OEKEN
Dickensiaans epos uit 'hel van Londen'
Waar 't bloed uit de grond opwelde
Moord in 't Mauritshuis
'Ik zal u als 'n kwalijke pest mijden'
Naar wie gaan
de Russen?
Grote Lijsters
voor kleine
portemonnee
Herdruk Clancy
door verfilming
WOENSDAG 17 OKTOBER 1990
PAGINA 23
Pallisers mammoetroman 'De Quincunx': gevecht om 'n erfenis
Willem Jan Otten: drie wonderlijk
mooie pagina's. (toto Cartcn Foliner)
Bij uitgeverij G.A. van Oorschot
staat dit najaar de monumentale
Russische Bibliotheek centraal. An
no 1990 is de Bibliotheek uitge
groeid tot veertig delen, waarin alle
'groten' uit de negentiende en twin
tigste eeuw vertegenwoordigd zijn:
Poesjkin, Tsjechow, Gogol, Toer-
genjew, om maar wat namen te noe
men.
Om de Russische Bibliotheek ex
tra in de schijnwerpers te zetten
heeft Van Oorschot nu een promo
tiewerkje uitgegeven: 'De Russen
in mijn kast'. Twaalf min of meer
bekende Nederlanders, van wie
bekend is dat zij 'iets met De Rus
sen' hebben, schreven voor het bun
deltje een verhaal. De onderwerp
keuze loopt uiteen: zo vertelt Ton
Lutz iets over de toneelstukken van
Tsjechow die hij geregisseerd heeft,
geven de boekverkopers J.B.W. Po
lak en F. Goddijn een verslag van de
moeite die zij deden om de Russi
sche Bibliotheek aan de man te
brengen en mijmeren Hans van den
Bergh en Doeschka Meijsing over
thema's in het werk van Poesjkin en
Dostojewski. Charles B. Timmer,
die de eindredactie had van de Bi
bliotheek, beschrijft hoe de serie tot
stand is gekomen en over de moeite
en de tegenslagen die hij zich heeft
moeten getroosten om zijn titanen-
werk tot een goed einde te brengen.
Twee bijdragen steken er echter,
wat mij betreft, met kop en schou
ders boven uit: de bijdragen van
Margriet de Moor en Willem Jan Ot
ten.
Margriet de Moor heeft onder de
titel 'Onrust en Kalmte' een prach
tig verhaaltje geschreven in de stijl
van Tolstoj.
Willem Jan Otten schreef in
slechts drie pagina's wonderlijk
mooi op wat er door een zevenjarig
jongetje heen gaat als hij bemerkt
dat zijn ouders gaan scheiden. Eén
zin voldoet: 'Naar wie gaan de Rus
sen?'
Als u dit boekje wilt kopen, moet
u het voor die twee verhaaltjes
doen. Voor het overige verwijs ik u
naar dé Russen, die u dit najaar met
korting kunt krijgen.
WILFRED SIMONS
De Russen in mijn kast. Uitgeverij
G.A. van Oorschot, Amsterdam 1990.
Prijs 9,90. Eenmalige uitgave.
Miadelbare scholieren zijn zo lui
dat ze minstens de helft van hun
verplichte literatuurlijst niet lezen.
Veel boeken zijn te saai, goede uit
treksels zijn te makkelijk beschik
baar, de populaire titels zijn altijd
uitgeleend bij de schoolbibliotheek
en boeken kopen gaat het budget
van de gemiddelde scholier te bo
ven, om maar enkele excuses te
noemen.
In het schooljaar 1990-1991 heeft
uitgeverij Wolters Noordhoff in ie
der geval geprobeerd de leerlingen
dat laatste argument uit handen te
slaan met de introductie van een
pakket goedkope Nederlandse lite
ratuur. Grote Lijsters heet de reeks
die dit jaar voor het eerst verschijnt
en waarin vijf klinkende titels uit de
Nederlandse literatuur voor vijfen
twintig gulden per pakket worden
aangeboden. Dat is vijf gulden per
boek voor een pocket die qua uit
voering de vergelijking met andere,
duurdere reeksen glansrijk kan
doorstaan.
