Markerwaard van de baan, voorstanders blijven hopen Boskoopse tuinder wil eigenlijk niet weg uit Irak "Je schildert toch ook geen Picasso over een Rembrandf ZIN ZATERDAG 10 NOVEMBER 1990 e correspondent Theo Haerken DURGERDAM "Kijk eens, zwarte zwanen". Nico Salm houdt even de pas in om te kijken hoe vier grote vogels in alle rust hun landing inzetten achter het jachthaventje van Met onmiskenbaar genoegen wan delt de voorzitter van de Vereniging tot behoud van het IJsselmeer over de smalle, bochtige dijk. De onder gaande zon kleurt de hemel rood. Aan de horizon markeert een keten van traag bewegende lichtjes de rondweg om Amsterdam, maar dat is een andere wereld. Hier heerst nog rust.. De stilte wordt hoogstens onderbroken door het gekrijs van kibbelende meeuwen of het ronken van een in de verte passerend vrachtschip. Hel gedreun van de dieselmotor klinkt Salnp als muziek in de oren. Durgerdam, een dijkdorp onder de rook van Amsterdam aan de rand van het IJsselmeer. "Die zie je niet vaak hier", meent hij "maar ik ben absoluut geen vogelkenner". Maar hij behoort dan ook niet tot de groep milieu-freaks die van het IJs selmeer het liefst één natuurreser vaat zou maken. "Iedereen moet het kunnen blijven gebruiken", zegt hij. Dat neemt niet weg dat Salm buitengewoon ingenomen is met het besluit van het kabinet af te zien van inpoldering van de Marker waard. Heilloos Zijn vereniging heeft zich sinds be gin jaren zeventig ingespannen voor behoud van het IJsselmeer in zijn huidige vorm. Een langdurig Nico Salm: ...iedereen moet IJsselmeer kun nen blijven ge bruiken... gevecht. Het westen van het IJssel meer was al in het begin van deze eeuw voorbestemd droog gelegd te worden, net als de rest van de vroe gere Zuiderzee. Maar sinds ir. Lely dit plan in 1925 ontwierp, is veel veranderd. Vissers, watersporters en natuurliefhebbers liepen de laatste jaren eensgezind te hoop te gen de plannen die zij beschouwen als volstrekt achterhaald. Aanvankelijk was de polder be stemd voor de landbouw, later kwam daar de woningbouw bij en werd er naast militair oefenterrein ook een tweede Schiphol geprojec teerd. Maar de tijden zijn veran derd. De landbouwoverschotten en de verstikkende werking van mest op het milieu, maakten de noodzaak voor het droogleggen twijfelachtig. "Je kunt evenmin overal huizen bouwen, want dan moet straks ie dereen naar het Amsterdamse bos om zich te ontspannen", betoogt Salm. zelf groot watersportliefheb ber. Maar het IJsselmeer is meer dan een wat groot uitgevallen pret park voor plezierbootjes. "Ruim twee miljoen mensen zijn er voor hun drinkwater op aangewezen en dat aantal groeit alleen maar". Voor de organisaties die zich ver zetten tegen inpoldering van dit deel van het IJsselmeer - "Het heet helemaal geen Markermeer, dat heeft Rijkswaterstaat maar be dacht", bromt Salm - is echter min stens zo belangrijk dat water niet langer wordt beschouwd als 'on land'. Terrein dat heel bruikbaar is, maar toevallig onder water staat. Koerswijziging Om de winter goed door te komen, zijn veel scheepjes in het haventje van Durgerdam ingepakt in oranje en blauwe stukken zeildoek. Een la te watersporter is druk in de weer met het opvouwen van de bruine zeilen van zijn houten schip. "De overheid is anders gaan denken over de waarde van het water", con cludeert Salm tevreden. Ook de Stichting Natuur $n Milieu ziet in het kabinetsbesluit een duidelijke koerswijziging. Voortaan telt de natuur echt mee bij de