De weg van kennis naar geld 'Wij roeien liever met de stroom mee' Het wetenschappelijk aureool Hechte en moeizame band zakenwereld en wetenschap VRIJDAG 16 NOVEMBER 1990 PAGINA 33 Bioscience-park en universiteit in werkelijkheid en spiegelbeeld op één opname verenigd. De banden tussen bedrijfsleven en wetenschap wor den hechter. Wetenschappers die een eigen bedrijfje oprichten, ondernemingen die zich koesteren in de schaduw van de universiteit en bedrijven die wetenschappelijk onderzoek laten verrichten, tekenen de band die lanzgaam maar zeker groeit tussen het bedrijfsleven en de universiteit. De wetenschappelijke instelling wordt steeds meer een 'ondernemende universiteit', die geld wil verdienen aan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Het bedrijfsleven op zijn beurt heeft lang niet altijd de middelen om de eigen produkten te verbeteren en te ontwikkelen. Maar tussen wetenschap en zakenwereld staan veel regels en praktische bezwaren. Schets van een moeizame 'verloving', die nooit een huwelijk zal worden en een portret van twee biologen met een eigen onderneming. LEIDEN De band tussen universiteit en bedrijfsleven is de afgelopen jaren zo veel sterker geworden, dat gesproken kan worden van een 'verloving' van de wereld van de wetenschap met die van de zakenman. Een belangrijke oorzaak daar van is de razendsnelle ontwikkeling van de technologie zoals bijvoorbeeld de bio technologie en de informatica. Veel be drijven, vooral de kleine en middelgrote, kunnen niet op hun eentje ontwikkelin gen bijhouden en voldoende mensen vrij maken voor het onderzoek. door Monica Wesseling Tegelijkertijd heeft de universiteit het geld van het bedrijfsleven hard nodig, nu de geldkraan van de overheid de afgelo pen jaren steeds verder is dichtgedraaid. Het geld dat de universiteit rechtstreeks ontvangt van het ministerie van onder wijs en wetenschappen de zogeheten eerste geldstroom is verminderd. Daarom is de universiteit meer afhanke lijk geworden van bronnen zoals de Ne derlandse Organisatie voor Wetenschap pelijk Onderzoek en fondsen zoals het Prins Bernardfonds de tweede geld stroom. De derde manier waarop de uni versiteit aan haar geld komt is door on derzoek te doen in opdracht van-derden. De derden zijn veelal bedrijven, maar ook bijvoorbeeld ministeries geven nogal eens opdracht tot het doen van onder zoek. Terwijl in de loop van de jaren bij het bedrijfsleven de behoefte aan kennis en onderzoek is gegroeid, ging de universi teit zich commerciëler opstellen. De link is snel gelegd: kennis en onderzoek wor den verkocht en beide partijen varen er wel bij. Een prettige omstandigheid daarbij is de veranderde houding van de maat schappij tegenover de bemoeienis van het bedrijfsleven met de wetenschap. In de jaren zestig waren 'winst maken' en een 'bedrijf leiden' bijna vieze woorden. De rol van bedrijven in de samenleving wordt echter steeds meer op prijs gesteld. De Leidse universiteit vormt op dit verhaal Zeker geen uitzondering. Sterker nog: Leiden heeft in vergelijking met an dere universiteiten een erg sterke band met het bedrijfsleven opgebouwd. De universiteit verricht heel veel onderzoek in opdracht van bedrijven. Daarnaast worden resultaten ,van universitair on derzoek verkocht aan bedrijven die daar in interesse hebben. Bovendien dient de Leidse universiteit letterlijk als voedingsbodem voor onder zoekingen in het bedrijfsleven. Déze ver bintenis met het bedrijfsleven is veel be ter zichtbaar en daarmee bekend bij ve len. Nagenoeg iedereen weet het Bio HILLEGOM De enige keer dat hij tij dens het interview een fijn glimlachje produceert, is als '1992' ter sprake komt. Hij zegt zijn 'zaakjes' in twaalf Europese landen goed voor elkaar te