n 400 miljoen te weinig wordt
uitgegeven door bedrijven aan onder
zoek en ontwikkeling. Ondanks de goede
bedrijfswinsten van de laatste jaren.
Mentaliteit
Innovatie is vooral een produkt van de
geest: als de bank geen geld durft te ge
ven, als de overheid subsidies inkort on
danks met de mond beleden beleidsdoe
len, dan komt de bijl al dicht bij de wor
tel.
Het is een mentaliteitskwestie: als de
baas van een 150 man tellend inge
nieursbureau zegt zich 'niet zo'n groot be
drijf te voelen' om daarmee aan te geven
niet snel buiten de deur deskundigen te
durven huren (om het computer-onder
steund ontwerpen goed op poten te zet
ten) is er nog werk aan de winkel.
De noodzaak van innovatie dringt zich
op. Wie niet meedoet zet zichzelf buiten
spel. En het risico is bekend: dan wordt
het verrekken. In plaats van vernieuwen.
Overheid helpt via Innovatiecentrum
Lasershow: 15.000 tot 50.000 gulden. De fotograaf kreeg hem
show te laten verzorgen. De prijs schom
melt doorgaans tussen de 15.000 en 50.000
gulden. Het hangt ervan af welke eisen
men stelt.
Driedimensionaal
Laserpromotions levert haar shows zo
wel af bij grote publieksevenementen als
bij zakelijke evenementen, zoals de ope
ning van een nieuw bedrijfspand, de in-
troduktie van een nieuw produkt, op dea-
lerdagen, beurzen of congressen. "De re
acties zijn vaak overweldigend. In
Winschoten trokken we met een show
twee aVonden lang meer dan 30.000 kij
kers, maar een paar weken terug deden
we een show voor Akzo, waarin een nieu
we vliegtuiglak werd gepresenteerd,
voor een publiek van 50 man. Dat waren
de allergrootsten uit de vliegtuigindu
strie. Of het nu om kleine of grote groe
pen mensen gaat, het publiek is altijd
zeer onder de indruk als men zich plotse
ling tussen driedimensionale laserbeel-
den bevindt".
Naast presentaties doet Laserpromo
tions ook aan produktontwikkelirig. Tim
mermans: "De apparatuur die wij nodig
hebben kunnen we nergens kopen, dus
we zijn wél genoodzaakt zelf aan de ont
wikkeling ervan te werken. Daarom ont
wikkelen en produceren wij op dit mo
ment ook voor derden projectiesystemen
en besturingscomputers. Tamelijk nieuw
is het gebruik van glasvezeltechniek om
laserlicht te transporteren over grotere
afstand. Dat is een belangrijke ontwikke
ling die wij samen met enkele Duitse be
drijven hebben gestimuleerd".
Sinds ruim een jaar helpt de rijksover
heid via regionale Innovatiecentra (IC)
het midden- en kleinbedrijf (met minder
dan 200 werknemers) door bedrijven op
het spoor te zetten van de gewenste tech
nologische kennis. Het heeft niets met hi-
tech te maken. "Dat is een mythe, waar
we van af moeten", vindt IC-directeur Ar
nold. "Het gaat erom dat een klein bedrijf
de techniek die beschikbaar is moet kun
nen gebruiken".
Het IC Den Haag heeft als werkterrein
de gebieden van de Kamers van Koop
handel in Leiden, Delft, Gouda en en Den
Haag. Het richt zich vooral op het mid
den- en kleinbedrijf, de overgrote meer
derheid van het aantal bedrijven: onge
veer 27.960 van de in totaal 28.240 bedrij
ven in Zuid-Holland-noord.
Arnold: "Kleine bedrijven richten zich
vaak op gaten in de markt. Zij zijn flexi
bel, richten zich op één doel (ad hoe) en
kiezen geen strategie voor de langere ter
mijn. Maar na één mislukking kan het
met het hele bedrijf afgelopen zijn". Hij
zegt het midden- en kleinbedrijf 'een
bruisende pot' te vinden, mede omdat in
deze sector van het bedrijfsleven de beste
winstcijfers worden genoteerd. Zeker nu
de laatste tijd de grote bedrijven aan het
afslanken zijn.
