Een knaller van een fout Een tekenaar getekend door het leven 'Defensie wil niet toegeven dat die mijnen niet deugden' p ZATERDAG 20 OKTOBER 1990 PAGINA 35 Het had alles van een noodlottig bedrijfsongeval. De Zandvoortse defensie-ambtenaar Robert Leendert Ovaa kwam op vrijdag 14 september 1984 om bij een mijn-explosie. Maar diepgaand marechaussee-onderzoek bracht vervolgens méér aan het licht. Het projectiel behoorde tot een partij die wegens onveiligheid al lang vernietigd had moeten zijn. Een boekje open over de onvoorstelbare gang van zaken rond de mortiermijn AP 23, lotnummer Al 68-2. door Arthur Maandag De AP 23, de gewraakte prestigemijn. De ontwikkeling ervan leidde tot een opeenstapeling van fouten en nalatighe den. 1 i,otoGPD> Opperwachtmeester E. W. Nijboer en marechaussee 1ste klas D. van Dragt spoedden zich op 14 september 1984 naar het Artillerie Schiet Kamp (ASK) in 't Harde, gemeente Elburg. Rond 11.25 uur kwam de melding binnen: -ongeval met letsel. Ter plaatse één slachtoffer, voor wie geen hulp meer baatte: Robert Leen dert Ovaa. burger-ambtenaar bij Defen sie. belast met het testen van munitie (materieelbeproeving). De marechaussee stelde onmiddellijk een onderzoek in. Dat wees uit dat een team van veertien mensen, onder wie Ovaa. bezig was geweest met het beproe ven van de mortiermijn AP 23. Dit ge beurde in het kader van het periodieke munitie-onderzoek. Bij Defensie is het gebruikelijk alle munitie regelmatig te testen. Gewoonlijk wordt de anti-personeels mijn AP 23 met een zogeheten struikel- draad tot ontploffing gebracht. Op veili ge afstand, vanuit een bunker, trekken de onderzoekers dan aan de draad, ter wijl de ontploffing fotografisch wordt vastgelegd en ook nog eens met een vi deocamera gadegeslagen. Op die veertiende september zijn vier mijnen volgens het boekje de lucht in ge gaan. Toch ging het mis. Het trekkoord brak; de dag daarvoor was dat trouwens ook al twee keer gebeurd. Na een korte wachttijd ging Ovaa terug naar de mijn om de draad opnieuw te bevestigen. Hi.i naderde de AP 23 behoedzaam, bukte zich en stak vervolgens zijn handen uit naar de mijn. Geheel onverwachts kwam die tot ontploffing. Marechaussee-ambtenaren verhoor den de direct betrokkenen. De eerste, wellicht voorbarige conclusie: Ovaa moet onvoorzichtig zijn geweest. Enige getuigen verklaarden dat bij 'weigeraars' een wachttijd van een half uur in acht moet worden genomen. Maar in de voor schriften is daarover niets terug te vin den. Daarin wordt over 5 minuten ge sproken. Overigens heeft Ovaa. hoewel gewaarschuwd door collega's, zich ook daaraan niet gehouden. Nadat het koord was losgeraakt liep Ovaa vrijwel meteen naar de mijn. Voor de tweede keer in korte tijd werd Defensie geconfronteerd met een dode lijk ongeval met de AP 23. Op 18 juli 1983 ontplofte immers in 't Harde een mortier mijn die ten onrechte was aangezien voor een onschadelijke oefenmijn. Ze ven militairen lieten daarbij het leven. Marechaussee-onderzoek bracht vervol gens een reeks fouten en nalatigheden aan het licht. Opmerkelijk .De stukken van de marechaussee, be trekkend hebbend op de kwestie-Ovaa. kwamen op 16 oktober 1984 binnen op. het parket van de officier van justitie in Zwolle. Ovaa en ook enkele andere be trokkenen waren burger-ambtenaar, zo dat het niet louter een zaak was voor de militaire justitie. De officier besloot ver volgens af te zien van juridische stappen. Niet onlogisch, want er waren geen