Brubeck klassiek geschoold musicus Margaret Thatcher duikt op in Les Liaisons Dangereuses Bewondering als artistieke handicap Bijna 70-jarige pianist voor tournee naar Nederland 'Cymbeline' te geforceerd om er echt van te genieten Jury vindt: 'Van Randwijk in kolossale vaart geschreven' DONDERDAG 8 NOVEMBER 1990 KUNST PAGINA 21 Voorstelling: 'Mozart' door Stu dio Peer. Regie en tekst: Henri Overduin. Spel: Fred Delfgaauw. Decor: Laura de Josselin de Jong. Gezien: gisteravond in het Lak- theater in Leiden. LEIDEN Poppen kun je de ob jecten waarmee Fred Delfgaauw van Studio Peer werkt niet echt noemen. Het zijn 'aanzetten tot poppen'. Ze bestaan alleen uit een wat voddig hoofd met karakteris tieke trekken, die net als bij de se rie 'Spitting Image' tot in het ex treme zijn aangezet. Delfgaauw weet ze trefzeker tot leven te wek ken. Na afloop van zijn voorstel ling 'Mozart', gisteravond in het LAK-theater, bleef het rare ge voel dat niet één man deze pro- duktie op de planken had ge bracht maar een behoorlijk grote cast met prima acteurs. Het ver moeden rijst dat Delfgaauw zelfs van een dweil een koningin zou weten te maken. 'Mozart' is een mengeling van poppentheater en toneelspel. Het gaat in dit stuk om de geschiede nis van Salieri (1750-1825), com ponist met een veertigtal compo sities op zijn naam, hofkapel- meester aan het keizerlijk hof te Wenen en ooit gekenschetst als de opvolger van Gluck. Maar Salieri is meer berucht dan beroemd geworden. Hij is de geschiedenis ingegaan als de Studio Peer over verhouding Mozart-Salieri componist die Mozart, 'het troe telkind van de geschiedenis', een dodelijk vergif heeft toegediend. Het motief voor zijn daad zou ja loezie. zijn geweest. Fred Delf gaauw probeert Salieri.in dit stuk te rehabiliteren. Wie de film 'Amadeus' van Mi los Forman heeft gezien zal zich Salieri herinneren. Hij wordt daarin afgeschilderd als een ver bitterd man die Mozart steeds meer begint te haten. Dramatisch gezien doet zoiets het natuurlijk wel. Maar echt fantasievol is het niet. Geef mij Delfgaauw maar, die Salieri zoveel jaar na dato op bewonderenswaardige wijze tot leven brengt, een heel andere Sa lieri dan die wij uit 'Amadeus' kennen. De rode draad die door dit stuk heen loopt: het zijn slechts vuige roddels en intriges geweest die ertoe hebben geleid dat Salieri voortleeft als de moor denaar van Mozart. Aan een soort vleugel waarop wolken zijn geschilderd, een vleugel die verschillende poppen blijkt te herbergen, doet Salieri ons van gene zijde zijn verhaal. Hij is verbitterd door de 'aan klacht' en laat enkele poppen a décharge opdraven. Bijvoorbeeld zijn biograaf Von Mosel, de enige die volgens hem de waarheid heeft neergeschreven. Delfgaauw zet deze sympathieke, met een adellijke tongval sprekende, heer met liefde neer. Het is de pop waar hij een zwak voor heeft. Dat blijkt uit de kleinste gebaren die Delfgauw maakt, onder meer uit het fatsoeneren van het grijze haar van Von Mosel. Het treurige rubberen gezicht van de biograaf spreekt intussen boekdelen: hij werd door de mensen niet ge loofd. Ze vonden de waarheid maar saai. Nee, de grootheid van Mozart zou veel meer reliëf hou den als hij was vermoord door Sa lieri. De dood van Mozart heeft aan leiding gegeven tot de merkwaar digste geschriften. Dat illustreert Delfgaauw aan de hand van een kostelijk personage, de filosofe Mathilde Ludendorff. Ook zij heeft Salieri verdedigd. Haar stel ling: niet Salieri heeft Mozart ver