Specialist
Ieder bedrijf kan jaarlijks 16 uur gratis
gebruik maken van de diensten van het
IC. Ook als het Centrum de specialist van
buiten bij de werkzaamheden betrekt,
zijn daar voor de ondernemer geen kos
ten aan verbonden. "Ondernemers zijn
bereid 300.000 gulden uit te trekken voor
een machine, maar geen 10.000 gulden
voor een adviseur die uitlegt hoe het
werkt", stelt Arnold het zwart/wit. "Als
wij ons werk goed doen openen zich deu
ren die anders gesloten blijven".
Meestal gaat het erom het kernpro
bleem op te sporen en dat goed onder
woorden te brengen. Als dat lukt kan het
bedrijf zelf vaak verder. Of als het om
een verstrekkende zaak gaat de groep
bedrijven. Arnold: "We proberen de zaak
ook uit de concurrentiesfeer te trekken,
omdat vaak niemand alléén het probleem
kan oplossen".
De IC-directeur ervaart dat de heel
kleine bedrijven (minder dan 20 werkne-
het door de Overijsselse gemeente jaren
lang ingezamelde landbouwfolie van de
stortplaats te houden. Er werden 500
stoepranden gemaakt en deze werden
in een woonstraat in Haaksbergen ver
werkt.
De gemiddelde winkelstraat in Neder
land is inmiddels een toonbeeld van kleu
rige graffiti op een achtergrond van dode
lijk saaie rolluiken. Deze afweer blijkt
vrij afdoende tegen leden van het inbre
kersgilde. Dit middel tegen inbraken had
echter tot gevolg dat de verkopen zo'n 15
procent omlaag gingen, doordat wande
laars 's avonds de etalages niet meer kun
nen bekijken.
Een Limburgse winkelier en een rollui
keninstallateur bedachten voor dit pro
bleem schalmen van keihard polycarbo-
naat met een laagje waardoor graffiti
goed afwasbaar is. De verbinding tussen
de schalmen bestaat uit een aluminium-
buis met ronde stalen kern. Een ijzerzaag
komt namelijk wel door de buis heen
maar, niet door de kern: die draait mee.
Hefwagens
mers) de centra inmiddels 'redelijk' we
ten te vinden. De grotere bedrijven blij
ken hun eigen weg wel te vinden. Alleen
de groep tussen 20 en 100 werknemers,
een club waar Arnold veel van verwacht,
klopt niet vaak aan bij het IC. De meeste
vragen komen uit de klein-metaal. Daar
bij neemt het aantal vragen naar techni
sche oplossingen om milieuproblemen
aan te pakken toe.
Stoepranden
Een IC bemiddelde onder meer met het
doel afval-landbouwfolie te verwerken
tot stoepranden (of trottoirbanden). Er is
namelijk geen afzetmarkt voor ingeza
melde landbouwfolie, terwijl deze kunst
stof als afval het milieu behoorlijk belast.
Met als bijkomende voorbeeld dat trot
toirbanden van oude landbouwfolie nog
geen kwart wegen van de betonnen colle
ga (85 kilo).
De gemeente Haaksbergen kwam via
het Innovatiecentrum in contact met de
de kunststofverwerkende firma Lank-
horst in Sneek die er wel brood in zag om
Het Haagse IC heeft, ondanks zijn nog
jonge bestaan, in de regio al nuttig werk
kunnen verrichten. Zo legde de firma Ge
broeders Van Rooijen bv uit Voorhout
een knelpunt op tafel. Deze producent
van onder meer hefwagens, ontsmet-
tihgsbakken en kantelaars kampt met
veel verschillende produkten, sterk wis
selende en onvoorspelbare verkopen en
dus afwisselend heel drukke en rustige
perioden.
Het IC hielp het bedrijf onder meer aan
twee HTS-studenten die gaan proberen
voor de fabricage van (kleine) hefwagens
zo veel mogelijk standaard onderdelen te
ontwerpen. Dat is goedkoper, men heeft
werk in slappe periodes en de voorraden
kunnen beter worden beheerst.
In Katwijk werd Sportinstituut Van
Leeuwen geholpen met adviezen bij de
ontwikkeling van een nieuw soort fit
ness-toestel. De ontwikkeling van het ap
paraat is nog niet klaar, maar wel was het
nodig uit te vinden wat voor materiaal ge
schikt is. Bovendien moesten octrooien
worden aangevraagd en bleek het toestel
nogal specifieke elektronica te vergen.
Dat ging dus via het IC.