De weg van kennis naar geld
'Wij roeien liever
met de stroom mee'
Het wetenschappelijk aureool
Hechte en moeizame band zakenwereld en wetenschap
VRIJDAG 16 NOVEMBER 1990
PAGINA 33
Bioscience-park en universiteit in werkelijkheid en spiegelbeeld op één opname verenigd. De banden tussen bedrijfsleven en wetenschap wor
den hechter.
Wetenschappers die een eigen
bedrijfje oprichten,
ondernemingen die zich koesteren
in de schaduw van de universiteit
en bedrijven die wetenschappelijk
onderzoek laten verrichten,
tekenen de band die lanzgaam
maar zeker groeit tussen het
bedrijfsleven en de universiteit.
De wetenschappelijke instelling
wordt steeds meer een
'ondernemende universiteit', die
geld wil verdienen aan de
resultaten van wetenschappelijk
onderzoek. Het bedrijfsleven op
zijn beurt heeft lang niet altijd de
middelen om de eigen produkten
te verbeteren en te ontwikkelen.
Maar tussen wetenschap en
zakenwereld staan veel regels en
praktische bezwaren. Schets van
een moeizame 'verloving', die
nooit een huwelijk zal worden en
een portret van twee biologen met
een eigen onderneming.
LEIDEN De band tussen universiteit
en bedrijfsleven is de afgelopen jaren zo
veel sterker geworden, dat gesproken
kan worden van een 'verloving' van de
wereld van de wetenschap met die van de
zakenman. Een belangrijke oorzaak daar
van is de razendsnelle ontwikkeling van
de technologie zoals bijvoorbeeld de bio
technologie en de informatica. Veel be
drijven, vooral de kleine en middelgrote,
kunnen niet op hun eentje ontwikkelin
gen bijhouden en voldoende mensen vrij
maken voor het onderzoek.
door Monica Wesseling
Tegelijkertijd heeft de universiteit het
geld van het bedrijfsleven hard nodig, nu
de geldkraan van de overheid de afgelo
pen jaren steeds verder is dichtgedraaid.
Het geld dat de universiteit rechtstreeks
ontvangt van het ministerie van onder
wijs en wetenschappen de zogeheten
eerste geldstroom is verminderd.
Daarom is de universiteit meer afhanke
lijk geworden van bronnen zoals de Ne
derlandse Organisatie voor Wetenschap
pelijk Onderzoek en fondsen zoals het
Prins Bernardfonds de tweede geld
stroom. De derde manier waarop de uni
versiteit aan haar geld komt is door on
derzoek te doen in opdracht van-derden.
De derden zijn veelal bedrijven, maar ook
bijvoorbeeld ministeries geven nogal
eens opdracht tot het doen van onder
zoek.
Terwijl in de loop van de jaren bij het
bedrijfsleven de behoefte aan kennis en
onderzoek is gegroeid, ging de universi
teit zich commerciëler opstellen. De link
is snel gelegd: kennis en onderzoek wor
den verkocht en beide partijen varen er
wel bij.
Een prettige omstandigheid daarbij is
de veranderde houding van de maat
schappij tegenover de bemoeienis van
het bedrijfsleven met de wetenschap. In
de jaren zestig waren 'winst maken' en
een 'bedrijf leiden' bijna vieze woorden.
De rol van bedrijven in de samenleving
wordt echter steeds meer op prijs gesteld.
De Leidse universiteit vormt op dit
verhaal Zeker geen uitzondering. Sterker
nog: Leiden heeft in vergelijking met an
dere universiteiten een erg sterke band
met het bedrijfsleven opgebouwd. De
universiteit verricht heel veel onderzoek
in opdracht van bedrijven. Daarnaast
worden resultaten ,van universitair on
derzoek verkocht aan bedrijven die daar
in interesse hebben.
Bovendien dient de Leidse universiteit
letterlijk als voedingsbodem voor onder
zoekingen in het bedrijfsleven. Déze ver
bintenis met het bedrijfsleven is veel be
ter zichtbaar en daarmee bekend bij ve
len. Nagenoeg iedereen weet het Bio
HILLEGOM De enige keer dat hij tij
dens het interview een fijn glimlachje
produceert, is als '1992' ter sprake komt.