belangenafweging, aldus woord voerder Willem-Jan van Grondelle. Ook Salm is tevreden: "We hebben gevochten met argumenten en die zijn serieus genomen". Een enkele keer grepen de actievoerders naar spandoek en verfkwast, maar ze sta ken voornamelijk energie in het weerleggen de argumenten van de overheid. Zo slaagden sympathise rende economen erin de financiële onderbouwing van de plannen on deruit te halen. Even buiten de haven van de Dur- gerdamse watersportvereniging 'Het Y' dobberen honderden een den op de kabbelende golfjes. Dit deel van het IJsselmeer is 's winters voor honderduizenden vogels een toevluchtsoord. Het nonnetje, af komstig uit de Poolstreken, overwintert hier en de zwarte stern doet het gebied aan op doorreis naar het zuiden. Het is vrijwel windstil vandaag, maar als het hard waait vinden de dieren beschutting in de luwte van de Houtribdijk, die Enk huizen en Lelystad met elkaar ver bindt. "De vogels kunnen niet zonder dit voedselrijke gebied", benadrukt Van Grondelle. "Het is een onmis bare schakel in de keten van rust plaatsen die de dieren aandoen op hun jaarlijkse trektocht", 's Zomers is het gebied van groot belang voor de aalscholvers uit het Naarder- meer die hier voedsel halen voor hun jongen. Appeltje Voor veel Nederlandse boeren en planologen echter is de geplande Markerwaard niet meer dan een ap peltje voor de dorst, een stuk grond waar je altijd naar kunt uitwijken. Han Lammers, Commissaris der Koningin in Flevoland, windt er geen doekjes om. Hij is nog steeds voor "benutten van deze grondre serve". Dat daar op dit moment geen maatschappelijk draagvlak voor bestaat, accepteert hij zonder morren: zo werkt dat nu eenmaal in de politiek. Maar de overtuiging dat de Mar kerwaard er op den duur toch komt, voorkomt dat hij als een teleurge steld man door het leven gaat. Twin tig jaar ervaring in het openbaar be stuur leerden hem geduld oefenen "want met dit kabinetsbesluit is het denken niet afgeschaft". Voor de voorzitter van de Initia tiefgroep Markerwaard (IGM), Piet van Veen, geldt hetzelfde. "We had den het al een beetje verwacht. Dit kabinet durft geen knopen door te hakken en schuift beslissingen voor zich uit". Van Veen is een man van de lange adem, hij heeft er alle ver trouwen in dat de polder er op den duur toch komt. Amper tien jaar geleden schroef de minister Smit-Kroes (verkeer en waterstaat) de omvang van de droogmakelijk terug van 41.000 naar 23.000 hectare (één hectare is twee voetbalvelden). Dat gebeurde onder meer om verzakking van de bodem in Noord-Holland te voorko- Wonderlijk genoeg is Van Veen daar niet echt ongelukkig mee, want in zijn optiek is er kans dat het oorspronkelijke plan dan alsnog wordt uitgevoerd. "Per vierkante meter is dat stukken goedkoper", argumenteert hij. Bovendien kost het beheer van het natuurgebied ook een hoop geld. Zo moet de dijk van Lelystad naar Muiden nu on vermijdelijk worden opgehoogd. De bezwaren van watersporters en vissers spreken de IGM-voorzit- ter absoluut niet aan. "Voor de ple- ziervaart is zo'n grote waterplas he lemaal zijn interessant. Het mid denstuk wordt nauwelijks ge bruikt". betoogt hij. "En de paling komt nu ook al uit Hongarije". Verdeeld Links.van het weggetje staan de kleine houten huisjes, keurig in de verf. Boven de aanlegsteigers van jachthaven 'Het Y' vormen zich ne velflarden. En terwijl de rode vegen uit de lucht langzaam verdwijnen, rolt de duisternis over de oever van het IJsselmeer. Nico Salm mijmert over