echte verdachten. Wat de officier op dat moment niet wist, was dat de Koninklijke Marechaus see het dossier nog niet had gesloten. In tegendeel. Op 15 september 1984, een dag na het ongeval werd bij de brigade commandant van de Koninklijke Mare chaussee in 't Harde een opmerkelijke brief bezorgd. Een gepensioneerde adju dant uit Culemborg had in de krant over het ongeval met Ovaa gelezen. Het ver haal was de man bekend voor gekomen. Enkele jaren eerder was hij zelf betrok ken geraakt bij een bij na-ongeval met hetzelfde type mijn. De bewuste adjudant nam op het In fanterie Schietkamp te Harskamp proe ven: veel mijnen weigerden. Toen twee militairen na een half uur wachten ge heel volgens de regels naar een haperen de mijn wilden lopen, explodeerde het projectiel spontaan. "Een minuut later, en ze waren dood geweest", luidde de nuchtere constatering van de mare chaussee. De brief uit Culemborg vormde de aanleiding tot een grootscheeps onder zoek, waarmee de commandant van het district Gelderland van Koninklijke Ma rechaussee zich persoonlijk belastte. Pas in april 1985 is het afgerond. Het onder zoek leverde een onthutsend beeld op over de manier waarop het Nederlandse leger een eigen mijn ontwikkelt, het ver haal van wat in de wandelgangen de 'prestigemijn' heet. Teruggestuurd Al in 1958 werd begonnen met de ont wikkeling van de anti-personeelsmijn. Vier jaar later werd de eerste serie van 200 exemplaren gemaakt bij het Staats bedrijf Artillerie-Inrichtingen in Zaan dam, het huidige Eurometaal. Uiteinde lijk volgde in 1967 de opdracht om de AP 23 in produktie te nemen. En toen dien den de moeilijkheden zich pas echt aan. De eerste partij voldeed niet aan de ei sen en werd geheel teruggestuurd naar de fabriek. Een nieuwe aangepaste partij volgde, voorzien van het zogeheten lot nummer AI 68-1. De resultaten bij een proef waren bevredigend. Maar vervol gens werd bij de demontage een ernstige constructiefout pntdekt. Uit het mare chaussee-rapport: "Hierdoor ontstond een levensgevaarlijke situatie, welke bij na de dood veroorzaakte van een muni tie-technicus van de Artillerie Inrich ting". De keuringsdienst adviseerde de mijn af te keuren. Maar de mijn werd goedge keurd. De betrokken ambtenaar, ver hoord als verdachte, gaf daarvoor de vol gende verklaring: "Dit is door mij ge daan omdat er. gelet op de juiste uitvoe ring van de produktie door de fabriek, geen sprake was van een fabrieksfout doch van een constructiefout, zijnde de verantwoordelijkheid van de opdracht gever. in dit geval het ministerie van de fensie. Zodat de goedkeuring uitsluitend tot doel had een correcte financiële af wikkeling te krijgen". Omdat de mijn niet echt was goedge keurd. zette de ambtenaar op de achter zijde van het desbetreffende formulier het codenummer R 59. Hetzelfde als 'af stoten en vernietigen'. Dat werdt vervol gens uitgevoerd door de Explosieven Opruimings Dienst, maar daarover straks meer. Aangepast Intussen vervaardigde de munitiefa briek in Zaandam een nieuwe aangepas te serie mijnen, met het inmiddels be ruchte lotnummer AI 68-2. Weer ging het mis. Niet alleen deugde de mijn niet. ook de ontsteker werkte bepaald niet vlekke loos. Om een lang technisch verhaal kort te houden: onder zekere omstandighe den kon de slagveer in de ontsteker ge makkelijk in een zogeheten 'dode stand' blijven staan. Een zeer lichte schok bleek al voldoende om de zaak te laten explo deren. En dat was dus zeker niet de be