Medea:
Moeder die haar kind vermoordt
LATERDAG 27 OKTOBER 1990
EXTRA
PAGINA 33
Lennaert Nijgh reconstrueerde de beroemdste moordza
ken uit de vaderlandse geschiedenis. Vandaag de laatste
aflevering in de serie moord en Doodslag.
Moord is een begrip als oorlog, thuishorend in krante
koppen, op de televisie of in een thriller. Niet iets dat te
maken heeft met de alledaagse werkelijkheid of met
mensen die je kent. Als ineens het bericht komt dat het
kind van iemand die je kent vermoord is, wil je het niet
geloven en zeker niet dat het om het leven is gebracht
door haar eigen moeder. Zulke dingen gebeuren toch
niet? Het gebeurde 2500 jaar geleden. Het gebeurt nu.
Het zal altijd gebeuren. De moeder die haar kind ver
moordt: Medea.
(Trkmlni Ir» vu lutrtl
Ik hoorde het die maandagmiddag er
gens in de stad, een gesprek tussen
twee vrouwen die ik van gezicht kende,
in de rij voor de kassa van een waren
huis. "Het dochtertje van Fred J. is ver
moord! Door d'r eigen moeder, erg hè?"
Ik geloofde het niet. In de volksmond
wordt alles 'moord' genoemd. Een kind
dat op straat door een auto wordt over
reden heet ook 'vermoord' te zijn. Een
kletsverhaal, dacht ik. Maar het bleef
me toch achtervolgen.
Fred had ik vele jaren geleden ont
moet in kringen rond een lokale pop
groep, een bandje dat ooit omhoog viel
naar de absolute top en even snel weer
neerstortte in de vergetelheid. Hij
woonde indertijd op een lekkende bo
venverdieping in de binnenstad, waar
hij de hele dag, of liever gezegd gedu
rende de uren die hij als dag aanmerkte,
in zijn ondergoed rondliep, een ge
dragspatroon dat verslaafden vaak ver
tonen. Hij had een n<?gal bewogen en
hier en daar door strafrechtelijke uit
spraken ontsierd verleden achter de
rug en probeerde me altijd van alles aan
te smeren: een kleuren-tv ("die van een
vrachtwagen is gevallen"), een duide
lijk gloeiendhete telefoonbeantwoor-
der of een autoradio met veel te korte
draadjes.
Maar met Fred kon je wel lachen. Ik
was op een dag met hem meegereden
naar Amsterdam. Op een parkeerplaats
wist Fred met bewonderenswaardige
snelheid een kleine botsing tot stand te
brengen tussen een busje dat achteruit
reed en zijn eigen gedeukte koekblik
van een auto die waarschijnlijk op du
bieuze gronden van een APK-sticker
was voorzien. Fred stond meteen naast
de geschrokken bestuurder, handjes
dramatisch ten hemel. "Wat maak jij
nou? Heb ik dat weer? M'n nieuwe wa
gen! Ken jij niet effe uitkijken?"
Voor ik het wist had hij de ander hon
derd gulden lichter gemaakt.
"Jij brengt mazzel" zei Fred.
Aap
Fred en zijn vrouw hadden elkaar leren
kennen via de dope. Zij moet al ver
slaafd geweest zijn, toen ze hem in
zijn hoedanigheid van kleine dealer
ontmoette. Ze waren geen van beiden
zo ver heen dat er niets anders meer be
stond dan 'horse', zoals bij veel ver
slaafden wèl het geval is. Ik kende geen
van beiden voldoende om er helemaal
achter te komen en Fred trok zich
metoen achter zijn glimlachende ouwe
jongens-krentenbrood fagade terug als
je iets over zijn persoonlijke omstan
digheden vroeg.
Maar van de dope konden ze geen
van beiden afblijven - en hoe verslaaf
den ook hun best doen om hun leven
een beetje normaal in te richten, ze blij
ven met die verschrikkelijke dwinge
land opgescheept, met wat in junken-
taal heet: de aap op je rug. Die zal wel
uitmaken water gebeuren moet, niet jij.
