Brubeck klassiek geschoold musicus
Margaret Thatcher duikt op in Les Liaisons Dangereuses
Bewondering als artistieke handicap
Bijna 70-jarige pianist voor tournee naar Nederland
'Cymbeline' te geforceerd
om er echt van te genieten
Jury vindt: 'Van Randwijk in
kolossale vaart geschreven'
DONDERDAG 8 NOVEMBER 1990
KUNST
PAGINA 21
Voorstelling: 'Mozart' door Stu
dio Peer. Regie en tekst: Henri
Overduin. Spel: Fred Delfgaauw.
Decor: Laura de Josselin de Jong.
Gezien: gisteravond in het Lak-
theater in Leiden.
LEIDEN Poppen kun je de ob
jecten waarmee Fred Delfgaauw
van Studio Peer werkt niet echt
noemen. Het zijn 'aanzetten tot
poppen'. Ze bestaan alleen uit een
wat voddig hoofd met karakteris
tieke trekken, die net als bij de se
rie 'Spitting Image' tot in het ex
treme zijn aangezet. Delfgaauw
weet ze trefzeker tot leven te wek
ken. Na afloop van zijn voorstel
ling 'Mozart', gisteravond in het
LAK-theater, bleef het rare ge
voel dat niet één man deze pro-
duktie op de planken had ge
bracht maar een behoorlijk grote
cast met prima acteurs. Het ver
moeden rijst dat Delfgaauw zelfs
van een dweil een koningin zou
weten te maken.
'Mozart' is een mengeling van
poppentheater en toneelspel. Het
gaat in dit stuk om de geschiede
nis van Salieri (1750-1825), com
ponist met een veertigtal compo
sities op zijn naam, hofkapel-
meester aan het keizerlijk hof te
Wenen en ooit gekenschetst als
de opvolger van Gluck.
Maar Salieri is meer berucht
dan beroemd geworden. Hij is de
geschiedenis ingegaan als de
Studio Peer over verhouding Mozart-Salieri
componist die Mozart, 'het troe
telkind van de geschiedenis', een
dodelijk vergif heeft toegediend.
Het motief voor zijn daad zou ja
loezie. zijn geweest. Fred Delf
gaauw probeert Salieri.in dit stuk
te rehabiliteren.
Wie de film 'Amadeus' van
Mi los Forman heeft gezien zal
zich Salieri herinneren. Hij wordt
daarin afgeschilderd als een ver
bitterd man die Mozart steeds
meer begint te haten. Dramatisch
gezien doet zoiets het natuurlijk
wel. Maar echt fantasievol is het
niet. Geef mij Delfgaauw maar,
die Salieri zoveel jaar na dato op
bewonderenswaardige wijze tot
leven brengt, een heel andere Sa
lieri dan die wij uit 'Amadeus'
kennen. De rode draad die door
dit stuk heen loopt: het zijn
slechts vuige roddels en intriges
geweest die ertoe hebben geleid
dat Salieri voortleeft als de moor
denaar van Mozart.
Aan een soort vleugel waarop
wolken zijn geschilderd, een
vleugel die verschillende poppen
blijkt te herbergen, doet Salieri
ons van gene zijde zijn verhaal.
Hij is verbitterd door de 'aan
klacht' en laat enkele poppen a
décharge opdraven. Bijvoorbeeld
zijn biograaf Von Mosel, de enige
die volgens hem de waarheid
heeft neergeschreven. Delfgaauw
zet deze sympathieke, met een
adellijke tongval sprekende, heer
met liefde neer. Het is de pop
waar hij een zwak voor heeft. Dat
blijkt uit de kleinste gebaren die
Delfgauw maakt, onder meer uit
het fatsoeneren van het grijze
haar van Von Mosel. Het treurige
rubberen gezicht van de biograaf
spreekt intussen boekdelen: hij
werd door de mensen niet ge
loofd. Ze vonden de waarheid
maar saai. Nee, de grootheid van
Mozart zou veel meer reliëf hou
den als hij was vermoord door Sa
lieri.