Dit jaar bevat het pakket titels
van J. Bernlef, Maarten 't Hart,
Remco Campert, J. Slauerhoff en
Willem Elsschot. De goedkope uit
gaven worden niet herdrukt en zul
len waarschijnlijk niet via de boek
handel verkrijgbaar zijn. Als dat als
nog zou gebeuren zou het pakket
ruim zestig gulden moeten kosten.
De prijs van vijfentwintig gulden
geldt alleen voor scholen die ten
minste zestien pakketten tegelijk
afnemen.
Naast adviezen van docenten Ne
derlands werd de titelkeuze be
paald aan de hand van de driejaar
lijkse Top Honderd van het tijd
schrift voor middelbare scholieren
Diepzee, overigens ook een uitgave
van Wolters Noordhoff. Volgens
een woordvoerder van de uitgeverij
wilden de uitgevers van de gekozen
schrijvers graag hun licenties voor
één schooljaar overdragen.
De enige dissonant was literator
Harry Mulisch. Zijn uitgeverij De
Bezige Bij wilde graag meewerken
om zijn boek De Aanslag in de reeks
te laten verschijnen, maar de schrij
ver zelf weigerde. Hij vindt dat zijn
werfc geen goedkope edities nodig
heeft.
ERIC JAN WETERINGS
J. Bornlcf: Hersenschimmen; Remco
Campert: Het leven is vurrukkuluk;
Willem Elsschot: Lijmcn/IIct been:
Maarten *t Hart: Een vlucht regenwul
pen; J.J. Slauerhoff: Het verboden rijk.
Grote Lijster reeks. Wolters Noordhoff
Groningen 1990.
Notarissen kunnen er niet hard ge
noeg op hameren. Liefde alleen is
niet genoeg voor wie zich hals over
kop in een relatie of een huwelijk
stort. Ook financiële zaakjes moe
ten worden geregeld omdat het an
ders na een scheiding of een sterfge
val tot de meest bizarre situaties
kan komen. Liefhebbende familie
is plotseling een stuk minder lief
wanneer er zonder testament geld
of grond beschikbaar komt.
Ook wanneer er wel een testa
ment is opgemaakt, kan dat trou
wens tot problemen leiden. Dat is
nu zo, maar was zeker zo in het En
geland in het begin van de vorige
eeuw, waar de rechtelijke macht
op z'n zachtst gezegd corrupt
was. Watje ook voor bewijsstukken
bezat, je kwam niet eens binnen in
de rechtszaal als je geen behoorlijke
kleren aan had. Voor armen was het
onmogelijk om die te kopen. Jam
mer, voor hen werd dus geen recht
gesproken.
Charles Palliser heeft zijn opmer
kelijke debuut De Quincunx, de er
fenis van John Hvffam gesitueerd
in dat Engeland. Jarenlang deed hij
onderzoek naar de leefomstandig
heden van toen, vooral naar die in
het groezelige Londen. Daarbij liet
hij de boeken van Charles Dickens
goed tot zich doordringen. Vervol
gens zette hij zich aan het schrijven
van een vuistdik boek. Het resultaat
mag er zijn. De Quincunx is een
boeiende roman geworden.
In De Quincunx maken we kennis
met de kleine John Mellamphy, die
genoeglijk samen met zijn moeder
ergens ten noorden van Londen op
het platteland woont. Johns moe
der is lief. Maar ze doet ook nogal
geheimzinnig, vooral over zijn va
der. Bovendien draagt ze altijd een
kostbaar document een codicil
bü een testament bij zich. John is
schrander genoeg om snel uit te vin
den dat ze daar zo haar reden voor
heeft. Het codicil geeft recht op het
eigendom van een groot, kostbaar
landgoed. Maar John ontdekt ook
dat er kapers op de kust zijn. Fami
lie. dus.
Het is John zelf die de kapers er
per ongeluk van op de hoogte
brengt dat hij erfgenaam is. Dat is
het begin van een reeks avonturen.
De Mellamphy's worden financieel
Charles Palliser: boeiende
i, soms met wat horten en stoten. foto pri
geplukt door een advocaat die duis
tere relaties heeft met familieleden
die ook menen recht te hebben op
het landgoed. Het duurt dan ook
niet lang of de Mellamphy's beslui
ten uit te wijken naar Londen, waar
ze kunnen onderduiken voor
schuldeisers en rancuneuze ver
wanten.