En als er klappen vallen krijg jij die.
Niet die aap.
Bij de geboorte van hun dochtertje
begonnen Fred en zijn vrouw een min
of meer nieuw leven. Ze hadden een flat
gekregen in een kort na de oorlog ge
bouwde, wat troosteloze buurt. De
voordeur vertoonde na korte tijd al
weer een haastig gerepareerd gat, ver
oorzaakt door een politie-inval. Vol
gens Fred gunde de politie hem geen
nieuwe start, uit woede over de snel
heid waarmee hij de wet dikwijls te
slim af was geweest.
"Geloof me, ze moeten altijd mij heb
ben", zei hij.
Niet lekker
Het zat me niet lekker, dat verhaal.
Ik wist dat Fred en zijn vrouw uit el
kaar waren en dat zij in een andere ge
meente woonde. Het dochtertje moest
inmiddels een jaar of vier zijn. Ik had
Fred onlangs nog met haar gezien, in
zijn stamcafé. Hij was apetrots op haar,
ze zat goed in de kleren. Hij zag er goed
uit; sinds hij voor zijn dochtertje moest
zorgen verliep alles met meer verant
woordelijkheidsgevoel. Voor veel men
sen misschien moeilijk te vatten, maar
iemand met een min of meer criminele
loopbaan kan tegelijkertijd een goede
en liefhebbende vader zijn. Immers,
hoeveel maatschappelijk onberispelij
ke mensen zijn in huiselijke kring niet
machtswellustelingen of missen ieder
contact met hun kinderen?
Op de redactie probeerde ik die
avond achterstallig werk te doen, waar
voor ik een paar jaargangen van de
krant moest doorlezen. Het suizen van
de airconditioning in het archief en de
muffe lucht van oud papier deden me
knikkebollen. Het zou de eerste keer
niet zijn dat ik in de catacomben van de
krant in slaap viel. Te veel werk, te wei
nig nachtrust.
Het theater lag daar waar het alleen
maar in een droom kan liggen: aan de
oever van het Noordzeekanaal. Achter
de ronde orchestra, het speelvlak in het
midden, keek je vanaf de halve cirkel
van de tribune in de verte. Daarachter
lag, dreigende rookwolken uitbrakend
als een helse stad, het complex van
Hoogovens. De kleur van de hemel in
de late namiddag was blauw met een
zweem van een somber okergeel. Een
hoge vlam, bleek oranje en soms zalm
kleurig, flakkerde af en toe op. In stilte
verschenen twaalf zwarte gestalten: het
Koor. De vrouwen van Korinthe, be
gaan met het lot van Medea.
Het bericht
Ik was ineens klaarwakker. Hoe kwam
ik aan die onzinnige nachtmerrie?
Ik keek de binnengekomen berich
ten na. De stadsredactie had niets. De
regio had niets. Binnenland niets.
Ik aarzelde.
Toen pakte ik de telefoon en belde
Fred op.
"Hallo."
Hij klonk normaal, een beetje afwe
zig, zoals altijd. Hij leek kalm.
"Is het waar dat..." begon ik.
"Ja. Dat is zo" zei hij.
Ik wist niet wat ik moest zeggen.
"Waarom bel je? Is het voor de
krant?"
"Nee" loog ik.
Hij wilde verder niet praten.
Een half uur later kwam het bericht
binnen. Ik keek naar de regels die de
printer een voor een ophoestte:
Zaterdagnacht heeft een 32-jarige in
woonster van A. haar vierjarige doch
tertje met een dosis heroïne om het le
ven gebracht. Nadat de aan drugs ver
slaafde vrouw hetzelfde weekeinde di
verse zelfmoordpogingen had gedaan,
besloot ze de maandag daarop zichzelf
bij de politie aan te geven.
Ik sliep die nacht niet goed meer, ook
niet in bed.