moord, nee, dat hebben de joden gedaan. Was er immers niet één groot joods complot in die tijd in Wenen? De huichelachtige mi miek en de kakkerige stem die de acteur deze trut meegeeft, wer ken sterk op de lachspieren. Als haar antisemitische praatjes hem teveel worden, rukt hij haar de neus en haren af. Met wat simpele attributen, zijn eigen persoon, een groot arsenaal aan stemmen en veel humor, roept Delfgaauw een tijdperk op waarin de adel het voor het zeg gen had. Een eeuw vol schoon heid, maar ook een eeuw waarin onder het blanketsel de waarheid naar adem hapte. De prachtige, zuivere muziek van Mozart die af en toe opklinkt, contrasteert in hoge mate met de intriges en rod- delarij waarover Salieri ons ver telt. Al aan het begin van deze voor stelling geeft Delfgaauw de toe schouwers het gevoel dat zij in een geheim worden betrokken. De tijdskloof overbrugt hij op hu moristische wijze. "Dat", zo zegt hij tegen zijn vriend Von Mosel, wijzend op het publiek in de zaal, "zijn de mensen die na ons zijn gekomen, wat zien ze er armoedig uit". Indrukwekkend is de scène na de pauze, waarin hij zich samen met Von Mosel zet aan het com poneren van een lied dat triom fantelijk en treurig tegelijk moet zijn. Het is een krachttoer op to neelgebied. Delfgaauw moet zich uitermate goed hebben verdiept in de techniek van het compone- Mosel noteert wat Salieri hem voorzingt. Maar geen compositie is goed genoeg, dan weer is-ie te vrolijk, dan weer te krijgshaftig. Tot er ineens een wonderschoon muziekstuk hoorbaar wordt. Maar jammer, terwijl de tonen er van aanzwellen moet Salieri zich zelf ontroerd bekennen dat het van Mozart is. 'Niet ik heb Mozart vergiftigd, nee, Mozart heeft mij vergiftigd. En wel met de schoon heid van zijn muziek', zo is zijn conclusie. Die muziek is Salieri telkens maar door het hoofd blij ven spelen, belette hem iets te maken dat anders en nog groter was dan de composities van Mo zart. Ziehier het echec van de kunstenaar die moet bekennen dat zijn collega - hoe bitter! - met meer talent is begiftigd. Salieri's laatste woorden: 'Laten ze verge ten wie ik was, maar ook vergeten wie ik niét was'. Het is de bewon dering die Salieri parten heeft ge speeld, niet de jaloezie. CEES VAN HOORE ENSCHEDE - Op 6 decem ber hoopt hij zijn zeventigste verjaardag te vieren. Maar voor het zover is, maakt pia nist Dave Brubeck met zijn kwartet een 70th Birthday Anniversary Tour. Van 12 tot en met 17 november is hij in ons land voor vijf concer ten, waarvan vier met het Metropole Orkest. Vroeger had je dat wel vaker, een jazzmusicus, die een hit scoorde. Maar een grotere jazzhit dan 'Take Five' van het Dave Brubeck Quartet is er nooit geweest. In januari 1962 belandde de Amerikaanse pianist in de Nederlandse Top veertig om er pas na zeven maanden weer uit fê verdwijnen. Bijna acht jaar later werd het nummer opnieuw op een single uitgebracht. En weer haalde Brubeck hoge verkoopcijfers. 'Take Five'is een stuk dat met de beste wil van de wereld niet is na te fluiten, en ook nog in een voor de meeste mensen niet mee te klappen maatsoort i (vijfkwarts). Brubeck wordt tot op de dag van vandaag ge associeerd met 'Take Five', alhoe wel het een voorname rol van drum mer Joe Morello en slechts een heel bescheiden rolletje van pianist Bru beck zelf bevat. Bovendien is de compositie van altsaxofonist Paul Desmond. Als de pianist een con cert geeft, dan is dat het stuk waar de zaal op zit te wachten. Dave Brubeck heeft een