hebben. Met een bruto omzet van 160 miljoen, waar van 94 procent export is, "kijken we al tientallen jaren over de grenzen". Presi dent directeur J. Bakker van Holding maatschappij P. Bakker Hillegom BV is van mening dat zijn bedrijf het daarom 'aardig' doet. door Irene Nieuwenhuijse Het begin van het succes van het Hille- gomse mail-orderbedrijf in bloembollen gaat terug naar 1945. Werd de bloembol in de oorlog soms noodgedwongen ge bruikt als voedsel, na de oorlog kreeg hij weer de eer die hem toekomt: de fleurige lentebode voor in de tuin. Veel mensen hadden erin de naoorlogse dagen behoef te aan om de afzenders van voedselpak ketten uit het buitenland iets terug te ge ven. Soms uit pure dankbaarheid, soms als mogelijk aanzetje om een nieuw voed sel- of kledingpakket te bemachtigen. Wat lag er meer voor de hand dan een ge schenkendoos bloembollen uit Holland? Handelaar in bloembollen Piet Bakker uit Hillegom speelde direct in op die ont wikkeling en zette in 1945 een Europees netwerk op. De huidige president-directeur Jac ques Bakker, zoon van de oprichter, werd eveneens in het bevrijdingsjaar geboren. Als de huidige omzet van 160 miljoen ter sprake komt, zegt Bakker eerst spontaan: "Net echt, hè" en vervolgt daarna in on dernemerstaai: "Het bruto rendement op geïnvesteerde vermogen is meer dan der tig procent". Over de winst van zijn BV laat hij zich omzichtig uit. In het jaarver slag van 1988 staat te lezen dat het resul- Science Park en het Academisch Bedrij ven Centrum te vinden. Beide liggen op of grenzend aan het terrein van de univer siteit. Het Academisch Bedrijven Centrum is een initiatief van de universiteit, de ge meente en de Kamer van Koophandel. Het centrum biedt kantoor- en laboratori umfaciliteiten aan bedrijven die iets wil len onderzoeken en daarbij de nabijheid van een universiteit nodig hebben. Dat nodig hebben kan variëren van het ge bruik van de bibliotheek tot de mogelijk heid een kop koffie te drinken met een geleerde om zodoende tot kennisover dracht te komen. Bedrijven die te groot zijn gegroeid voor het ABC kunnen naar het bio-scien- ce park verhuizen. Het park herbergt ook heel wat bedrijven die daar 'in één keer' zijn komen wonen. Voor heel veel bedrij ven is het nuttig om dicht in de buurt van een universiteit te zitten. De Leidse uni versiteit heeft al jarenlang een heel goede naam op het gebied van kennis en onder zoek van biotechnologie en andere le venswetenschappen en dus zochten ook hele grote bedrijven op dit vakgebied Leiden op. Plastic Bedrijven kunnen daarbij op verschillen de manieren gebaat zijn bij onderzoek dat aan de universiteiten wordt gedaan. Per definitie houden universiteiten zich bezig met zogeheten fundamenteel ofwel basis-onderzoek. Zo wordt er bij voor beeld op een universiteit niet gekeken naar de beste manier om een plastic te maken, maar worden wél de eigenschap pen van een van de grondstoffen van plastic uit en te na onderzocht. Kennis van die eigenschappen is noodzakelijk om later een plastic te kunnen ontwikke len. taat na belastingen ruim tweeëneenhalf miljoen gulden bedraagt. Roeien Bakker heeft inmiddels ook in Oost-Eu ropa en Amerika voorzichtig wat lijntjes uitgezet, maar "we roeien liever met de stroom mee dan er tegen in. In Oost- Duitsland ligt het geld nu heus niet voor het oprapen". Met andere woorden, geen al te grote investeringen in deze landen. In 1991 worden zeker twee miljoen orders gehaald, voorziet Bakker. "Verleden jaar zijn we per seizoen reeds door de één mil joen grens gegaan en de vooruitzichten zijn meer dan hoopvol". De gemiddelde order is goed voor zo'n 97,50 gulden. Toch heeft de bloembol in de loop der jaren bij Bakker voor een groot deel het veld moeten