doeling. De Artillerie-Inrichtingen verander den vervolgens bij de nieuwe serie met lotnummer AI 68-2 wel de mijn zelf. maar de ontsteker werd op de oude wijze ge monteerd. Reden: de fabrikant ging er van uit dat de ontsteker-wijziging niets met veiligheid van doen had. En dus wer den de oude ontstekers uit de kast ge haald. Gevolg: ook aan de partij AI 68-2 mankeerde het een en ander. Pas bij late re series werden beide euvels min of meer verholpen. In meerderheid wist het personeel niets van de problemen af. De interne communicatie liet zeer te wensen over. De al genoemde ambtenaar die de eerde re partij goedkeurde verklaarde tegen over de marechaussee: "Ik onderschrijf dat het nalatig is geweest een weten schap, zijnde een mankement aan de ont steker van lot 68-2, niet te verwerken in een technische aanwijzing voor het per soneel dat proefnemingen met deze mijn moet doen". En de commandant van de Explosie ven Opruimings Dienst begon met het vernietigen van de eerdere parti j van 360 mijnen met voor hem totaal onbekende ontsteker-mankementen. Dat leidde tot het b ij na-ongeval, waarvan de gepensio neerde adjudant uit Culemborg al mel ding maakte. De EOD-commandant kreeg nimmer te horen dat iedere 'weige raar' van afstand tot ontploffing moet worden gebracht: "Omdat ik zo veront waardigd was over het gebeuren, ben ik in mijn auto gestapt en naar Den Haag gereden. Daar heb ik een opgewonden discussie gevoerd met ir. Van der Sleesen, hoofd van de afdeling munitie van het departement van defensie. Die heeft mij laten uitrazen en reageerde uit eindelijk met de opmerking dat er 'niets gebeurd was' en daarmee was in feite de kous af' Verbazing Over het bijna-ongeluk is niets op papier gezet Ook de EOD-commandant heeft in z'n rapportage niet gerept over de pro blemen met de AP 23. De reden: "Ik had dat reeds mondeling gedaan". Dat moet ook bij de twee verhorende marechaus sees verbazing hebben gewekt. De com mandant zei desgevraagd ook nog: "Uit drukkelijk wil ik verklaren dat niemand mij ooit heeft geadviseerd dan wel opge dragen het stilzwijgen te bewaren over de ongewilde detonatie van de mortier mijn". Communicatieproblemen Tussen de in Zaandam gevestigde Munitie Onder zoekingsdienst (MOD) en de Materieel Voorzierungsafdeling IV (MVA IV) in Den Haag waren ze er volop. De MOD had MVA IV ingeseind over de proble men met de ontstekers. MVA IV had de mijnen moeten laten vernietigen. "Hoe het mogelijk is dat de mijnen nooit ge blokkeerd zgn en dat er geen technische aanwijzingen zijn gegeven, ik begrijp het niet", sprak de toenmalige MOD-com- mandant. "Wij hadden ons gekweten van onze taak door te wijzen op de gevaren", aldus een andere MOD-medewerker. Tja, de man vond het allemaal wel wat vreemd dat er verder niets gebeurde, maar zo ging het nu eenmaal. Navragen was niet de gewoonte. In het kader van hoor en wederhoor klopte de marechaussee ook maar eens aan bij MVA IV. Het hoofd van het bu reau Onderhoud sloeg er zijn administra tie nog maar eens op na en meldde "Ik ben er heel zeker van dat de informatie over de gewraakte ontsteker mu nimmer heeft bereikt. De uiteenzetting is voor mij geheel nieuw en doet mij ten zeerste verbazen". "Het feit dat deze ontstekers ondanks alle gebreken nog steeds worden aange troffen. geeft aan dat destijds de gevolg de procedures niet zijn gevolgd. De oor zaak van de omissie kan gelegen zijn in het feit dat de functionaris bij de sectie Techniek er niet van