heel groot publiek. Want niet alleen zijn singles werden goed verkocht, ook zijn elpees zijn 'millionsellers'. Maar hoe groot het aantal Brubeck- liefhebbers ook is, de critici zijn al tijd sceptisch geweest. Als de fans hun held roemden om het gebruik van ingewikkelde maatsoorten, ter wijl ze thuis vergeefs hadden gepro beerd 'Unsquare Dance' (zeven kwarts maat) mee te klappen, von den de critici dat de pianist op een ljouterige manier gebruik maakte Van maatsoorten, waar Max Roach al veel eerder veel leukere dingen mee deed. Ongebruikelijke maatsoorten zijn het handelsmerk van Dave Bru beck. Op de plaat 'Time Further Out', de opvolger van zijn bekend ste elpee 'Time Out' schreef de pla tenmaatschappij voorop de hoes, behalve alle titels, ook de maatsoor ten, keurig gerangschikt. Een musi coloog was er niet voor ingehuurd, want boven deze opsomming stond vet onderstreept: 'Titles and tempo's'. Er was niet bij nagedacht dat een maatsoort in principe niets zegt over het tempo waarin deze wordt uitgevoerd. De sceptische benadering van de critici lag achteraf niet eens zozeer aan het gestoei met maatsoorten, als wel aan het verleden van de pianist. Terwijl het in deze tijd een geaccep teerd verschijnsel is dat een jazzmu sicus een klassieke scholing heeft, was dat in de jaren vijftig en zestig heel anders. Klassieke achtergron den waren verdacht. Een jazzmusi cus hoorde in die tijd met een (liefst overleden) jazzheld als voornaam ste inspiratiebron autodidact te zijn. Daar zat Brubecks fout. Hij was .klassiek geschoold. Hij had boven dien na zijn studie bij Darius Mil- haud, lessen gevolgd van Arnold Schoenberg, een van de grootste vernieuwers op het gebied van de gecomponeerde Europese muziek. Terwijl dat voor jazzmusici in deze tijd zou gelden als een aanbeveling, werd Brubeck er door de critici om verguisd. Niet door collegamusici overigens. Een van de toonaange vende pianisten van de eigentijdse jazz, Cecil Taylor, noemde Brubeck 'een heel inspirende pianopersoon lijkheid'. Ook saxofonist Anthony Braxton is vol lof over de manier waarop Dave Brubeck aan het eind van de jaren veertig voor zijn jazzoc- tet schrijft, en neemt een plaat met hem op. Misha Mengelberg noemt Brubeck iemand die 'leuk kan im proviseren'. Terwijl zijn composi ties 'In Your Own Sweet Way' en 'The Duke' onmiddellijk door jazz- coryfeën als Miles Davis, Bill Evans, Wes Montgomery, Phil Woods en Chet Baker op het re'per- toire zijn gezet. Achtergrond Terugkijkend op de carrière van Dave Brubeck, kan men stellen dat hij door zijn achtergrond juist be langrijk is geweest voor de jazzge schiedenis. Hij introduceerde be grippen in de jazz, die tot dan toe al leen aan de klassieke gecomponeer de muziek waren voorbehouden. Door Brubeck doken in de jazz ter men op als contrapunt, atonaliteit en fuga. Het Dave Brubeck kwartet met v.l. David Warren Brubeck werd op 6 december 1920 geboren in Concord Californië. Dat hij de muziek in zou gaan was wel duidelijk, want de om standigheden waren optimaal. Zijn moeder was pianiste en zijn twee broers waren muziekleraar. De eer ste pianolessen kreeg de kleine Da ve op z'n vierde al van zijn moeder. En als negenjarige kreeg de jonge Brubeck cellolessen. Op z' tiende jaar was hij in zijn plaats al een bekende verschijning, als pianist dook hij op in diverse re gionale bandjes, van hillbilly tot dixieland en swing. Tijdens zijn studie had Brubeck allerlei eigen orkesten. In 1946 be gon hij een