Londen is echter een stad die uit
z'n voegen barst van de ellende. Wie
geen geld heeft kan verrekken. Ar
men trachten wat te verdienen met
naaien, sjouwen, prostitutie of (klei
ne) diefstallen. Maar wat ze ook
doen, hoe lang de werkdagen ook
zijn; het enige w'aar ze op kunnen
rekenen is slaag. Soms weten ze
maar net genoeg geld bij elkaar te
krijgen om te blijven leven. Ziekte
en dood alom. Drank maakt veel ka
pot. John en zijn moeder ervaren
dat aan den lijve.
Helaas blijft het daar niet bij,
want de Mellamphy's krijgen ook in
Londen te kampen met familiele
den op zoek naar het codicil en tes
tament. Eén van de takken van dé
familie ziet daarbij John en zijn
moeder het liefst zo snel mogelijk
doodgaan, terwijl een andere tak ze
liever nog even ziet leven. For the ti
me being. Keer op keer levert dat ge
vaarlijke situaties op voor het twee
tal. Keer op keer moeten ze vluch
ten.
Voor John, de ik-figuur in De
Quincunx, is het een hel. Nieuwe fa
milieleden duiken op en leggen
claims, terwijl John zich staande
tracht te houden in de maalstroom
van gebeurtenissen in een arm en
ellendig Londen. En als John denkt
dat de situatie zich ten goede keert,
blijkt de uitkomst nog triester. 'Wie
kan ik vertrouwen?', vraagt hij zich
steeds bitterder af. Vrijwel nie
mand, luidt het antwoord. Mensen
'Een demon in Brussel', schoonheid en pijn door Kamiel Vanhole
Soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog in een loopgraaf, in 'Flanders Fields, where the poppies grow'.
Hoewel de populariteit van het reis
verhaal geen grenzen lijkt te ken
nen, is de kwaliteit ervan - als bij al
le literatuur - afhankelijk van de
naar elders, met name het verleden,
staat hij stil bij het roerloze en weet
dat vervolgens tot leven, beweging,
te brengen. Indruk maakt hij daar-
persoonlijke betrokkenheid en het mee in het titelverhaal, Een demon
beeldend vermogen van de auteur.
Een literair reisverslag vergt, in te-
in Brussel, waarin hij - als van nabij
- de dichter Baudelaire volgt in zijn
doen immers veel voor geld. Alles.
John constateert bitter dat er steeds
meer doden in z'n omgeving vallen.
Een happy end is daarbij voor hem
niet weggelegd.
Oude man
Al die ellende heeft natuurlijk z'n
weerslag op Johns karakter. De jon
gen is aan het eind van het boek nog
geen 21, maar redeneert als een
oude, ervaren man. Dat is verklaar
baar. Nogal storend is het echter dat
Charles Palliser de kleine John van
het begin af aan laat praten als een
volwassen vent. Voor de onvermij
delijke verfilming van De Quincunx
zal het wat dat betreft moeilijk zijn
een pienter baasje te vinden dat zo
geloofwaardig overkomt
Waar ik meer moeite mee heb, is
Pallisers schrijfstijl. De ontwikke
lingen die hij beschrijft zijn boei
end. De spanning is groot. Tot het
eind toe blijft de lezer zich afvragen
hoe het afloopt. Maar waarom heeft
Palliser niet meer aandacht besteed
aan de introductie van weer een van
de (uiteindelijk vijf de quincunx)
takken van Johns wijdverbreide fa
milie? Nu leiden die introducties tot
horten en stoten in het verhaal.
John bezoekt iemand of krijgt ie
mand op bezoek èn. hup, daar gaat-
ie weer: 'Zal ik je m'n levensverhaal
vertellen?' En er volgt een verhaal
van een paar pagina's waarin weer
5, 10 of 15 nieuwe namen worden
gemtroduceerd. Vervolgens gaat
het 'echte' verhaal door. Dat had al
lemaal wat mooier, wat subtieler ge
kund.
Wellicht is dat de reden dat uitge
verij Meulenhoff zich niet aan De
Quincunx heeft gewaagd. Een
woordvoerder van die uitgeverij zei
onlangs in De Volkskrant het "lite
raire gehalte" van het boek niet
hoog genoeg te vinden. Ik ben het
niet met hem eens. Palliser heeft
een boeiend debuut geschreven
met hier en daar wat horten en sto
ten. Jé zou kunnen zeggen dat hij de
stijl ondergeschikt heeft gemaakt
aan het verhaal. Net als in veel testa
menten.