Ik zag de lichten van Hoogovens in
de verte aangloeien, in het uit de hemel
verdwijnende licht bewogen zich zwar
te gestalten als marionetten - gebonden
aan hun rol in deze noodlottige nacht
merrie.
Ik herinnerde me Medea - de meest
controversiële figuur die het theater
ooit heeft voortgebracht en het ver
haal: de Griekse held Iason is terugge
keerd met het wonderbaarlijke Gulden
Vlies, zijn opdracht is volbracht. Hij is
geslaagd dank zij de hulp van Medea,
de dochter van de barbaarse vorst aan
wie hij het Gulden Vlies heeft ontsto
len. Ze heeft haar volk verraden uit lief
de voor Iason, van wie ze twee kinderen
heeft. Maar eenmaal in Griekenland
trouwt Iason met de dochter van de ko
ning van Korinthe, ter wille van een
rustige toekomst. Medea is razend, der
mate gekwetst en vernederd dat ze be
sluit de bruid van Iason te vermoorden.
Dat is niet genoeg, ze zal ook haar kin
deren doden - om Iason te treffen.
Familiedrama
De volgende dag had ik het met colle
ga's van de stadsredactie over het geval.
Ze deelden mijn bewogenheid niet.
"Een familiedrama", zei iemand. "Daar
kunnen we niets mee doen".
Als er een psychopaat in het spel was
geweest, zoals in het geval van de jon
gen die in de zomer van dit jaar in Sant
poort werd doodgestoken, had de pers
zich er wel mee bemoeid. Nu het meisje
door haar eigen moeder was vermoord,
was het een familiedrama waaraan je ei
genlijk geen aandacht moest besteden.
Het had er bijna de schijn van dat een
moeder toch min of meer het recht
heeft om het leven dat zij zelf heeft
voortgebracht, weer te vernietigen.
Zoals dieren in gevangenschap soms
doen.
Toen het kind er was, kwam het tot
een breuk tussen Fred J en zijn vrouw
Waarschijnlijk kon Fred zich toch niet
vinden in de rol van huisvader en het
was hem onmogelijk iets anders te
doen dan 'handel' opscharrelen en
'zaakjes' regelen.
Ze ging bij hem weg. Eerst nam ze de
kleine mee maar labiel als ze was, raak
te ze weer aan de dope en Fred begreep
dat het misging. Omdat hij dol was op
zijn dochtertje, dwong hij haar toe te
stemmen in een regeling waarbij hij de
verzorging van het kind op zich nam. In
de rechtszaal is niet precies boven wa
ter gekomen hoe die dwang werkte,
maar ongetwijfeld had het met dope te
maken. Slavin van de aap en verstoten
door iedereen bleef ze achter. Toen
moet zich in haar verwarde geest de
Medea-figuur gemanifesteerd hebben.
Vriendin, mijn verdere taak staat
vast bij mij bepaald:
ik vermoord mijn kinderen straks en
ga dit land ontvluchten.
Want zo ik deze daad nog uitstel, moet
ik duchten
dat zich eens vijands hand bade in
hun dierbare bloed.
(Euripides, Medea)
Het koor bezweert Medea nog een
maal van haar verschrikkelijke plan af
te zien. Ze twijfelt, weet dat ze zichzelf
nog zwaarder straft, met haar kinderen
vernietigt ze de hele wereld en ontkent
ze het bestaan van alles. Ze praat zich
zelf aan dat ze het doet voor de kinde
ren. Dan rent ze met een dolk het huis
binnen.
Noodlot
Fred had dat weekeinde al sombere
vermoedens. Achteraf overstelpte hy
zichzelf met verwijten, beschuldigde
haar moeder, die onbewust had meege
werkt door het kind bij haar dochter
achter te laten. Ze moet van tevoren ge-'
dreigd hebben. Ze was gek, zei Fred
soms tegen anderen.