De dood van Mozart heeft aan
leiding gegeven tot de merkwaar
digste geschriften. Dat illustreert
Delfgaauw aan de hand van een
kostelijk personage, de filosofe
Mathilde Ludendorff. Ook zij
heeft Salieri verdedigd. Haar stel
ling: niet Salieri heeft Mozart ver
moord, nee, dat hebben de joden
gedaan. Was er immers niet één
groot joods complot in die tijd in
Wenen? De huichelachtige mi
miek en de kakkerige stem die de
acteur deze trut meegeeft, wer
ken sterk op de lachspieren. Als
haar antisemitische praatjes hem
teveel worden, rukt hij haar de
neus en haren af.
Met wat simpele attributen, zijn
eigen persoon, een groot arsenaal
aan stemmen en veel humor,
roept Delfgaauw een tijdperk op
waarin de adel het voor het zeg
gen had. Een eeuw vol schoon
heid, maar ook een eeuw waarin
onder het blanketsel de waarheid
naar adem hapte. De prachtige,
zuivere muziek van Mozart die af
en toe opklinkt, contrasteert in
hoge mate met de intriges en rod-
delarij waarover Salieri ons ver
telt.
Al aan het begin van deze voor
stelling geeft Delfgaauw de toe
schouwers het gevoel dat zij in
een geheim worden betrokken.
De tijdskloof overbrugt hij op hu
moristische wijze. "Dat", zo zegt
hij tegen zijn vriend Von Mosel,
wijzend op het publiek in de zaal,
"zijn de mensen die na ons zijn
gekomen, wat zien ze er armoedig
uit".
Indrukwekkend is de scène na
de pauze, waarin hij zich samen
met Von Mosel zet aan het com
poneren van een lied dat triom
fantelijk en treurig tegelijk moet
zijn. Het is een krachttoer op to
neelgebied. Delfgaauw moet zich
uitermate goed hebben verdiept
in de techniek van het compone-
Mosel noteert wat Salieri hem
voorzingt. Maar geen compositie
is goed genoeg, dan weer is-ie te
vrolijk, dan weer te krijgshaftig.
Tot er ineens een wonderschoon
muziekstuk hoorbaar wordt.
Maar jammer, terwijl de tonen er
van aanzwellen moet Salieri zich
zelf ontroerd bekennen dat het
van Mozart is. 'Niet ik heb Mozart
vergiftigd, nee, Mozart heeft mij
vergiftigd. En wel met de schoon
heid van zijn muziek', zo is zijn
conclusie. Die muziek is Salieri
telkens maar door het hoofd blij
ven spelen, belette hem iets te
maken dat anders en nog groter
was dan de composities van Mo
zart. Ziehier het echec van de
kunstenaar die moet bekennen
dat zijn collega - hoe bitter! - met
meer talent is begiftigd. Salieri's
laatste woorden: 'Laten ze verge
ten wie ik was, maar ook vergeten
wie ik niét was'. Het is de bewon
dering die Salieri parten heeft ge
speeld, niet de jaloezie.
CEES VAN HOORE
ENSCHEDE - Op 6 decem
ber hoopt hij zijn zeventigste
verjaardag te vieren. Maar
voor het zover is, maakt pia
nist Dave Brubeck met zijn
kwartet een 70th Birthday
Anniversary Tour. Van 12
tot en met 17 november is hij
in ons land voor vijf concer
ten, waarvan vier met het
Metropole Orkest.
Vroeger had je dat wel vaker, een
jazzmusicus, die een hit scoorde.
Maar een grotere jazzhit dan 'Take
Five' van het Dave Brubeck Quartet
is er nooit geweest. In januari 1962
belandde de Amerikaanse pianist in
de Nederlandse Top veertig om er
pas na zeven maanden weer uit fê
verdwijnen. Bijna acht jaar later
werd het nummer opnieuw op een
single uitgebracht. En weer haalde
Brubeck hoge verkoopcijfers.
'Take Five'is een stuk dat met de
beste wil van de wereld niet is na te
fluiten, en ook nog in een voor de
meeste mensen niet mee te klappen
maatsoort i (vijfkwarts). Brubeck
wordt tot op de dag van vandaag ge
associeerd met 'Take Five', alhoe
wel het een voorname rol van drum
mer Joe Morello en slechts een heel
bescheiden rolletje van pianist Bru
beck zelf bevat. Bovendien is de
compositie van altsaxofonist Paul
Desmond. Als de pianist een con
cert geeft, dan is dat het stuk waar
de zaal op zit te wachten.