JEROEN DIRKS
De Quincunx, dc erfenis van John Huf-
fam. Vertaling Ronald Jonkers. Ultg.
Prometheus, 55.
Jan Hanlo
(1912-1969)
Het Mauritshuis in Den Haag: gaat hier achter de werkelijkheid een an
dere werkelijkheid schuil? itto and
Brakman als de Kafka van Den Haag
God, zegen Knak
Hij is nu dood
Zijn tong, verhemelte, was rood
Toen was het wit
Toen was hij dood
God, zegen Knak
Hij was een hond
Zijn naam was Knak
Maar in zijn hondenlichaam
stak
Een beste ziel
Hond met bijnaam Knak
Een verre tak
Een oud verbond
God, zegen Knak
Uit: 'Als je goed om je heen kijkt
zie je dat alles gekleurd is'.
Bloemlezing uitgegeven door
Querido, 1990. ISBN
9021455714.
U en ik hadden er tot nu toe geen
weet van, maar achter de statige ge
vels van Den Haag gaat heel wat
duisters schuil. In de koninklijke
Schouwburg worden nachtelijke
bijeenkomsten gehouden; er wordt
daar gegeten en gedronken en er
worden geesten opgeroepen. In de
kelders van het Mauritshuis wor
den tijdens processen hoofden van
rompen gescheiden. Soms zinkt,
onopgemerkt, een in een juten zak
gebonden man naar de bodem van
de Hofvijver.
Gelukkig is dit kwaad, ja, ik zou
haast zeggen: dit sinistere complot,
nu onthuld in de nieuwe roman van
Willem Brakman, 'Van de in hoger
kringen verliefde.'
Het Den Haag van Brakman is in
derdaad dat van de 'hogere krin
gen', van deftige leden van de Hoge
Raad, stille etablissementen en sta
tige pleinen. Een kitschstad, waarin
men in koetsen langs het gerestau
reerde Mauritshuis rijdt. Geen
"vooroorlogse residentie zoals de
flaptekst zegt, maar een abstractie,
een verzinsel.
In een boerderijtje, half aan de
rand van de stad. logeert de hoofd
persoon, de dichter Edward, bij een
vriend en zijn vrouw. Dikke Klaas
en Kee. Edward voelt al spoedig een
diepe liefde voor Kee opwellen, die
hij vereenzelvigt met de koningin
(van wie iedereen in de hogere krin
gen immers veel houdt). Kee beant
woordt zijn liefde echter niet; zij
blijft trouw aan Dikke Klaas.
Bij Dikke Klaas ontmoet Edward
de bioscoopviolist Concobar en
dokter Van Heel, die zich allebei,
naar later blijkt ten onrechte, in de
hogere kringen bewegen. Edward
krijgt al direct van beiden een slech
te indruk.
Vanaf het moment dat Edward
een diadeem vindt, gaan de hogere
kringen voor hem open.
Op een avond wandelt Edward
door Den Haag, waar hij ziet hoe
een net geklede heer door een de
mon wordt mishandeld. Edward
ontzet deze Valstar, die hem uitno
digt om in bodega De Posthoorn
wat te gaan drinken. Desgevraagd
verklaart Valstar, dal Den Haag
wemelt van demonen, die gewoon
lijk 'bij de mensen thuis wonen.'
Het gezellige gesprek wordt echter
ruw onderbroken door een kaart
speler, die Edward beledigt. Later,
in de Koninklijke Schouwburg,
slaagt Edward erin de onbeschaaf
de heer gevangen te laten nemen.
Als deze in het Mauritshuis wordt
berecht, blijkt het Concobar te zijn.
Na een kort proces kletst zijn hoofd
over de marmeren plavuizen.
Een andere avond herhaalt zich
dit verhaal op vergelijkbare wijze
met dokter Van Heel.
De hogere kringen waarderen
het. dat deze 'heren' door Edwards
toedoen uit de weg zijn gl niln
Een beloning volgt dan ook snel.
Omdat Edwards oprechte liefde
voor de koningin niet onopgemerkt
is gebleven, wordt hij tot haar bed
toegelaten (de koningin blijft uiter
aard incognito).