de toekomt. Hij is niet voor honderd procent zeker dat Van Veen en Lammers ongelijk hebben en dat inpoldering voor altijd van de baan is. "Je moet ook straks de be langen blijven afwegen. De tegen-1 standers zijn daarover verdeeld".' erkent hij. Zo is de stichting Natuur en Milieu aanzienlijk optimistischer over de toekomst. "De problemen van het 'oude land' moeten ook daar worden opgelost". Van Grondelle wil niets weten van een schijnover winning. Hij houdt het erop dat toe komstige kabinetten niet voorbij kunnen gaan aan internationale af spraken over natuurbehoud. "Dit kun je niet meer opzij schuiven". De voorstanders van inpoldering vinden dat onzin. Zij wijzen erop dat de natuur ook in het nieuwe land behoorlijk voet aan de grond heeft gekregen: de Oostvaarders- plassen in Flevoland gelden als een belangwekkend natuurgebied en tussen Zeewolde en Almere ligt in middels het grootste loofbos van het land. Van Grondelle is niet on der de indruk. "Die gebieden moe ten we zeker beschermen, maar dat I is geen reden om van alle water l maar land te maken. Je schildert ook geen Picasso over een schilderij van Rembrandt". BAGHDAD - Dertig kilometer buiten Baghdad, langs de weg naar de noord-Iraakse plaats Mosul, be werken twee vrouwen en een oude man de Iraakse aarde. Ze wieden onkruid met vertraagde bewegin gen, want het stoft, het is droog en heet. Als hun baas, de Nederlandse tuinder Ronald Roosenboom hen de rug toedraait, houden ze onmid dellijk op met werken. Ronald (36) zucht. "Toen ik van morgen om half elf hier arriveerde, zaten ze in het huisje dat ik laat bou wen. in plaats van op het veld. Ik moet ze voortdurend aansporen om te werken". Al pratend beent hij met grote stappen tussen de kleine sinaasappelboompjes. Hoe hoger de temperatuur, zo lijkt het. hoe harder hij gaat lopen. Roosenboom is een van de 150 Nederlandse gijzelaars van Saddam Hussein, maar de tuinder uit Bos koop hoeft niet zo nodig terug naar Nederland. Hij wil een modern, ren dabel landbouwprojekt opzetten, zoals hij dat eerder deed in Kuwayt, Saudi-Arabië. Zuid-Afrika en Bots wana. De politieke situatie interes seert hem niet, politiek is smerig, vindt hij. "Waar het om gaat is dat de mensen te eten hebben". En hij wil in de zon werken, in de toe komst ziet hij zichzelf nog wel eens iets in Spanje beginnen. De bruinverbrande boer in korte broek zou kapot gaan van verveling, als hij nu niks mocht doen in Irak. Ooit was hij in Nederland drie we ken werkloos, gek werd hij ervan. Nu hoopt hij de komende maanden sinaasappelen, sperciebonen, au bergines. sla, okra (een groente), kool en graan te oogsten. "Ik colla boreren? Dat is gemakkelijk lullen vanuit Nederland met een volle maag. Ik krijg niet betaald, maar ik ben gelukkig. Ik heb een tuintje en daar gaat het om". Om zijn huidige bezigheden nog wat meer te recht vaardigen. voegt hij eraan toe dat hij dit project al voor de Golf-crisis met de Irakezen aan het voorbereiden Primitief De landbouw in Irak wordt door Westerse deskundigen als 'zeer pri mitief gekenschetst. Weliswaar is er voldoende water en zijn er grote gebieden met vruchtbare grond, maar de agrarische methoden date ren in het meest optimistische geval van de eerste helft van deze eeuw. De vraag is nu of de Irakezen erin slagen hun landbouw in korte tijd zodanig op peil krijgen dat ze zelf voorzienend zijn, zodat het embar go de voedselsituatie in het land niet te zeer aantast. Daarvoor zijn grote inspanningen nodig, omdat