Dave Brubeck heeft een heel
groot publiek. Want niet alleen zijn
singles werden goed verkocht, ook
zijn elpees zijn 'millionsellers'.
Maar hoe groot het aantal Brubeck-
liefhebbers ook is, de critici zijn al
tijd sceptisch geweest. Als de fans
hun held roemden om het gebruik
van ingewikkelde maatsoorten, ter
wijl ze thuis vergeefs hadden gepro
beerd 'Unsquare Dance' (zeven
kwarts maat) mee te klappen, von
den de critici dat de pianist op een
ljouterige manier gebruik maakte
Van maatsoorten, waar Max Roach
al veel eerder veel leukere dingen
mee deed.
Ongebruikelijke maatsoorten zijn
het handelsmerk van Dave Bru
beck. Op de plaat 'Time Further
Out', de opvolger van zijn bekend
ste elpee 'Time Out' schreef de pla
tenmaatschappij voorop de hoes,
behalve alle titels, ook de maatsoor
ten, keurig gerangschikt. Een musi
coloog was er niet voor ingehuurd,
want boven deze opsomming stond
vet onderstreept: 'Titles and
tempo's'. Er was niet bij nagedacht
dat een maatsoort in principe niets
zegt over het tempo waarin deze
wordt uitgevoerd.
De sceptische benadering van de
critici lag achteraf niet eens zozeer
aan het gestoei met maatsoorten, als
wel aan het verleden van de pianist.
Terwijl het in deze tijd een geaccep
teerd verschijnsel is dat een jazzmu
sicus een klassieke scholing heeft,
was dat in de jaren vijftig en zestig
heel anders. Klassieke achtergron
den waren verdacht. Een jazzmusi
cus hoorde in die tijd met een (liefst
overleden) jazzheld als voornaam
ste inspiratiebron autodidact te
zijn.
Daar zat Brubecks fout. Hij was
.klassiek geschoold. Hij had boven
dien na zijn studie bij Darius Mil-
haud, lessen gevolgd van Arnold
Schoenberg, een van de grootste
vernieuwers op het gebied van de
gecomponeerde Europese muziek.
Terwijl dat voor jazzmusici in deze
tijd zou gelden als een aanbeveling,
werd Brubeck er door de critici om
verguisd. Niet door collegamusici
overigens. Een van de toonaange
vende pianisten van de eigentijdse
jazz, Cecil Taylor, noemde Brubeck
'een heel inspirende pianopersoon
lijkheid'. Ook saxofonist Anthony
Braxton is vol lof over de manier
waarop Dave Brubeck aan het eind
van de jaren veertig voor zijn jazzoc-
tet schrijft, en neemt een plaat met
hem op. Misha Mengelberg noemt
Brubeck iemand die 'leuk kan im
proviseren'. Terwijl zijn composi
ties 'In Your Own Sweet Way' en
'The Duke' onmiddellijk door jazz-
coryfeën als Miles Davis, Bill
Evans, Wes Montgomery, Phil
Woods en Chet Baker op het re'per-
toire zijn gezet.
Achtergrond
Terugkijkend op de carrière van
Dave Brubeck, kan men stellen dat
hij door zijn achtergrond juist be
langrijk is geweest voor de jazzge
schiedenis. Hij introduceerde be
grippen in de jazz, die tot dan toe al
leen aan de klassieke gecomponeer
de muziek waren voorbehouden.
Door Brubeck doken in de jazz ter
men op als contrapunt, atonaliteit
en fuga.
Het Dave Brubeck kwartet met v.l.
David Warren Brubeck werd op 6
december 1920 geboren in Concord
Californië. Dat hij de muziek in zou
gaan was wel duidelijk, want de om
standigheden waren optimaal. Zijn
moeder was pianiste en zijn twee
broers waren muziekleraar. De eer
ste pianolessen kreeg de kleine Da
ve op z'n vierde al van zijn moeder.
En als negenjarige kreeg de jonge
Brubeck cellolessen. Op z'
tiende jaar was hij in zijn
plaats al een bekende verschijning,
als pianist dook hij op in diverse re
gionale bandjes, van hillbilly tot
dixieland en swing.
Tijdens zijn studie had Brubeck
allerlei eigen orkesten. In 1946 be
gon hij een octet, waarmee driejaar
later opnamen werden gemaakt.