En dit is nog niet alles. Kort daar
op wordt Edward belast met een ge
heime. delicate missie, namelijk het
ontdekken van een ketterse heili
genverering in een nonnenklooster
in een nabijgelegen stad. Zelfs
hierin weet hij te slagen.
Edwards connecties met de hoge
re kringen komen ten einde als hij
de eerder gevonden diadeem weer
wegschenkt
Bij lezing van 'Van de in hoger
kringen verliefde' moest ik steeds
aan 'Het Proces' van Franz Kafka
denken. Ook hier berechtingen
door schimmige, complotterende
autoriteiten omdat onbekende ge
dragsregels zijn overtreden, ook
hier het besef dat er achter de wer
kelijkheid een andere werkelijk
heid schuilgaat waarvan men niets
weet, maar waarvan men het gevoel
heeft dat men die wèl zou moeten
kennen.
Maar terwijl Kafka's roman be
klemming en een gevoel van angst
opwekt, is daarvan bij 'Van de in ho
ger kringen verliefde' geen sprake.
De bijeenkomsten zijn ongeloof
waardig, omdat ze in Den Haag
plaatsvinden. En wij kennen Den
Haag! Het is een stad van platte po
litici, desnoods van plichtsgetrou
we schouwburg- en museumdirec
teuren. maar niet van 'hogere krin
gen'. Het abstracte Den Haag dat
Brakman voor ogen heeft, pa
bij de werkelijkheid. Het was beter
geweest als Brakman een anonieme
stad had gecreëerd, met vage, drei
gende overheidsgebouwen en
vreemde, half-bekende zeden
Overigens valt er in 'Van de in ho
ger kringen verliefde' heel wat te ge.
nieten. Het taalgebruik in de roman
is, zoals altijd bij Brakman, net zo
verfijnd en barok als de meubelert
en de paviljoentjes die erin voorko
men. De structuur is zeer vi m ffig i.
waardoor de roman niet in één keer
al zijn geheimen prijsgeeft.
Maar: nachtelijke processen in
het Mauntshuis0 Demonen achter
de ramen van de huizen in het Be
noordenhout? Nee. Dat is wat mij
betreft niet te verkopen. Brakman
heeft een mooie roman afgeleverd,
maar hij had hem niet in Den Haag
moeten situeren.
WILFRED SIMONS
Leidse uitgeverij Plantage met homo-erotisch dagboek Von Platen
genstelling tot zijn oppervlakkiger verbanning te Brussel, drie jaar
voor zijn dood. Vanhole probeert
als het ware in Baudelaires huid te
kruipen, als hij schrijft: "Terwijl
journalistieke pendant, behalve cre
ativiteit ook inlevingsvermogen.
Gelouterd vakmanschap is haast
onmisbaar om de literaire verken
ningen van elders meer te laten zijn stapelt, voel je hem tasten. Telkens
dan een dorre aardrijkskundeles. lijkt de essentie hem te ontglippen,
Om die meerwaarde aan te treffen alsof hij eerst niet beseft dat de ba-
schrijver was: "Ik probeerde uit alle
macht van dat jongetje te dromen
dat nooit iets voelde. Zijn hele voet
kon hij door een leeuw laten weg-
happen zonder dat hij een centje
pijn had. Zo'n jongetje wilde ik zijn
Zo'n man is Vanhole in elk ge
val niet geworden. Zijn deernis, ro
mantische betrokkenheid, melan
cholieke liefde voor het verleden en
dominante kwaliteiten als literaire
Baudelaire adjectief op adjectief staan garant voor verhalen vol
in het werk van een debutant, is dan
ook verrassend. In acht bekwame
rok nu juist alles in het werk stelt
om aan de essentie voorbij te schie-
verhalen, gebundeld onder de titel ten en zo elastisch mogelijk te blij-
Een demon in Brussel, toont Ka- ven. Barok is middelpuntvliedend,
miel Vanhole een opmerkelijk ta- Je oog wordt voortgejaagd, altijd
lent tot verweving van het persoon- verder, van het ene detail naar het
lijke met het reisverhaal. ander, daar een fronseltje besnuffe-
Deze kwaliteit komt misschien lend en voor je het weet is de tijd
wel het duidelijkst tot uiting in Reis om. Barok wil levend zijn, de aan-
door mijn hoofd, waarmee de dacht afleiden van het wezenlijke,
schrijver zijn bundel besluit. Het Niet-barok is de dood",
verslag is een bewogen studie naar Een mooi uitstapje met de lezer
aanleiding van een houtsnede van aan de hand via de literatuur naar
Masereel, waarop een man en een de architectuur en de beeldende
kunst. Maar voortdurend de
schrijver onze literaire gids, na
drukkelijk aanwezig en tooit hij zijn
beschrijvingen met observaties van
geheel persoonlijke aard en make
lij.