sinds het begin van de oorlog met Iran nauwelijks meer is geïnves teerd in de agrarische sector. De be langrijkste verbetering betreft een duizenden kilometers lang irrigatie systeem, dat in 1985 gereed kwam. Sinds tien jaar is er echter geen bui tenlandse landbouw-technologie geimporteerd. Bovendien zitten zeer veel jongere boeren al jaren lang in het leger, of zijn ze naar de stad getrokken omdat ze daar meer konden verdienen. Dat betekent dat de ouderen het land bewerken en deze mensen hanteren uitslui tend hun eigen, traditionele metho den. De boeren die nu door Saddam Hussein worden aangespoord om meer produktie te leveren, hebben slechts de beschikking over zaden die in Europa in de jaren veertig en vijftig werden gebruikt. Ze kunnen bijvoorbeeld alleen maar graan ver bouwen in de winter, voor zomer graan zijn moderne, hybride zaden nodig die het in warme landen goed doen. Er is verder te weinig mest be schikbaar, de boeren moeten het uitsluitend doen met kippemest. Kunstmest kan door de VN-sanc- ties niet meer worden ingevoerd. De enige kunstmest die Irak zelf kan produceren, is Urea. Dit is ech ter een 'enkelvoudige meststof, die planten weliswaar hard laat groei en. maar die een zeer intensieve be werking van het land vereist. Dat laatste is op dit moment doorgaans onmogelijk. Urea wordt in Neder land overigens al lang niet meer ge bruikt. Bulldozers Sinds de inval in Kuwayt zet de landbouw zich echter schrap, on danks de moeilijkheden die er op het platteland moeten worden over wonnen. In twee maanden tijd hqeft de stad al een miljoen donum land bouwgrond uitgegeven aan boeren, ongeveer een kwart miljoen hecta re. Duizenden bulldozers zijn op dit moment bezig land te egaliseren. Men is dus ruim voor de winterre gens in staat op het nieuwe land te beginnen, zodat er in het voorjaar kan worden geoogst. Deskundigen gaan ervan uit dat de 17 miljoen Irakezen op basis van deze inspanningen kunnen overle ven. Roosenboom: "De doorsnee Irakees kan het heel lang uithouden op een dieet van rijst, brood en da dels. Deze mensen hebben een veel beter lichamelijk uithoudingsver mogen dan wij. Je kunt ze niet uit hongeren. maar ondervoeden is goed mogelijk. In feite staan de Irakezen op het platteland al lange tijd op een soort dieet van eenzijdi ge voeding, omdat alle produkten meteen naar de stad gaan, vooral naar Baghdad". Dat de voedselsituatie inmiddels nijpend is geworden, valt onder meer af te lezen aan de sterk ver hoogde prijzen waarvoor de niet ge rantsoeneerde produkten momen teel worden verkocht. Het voedsel dat wel op de bon is. zoals brood, is in Baghdad nog wel te krijgen. De druk op de boeren en de meelfabrie ken om meer graan te produceren neemt echter toe: er wordt nu meel verwerkt, dat onvoldoende ge droogd is, omdat het snel op de Alle landbouwprodukten in Irak gaan meteen meteen naar de stad gaan, land is de voedselsituatie inmiddels nijpend, "maar de doorsnee Irakees ka van rijst, brood en dadels". markt moet komen. Daardoor neemt de kans op schimmels in het produkt toe, iets dat onder normale omstandigheden niet voor hoeft te komen. De bedragen die de autoriteiten uittrekken voor voedselsubsidies, moeten intussen zeer omvangrijk zijn. Vorig jaar kregen boeren 365- 400 Iraakse dinar subsidie per ton graan (145 gulden tegen de niet-offi- ciële wisselkoers). Nu ligt dat al op 1000 dinar. Deels is dit verschil te verklaren door de inflatie in Irak, maar voor een ander deel heeft dit te