Hij zegt zijn 'zaakjes' in twaalf Europese
landen goed voor elkaar te hebben. Met
een bruto omzet van 160 miljoen, waar
van 94 procent export is, "kijken we al
tientallen jaren over de grenzen". Presi
dent directeur J. Bakker van Holding
maatschappij P. Bakker Hillegom BV is
van mening dat zijn bedrijf het daarom
'aardig' doet.
door Irene Nieuwenhuijse
Het begin van het succes van het Hille-
gomse mail-orderbedrijf in bloembollen
gaat terug naar 1945. Werd de bloembol
in de oorlog soms noodgedwongen ge
bruikt als voedsel, na de oorlog kreeg hij
weer de eer die hem toekomt: de fleurige
lentebode voor in de tuin. Veel mensen
hadden erin de naoorlogse dagen behoef
te aan om de afzenders van voedselpak
ketten uit het buitenland iets terug te ge
ven. Soms uit pure dankbaarheid, soms
als mogelijk aanzetje om een nieuw voed
sel- of kledingpakket te bemachtigen.
Wat lag er meer voor de hand dan een ge
schenkendoos bloembollen uit Holland?
Handelaar in bloembollen Piet Bakker
uit Hillegom speelde direct in op die ont
wikkeling en zette in 1945 een Europees
netwerk op.
De huidige president-directeur Jac
ques Bakker, zoon van de oprichter, werd
eveneens in het bevrijdingsjaar geboren.
Als de huidige omzet van 160 miljoen ter
sprake komt, zegt Bakker eerst spontaan:
"Net echt, hè" en vervolgt daarna in on
dernemerstaai: "Het bruto rendement op
geïnvesteerde vermogen is meer dan der
tig procent". Over de winst van zijn BV
laat hij zich omzichtig uit. In het jaarver
slag van 1988 staat te lezen dat het resul-
Science Park en het Academisch Bedrij
ven Centrum te vinden. Beide liggen op
of grenzend aan het terrein van de univer
siteit.
Het Academisch Bedrijven Centrum is
een initiatief van de universiteit, de ge
meente en de Kamer van Koophandel.
Het centrum biedt kantoor- en laboratori
umfaciliteiten aan bedrijven die iets wil
len onderzoeken en daarbij de nabijheid
van een universiteit nodig hebben. Dat
nodig hebben kan variëren van het ge
bruik van de bibliotheek tot de mogelijk
heid een kop koffie te drinken met een
geleerde om zodoende tot kennisover
dracht te komen.
Bedrijven die te groot zijn gegroeid
voor het ABC kunnen naar het bio-scien-
ce park verhuizen. Het park herbergt ook
heel wat bedrijven die daar 'in één keer'
zijn komen wonen. Voor heel veel bedrij
ven is het nuttig om dicht in de buurt van
een universiteit te zitten. De Leidse uni
versiteit heeft al jarenlang een heel goede
naam op het gebied van kennis en onder
zoek van biotechnologie en andere le
venswetenschappen en dus zochten ook
hele grote bedrijven op dit vakgebied
Leiden op.
Plastic
Bedrijven kunnen daarbij op verschillen
de manieren gebaat zijn bij onderzoek
dat aan de universiteiten wordt gedaan.
Per definitie houden universiteiten zich
bezig met zogeheten fundamenteel ofwel
basis-onderzoek. Zo wordt er bij voor
beeld op een universiteit niet gekeken
naar de beste manier om een plastic te
maken, maar worden wél de eigenschap
pen van een van de grondstoffen van
plastic uit en te na onderzocht. Kennis
van die eigenschappen is noodzakelijk
om later een plastic te kunnen ontwikke
len.
taat na belastingen ruim tweeëneenhalf
miljoen gulden bedraagt.
Roeien
Bakker heeft inmiddels ook in Oost-Eu
ropa en Amerika voorzichtig wat lijntjes
uitgezet, maar "we roeien liever met de
stroom mee dan er tegen in. In Oost-
Duitsland ligt het geld nu heus niet voor
het oprapen". Met andere woorden, geen
al te grote investeringen in deze landen.
In 1991 worden zeker twee miljoen orders
gehaald, voorziet Bakker. "Verleden jaar
zijn we per seizoen reeds door de één mil
joen grens gegaan en de vooruitzichten
zijn meer dan hoopvol". De gemiddelde
order is goed voor zo'n 97,50 gulden.