op de hoogte was dat er een lotnummer AI 68-2 bestond" Op de hoogte Zo simpel was het allemaal niet. Het ma rechaussee-onderzoek concentreerde zich op het Bureau Technische Uitvoe ring en Keuringen, ook onderdeel van MVA IV Daar was men eind 1970 wel de gelijk van de problemen op de hoogte, zo is komen vast te staan. Twee marechaus sees reisden naar Portugal, om er het ex- hoofd te horen. Ze tekenden de volgende woorden uit diens mond op 'Dat ik dit verslag onder ogen moet hebben gehad, blijkt uit het feit dat mijn paraaf daarop staat". De gepensioneerde militair is het er mee eens dat hij toen slechts twee dingen had moeten doen de partij mijnen blok keren en het personeel waarschuwen. "Als u mij zegt dat geen van beide maat regelen zijn getroffen, begrijp ik daar niets van". De opinie van de marechaussee is dui delijk: het bureau heeft onvoldoende op de zaak gereageerd. Allerlei personeels wisselingen zouden daaraan mede ten grondslag liggen. Drie conclusies dienen zich aan De omstreden partij mijnen is ten onrechte niet vernietigd Het personeel is ten onrechte met gealarmeerd. "Zou er een interne in structie zijn geweest, het ongeval was niet gebeurd", aldus een betrokken mili tair En dat gold ook het bijna-ongeval in de Harskamp. Vast staat dat ook bij later gemaakte partijen mijnen het risico van een 'dode stand' is blijven bestaan. Bovendien heeft ook Ovaa fouten gemaakt. Hij sloeg waarschuwingen van collega's, die twijfels hadden over de be trouwbaarheid van de mgnen. in de wind Het beeld dat aan de hand van de stuk ken kan worden geschetst mag dan ont hutsend zijn, het effect van het onder zoek lijkt nihil. Op 25 juni 1986 belandde het uitgebreide proces-verbaal, dat op 12 april 1985 naar de minister was gestuurd, weer op het bureau van de commandant van het district Gelderland. "Het proces verbaal is bij het Ministerie niet meer be nodigd". kreeg luitenant-kolonel Fabius van zijn baas te horen. Ziehier de reactie van een woordvoer der van het ministerie van defensie op do vraag wat er met het rapport is gebeurd- "Ja sorry hoor. daarvoor moeten we in dossiers en archieven zoeken. Je geeft ons te kort tgd om het uit te zoeken. Mis schien weten we het volgende week. als we het ooit rond krijgen. Misschien is er wel niks mee gebeurd, ik weet het niet" Heropening De weduwe van de omgekomen Zand- voorter neemt geen genoegen met die. verklaring. Vorig jaar kwam ze erachter dat de marechaussee terzake een uitge breid rapport heeft uitgebracht. Ze heeft de hoofdofficier van justitie in Zwolle daarop om heropening van het strafrech telijk onderzoek gevraagd. Marjolgn Ovaa-van den Broek Ze hebben wil lens en wetens de ontwikkeling van die mijn voortgezet, terwijl al de eerste xeer bleek dat het ding niet functioneerde" "Het zaakje stinkt gewoon. Ze willen niet toegeven dat ze grove blunders heb ben gemaakt. Mijn man kan best fouten j hebben gemaakt, maar dit had niet mo-4 gen gebeuren. Alles is totaal verkeerd ge- J gaan. Een opeenstapeling van fouten" 1 De Zwolse hoofdofficier van justitie. mr. D Veunnk. ziet echter niets in een j vervolgonderzoek. Hij wgst op compe-i tentieproblemen met de militaire justi- tie. maar bovenal op het ontbreken van een redelijk vermoeden van schuld aan i enig strafbaar feit. Wel is Veunnk het er- J mee eens dat zich bg Defensie bijna on- voorstelbare 'communicatiestoornissen' i hebben voorgedaan. Marjolgn Ovaa. die de zaak tot op he- J den op eigen houtje