maken met het beleid van de overheid om boeren aan te sporen meer te produceren. vooral naar Baghdad. Op het platte- n het heel lang uithouden op een dieet (foto EPA) Ook speelt er een culturele factor mee. De Irakezen koesteren een tra ditie van grote gastvrijheid, waarbij het een soort sociale verplichting is altijd eten klaar te hebben voor on aangekondigde gasten. Een gast geen eten kunnen voorschotelen, wordt opgevat als een belediging. Het is aan Saddam Hussein om te bepalen hoelang zijn volk in staat is dit soort culturele waarden in ere te houden. Niemand weet echter hoe lang de subsidiepolitiek nog kan worden gecontinueerd, gezien het feit dat de staat door het embargo van bijna al haar buitenlandse in komsten is beroofd. Op zijn bedrijfje langs de weg naar Mosul merkt Ronald Roosen boom hoeveel pérsoonlijke overre dingskracht er iedere dag weer no dig om mensen harder, en vooral ef ficiënter te laten werken. De aans poringen van de president, evenals de subsidies van de overheid zijn blijkbaar op zich niet voldoende. Roosenboom praat over het Bedoei- nen-denken, dat er bij veel boeren diep in zit. "Al eeuwenlang hebben ze de houding: mijn familie moet net rond kunnen komen. Ze denken niet in termen van produceren voor de markt. Als ze maar voedsel heb ben voor vandaag en morgen, dan vinden ze het al prachtig. Overmor gen zien ze wel weer verder". Hij toont enkele akkers waar het onkruid de voedingsgewassen vol ledig heeft overwoekerd. "Ze laten het onkruid groeien, en geven dat 's winters aan de beesten. Als er on dertussen ergens nog een paar sper ciebonen kunnen worden geplukt, dan vinden ze dat mooi meegeno men. Deze mensen staan er niet bij stil dat onkruid insecten aantrekt. Kijk eens naar deze bonenplanten? Ze zien zwart van de luis, daar groeit dus niks meer aan". Het eerste dat Roosenboom zes weken geleden ging doen, was rigo- reus onkruid wieden. Op zijn land ligt een grote berg waar de brand in is gestoken, als een soort vingerwij- zing dat het vanaf nu anders gaat - geen onkruid meer voor de beesten. Bevloeid Hoewel zijn bedrijf vlak aan een brede rivier ligt, waardoor er uitste kend bevloeid kan worden, was de produktie de afgelopen jaren uiterst klein. De iele, en deels vergeelde si naasappelboompjes zijn in het afge lopen jaar slechts enkele centime ters gegroeid. Als het land waarop deze boompjes groeien, wordt be vloeid, dan staan ze tot zeker twin tig centimeter onder water. "Je be grijpt toch wel dat zo'n boom daar niet tegen kan?" Roosenboom heeft inmiddels tienduizend sinaasappel- planten besteld, die in januari moe ten worden geleverd. In tegenstel ling tot de Irakezen, plant hij ze zon der pot, en op hoger gelegen akkers. Ronald Roosenboom houdt er re kening mee dat het Golf-conflict nog maanden kan duren en vraagt zich intussen af hoe hij aan Europe se of Amerikaanse tropen-zaden moet komen, als het embargo voort duurt. "Ik,heb maar tien kilo nodig om gewassen te telen in de zomer. Ik ben in staat sla te kweken bij zestig graden in de zon, dat heb ik in Ku wayt ook laten zien. Met tien kilo modern zaaizaad halen we 200.000 kilo groente van het land. Ik weet wel dat het een druppel op een gloeiende plaat is, maar als de Eu ropese gijzelaars het over een half jaar slechter krijgen, dan zijn ze heel blij met mijn gewassen. En als de rest van mijn produkten naar het Iraakse volk gaat? Nou en. Die men sen hoeven toch geen scheurbuik te krijgen". "Journalisten zouden niet meer