octet, waarmee driejaar later opnamen werden gemaakt. Daarin vallen twee namen op: Paul Desmond en Bill Smith. Desmond is de altsaxofonist die in 1951 aan het pianotrio van Dave Brubeck werd toegevoegd en daar bleef tot 1967. En klarinettist Bill Smith is een oude studiemakker van Bru beck, met wie hij de laatste jaren weer op de planken staat. Altsaxofonist Paul Desmond, die het belangrijkste bestanddeel het Dave Brubeck Quartet, dat z tien jaar in bijna ongewijzigde leed twee jaar later. Onder de naam Two Generations stond de pianist aan het eind menstelling bleef bestaan. Toen jaren'70 op de planken met zijn drie Deshiond het kwartet Darius op synthesizer jaar trouwe dienst verliet, werd zijn keyboards, Chris op basgitaar plaats een tijdje ingenomen door trombone en zoon Dan op drums, i- baritonsaxofonist Gerry Mulligan. Aan musiceren in gezinsverband is reünie inmiddels een eind gekomen. De dan e Brubecks hebben hun eigen bands. plaat leverde dat niet op. Met twee Vanaf 1982 pakte de pianist de draad met klarinettist Bill Smith weer op. Het Dave Brubeck Quartet bestaat de laatste jaren naast Smith de leider uit bassist Jack Six en Brubecks nazaten in de ritme sectie, speelden ze op een cruise op het schip S.S. Rotterdam. De her eniging inspireerde de heren zoda nig dat ze eenmaal aan wal besloten drummer Randy Jones, de plaat Duets op te nemen. Niet ge hinderd door bassisten of drum mers leverden Brubeck en Des- mond een van hun mooiste voor beelden van muzikale king. Dave Brubeck Quartet met Me tropole Orkest o.l.v. Russell Gloyd: 12/11 in Theater Carré in Amsterdam, 15/11 in De Doelen in Rotterdam, 16/11 in Schouwburg Desmond zei daar over: „Ik kon Casino in Den Bosch en 17/11 in een volkomen akkoordvreemde Schouwburg De Maagd in Bergen toon blazen en dan wist Dave daar °P Zoom; Dave Brubeck Quartet: 'Cymbeline' van William Shakespeare door het Noordelijk Theater De Voorziening. Re gie: Pol Deherl. Met: Mark Verstraete, Lie- ke-Rosa Altink, Bram Bart, Rosemarie Bergmans en anderen. Vertaling: Benno LEIDEN - Een koning, een konin gin, een prinses, haar niet-ko- ninklijke echtgenoot en een afge wezen prins. Dat zijn een paar van de hoofdpersonages in het in ons land niet vaak gespeelde 'Cymbe line'. De prinses is tegen de wil van haar vader en stiefmoeder ge huwd met Posthumus Leonatus, die dan ook verbannen wordt. Met haar intrigespel hoopt de stiefmoeder namelijk haar eigen zoon uit een eerder huwelijk aan de prinses te kunnen koppelen om hem aldus tot troonopvolger te maken. Deze zoon heet Cloten, en ook al zijn triviale grappen over eigen namen principieel uit den boze - in de voorstelling door De Voor ziening uit Groningen gaat het overvloedig gebruik van die be wuste naam op den duur op je lachspieren werken. Dat wordt trouwens in sterke mate door de voorstelling bewust uitgelokt. Niet voor niets wordt Cloten aan het begin van het stuk in zijn blo te niks ten tonele gevoerd: hoes tend, proestend, scheldend en winden latend. Een zelfde soort postmodernis tische mafheid keert met zekere regelmaat tijdens de voorstelling terug. Het hofleven van de koning contrasteert met het natuurlijke landleven, waar zijn twee verlo ren gewaande zonen zich bevin den na te zijn gekidnapped. De één wordt hier als nobele wilde gespeeld die die onmogelijke Clo ten letterlijk een kopje kleiner maakt. En zijn broer is een Jan Hen die voor roverhoofdmanne tje speelt. Er wordt dus zelfs niet eens een poging gedaan om deze