heeft behandeld, j légt zich er niet bij neer en beraadt zich op verdere stappen "Begrijp me goed. het gaat me om de werkwijze van Defen- sie. Er is daar ook helemaal niets veran derd. Nu treft het ons gezin, straks gaat net om iemand anders" Het zal wel toeval zijn. In 1951 donderde de legendarische wiel renner VVim van Est tijdens de Tour de France 70 meter naar be neden in een ravijn. Niet veel later stond er een advertentie in de bla den. waarin Van Est. onderuitlig- gend in het groen van het diepe met een van pijn vertrokken gri mas, zegt: "Zeventig meter viel ik diep. M'n hart stond stil. Maar m'n Pontiac liep!" In hetzelfde jaar werd striptekenaar Peter 'Pon tiac' Pollmann geboren. In Bever wijk. En ook hij bleek 'tegen een stootje' te kunnen. Na jarenlang werken in de marge en een leven vol Sex, Drugs Rock-'n-Roll, is hij nu een hardtekenende huisva der die langzaam maar zeker de erkenning krijgt die hij verdient. door John Schoorl Op een zolderkamertje van een gasthuis dat toebehoort aan een Bussumse nota ris heeft Peter zijn atelier, een paar stra ten verwijderd van zijn woonhuis. In de "oksel van Bussum". zoals hij zijn werk ruimte noemt, liggen her en der tekenin gen. stripboeken en figuren van bordkar ton verspreid. Uit zijn oude pick-up zingt de blues. Zijn vader noemt hij een "super-Tele- graaflezer" die in de jaren dertig een "principieel fascist" was. Een echte zwarthemd. "Hij bemoeide zich niet met ons", zegt Peter aarzelend over zijn va der. "Kinderen waren niets voor vader. Hij ontkende ons. Ik had een hekel aan hem. Toen ik groter werd. schold ik hem uit voor fascist en van de weeromstuit werd ik rooier en rooier. Vreemd genoeg begon zich vlak voor zijn overlijden een soort wederzijds respect te ontwikke len". Afgrijselijk Onder het pseudoniem Ans Brinkers be handelde zijn vader - die later nog re dactiechef van Story werd - problemen in het damesweekblad Li belle. En elke week nam hij een pakket bladen mee die zijn uitgever De Spaarnestad aan het per soneel verstrekte Op een mooie dag sloeg vader Pollmann de Panorama open bij een foto van The Beatles "Moet je nou toch eens kijken schreeuwde hij uit en riep zijn vrouw er bij. "Afgrijselijk, dat haar. die kleding. Omdat ze zo ver bijsterd reageerden, dacht ik: dat is het, dat is interessant". Schuchter liep hij binnen bij Ekestos, een roemruchte beatclub tegenover het Haarlemse station. Een donkenge. sme rige ruimte vol met 'langharig tuig', dat luisterde naar keiharde beatmuziek. Pe- Peter Pontiac (f0«o gpd> ter voelde zich een verlegen toeschou wer. Te middle-class en te fatsoenlijk om er echt in op te gaan. Hu ging wel op in smoke, rookte zijn eerste stickie "Ik was hevig geïnteresseerd geraakt m drugs. In Kuifje en de Blauwe Lotus, zie je Kuifje trekkend aan een opium- pijp. Ik wilde dat ook. Een keer heb ik. op zoek naar een nieuwe sensatie, een nieuwe kermis in m(jn hoofd, tweeen twintig hoestbonbons doorgeslikt. Ik werd er helemaal gek van en heb dagen lang alleen maar op bed gelegen Vrese lijk: er vielen allemaal gaten in mijn tgd- waarneming". "Ik schilderde mijn jongenskamer zwart en liep trippend door de kamer. Door de pillen die ik slikte werd het een chaos in mijn hoofd. Mijn geest werd om gebouwd. Bang voor het leven en de dood. Totally burned out". Op de mulo waar hij inmiddels was terechtgekomen, kwam er niks uit zijn handen. Liever pro beerde hij uit hoe het was om banane- schillen te roken. "Op