Daarin vallen twee namen op: Paul
Desmond en Bill Smith. Desmond
is de altsaxofonist die in 1951 aan
het pianotrio van Dave Brubeck
werd toegevoegd en daar bleef tot
1967. En klarinettist Bill Smith is
een oude studiemakker van Bru
beck, met wie hij de laatste jaren
weer op de planken staat.
Altsaxofonist Paul Desmond, die
het belangrijkste bestanddeel
het Dave Brubeck Quartet, dat z
tien jaar in bijna ongewijzigde
leed twee jaar later.
Onder de naam Two Generations
stond de pianist aan het eind
menstelling bleef bestaan. Toen jaren'70 op de planken met zijn drie
Deshiond het kwartet
Darius op synthesizer
jaar trouwe dienst verliet, werd zijn keyboards, Chris op basgitaar
plaats een tijdje ingenomen door trombone en zoon Dan op drums,
i- baritonsaxofonist Gerry Mulligan. Aan musiceren in gezinsverband is
reünie inmiddels een eind gekomen. De
dan e
Brubecks hebben hun eigen bands.
plaat leverde dat niet op. Met twee Vanaf 1982 pakte de pianist de
draad met klarinettist Bill Smith
weer op. Het Dave Brubeck Quartet
bestaat de laatste jaren naast Smith
de leider uit bassist Jack Six en
Brubecks nazaten in de ritme
sectie, speelden ze op een cruise op
het schip S.S. Rotterdam. De her
eniging inspireerde de heren zoda
nig dat ze eenmaal aan wal besloten drummer Randy Jones,
de plaat Duets op te nemen. Niet ge
hinderd door bassisten of drum
mers leverden Brubeck en Des-
mond een van hun mooiste voor
beelden van muzikale
king.
Dave Brubeck Quartet met Me
tropole Orkest o.l.v. Russell
Gloyd: 12/11 in Theater Carré in
Amsterdam, 15/11 in De Doelen in
Rotterdam, 16/11 in Schouwburg
Desmond zei daar over: „Ik kon Casino in Den Bosch en 17/11 in
een volkomen akkoordvreemde Schouwburg De Maagd in Bergen
toon blazen en dan wist Dave daar °P Zoom; Dave Brubeck Quartet:
'Cymbeline' van William Shakespeare door
het Noordelijk Theater De Voorziening. Re
gie: Pol Deherl. Met: Mark Verstraete, Lie-
ke-Rosa Altink, Bram Bart, Rosemarie
Bergmans en anderen. Vertaling: Benno
LEIDEN - Een koning, een konin
gin, een prinses, haar niet-ko-
ninklijke echtgenoot en een afge
wezen prins. Dat zijn een paar van
de hoofdpersonages in het in ons
land niet vaak gespeelde 'Cymbe
line'. De prinses is tegen de wil
van haar vader en stiefmoeder ge
huwd met Posthumus Leonatus,
die dan ook verbannen wordt.
Met haar intrigespel hoopt de
stiefmoeder namelijk haar eigen
zoon uit een eerder huwelijk aan
de prinses te kunnen koppelen
om hem aldus tot troonopvolger
te maken.
Deze zoon heet Cloten, en ook
al zijn triviale grappen over eigen
namen principieel uit den boze -
in de voorstelling door De Voor
ziening uit Groningen gaat het
overvloedig gebruik van die be
wuste naam op den duur op je
lachspieren werken. Dat wordt
trouwens in sterke mate door de
voorstelling bewust uitgelokt.
Niet voor niets wordt Cloten aan
het begin van het stuk in zijn blo
te niks ten tonele gevoerd: hoes
tend, proestend, scheldend en
winden latend.
Een zelfde soort postmodernis
tische mafheid keert met zekere
regelmaat tijdens de voorstelling
terug. Het hofleven van de koning
contrasteert met het natuurlijke
landleven, waar zijn twee verlo
ren gewaande zonen zich bevin
den na te zijn gekidnapped. De
één wordt hier als nobele wilde
gespeeld die die onmogelijke Clo
ten letterlijk een kopje kleiner
maakt. En zijn broer is een Jan
Hen die voor roverhoofdmanne
tje speelt. Er wordt dus zelfs niet
eens een poging gedaan om deze
scènes enigzins geloofwaardig te
maken.