Die koppige aanwezigheid, die
auctoriale macht van de verteller,
komt misschien wel het meest le
vendig tot uiting in Een knekel
kind op de rug van een ezel een laan
afrijden. De prent roept bij de au
teur herinneringen op aan vroeger,
aan zijn grootvader, aan wereldste
den in de jaren twintig, het leed van
de Eerste Wereldoorlog. Al mijme
rend over Masereel, diens werk en
het verleden komt Vanhole tot een
verklaring die alle verhalen in zijn
debuut mag gelden: "Dit alles
kwam ook bij me op toen ik naar de dans, een haast filmisch verslag van
prenten van Masereel keek. Frans een plekje Vlaanderen met zijn gru-
Masereel. Het zwart als van as. het weihistorie van de Eerste Wereld-
wit van de sneeuw. Dat kind achter- oorlog. Weer lucht Vanhole zijn re-
op een ezeltje. Die lange straatweg.
De dingen die voorbijgaan. En wel
licht is dat ook wat ik doe, wat
schrijven is: stilstaan bij bewe
ging"
laas met privé-anekdotes, zoals de
herinnering aan zijn moeder, die
hem als kind vertelde "over een
dorp in Vlaanderen dat Vlamertin-
ge heette en waar ineens het bloed
pijn en schoonheid. De lezer mee la
ten leven. Daarin is Kamiel Vanhole
een uitnemende reisgids.
ROB VOOREN
Kamiel Vanholc, Een demon In Brus
sel. L'itg. Meulenhoff Amstcrdam/Kri-
lak Leuven 1990.
Het is alweer een paar jaar geleden
dat Tom Clancy als thrillerauteur
een direct overtuigend debuut
maakte. Zijn 'Jacht op de Red Octo
ber' viel zowel bij de kritiek als bij
het publiek in de smaak. Sindsdien
heeft de Amerikaanse auteur met la
van boeken overduidelijk bewezen
dat zijn eerste succes niet in de hoek
van de toevalstreffers moest wor
den geplaatst. Inmiddels is zijn eer
steling over de jacht op de verdwe
nen Russische onderzeeboot vol
zeer geavanceerde apparatuur ver
filmd. Met ex-James Bond Sean
Connery in de hoofdrol. Reden ge-
Red October' in te haken op de pu
bliciteit rond de film.
KOOS POST
En inderdaad, dat is het fraaie van uit de grond was komen wellen." En
Vanholes verhalen: in zijn reizen dan de reactie van het kind, dat de
Augustus Graaf von Platen (1796-
1835) heeft tijdens zijn korte leven
weinig erkenning gevonden en met
de roem na zijn dood is het ook ma
tig gesteld. Toch geniet zijn dag
boek bij kenners een grote faam. Uit
dit dagboek verscheen bij de Leidse
uitgeverij Plantage - Gerard
Schreurs voor het eerst een ruime
keuze in vertaling onder de titel
'Memorandum van mijn leven'.
Vanaf 22.10.1813 tot kort voor zijn
dood, 13.10.1835 (hij stierf op 5 de
cember van dat jaar in Syracuse op
Sicilië aan iets onduidelijks, moge
lijk een overdaad aan medicijnen,
mogelijk een verwaarloosde blinde
darmontsteking) heeft Von Platen
een dagboek bijgehouden. Hoewel
hij dat dagboek deels heeft her
schreven en aangevuld, zodat er wel
eens inconsequenties in staan,
hoort het tot de aangrijpendste wer
ken in dit genre door de onthutsen
de eerlijkheid waarmee hij zich
blootgeeft.