scènes enigzins geloofwaardig te maken. De drijfveren van mensen kun nen wel eens weinig verheffend zijn, en dat wordt hier in al zijn ontluistering getoond. De regis seur kiest daarbij niet voor sub tiele vondsten, maar zet meteen grof geschut in. Vaak blijkt dat te werken, al is een enkele keer de geldingsdrang van de regisseur te groot geweest. Wanneer bijvoor beeld de Romeinen Britannië binnenvallen (het stuk speelt on geveer aan het begin van onze jaartelling), dan valt er plotseling een enorme partij damesschoe nen uit de toneeltoren. Vast en ze ker symbool voor alle slachtoffers van deze oorlog, maar als theater- effect te gemakkelijk en vrijblij vend. De speelstijl, die aanleunt te gen wat al weer enige tijd bekend staat onder de naam 'hilarische speelstijl', laat je afstandelijk gniffelen om al dat menselijk ge doe. Zelfs de eind goed, al goed afloop laat weinig illusies heel. Zo hebben de prinses en haar echtge noot de liefdestest dan wel door staan, maar lijken door alle ge beurtenissen zelf nog maar wei nig te geloven in 'zij leefden nog lang....' Die tegendraadse romme ligheid in deze enscènering houdt de aandacht voor dit ruim drie uur durend stuk vast, maar doet uiteindelijk toch te geforceerd aan om er echt enthousiast voor te worden. WIJNAND ZEILSTRA Nominaties biografie-prijs i de begeleiding zo'n wending a 13/11 Cultureel Centrum Sittard. DORDRECHT (GPD) - De Dordt- se Academie heeft de eerste twee nominaties voor haar Nationale Biografieprijs bekendgemaakt. De genomineerde auteurs zijn Jan Fon- tijn (Tweespalt, het leven van Fre- derik van Eeden tot 1901) en Gerard Mulder/Paul Koedijk (H.M. van Randwijk, een biografie). De Dordtse Academie volgt hier mee het advies van een jury be staande uit Ton Anbeek van der Meiden, Emma Brunt, Jan Eijkel- boom, Harry Poeze en Harry G.M. Prick. De prijs, groot f25.000 wordt pas in oktober 1991 officieel toege kend. Dan zullen ook de aanvullen de nominaties bekend zijn. De jury betrekt in haar oordeel de biografieën die sinds januari 1988 verschenen zijn. In de eerste ronde werden onder meer de werken over Gerrit Achterberg (Wim Hazeu), dr. Johan Brouwer (Henrichs), P.A. Daum (Termorshuizen) en Annie Romein (Angenies Brandenburg) in de overwegingen betrokken. Naast de prijs kunnen ook eervolle ver meldingen worden gegeven. De Dordtse Academie beijvert zich, on der voorzitterschap van Martin Ros, speciaal voor de bevordering van de levensbeschrijving als letterkundig genre in het Nederlandse taalge bied. De tweejaarlijkse prijs is slechts een van de activiteiten; er worden ook symposia, lezingen en financiële initiatieven uitgewerkt. De biografie van Henk van Rand wijk, geschreven door de Vrij Ne derland-medewerkers Mulder en Koedijk, verscheen in 1988 bij Nijgh en Van Ditmar. Het boek behandelt leven en werken van de aanvanke lijk christelijk, later radicaal-socia listisch georienteerde onderwijzer, schrijver, journalist, verzetsman en politicus Van Randwijk. De jury spreekt van een 'met kolossale vaart' geschreven boek en verwerpt de bezwaren (de verschijning leidde zelfs tot een rel vanwege de ver meende vooringenomenheid van de auteurs) die hier en daar zijn geuit. De jury deelt de detailkritiek op de stijl en het ontbreken van een tijdta fel en een omvattender register. Het genomineerde werk van Jan Fontijn over een deel van het leven van de schrijver, sociaal hervormer en activist Frederik van Eeden ver scheen in 1990 bij Querido als lees