De drijfveren van mensen kun
nen wel eens weinig verheffend
zijn, en dat wordt hier in al zijn
ontluistering getoond. De regis
seur kiest daarbij niet voor sub
tiele vondsten, maar zet meteen
grof geschut in. Vaak blijkt dat te
werken, al is een enkele keer de
geldingsdrang van de regisseur te
groot geweest. Wanneer bijvoor
beeld de Romeinen Britannië
binnenvallen (het stuk speelt on
geveer aan het begin van onze
jaartelling), dan valt er plotseling
een enorme partij damesschoe
nen uit de toneeltoren. Vast en ze
ker symbool voor alle slachtoffers
van deze oorlog, maar als theater-
effect te gemakkelijk en vrijblij
vend.
De speelstijl, die aanleunt te
gen wat al weer enige tijd bekend
staat onder de naam 'hilarische
speelstijl', laat je afstandelijk
gniffelen om al dat menselijk ge
doe. Zelfs de eind goed, al goed
afloop laat weinig illusies heel. Zo
hebben de prinses en haar echtge
noot de liefdestest dan wel door
staan, maar lijken door alle ge
beurtenissen zelf nog maar wei
nig te geloven in 'zij leefden nog
lang....' Die tegendraadse romme
ligheid in deze enscènering houdt
de aandacht voor dit ruim drie
uur durend stuk vast, maar doet
uiteindelijk toch te geforceerd
aan om er echt enthousiast voor
te worden.
WIJNAND ZEILSTRA
Nominaties biografie-prijs
i de begeleiding zo'n wending a
13/11 Cultureel Centrum Sittard.
DORDRECHT (GPD) - De Dordt-
se Academie heeft de eerste twee
nominaties voor haar Nationale
Biografieprijs bekendgemaakt. De
genomineerde auteurs zijn Jan Fon-
tijn (Tweespalt, het leven van Fre-
derik van Eeden tot 1901) en Gerard
Mulder/Paul Koedijk (H.M. van
Randwijk, een biografie).
De Dordtse Academie volgt hier
mee het advies van een jury be
staande uit Ton Anbeek van der
Meiden, Emma Brunt, Jan Eijkel-
boom, Harry Poeze en Harry G.M.
Prick. De prijs, groot f25.000 wordt
pas in oktober 1991 officieel toege
kend. Dan zullen ook de aanvullen
de nominaties bekend zijn.
De jury betrekt in haar oordeel de
biografieën die sinds januari 1988
verschenen zijn. In de eerste ronde
werden onder meer de werken over
Gerrit Achterberg (Wim Hazeu), dr.
Johan Brouwer (Henrichs), P.A.
Daum (Termorshuizen) en Annie
Romein (Angenies Brandenburg) in
de overwegingen betrokken. Naast
de prijs kunnen ook eervolle ver
meldingen worden gegeven. De
Dordtse Academie beijvert zich, on
der voorzitterschap van Martin Ros,
speciaal voor de bevordering van de
levensbeschrijving als letterkundig
genre in het Nederlandse taalge
bied. De tweejaarlijkse prijs is
slechts een van de activiteiten; er
worden ook symposia, lezingen en
financiële initiatieven uitgewerkt.
De biografie van Henk van Rand
wijk, geschreven door de Vrij Ne
derland-medewerkers Mulder en
Koedijk, verscheen in 1988 bij Nijgh
en Van Ditmar. Het boek behandelt
leven en werken van de aanvanke
lijk christelijk, later radicaal-socia
listisch georienteerde onderwijzer,
schrijver, journalist, verzetsman en
politicus Van Randwijk. De jury
spreekt van een 'met kolossale
vaart' geschreven boek en verwerpt
de bezwaren (de verschijning leidde
zelfs tot een rel vanwege de ver
meende vooringenomenheid van de
auteurs) die hier en daar zijn geuit.
De jury deelt de detailkritiek op de
stijl en het ontbreken van een tijdta
fel en een omvattender register.
Het genomineerde werk van Jan
Fontijn over een deel van het leven
van de schrijver, sociaal hervormer
en activist Frederik van Eeden ver
scheen in 1990 bij Querido als lees
editie van een proefschrift dat eer
der diende aan de Universiteit van
Nijmegen. De jury noemt de keuze
'onbetwist' en acht het boek een
'overtuigende synthese'.