Toch heeft de bloembol in de loop der
jaren bij Bakker voor een groot deel het
veld moeten ruimen. Hij beheerst nog
slechts een kwart van de omzet. Vandaag
de dag vormen planten, rozen, zaden,
struiken, bomen en wat klein tuingereed
schap driekwart van de produkten. "Wij
nemen de groene kant van de tuin voor
onze rekening".
Bakker onderhoudt zowel in Neder
land als in het buitenland met honderden
kwekers contacten. Sommige contracten
zijn voor één jaar, andere voor tien jaar.
"Iedere keer moeten we het weer met el
kaar eens zien te worden, maar het is be
slist niet zo dat ik steeds van kweker wis
sel". Cryptisch voegt hij eraan toe: "de
contracten zijn kort-lopend, de contacten
langdurig".
Stassen
De Holding heeft drie tuincentra, waar
van één in Hillegorrt. De winst komt ech
ter vooral uit het postorderbedrijf. Als
klein jochie herinnert de huidige direc
teur zich dat vergaderingen van de over
koepelende bond van postorderbedrij
ven in de bloembollensector in de vijfti
gerjaren werden bezocht door zo'n vijftig
De grote bedrijven zoals Akzo, Philips
en Shell kunnen resultaten van funda
menteel onderzoek direct in hun eigen la
boratoria en door eigen mensen verder la
ten onderzoeken en ontwikkelen. Een
kleine handreiking is voor dit soort be
drijven voldoende. De bedrijven nemen
zelf een deel van het fundamenteel on
derzoek voor hun rekening.
Daarnaast zijn er bedrijven die de ken
nis of de middelen niet hebben om funda
menteel onderzoek te doen, maar wel in
staat zijn om de toepassing van ontdek
kingen te ontwikkelen. Een niet al te klei
ne fabriek die het een of andere chemi
sche produkt maakt, kan zelf bedenken
hoe een nieuwe verbinding van stoffen
zou kunnen worden gebruikt.
De derde groep bedrijven die behoefte
heeft aan de kennis van de universiteit
zijn die bedrijven die eigenlijk gewoon
'pedaalemmers maken' of 'boekjes druk
ken'. Zij kunnen op een bepaald moment
toe zijn aan vernieuwing, maar hebben
geen flauw benul hoe je zoiets aanpakt.
Deze bedrijven kunnen sinds kort te
recht bij de 18 zogeheten innovatiecentra
die door het ministerie van economische
zaken verspreid over Nederland zijn op
gericht. Leiden heeft geen officieel inno
vatiecentrum, maar de Leidse Kamer van
Koophandel kent wel een innovatie-
dienst.
Zoektocht
Een vraag aan de ene kant en kennis en
onderzoeksfaciliteiten aan de andere
kant betekent geenszins dat A en B el
kaar ook weten te vinden. Om al dan niet
vruchteloze, maar in elk geval tijdverslin
dende, zoekacties te voorkomen zijn er
,bij universiteiten transferpunten inge
richt. Het Leidse transferpunt is onderge
bracht in het Academisch Bedrijven Cen
trum.
1333
Directeur Bakker: een glimlachje, bij
het jaartal 1992-
(foto Ellen Martens)
tot zestig mannen. Nu zegt hij samen met
collega 'geen concurrent' Willemse
vrijwel de gehele Nederlandse markt te
beheersen. Een exact cijfer wil hij niet ge
ven.
De teloorgang van die andere bedrij
ven schrijft hij ondermeer toe aan de ten
dens om een zo groot mogelijke diversi
teit te willen bestrijken. "Daardoor kom
je vaak in de problemen, tenminste als je
niet voldoende kennis in huis hebt. Wij
zijn godzijdank niet gaan handelen in on
roerend goed of ijzerwaren".
Op de vraag of de overname van Stas
sen in 1985 het zakelijk succes van zijn fir
ma is, antwoordt hij negatief. "We heb
ben verleden jaar in Engeland een veel
grotere slag geslagen. In de streek is de
samenvoeging hier en daar hard aange
komen, hoewel die ontwikkeling toch
een logisch gevolg van de feiten was.
Stassen boerde niet zo goed meer. De
naam Stassen blijft voorlopig wel ge
handhaafd. Waarom die klantenkring
een briefje schrijven en ze vertellen dat ze
nu inpens Bakker-klanten zijn gewor
den?".