editie van een proefschrift dat eer der diende aan de Universiteit van Nijmegen. De jury noemt de keuze 'onbetwist' en acht het boek een 'overtuigende synthese'. Het rapport: "De biograaf kan het raadselachtige doorlichten en door zien en derhalve tot een conclusie en een onvergruizeld beeld komen. Fontijn doet dit ook door de lezer vernuftig binnen te voeren in een bouwwerk dat steeds weer nieuwe plekjes met uitzichten blijkt te be zitten". Dagwerk speelt stuk van Havel AMSTERDAM (ANP) - De toneel groep Dagwerk speelt van 13 tot en met 18 november in de Bovenzaal van de Stadsschouwburg in Am sterdam 'Largo Desolato' van de Tjechische toneelschrijver en presi dent Vaclav Havel. De hoofdpersoon in dit uit 1984 daterende stuk is de dissident Leo pold Netelmans, een filosoof en schrijver. Hij leeft in verlammende onzekerheid omdat hij elk moment gearresteerd kan worden. Zijn vrouw vindt hem een lafaard, vrien den en arbeiders proberen hem tot daden aan te zetten en zijn vriendin wil zijn emotionele blokkade door breken. Netelmans blijft echter op alle fronten een gevangene van zijn eigen onzekerheid. Brandt Corstius begint Albert Verwey-lezingen LEIDEN De schrijver Hugo Brandt Corstius houdt morgen avond in de Pieterskerk de eerste van drie Albert Verwey-lezingen over Multatuli (pseudoniem van E. Douwes Dekker). De eerste lezing is getiteld 'Hoe kan fictie waarheid overbrengen?' en gaat over Multa- tuli's Minnebrieven uit 1861. Vol gende week vrijdag spreekt Brandt Corstius onder de titel 'Biografie als levensvorm' over het leven van Multatuli tussen 1861 en 1873. Zijn laatste lezing 'Speler en schrijver' houdt hij op 23 november. Dan komt Multatuli's Miljoenenstudiën uit 1873 aan bod. De lezingen be ginnen om 19.45. Brandt Corstius (55) is dit najaar als gastschrijver verbonden aan de faculteit der letteren van de Leidse üniversiteit. Eerder was hij 'writer in residence' aan de universiteit van Austin in Texas. Tot de taken van de Leidse gastschrijver behoort het geven van colleges. Daarnaast houdt hij een aantal openbare lezin gen. Eerdere gastschrijvers die in de Pieterskerk spraken, waren Ge rard Reve, Frans Kellendonk, An dreas Burnier en Maarten 't Hart. Hugo Brandt Corstius, gepromo veerd wiskundige, bereidt een bio grafie voor over Multatuli (1820- 1889), de schrijver van 'Woutertje Pieterse' en 'Max Havelaar'. De grootste bekendheid geniet Brandt Corstius echter als columnist. Daar voor bediende en bedient hij zich van pseudoniemen als Raoul Chap- kis, Piet Grijs, Battus, Jan Eter en Stoker. Ook de Volkskrant-co lumns van Maaike'Helder worden aan hem toegeschreven. Van zijn Hugo Brandt Corstius. (fotoANP) wiskundige en tegelijk speelse be langstelling voor taal getuigt Brandt Corstius' belangrijkste werk 'Opperlandse taal- en letterkunde'. Talloze columns van zijn hand wer den gebundeld in boeken als 'De Encyclopedie', 'Piet Grijs is gek', 'honderd...Ik kom!', 'Vrijdag? Dit moet cultuur zijn!' en 'Een kettertje verschik'. Brandt Corstius raakte vijf jaar geleden in opspraak. Toenmalig WVC-minister Brinkman weigerde in 1985 de jury te volgen, die Brandt Corstius de P.C. Hooftprijs voor be schouwend proza wilde geven. Zijn werk, vaak ook over politiek, zou te kwetsend zijn. De P.C. Hooftprijs werd naar aanleiding van de affaire geschrapt uit de rij staatsprijzen en in een stichting ondergebracht. Daarop kon alsnog toekenning van de prijs aan Brandt Corstius volgen. Kaarten voor de gratis toegan kelijke lezingen zijn verkrijgbaar bij het Bureau Faculteit der Let teren, Cleveringaplaats 1, kamer 303a (ma.