ruimen. Hij beheerst nog slechts een kwart van de omzet. Vandaag de dag vormen planten, rozen, zaden, struiken, bomen en wat klein tuingereed schap driekwart van de produkten. "Wij nemen de groene kant van de tuin voor onze rekening". Bakker onderhoudt zowel in Neder land als in het buitenland met honderden kwekers contacten. Sommige contracten zijn voor één jaar, andere voor tien jaar. "Iedere keer moeten we het weer met el kaar eens zien te worden, maar het is be slist niet zo dat ik steeds van kweker wis sel". Cryptisch voegt hij eraan toe: "de contracten zijn kort-lopend, de contacten langdurig". Stassen De Holding heeft drie tuincentra, waar van één in Hillegorrt. De winst komt ech ter vooral uit het postorderbedrijf. Als klein jochie herinnert de huidige direc teur zich dat vergaderingen van de over koepelende bond van postorderbedrij ven in de bloembollensector in de vijfti gerjaren werden bezocht door zo'n vijftig De grote bedrijven zoals Akzo, Philips en Shell kunnen resultaten van funda menteel onderzoek direct in hun eigen la boratoria en door eigen mensen verder la ten onderzoeken en ontwikkelen. Een kleine handreiking is voor dit soort be drijven voldoende. De bedrijven nemen zelf een deel van het fundamenteel on derzoek voor hun rekening. Daarnaast zijn er bedrijven die de ken nis of de middelen niet hebben om funda menteel onderzoek te doen, maar wel in staat zijn om de toepassing van ontdek kingen te ontwikkelen. Een niet al te klei ne fabriek die het een of andere chemi sche produkt maakt, kan zelf bedenken hoe een nieuwe verbinding van stoffen zou kunnen worden gebruikt. De derde groep bedrijven die behoefte heeft aan de kennis van de universiteit zijn die bedrijven die eigenlijk gewoon 'pedaalemmers maken' of 'boekjes druk ken'. Zij kunnen op een bepaald moment toe zijn aan vernieuwing, maar hebben geen flauw benul hoe je zoiets aanpakt. Deze bedrijven kunnen sinds kort te recht bij de 18 zogeheten innovatiecentra die door het ministerie van economische zaken verspreid over Nederland zijn op gericht. Leiden heeft geen officieel inno vatiecentrum, maar de Leidse Kamer van Koophandel kent wel een innovatie- dienst. Zoektocht Een vraag aan de ene kant en kennis en onderzoeksfaciliteiten aan de andere kant betekent geenszins dat A en B el kaar ook weten te vinden. Om al dan niet vruchteloze, maar in elk geval tijdverslin dende, zoekacties te voorkomen zijn er ,bij universiteiten transferpunten inge richt. Het Leidse transferpunt is onderge bracht in het Academisch Bedrijven Cen trum. 1333 Directeur Bakker: een glimlachje, bij het jaartal 1992- (foto Ellen Martens) tot zestig mannen. Nu zegt hij samen met collega 'geen concurrent' Willemse vrijwel de gehele Nederlandse markt te beheersen. Een exact cijfer wil hij niet ge ven. De teloorgang van die andere bedrij ven schrijft hij ondermeer toe aan de ten dens om een zo groot mogelijke diversi teit te willen bestrijken. "Daardoor kom je vaak in de problemen, tenminste als je niet voldoende kennis in huis hebt. Wij zijn godzijdank niet gaan handelen in on roerend goed of ijzerwaren". Op de vraag of de overname van Stas sen in 1985 het zakelijk succes van zijn fir ma is, antwoordt hij negatief. "We heb ben verleden jaar in Engeland een veel grotere slag geslagen. In de streek is de samenvoeging hier en daar hard aange komen, hoewel die ontwikkeling toch een logisch gevolg van de feiten was. Stassen boerde niet zo goed meer. De naam Stassen blijft voorlopig wel ge handhaafd. Waarom die klantenkring een briefje schrijven en ze vertellen dat ze nu inpens Bakker-klanten zijn gewor den?". Het transferpunt heeft, zo zet coördina tor H. van der Starre uiteen, twee belang rijke functies. Enerzijds