Het rapport: "De biograaf kan het
raadselachtige doorlichten en door
zien en derhalve tot een conclusie
en een onvergruizeld beeld komen.
Fontijn doet dit ook door de lezer
vernuftig binnen te voeren in een
bouwwerk dat steeds weer nieuwe
plekjes met uitzichten blijkt te be
zitten".
Dagwerk speelt
stuk van Havel
AMSTERDAM (ANP) - De toneel
groep Dagwerk speelt van 13 tot en
met 18 november in de Bovenzaal
van de Stadsschouwburg in Am
sterdam 'Largo Desolato' van de
Tjechische toneelschrijver en presi
dent Vaclav Havel.
De hoofdpersoon in dit uit 1984
daterende stuk is de dissident Leo
pold Netelmans, een filosoof en
schrijver. Hij leeft in verlammende
onzekerheid omdat hij elk moment
gearresteerd kan worden. Zijn
vrouw vindt hem een lafaard, vrien
den en arbeiders proberen hem tot
daden aan te zetten en zijn vriendin
wil zijn emotionele blokkade door
breken. Netelmans blijft echter op
alle fronten een gevangene van zijn
eigen onzekerheid.
Brandt Corstius
begint Albert
Verwey-lezingen
LEIDEN De schrijver Hugo
Brandt Corstius houdt morgen
avond in de Pieterskerk de eerste
van drie Albert Verwey-lezingen
over Multatuli (pseudoniem van E.
Douwes Dekker). De eerste lezing is
getiteld 'Hoe kan fictie waarheid
overbrengen?' en gaat over Multa-
tuli's Minnebrieven uit 1861. Vol
gende week vrijdag spreekt Brandt
Corstius onder de titel 'Biografie als
levensvorm' over het leven van
Multatuli tussen 1861 en 1873. Zijn
laatste lezing 'Speler en schrijver'
houdt hij op 23 november. Dan
komt Multatuli's Miljoenenstudiën
uit 1873 aan bod. De lezingen be
ginnen om 19.45.
Brandt Corstius (55) is dit najaar
als gastschrijver verbonden aan de
faculteit der letteren van de Leidse
üniversiteit. Eerder was hij 'writer
in residence' aan de universiteit van
Austin in Texas. Tot de taken van
de Leidse gastschrijver behoort het
geven van colleges. Daarnaast
houdt hij een aantal openbare lezin
gen. Eerdere gastschrijvers die in
de Pieterskerk spraken, waren Ge
rard Reve, Frans Kellendonk, An
dreas Burnier en Maarten 't Hart.
Hugo Brandt Corstius, gepromo
veerd wiskundige, bereidt een bio
grafie voor over Multatuli (1820-
1889), de schrijver van 'Woutertje
Pieterse' en 'Max Havelaar'. De
grootste bekendheid geniet Brandt
Corstius echter als columnist. Daar
voor bediende en bedient hij zich
van pseudoniemen als Raoul Chap-
kis, Piet Grijs, Battus, Jan Eter en
Stoker. Ook de Volkskrant-co
lumns van Maaike'Helder worden
aan hem toegeschreven. Van zijn
Hugo Brandt Corstius. (fotoANP)
wiskundige en tegelijk speelse be
langstelling voor taal getuigt
Brandt Corstius' belangrijkste werk
'Opperlandse taal- en letterkunde'.
Talloze columns van zijn hand wer
den gebundeld in boeken als 'De
Encyclopedie', 'Piet Grijs is gek',
'honderd...Ik kom!', 'Vrijdag? Dit
moet cultuur zijn!' en 'Een kettertje
verschik'.
Brandt Corstius raakte vijf jaar
geleden in opspraak. Toenmalig
WVC-minister Brinkman weigerde
in 1985 de jury te volgen, die Brandt
Corstius de P.C. Hooftprijs voor be
schouwend proza wilde geven. Zijn
werk, vaak ook over politiek, zou te
kwetsend zijn. De P.C. Hooftprijs
werd naar aanleiding van de affaire
geschrapt uit de rij staatsprijzen en
in een stichting ondergebracht.
Daarop kon alsnog toekenning van
de prijs aan Brandt Corstius volgen.