-vr. 15.00-17.00) en voor de tweede en derde lezing ook volgende week 's ochtend op de Vakgroep Nederlands der Rijks universiteit, P.N. van Eyckhof 1, Leiden (ma.-do. 9.00 - 12.00). Voorstelling: Les Liaisons Dangereuses van Christopher Hampton. Groep: Royal Shake speare Company. Gezien: 6 nov. Rotter damse Schouwburg, aldaar t.m. zo. 11 nov. ROTTERDAM Waarom doet markiezin de Merteuil toch zo sterk aan Margaret Thatcher den ken? Door de welig blonde 18de eeuwse pruik kan het niet komen, en bij een verhaal vol bandeloze sexuele spelletjes denk je nu ook niet bepaald als eerste aan de iron lady. Het moet dus wel de wijze zijn waarop de Engelse actrice Emma Piper deze rol in Christop her Hamptons toneelstuk Les Li aisons Dangereuses invult: Met een niet weg te branden glimlach, en een donker gekleurd zeer Brits stemgeluid dat de zinnen behendig voortstuwt, alsof er een slalom mee moet worden gewon- De uiterlijke overeenkomst ligt er niet dik op, en misschien is hij zelfs niet eens door de regisseur van de Royal Shakespeare Com pany bewust gezocht, maar hij maakt wel dat je met wat andere oren naar de tekst luistert. Zo ver telt de markiezin dat ze al vroeg begreep dat mannen alle troeven in handen hebben. Daarom be sloot zij de kunst van het vuile spel onder te knie te krijgen. „Ik heb altijd geweten dat het mijn missie is jouw sexe te overheer sen, en de mijne te wreken", ladt ze aan bondgenoot Valmont ont vallen. Goh, denk je dan: Zou dat mis schien de reden zijn waarom Thatcher zo bikkelhard politiek bedrijft.. Moet zij misschien ook zo nodig bewijzen dat ze de man- nenheerschappij de baas kan? Hoe dubieus en onjuist deze spe culatie misschien ook is, hij zorgt er wel voor dat het literaire ge- dachtengoed van Choderlos de Laclos op zijn gelijknamige brievenroman uit plusminus 1780 is het stuk gebaseerd een actu ele betekenis krijgt. Hét belangrijkste zetstuk van de Markiezin bij haar machtstrijd op dit sexuele schaakbord is de burggraaf Valmont. Zij laat hem harten breken, en reputaties ver nietigen. De Valmont die Pip Mil ler speelt, zou een wat oudere, over het paard getilde popster kunnen zijn. De vleierijen komen er routineus uit, duidelijk geac teerd en dan nog zonder veel lust ook. Het is alsof hij er om vraagt ontmaskerd te worden, maar neen: zelfs Madame de Tourvel, het toonbeeld van deugzaamheid, kijkt niet verder dan het dunne gordijn van verveelde versier kunst dat hij optrekt. Voor wie de film koestert, die Stephen Frears naar aanleiding van het succes van deze Engelse voorstelling heeft gemaakt: het acteren van de Royal Shake speare Compagnie is toneelmati ger, maar tegelijk van zo'n groot typisch Brits vakmanschap, dat je toch weer in de ban raakt van Les Liaisons Dangereuses. Wat klinken de roddels toch sierlijk en adrem uit de monden van deze spelers. Daarmee openbaart zich een hele traditie in het spelen van Oscar Wildes en Noël Cowards. Tegen de oogverblindende kos- Kate Dyson als Madame de Volanges, Leigh Funnell als Cecil en Emma Piper spelen vuige spelletjes. tuums en, lokaties uit de filmver sie kan de voorstelling natuurlijk niet op. En dat wordt dan ook niet geprobeerd. Het toneelbeeld van grote houten kamerschermen is in combinatie met de kostuums lichte stoffen een toonbeeld smaakvolle eenvoud. ERIC VAN DER VELDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 21