melden er zich bij het punt bedrijven aan die onderzoek zouden willen laten doen naar een be paald onderwerp of piepklein deeltje daarvan. Aan de andere kant kloppen bij het transferpunt onderzoekers aan met onderzoeksresultaten die naar hun me ning een bepaalde marktwaarde hebben en dus zouden kunnen worden verkocht. In beide gevallen legt het transferpunt de relatie tussen bedrijfsleven en universi teit. Dat is lang niet altijd een sinecure, blijkt uit de woorden van de coördinator. Hij geeft een voorbeeld. Een fabrikant van plastic artikelen kan constateren dat de zaken eigenlijk niet zo lekker lopen. Er moet iets gebeuren, maar de man zit gevangen tussen milieu-eisen, economi sche wetmatigheden en meer van derge lijke voorwaarden. Wellicht dat wijziging van het produktieproces of toevoeging van een bepaald produkt aan het sorti ment soelaas biedt. Zo iemand zou geïn teresseerd kunnen zijn in onderzoek naar de eigenschappen van plastics. Een beetje fabrikant bezoekt congres sen waar 'over plastic wordt gepraat' (het plastic is door alle andere produkten of diensten te vervangen). Onderzoekers bezoeken dergelijke bijeenkomsten ook, dus veelal is de een al met de ander in contact gekomen. Zodra het er op lijkt dat de onderzoeker iets voor de fabrikant zou kunnen betekenen, wordt het trans ferpunt ingeschakeld. De grote vraag is dan hoeveel de universiteit voor het on derzoek moet rekenen. "Als iemand erop zou kunnen promoveren zit je met een andere kostenberekening dan wanneer het uitsluitend een onderzoek voor dat bedrijf is. In elk geval moet het wel we tenschappelijk relevant en interessant zijn", zegt Van der Starre. Voordat er een contract kan worden gete kend moeten er ook keiharde afspraken met het bedrijf en de onderzoeker wor den gemaakt waardoor de voortgang van het fundamentele onderzoek gewaar borgd is. Het is ook mogelijk dat het uit eindelijke onderzoek niet op de universi teit zelf wordt uitgevoerd. De rol van de universiteit blijft in zo'n geval beperkt tot wetenschappelijke begeleiding en dat heeft weer een geheel eigen kostprijs. De jaaromzet van het contractonder zoek is de afgelopen jaren enorm toege nomen. In 1979 werd 10 miljoen gulden LEIDEN In de onmiddellijke nabij heid van de Leidse universiteit hebben zich de afgelopen jaren tientallen bedrij ven en bedrijfjes gevestigd. Een rond gang over het bioscience-park en door het Academisch Bedrijven Centrum (ABC) leert dat de variatie aan bedrijvig heid enorm is. Van instrumentenmaker tot biotechnoloog en van medicijnont wikkelaar tot informaticaspecialist. door Monica Wesseling Mabis is een bedrijfje dat iets onalle daags doet. Het bedrijf, officieel heet het Medical And Biological Intelligence Ser vice, verricht literatuuronderzoek, in dexeert artikelen en maakt verslagen van medische congressen. Mabis is een familiebedrijf, gerund door het biolo gen-echtpaar H.J.M.M. Tubbing en C.E. van Goor. Eenmaal afgestudeerd als bioloog ont dekten beiden dat er in de begin van de jaren tachtig weinig werk was voor bio logen. Tubbing deed allerlei baantjes en Goor kreeg werk als indexeerder bij de uitgeverij Elsevier. De honderden medi sche tijdschriften die in de diverse lan den worden uitgegeven, werden door haar bekeken en in een databestand ge bracht. Nu ruim twee jaar geleden kwam ze echter op straat te staan omdat Else vier deze afdeling inkromp. Zij en haar man besloten samen een bedrijf op te zetten dat niet alleen alle bio-medische artikelen en tijdschriften ging indexe- Starre (foto Ellen Marte omgezet, in 1987 36 miljoen gulden en Van der Starre verwacht dit jaar op rond de 45 miljoen gulden uit te komen. De jaarlijkse budget van de universiteit is ruim tien keer zo