Maar ze had het kind nodig, anders
had ze geen reden van bestaan. Kort te
voren was ze bezig geweest met de
Raad voor de Kinderbescherming, om
de regeling ongedaan te maken die haar
vrijwel geen rechten bet. Het ging toen
beter met haar, ze gebruikte niet meer
en ging weer studeren. Tot de dag dat ze
haar bij de Raad voor de Kinderbe
scherming lieten weten dat ze niets
meer voor haar konden doen. Ze viel in
een zwart gat. een bodemloos niets
Ze bracht met een smoes haar huis
arts ertoe om haar 105 methadontablet
ten voor te schryven en 42 'rooie knol'
Rohypnol-tabletten. Die verkocht ze op
de pillenbrug voor drie spuiten, 6 gram
heroïne en een halve gram cocaïne Om
zich moed in te snuiven? Na overmatig
drank- en druggebruik geeft ze de klei
ne drie Rohypnol in haar melk. En gaf
haar de dodelijke iryectie met drie
kwart gram heroïne.
"Ze stierf in mijn armen", zegt ze la
ter gebroken in de rechtszaal.
Het is moord, stelt de rechtbank. Me
dea treft het ongeluk dat de officier van
justitie en de president van de recht
bank zelf vrouwen en hoogst waar
schijnlijk moeders zijn. Er is duidelijk
sprake van doden met voorbedachten
rade: de toebereidselen zyn zorgvuldig
gemaakt
"Het gaat hier om een junk die haar
kind heeft vermoord", stelt de officier,
"dit is een onvergeeflijke daad. Als kin
deren al geen veiligheid meer kunnen
vinden bij de ouders, bij wie dan wel?"
Pathologisch
Ze velt hetzelfde oordeel over moeders
die hun kind doden als de maatschappy
al eeuwenlang heeft gedaan. Ook de
tijdgenoten van Eunpides hebben koel
gereageerd op zijn stuk. Hy was een re
volutionaire toneelmaker, hy had de
moed om in een Latynse, door de man
gedomineerde samenleving een lans te
breken voor Medea. Natuurlijk was dat
wel een barbaarse tovenares uit een ge
bied buiten de beschaafde wereld,
maar als geen ander na hem had hy
haar pathologische gevoelens begrype-
lyk gemaakt. Dat werd hem niet in
dank afgenomen.
"De dood kan ook een verlossing zijn.
Ik wilde graag dood. Ik was bang voor
de toekomst van mijn kind. Ik kon haaf
niet alleen achterlaten. Ik wou haar be
schermen. zodat ze niet ongelukkig zou
worden", voert de moeder aan.
De raadsman van de verdachte dringt
aan op vrijspraak van de ten laste geleg
de moord. Hy wijst op de grote emotio
nele moeilijkheden waarin de vrouw
verkeerde en pleit voor dwangverple
ging en opname in een psychiatrische
kliniek.
"Dat is de laatste kans voor haar".
Mij blij/ï de smart, mijn treuren om
het leven!
Heen zijn mijn dromen van een
nieuw geluk
heen zijn mijn kinderen die ik groot
bracht; nooit.
nooit zie ik ze weer. nooit hoor ik meer
hun stem.'
(Euripides, Medea)
De nacht is gevallen, het spel is uit
De vader blijft in radeloze wanhoop
achter op het donker wordende speel
vlak, de twaalf leden van het koor verla
ten in processie het toneel Op de ach
tergrond laait de vlam van de gasfakkel
op. in bleek roze en vaal orarye
Wat blijft de verschnkkelyke
vraag Waarom Waarom doen mensen
elkaar dit aan, in naam van iets dat zy
liefde noemen?
Na 2500 jaar is het antwoord nog
steeds niet gegeven.
(Dr namen en omstandigheden In
dit artikel zijn fictief. Iedere over
eenkomst met werkelijk bestaande
personen berust op toeval)
'Waar het
hart in
opstand
komt,
zwijgt
de rede'