een dag had ik een hele dag Bella Donna-zaadjes zitten roken. Vreselgk ik kreeg koorts en kon geen daglicht meer verdragen. De dokter moest er bij komen en ik kreeg een shot. Hij leverde me ook een briefje dat ik te ziek was om examen te doen. Ik kreeg toch mijn mulo-diplo ma. zonder dat ik examen had gedaan. Toen ik myn diploma kwam halen ver telde een lid van de examencommissie Je hebt geluk had. normaal hadden we nooit je diploma gegeven, want je had veel te lang haar" Kots Zijn vader werd het allemaal te veel Op een dag stormde hij mijn kamer binnen Hij wist niet wat hij zag een complete chaos. Een dag daarvoor had een vriend van me op mijn kamertje zitten blowen. Hg was misselijk geworden en had de 'wasbak vol gekotst. Toen mijn vader de kamer binnenkwam, dreef er in de kots een kameel van het kerststalletje. Hij raakte helemaal over zijn toeren en zei werken of het huis uit". Dat was nog eens een makkelijke keu ze. Hij kwam terecht in een commune in Leiden waar de bewoners de dag vulden met het hippie-zgn. Iedereen was zwaar aan het trippen, of gaf zich over aan vrije seks. Peter voelde zich er niet thuis "Ik was te goed opgevoed. Ik raakte com pleet gefrustreerd. Alles wat ik aan waar den en normen had meegekregen, werd omver geschoffeld" In een huis met zwart-witte tegels, in de warmte van een knappend haard vuur. kreeg hg zgn eerste opium-shot "Schone spuiten. Mijn arm werd met al cohol schoongemaakt Goeie stuf. alles. Ik voelde me eindelijk thuis. Ik heb zit ten janken van blgdschap. Dat het later alleen maar narigheid zou brengen, daar dacht ik toen niet aan. Ik ben er met open ogen ingestonken" En dan de jaren zeventig, een echte hel voor hem. De heroïne wurgde hem be- kant Hu probeerde uit de crisis te ko men. Tevergeefs. Even had het er schijn van dat een vrouw hem uit de troep zou halen. Maar toen het met haar wat leek te worden, liet zg hem in de steek voor Ma- trea, een of andere Oosterse messias. Het werd anders toen hg op een mooie dag de vrouw tegenkwam, met wie hg nu in Bussum leeft Ze had al dne kinderen en raakte van hem in verwachting. Nu ze ven jaar geleden besloot hg af te kicken.I "Kapot was ik. Het leven sloeg me om des oren. En het lukte me, eindelijk. Ik moet» er ook niet meer aan denken Die duffe* kop. altijd die ellende Het was alsof er alj die tgd een goudviskom om mgn hoofd zat geschroefd." Behaive de liefde, was er nog het ande-> re dat hem er doorheen sleepte het tekr - nen. Al die tgd was hg bezig gebleven- met het potlood en het penseel Af en toe werd er iets gepubliceerd In zgn junkie-) tgd heeft hg veel aan drugsdealers ver-» kocht, voor een habbekrats Onder ande r re Joost Swarte zag zijn talent en vroegs Peter of hg voor Swartc's blad. Modern' Papier, iets wilde tekenen In de pas ver-J schenen Pontiac Review, het eerste van zeven delen, is alles gebundeld dat hg injj de loop der jaren voor jan en alleman, heeft gemaakt En hienn valt te zien in* wat voor wereld hij al die jaren heeft ge-y leefd Voor het VPRO-programm*' maakt hg nu animatiefilmpje* en voofC muziektijdschrift OOR prachtige illu Rtrattn "Het is mijn wereld die ik getekende heb. Mgn innerlijke conflicten, mgnt frustraties ik heb ze aan het papier toe-* vertrouwd. Het klinkt raar maar ik heb* al tgd geweten dat ik fout zat De worste-{ ling om er uit te komen, was mgn leven Wie zgn nek uitsteekt, haalt het leven op* zgn hals".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 35