Kaarten voor de gratis toegan
kelijke lezingen zijn verkrijgbaar
bij het Bureau Faculteit der Let
teren, Cleveringaplaats 1, kamer
303a (ma.-vr. 15.00-17.00) en voor
de tweede en derde lezing ook
volgende week 's ochtend op de
Vakgroep Nederlands der Rijks
universiteit, P.N. van Eyckhof 1,
Leiden (ma.-do. 9.00 - 12.00).
Voorstelling: Les Liaisons Dangereuses van
Christopher Hampton. Groep: Royal Shake
speare Company. Gezien: 6 nov. Rotter
damse Schouwburg, aldaar t.m. zo. 11 nov.
ROTTERDAM Waarom doet
markiezin de Merteuil toch zo
sterk aan Margaret Thatcher den
ken? Door de welig blonde 18de
eeuwse pruik kan het niet komen,
en bij een verhaal vol bandeloze
sexuele spelletjes denk je nu ook
niet bepaald als eerste aan de iron
lady. Het moet dus wel de wijze
zijn waarop de Engelse actrice
Emma Piper deze rol in Christop
her Hamptons toneelstuk Les Li
aisons Dangereuses invult: Met
een niet weg te branden glimlach,
en een donker gekleurd zeer
Brits stemgeluid dat de zinnen
behendig voortstuwt, alsof er een
slalom mee moet worden gewon-
De uiterlijke overeenkomst ligt
er niet dik op, en misschien is hij
zelfs niet eens door de regisseur
van de Royal Shakespeare Com
pany bewust gezocht, maar hij
maakt wel dat je met wat andere
oren naar de tekst luistert. Zo ver
telt de markiezin dat ze al vroeg
begreep dat mannen alle troeven
in handen hebben. Daarom be
sloot zij de kunst van het vuile
spel onder te knie te krijgen. „Ik
heb altijd geweten dat het mijn
missie is jouw sexe te overheer
sen, en de mijne te wreken", ladt
ze aan bondgenoot Valmont ont
vallen.
Goh, denk je dan: Zou dat mis
schien de reden zijn waarom
Thatcher zo bikkelhard politiek
bedrijft.. Moet zij misschien ook
zo nodig bewijzen dat ze de man-
nenheerschappij de baas kan?
Hoe dubieus en onjuist deze spe
culatie misschien ook is, hij zorgt
er wel voor dat het literaire ge-
dachtengoed van Choderlos de
Laclos op zijn gelijknamige
brievenroman uit plusminus 1780
is het stuk gebaseerd een actu
ele betekenis krijgt.
Hét belangrijkste zetstuk van
de Markiezin bij haar machtstrijd
op dit sexuele schaakbord is de
burggraaf Valmont. Zij laat hem
harten breken, en reputaties ver
nietigen. De Valmont die Pip Mil
ler speelt, zou een wat oudere,
over het paard getilde popster
kunnen zijn. De vleierijen komen
er routineus uit, duidelijk geac
teerd en dan nog zonder veel lust
ook. Het is alsof hij er om vraagt
ontmaskerd te worden, maar
neen: zelfs Madame de Tourvel,
het toonbeeld van deugzaamheid,
kijkt niet verder dan het dunne
gordijn van verveelde versier
kunst dat hij optrekt.
Voor wie de film koestert, die
Stephen Frears naar aanleiding
van het succes van deze Engelse
voorstelling heeft gemaakt: het
acteren van de Royal Shake
speare Compagnie is toneelmati
ger, maar tegelijk van zo'n groot
typisch Brits vakmanschap, dat
je toch weer in de ban raakt van
Les Liaisons Dangereuses. Wat
klinken de roddels toch sierlijk
en adrem uit de monden van deze
spelers. Daarmee openbaart zich
een hele traditie in het spelen van
Oscar Wildes en Noël Cowards.
Tegen de oogverblindende kos-
Kate Dyson als Madame de Volanges, Leigh Funnell als Cecil en Emma Piper spelen vuige spelletjes.
tuums en, lokaties uit de filmver
sie kan de voorstelling natuurlijk
niet op. En dat wordt dan ook niet
geprobeerd. Het toneelbeeld van
grote houten kamerschermen is
in combinatie met de kostuums
lichte stoffen een toonbeeld
smaakvolle eenvoud.
ERIC VAN DER VELDEN