Het transferpunt heeft, zo zet coördina
tor H. van der Starre uiteen, twee belang
rijke functies. Enerzijds melden er zich
bij het punt bedrijven aan die onderzoek
zouden willen laten doen naar een be
paald onderwerp of piepklein deeltje
daarvan. Aan de andere kant kloppen bij
het transferpunt onderzoekers aan met
onderzoeksresultaten die naar hun me
ning een bepaalde marktwaarde hebben
en dus zouden kunnen worden verkocht.
In beide gevallen legt het transferpunt de
relatie tussen bedrijfsleven en universi
teit. Dat is lang niet altijd een sinecure,
blijkt uit de woorden van de coördinator.
Hij geeft een voorbeeld. Een fabrikant
van plastic artikelen kan constateren dat
de zaken eigenlijk niet zo lekker lopen.
Er moet iets gebeuren, maar de man zit
gevangen tussen milieu-eisen, economi
sche wetmatigheden en meer van derge
lijke voorwaarden. Wellicht dat wijziging
van het produktieproces of toevoeging
van een bepaald produkt aan het sorti
ment soelaas biedt. Zo iemand zou geïn
teresseerd kunnen zijn in onderzoek naar
de eigenschappen van plastics.
Een beetje fabrikant bezoekt congres
sen waar 'over plastic wordt gepraat' (het
plastic is door alle andere produkten of
diensten te vervangen). Onderzoekers
bezoeken dergelijke bijeenkomsten ook,
dus veelal is de een al met de ander in
contact gekomen. Zodra het er op lijkt
dat de onderzoeker iets voor de fabrikant
zou kunnen betekenen, wordt het trans
ferpunt ingeschakeld. De grote vraag is
dan hoeveel de universiteit voor het on
derzoek moet rekenen. "Als iemand erop
zou kunnen promoveren zit je met een
andere kostenberekening dan wanneer
het uitsluitend een onderzoek voor dat
bedrijf is. In elk geval moet het wel we
tenschappelijk relevant en interessant
zijn", zegt Van der Starre.
Voordat er een contract kan worden gete
kend moeten er ook keiharde afspraken
met het bedrijf en de onderzoeker wor
den gemaakt waardoor de voortgang van
het fundamentele onderzoek gewaar
borgd is. Het is ook mogelijk dat het uit
eindelijke onderzoek niet op de universi
teit zelf wordt uitgevoerd. De rol van de
universiteit blijft in zo'n geval beperkt tot
wetenschappelijke begeleiding en dat
heeft weer een geheel eigen kostprijs.
De jaaromzet van het contractonder
zoek is de afgelopen jaren enorm toege
nomen. In 1979 werd 10 miljoen gulden
LEIDEN In de onmiddellijke nabij
heid van de Leidse universiteit hebben
zich de afgelopen jaren tientallen bedrij
ven en bedrijfjes gevestigd. Een rond
gang over het bioscience-park en door
het Academisch Bedrijven Centrum
(ABC) leert dat de variatie aan bedrijvig
heid enorm is. Van instrumentenmaker
tot biotechnoloog en van medicijnont
wikkelaar tot informaticaspecialist.
door Monica Wesseling
Mabis is een bedrijfje dat iets onalle
daags doet. Het bedrijf, officieel heet het
Medical And Biological Intelligence Ser
vice, verricht literatuuronderzoek, in
dexeert artikelen en maakt verslagen
van medische congressen. Mabis is een
familiebedrijf, gerund door het biolo
gen-echtpaar H.J.M.M. Tubbing en C.E.
van Goor.
Eenmaal afgestudeerd als bioloog ont
dekten beiden dat er in de begin van de
jaren tachtig weinig werk was voor bio
logen. Tubbing deed allerlei baantjes en
Goor kreeg werk als indexeerder bij de
uitgeverij Elsevier. De honderden medi
sche tijdschriften die in de diverse lan
den worden uitgegeven, werden door
haar bekeken en in een databestand ge
bracht. Nu ruim twee jaar geleden kwam
ze echter op straat te staan omdat Else
vier deze afdeling inkromp. Zij en haar
man besloten samen een bedrijf op te
zetten dat niet alleen alle bio-medische
artikelen en tijdschriften ging indexe-
Starre (foto Ellen Marte
omgezet, in 1987 36 miljoen gulden en
Van der Starre verwacht dit jaar op rond
de 45 miljoen gulden uit te komen. De
jaarlijkse budget van de universiteit is
ruim tien keer zo groot.