De jongeman die nog niet ten vol
le zeventien jaar oud was toen hij er
mee begon, was buitengewoon
vroegrijp. Doordat de auteur vooral
het begin sterk bewerkt heeft, kan
men niet meer met absolute zeker
heid zeggen waar hij misschien een
latere visie heeft ingelast, maar aan
nemelijk lijkt dat hij zich aanvanke
lijk van zijn homoseksualiteit niet
bewust was, liever, dat hij niet eens
wist wat hem dreef. Hij voelde zich
nooit door vrouwen, steeds door
knappe mannen aangetrokken, en
pas door lectuur van de Grieken be
gon hij te begrijpen wat er met hem
aan de hand was. Wat Platens dag
boeken zo navrant maakt, is dat hij
zich keer op keer hopeloos verliefde
in jongemannen, meestal medestu
denten. die zijn gevoelens op geen
enkele manier konden beantwoor
den. Vaak waren het getapte types
die hem een ronduit onverdraaglij
ke kerel vonden met zijn opdringe
rig, dwaas en overdreven gedrag en
dat ook lieten merken of vlakaf zeg-
Graaf August von Platen: 'Het
lijkt wel alsof ik niet eens leef, maar
alleen maar lees'. (foto gpdi
den. Dodelijk gekwest schrijft hij
het allemaal op, iedere vermeende
of echte vernedering, iedere schan
de. De liefde deed hem dc krankzin
nigste plannen en listen bedenken
om tot zijn doel te geraken, en alles
mislukte, het is wel eens hartver
scheurend. Uit een omarming, een
kus, zo gewoon onder jongelui in de
Biedermeiertijd, uiteen intiem téte-
a-tète waarbij men samen een boek
las. een moment dat men samen op
een sofa of aan een wegberm lag,
spon hij de wildste fantasieën van
liefde: hij werd bemind, ondervond
tegenliefde, eindelijk Tot het
grofste bewijs van het tegendeel
door dezelfde jongen werd gele
verd: een botte afwijzing, een brief
vol verwensingen Die hij dan in
zijn dagboek overschreef met de
vermelding dat het verdiend was
'Laat het u genoeg zijn te weten dat
ik u uit de grond van mijn hart ver
afschuw' - 'ik zal u van nu af aan als
een kwalijke pest mijden'.
Vermeldenswaard is Von Platens
ontmoeting met Thorbeckc als jon
geman. "In hem heb ik een van de
voortreffelijkste mensen leren ken
nen die me ooit onder ogen iijn ge
komen. Heel spiritueel, heel ge
leerd, met een bijzonder gedegen en
veelzijdige ontwikkeling, helder en
zuiver wat zyn eigen persoon be
treft en ook steeds in de omgang
met anderen hartelijk, belangstel
lend en heel attent" (14 augustus
1821, Thorbecke was toen 23 jaar).
Ook de ontmoetingen met Goethe.
Jean Paul en Leopardi. om maar
een paar kopstukken te noemen,
werden in deze bloemlezing opge
nomen. Met Von Platen kun je zel
den lachen, maar een glimlach moet
er toch wel af als je leest over de ge
sprekken van de dove Gries met
Goethe, die strandden, "want die is
zijn tanden kwijt en spreekt heel
zacht".
Of bij een verzuchting als dc noti
tie van 31.8.1818: "Lezen, altijd
maar lezen! Het lijkt wel alsof ik al
leen leef om te lezen, of zelfs alsof tk
niet eens leef, maar alleen maar
lees"
HANS WARREN
Aurutl von Pinten. Mrmonndam vnn
mijn leven. Plantage - Gcrnrdn A
Srhrrur*. Lelden, ƒ34.50.
PENSIOEN VOOR 007 - Herdruk-
ken vieren hoogtij. Althans bij de
thrillers. Het lijkt er op dat er in de
boekenwereld gebrek is aan goede
spannende verhalen. Wc zien het nu
weer in de zogenaamde 'vijf-ster-
renserie' die door het duo Thomas
Ross en Maj Sjowall voor de uitge
verij Het Spectrum wordt geselec
teerd. Het tweetal heeft thani in die
serie een herdruk van 'De geheime
minnaars' van Charles McCarry ge
stopt, een boek vol koude oorlogs*
problematiek. Men moet al echt lief
hebber zijn om dat nu overjarige
spionageverhaal te kunnen waarde
ren Het af en toe ontroerend men
selijk aspect bluft echter van alle Uj-
den (K.P.)