naar Libanon en El Salvador moeten gaan", zei een bedaagde collega. "Het heeft geen zin om je leven op het spel te zetten in landen waar het toch nooit meer goed komt". Aan die woorden moest ik denken tijdens de vlucht Londen-Bayrut. Een passagier naast me leek mijn gedachten te raden en zei: "Bizar, he? Je hebt eerder veiligheidsvoorzieningen nodig als we Bayrut wel halen". De man trad op als agent van een Amerikaans farmaceutisch concern. De veiligheidsvoorziening waarop hij doelde was transport. De luchthaven van Bayrut ligt niet ver van de sji'itisdhe sloppenwijken, en de weg naar de stad staat bekend als een vruchtbaar werkterrein voor kidnappers. Weliswaar wordt de route nu gecontroleerd door het Syrische leger, maar taxichauffeurs "raken soms de weg kwijt". Eenieder die op de luchthaven aankomt, dient dus Londen Cees van Zweeden transport te hebben geregeld: een vriend, een buurman, een familielid. Mijn vervoer bestond uit een gelige Plymouth die in de jaren '50 nog dienst moet hebben gedaan in Chicago, een volkomen fout vervoersmiddel dus. Achter het grote stuur zat een jongen die reeds na vijf minuten de hoofdweg verliet om een onverhard terrein op te draaien dat bezaaid lag met autowrakken. Onder een boom zaten wat mannen te kaarten, de machinepistolen losjes om de schouder. De jongen wilde alleen wat water bijvullen. De dikke Libanees die Amerikaanse medicijnen verkocht, had mij in het vliegtuig al gezegd dat de het wagenpark van Bayrut danig te lijden had gehad onder vijftien jaar oorlog. Maar de situatie was niet zo erg als ik verwacht had. Zij was erger. Nadat mijn jeugdige chauffeur water had bijgevuld, kreeg hij de smaak goed te pakken. Hij ging van de weg af om benzine te tanken en om olie bij te vullen. Tenslotte reed hij de Plymouth een twijfelachtige buitenwijk in om zijn 'oom'op te halen, die de weg kende en zich bovendien ontpopte als een vakbekwaam duwer(de chauffeur was vergeten de accu bij te vullen). Bij het hotel aangekomen, wilde hij uiteraard wat extra geld voor het water, de benzine, de olie en de oom. Maar met dat soort verzoeken wist ik wel raad. De manager van het hotel, dat over 500 kamers beschikte, heette mij zo hartelijk welkom dat ik even het vermoeden kreeg de enige gast te zijn. Dat bleek niet het geval. Er waren er nog twee. "Wilt u een kamer op de vijfde verdieping"? vroeg hij met een joviaal gebaar. "Dan heeft u een beter uitzicht over de stad". Dat leek mi j een sterk idee. maar boven aangekomen bleek het landbouwplastic zo ondoorzichtig dat ik mijn Swiss Army-knife nodig had om van het panorama te kunnen genieten (sommige hotels in Bayrut werken niet meer met glas). Het uitzicht was inderdaad onvergetelijk. De gehavende gebouwen en puinhopen zaten nog op mijn netvlies toen het toestel van Middle East Airlines een week later weer landde op Heathrow Airport. In de luxueuze aankomsthal van Terminal 3 greep ik een telefoon om mij thuis voor het diner aan te melden. Hij werkte. De ondergrondse, die altijd zo sjofel had geleken, was ineens een hypermodern vervoermiddel geworden die de reiziger snel, schoon en veilig de stad inbrengt. Op een bank lag een exemplaar van de Evening Standard. De kop meldde alarmerend: 'Engelse Economie in Recessie' De bedaagde collega had misschien gelijk. Het heeft geen zin je leven te riskeren in Bay rut. Maar wat voor zin heeft het om vanuit Londen over trivialiteiten te berichten?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 2