De groei is in het contractresearch is
echter eindig, zo maakt hij duidelijk.
"Voor iedere wetenschapper is het inte
ressanter zich op het terrein van het fun
damenteel onderzoek te profileren dan
op het gebied van toepassingsonderzoek.
In de wereld van de wetenschap maak je
pas naam als je heb gewerkt aan echt fun
damenteel onderzoek en daarin succes
sen hebt geboekt. Dat betekent dat er
maar een beperkt deel van de werktijd
van wetenschappers beschikbaar is om
ten dienste van het bedrijfsleven onder
zoek te doen".
Lieve lust
Ook zonder opdracht van het bedrijfsle
ven of het een of andere ministerie onder
zoeken de wetenschappers aan de Leidse
universiteit dat het een lieve lust is. Uit
de vaste overtuiging dat wetenschap niet
anders is dan communicatie (wat heb je
aan kennis als je die voor jezelf houdt) is
het transferpunt enkele jaren geleden de
markt op gegaan met de resultaten van
de vele onderzoeken. Het verkopen van
een broodje kaas is een echter stuk mak
kelijker dat het vinden van een klant voor
de kennis over de samenstelling van ei
wit 237 dat in de kaas zit.
ren, maar tevens vertaal-, verslag- en an
dere diensten verricht.
Dat ze in het ABC terecht zijn geko
men is, zo zet Tubbing uiteen, tot op ze
ker hoogte toeval. Twee jaar geleden
werkte Tubbing bij Promega, een bio-
technologisch bedrijf dat in het ABC
was gevestigd. Promega verhuisde naai
de nieuwbouw van het ABC zodat er
ruimte vrijkwam. Tubbing bleef zelf zit
ten waar hij zat, 'maar kreeg een nieuw,
en nu zijn eigen, bedrijf om zich heen'.
Tubbing en diens vrouw namen Else
vier als klant mee naar het nieuwe be
drijf. Voor de uitgeverij worden nog
steeds bio-medische tijdschriften nage
plozen en worden dé artikelen ervan'op
trefwoorden in een biomedische data
bank ondergebracht.
Aureool
Door goed de neus te laten zien heeft het
tweetal de afgelopen twee jaar meer op
drachtgevers binnen weten te halen.
Voor een Engels bedrijf worden versla
gen van medische congressen gemaakt.
Bovendien heeft Mabis een 'search-ser
vice'. Tubbing: "Laatst hebben we in op
dracht van een groepje neurologen on
derzocht welke publicaties er over een
heel specifiek vak-technisch onderwerp
waren verschenen. Dat bespaarde hen
natuurlijk een heleboel werk". Voor een
van de farmaceutische tijdschriften
maakt Tubbing ook nog referaten van ar
tikelen die in Engelse vaktijdschriften
zijn verschenen.
Toch willen Tubbing en Goor de hori-
Bij de zogeheten 'transferpunten' van
verschillende Nederlandse universi
teiten kunnen bedrijven toegang krij
gen tot kennis die aanwezig is bij de
vakgroepen en faculteiten. De bedoe
ling onder meer is dat de technologi
sche kennis uiteindelijk zorgt voor een
flinke economische groei en het ont
staan van bedrijfjes die wetenschap
pelijke ontdekkingen kunnen uitbou
wen tot produkten waarmee geld kan
worden verdiend.
Die opzet is nog enigszins in de goe
de bedoelingen blijven steken, blijkt
uit een onderzoek dat het ministerie
van economische zaken twee jaar ge
leden liet verrichten. De transferpun
ten in Nederland spelen een goede
maar nog zeer bescheiden rol. Ook de
Leidse universiteit heeft nog niet zo
veel economische groei veroorzaakt
als werd gehoopt toen het transferpunt
in 1983 werd opgericht.
Vooral kleine en middelkleine ma
ken gebruik van het transferpunt, om
dat grote bedrijven voldoende kennis
in eigen huis hebben. De bedrijven
zijn in het algemeen zeer tevreden
over de samenwerking met de univer
siteit en blijken de onderzoeksresulta
ten doorgaans goed te kunnen toepas
sen bij de produktie. De helft van de
projecten leidt tot een verbetering van
de produkten of het produktieproces.