groot. De groei is in het contractresearch is echter eindig, zo maakt hij duidelijk. "Voor iedere wetenschapper is het inte ressanter zich op het terrein van het fun damenteel onderzoek te profileren dan op het gebied van toepassingsonderzoek. In de wereld van de wetenschap maak je pas naam als je heb gewerkt aan echt fun damenteel onderzoek en daarin succes sen hebt geboekt. Dat betekent dat er maar een beperkt deel van de werktijd van wetenschappers beschikbaar is om ten dienste van het bedrijfsleven onder zoek te doen". Lieve lust Ook zonder opdracht van het bedrijfsle ven of het een of andere ministerie onder zoeken de wetenschappers aan de Leidse universiteit dat het een lieve lust is. Uit de vaste overtuiging dat wetenschap niet anders is dan communicatie (wat heb je aan kennis als je die voor jezelf houdt) is het transferpunt enkele jaren geleden de markt op gegaan met de resultaten van de vele onderzoeken. Het verkopen van een broodje kaas is een echter stuk mak kelijker dat het vinden van een klant voor de kennis over de samenstelling van ei wit 237 dat in de kaas zit. ren, maar tevens vertaal-, verslag- en an dere diensten verricht. Dat ze in het ABC terecht zijn geko men is, zo zet Tubbing uiteen, tot op ze ker hoogte toeval. Twee jaar geleden werkte Tubbing bij Promega, een bio- technologisch bedrijf dat in het ABC was gevestigd. Promega verhuisde naai de nieuwbouw van het ABC zodat er ruimte vrijkwam. Tubbing bleef zelf zit ten waar hij zat, 'maar kreeg een nieuw, en nu zijn eigen, bedrijf om zich heen'. Tubbing en diens vrouw namen Else vier als klant mee naar het nieuwe be drijf. Voor de uitgeverij worden nog steeds bio-medische tijdschriften nage plozen en worden dé artikelen ervan'op trefwoorden in een biomedische data bank ondergebracht. Aureool Door goed de neus te laten zien heeft het tweetal de afgelopen twee jaar meer op drachtgevers binnen weten te halen. Voor een Engels bedrijf worden versla gen van medische congressen gemaakt. Bovendien heeft Mabis een 'search-ser vice'. Tubbing: "Laatst hebben we in op dracht van een groepje neurologen on derzocht welke publicaties er over een heel specifiek vak-technisch onderwerp waren verschenen. Dat bespaarde hen natuurlijk een heleboel werk". Voor een van de farmaceutische tijdschriften maakt Tubbing ook nog referaten van ar tikelen die in Engelse vaktijdschriften zijn verschenen. Toch willen Tubbing en Goor de hori- Bij de zogeheten 'transferpunten' van verschillende Nederlandse universi teiten kunnen bedrijven toegang krij gen tot kennis die aanwezig is bij de vakgroepen en faculteiten. De bedoe ling onder meer is dat de technologi sche kennis uiteindelijk zorgt voor een flinke economische groei en het ont staan van bedrijfjes die wetenschap pelijke ontdekkingen kunnen uitbou wen tot produkten waarmee geld kan worden verdiend. Die opzet is nog enigszins in de goe de bedoelingen blijven steken, blijkt uit een onderzoek dat het ministerie van economische zaken twee jaar ge leden liet verrichten. De transferpun ten in Nederland spelen een goede maar nog zeer bescheiden rol. Ook de Leidse universiteit heeft nog niet zo veel economische groei veroorzaakt als werd gehoopt toen het transferpunt in 1983 werd opgericht. Vooral kleine en middelkleine ma ken gebruik van het transferpunt, om dat grote bedrijven voldoende kennis in eigen huis hebben. De bedrijven zijn in het algemeen zeer tevreden over de samenwerking met de univer siteit en blijken de onderzoeksresulta ten doorgaans goed te kunnen toepas sen bij de produktie. De helft van de projecten leidt tot een verbetering van de produkten of het produktieproces. In totaal worden er jaarlijks onge veer 3000 projecten opgezet, meestal met bedrijven uit directe omgeving van de universiteit. Van 1984 tot 1988 subsidieerde het ministerie van eco nomische zaken de transferpunten, maar de de laatste jaren komen de kos ten voor rekening van de universiteit. Een wetenschapper denkt al snel dat zijn of haar ontdekking te gelde kan wor den gemaakt. Of dat zo is is nog maar de vraag. Opnieuw moet het transferpunt uitkomst brengen, maar dat kan het vaak niet in zijn eentje af. Van der Starre zet uiteen dat het voor een ambtelijke wereld als een universiteit moeilijk is een voet tussen de deur te krijgen in de zakenwe reld. De twee spreken eikaars taal niet en de cultuur verschilt wezenlijk. Bij het verkopen van kennis maakt het transfer punt vaak gebruik van een 'kennismake laar'. Deze kent de noden van het be: drijfsleven, de codes om binnen dat be: drijfsleven zaken te doen en is bovendien op de hoogte van het wetenschappelijk aanbod van de universiteit. Kennis als koopwaar. Van der Starre laat geen enkel bedrag los. maar merkt wel op dat de prijs afhankelijk is van dé ontdekking. Dat is onder meer afhanke lijk is van de toepassingsmogelijkheden en van de levensduur van de ontdekking. "Een nieuwe chemische verbinding die voor veel fabrikanten interessant is en die niet snel door een nog betere verbin ding zal worden vervangen is natuurlijk veel waard". Het is ook mogelijk dat een bedrijf een kennis koopt maar daaraan niet voldoen>- de heeft. In zo'n geval regelt het transfer punt niet alleen de verkoop van de ken- nis, maar zorgt er tevens voor dat de on derzoeker in opdracht van het bedrijf een verdergaand onderzoek verricht. Het be drijf koopt dus toch een op maat gesne den onderzoek. Europa Universiteit en bedrijfsleven: twee afzon derlijke grootheden die echter wel van el kaar profiteren en eigenlijk langzamer hand moeilijk zonder elkaar kunnen. Voor de gemeente Leiden betekent deze ontwikkeling een groei in werkgelegen heid met alle bijkomende effecten daar van. Hoeveel arbeidsplaatsen er indirect op het conto van de universiteit zijn te schrijven kan Van der Starre niet zeggen. Het aantal werknemers van de universi teit, het ABC en het Bio Science Park is nog wel te tellen en loopt in de vele dui zenden. De indirecte werkgelegenheid in de vorm van contractonderzoek en on- derzoeksverkoop is echter ook omvang rijk. "Leiden is nu al interessant voor het geavanceerde bedrijfsleven. Europa 1992 komt eraan. De universiteit weet zich on getwijfeld een plaats te bemachtigen bin nen het Europees internationaal onder- zoeks- en wetenschapsveld. Dat betekent dat Leiden nog aantrekkelijker wordt voor bedrijven. De vruchtbare wissel werking tussen universiteit en bedrijfslef- ven is al goed, maar wordt met het verva gen van de grenzen alleen maar beter". drachtgevers binnen te halen, spreid je het bedrijfsrisico". Het toeval, de vesti ging in het ABC, blijkt gelukkig uit te pakken. Op een steenworp afstand lig gen grote bedrijven op (bio-)medisch en biotechnologisch gebied. "Juist voor dit soort bedrijven hebben wij wat te' bie den". Niet alleen de aanwezigheid van ande re bedrijven maakt vestiging in het ABC zo gunstig. "We hebben natuurlijk ook de universiteit vlakbij. Dat maakt het aanboren van de gigantische hoeveel heid kennis die in de universiteit aanwe zig, een stuk eenvoudig. Je loopt bijvoor- beeld makkelijk de bibliotheek binnen". Een ander voordeel van vestiging in de schaduw van de universiteit is de uitstra ling van het onderwijsinstituut. "Ons be? drijf krijgt er een aureool van weten schappelijkheid door. Niet ten onrechté want we zijn wetenschappelijk bezig, maar het blijft een prettig effect". Postorderbedrijf in bloembollen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 33