In totaal worden er jaarlijks onge
veer 3000 projecten opgezet, meestal
met bedrijven uit directe omgeving
van de universiteit. Van 1984 tot 1988
subsidieerde het ministerie van eco
nomische zaken de transferpunten,
maar de de laatste jaren komen de kos
ten voor rekening van de universiteit.
Een wetenschapper denkt al snel dat
zijn of haar ontdekking te gelde kan wor
den gemaakt. Of dat zo is is nog maar de
vraag. Opnieuw moet het transferpunt
uitkomst brengen, maar dat kan het vaak
niet in zijn eentje af. Van der Starre zet
uiteen dat het voor een ambtelijke wereld
als een universiteit moeilijk is een voet
tussen de deur te krijgen in de zakenwe
reld. De twee spreken eikaars taal niet en
de cultuur verschilt wezenlijk. Bij het
verkopen van kennis maakt het transfer
punt vaak gebruik van een 'kennismake
laar'. Deze kent de noden van het be:
drijfsleven, de codes om binnen dat be:
drijfsleven zaken te doen en is bovendien
op de hoogte van het wetenschappelijk
aanbod van de universiteit.
Kennis als koopwaar. Van der Starre
laat geen enkel bedrag los. maar merkt
wel op dat de prijs afhankelijk is van dé
ontdekking. Dat is onder meer afhanke
lijk is van de toepassingsmogelijkheden
en van de levensduur van de ontdekking.
"Een nieuwe chemische verbinding die
voor veel fabrikanten interessant is en
die niet snel door een nog betere verbin
ding zal worden vervangen is natuurlijk
veel waard".
Het is ook mogelijk dat een bedrijf een
kennis koopt maar daaraan niet voldoen>-
de heeft. In zo'n geval regelt het transfer
punt niet alleen de verkoop van de ken-
nis, maar zorgt er tevens voor dat de on
derzoeker in opdracht van het bedrijf een
verdergaand onderzoek verricht. Het be
drijf koopt dus toch een op maat gesne
den onderzoek.
Europa
Universiteit en bedrijfsleven: twee afzon
derlijke grootheden die echter wel van el
kaar profiteren en eigenlijk langzamer
hand moeilijk zonder elkaar kunnen.
Voor de gemeente Leiden betekent deze
ontwikkeling een groei in werkgelegen
heid met alle bijkomende effecten daar
van. Hoeveel arbeidsplaatsen er indirect
op het conto van de universiteit zijn te
schrijven kan Van der Starre niet zeggen.
Het aantal werknemers van de universi
teit, het ABC en het Bio Science Park is
nog wel te tellen en loopt in de vele dui
zenden. De indirecte werkgelegenheid in
de vorm van contractonderzoek en on-
derzoeksverkoop is echter ook omvang
rijk.
"Leiden is nu al interessant voor het
geavanceerde bedrijfsleven. Europa 1992
komt eraan. De universiteit weet zich on
getwijfeld een plaats te bemachtigen bin
nen het Europees internationaal onder-
zoeks- en wetenschapsveld. Dat betekent
dat Leiden nog aantrekkelijker wordt
voor bedrijven. De vruchtbare wissel
werking tussen universiteit en bedrijfslef-
ven is al goed, maar wordt met het verva
gen van de grenzen alleen maar beter".
drachtgevers binnen te halen, spreid je
het bedrijfsrisico". Het toeval, de vesti
ging in het ABC, blijkt gelukkig uit te
pakken. Op een steenworp afstand lig
gen grote bedrijven op (bio-)medisch en
biotechnologisch gebied. "Juist voor dit
soort bedrijven hebben wij wat te' bie
den".
Niet alleen de aanwezigheid van ande
re bedrijven maakt vestiging in het ABC
zo gunstig. "We hebben natuurlijk ook
de universiteit vlakbij. Dat maakt het
aanboren van de gigantische hoeveel
heid kennis die in de universiteit aanwe
zig, een stuk eenvoudig. Je loopt bijvoor-
beeld makkelijk de bibliotheek binnen".
Een ander voordeel van vestiging in de
schaduw van de universiteit is de uitstra
ling van het onderwijsinstituut. "Ons be?
drijf krijgt er een aureool van weten
schappelijkheid door. Niet ten onrechté
want we zijn wetenschappelijk bezig,
maar het blijft een prettig effect".
Postorderbedrijf in bloembollen