'Hè, jasses Jaap, niet van die triviale troep' 'Ze schrijven: ik wou dat u m'n opa was' J8. 'De Eikelvreters' terecht bekroond met Gouden Laat deze gouden kelk aan mij voorbijgaan Griffel KINDERBOEKENWEEK Waarom mag het jeugdboek niet op de literatuurlijst? Geneviève Waldmann, uitgeefster Dick Bruna, over lezertjes FEESTMIDDAG 1 WOENSDAG 10 OKTOBER 1990 PAGINA 9 10 T/M 20 OKTOBER 1990 De verplichte literatuurlijst is de laatste maanden bin nen onderwijskringen on derwerp van hevige discus sie geweest. Het jeugdboek bleef daarbij onbesproken. Als we dan toch bezig zijn, zo vraagt Casper Markesteijn zich af, waarom mag het goe de jeugdboek dan niet op de literatuurlijst? Bij dat jeugd boek begint het toch alle maal? Een kritische beschou wing. Even leek het erop, maar zoals va ker: schijn bedriegt. In 1975 ver scheen er van de hand van Ton An- beek en Jan Fontijn een boekje met de titel Ik heb een boek. Het analy seren van jeugdboeken, lectuur en literatuur. Anbeek en Fontein wa ren weliswaar nog niet de literaire goeroes die ze heden ten dage zijn, maar toch. Jeugdboeken leken er volgens de ondertitel van het schoolboek gewoon bij te horep. Dit betekende misschien de doorbraak voor stiefkind Jeugdboek. Nog al tijd zat het achteraf te miezemuizen in een verdomhoekje. Het was zich al wel bewust van eigen kwaliteit, maar durfde nog niet erg. Immers, literatuur was: boeken voor volwas senen. Literatuur betekende: on derzoek aan de U-ni-ver-si-teit en besprekingen in krant en tijd schrift. Onsterfelijkheid verkreeg het grote-mensen-boek via de litera tuurgeschiedenis. Maar nu, Anno Domini 1975, zou den deze twee literatuuronderzoe kers er en passant voor zorgen dat binnen de kortste keren het jeugd boek gemeengoed in het voortgezet onderwijs zou zijn. De leraar Neder lands met nog een sprankje liefde voor het vak in zijn donder zou zich ongetwijfeld op Roald Dahl, Jan Terlouw, Thea Beekman, Otfried Preussler, Astrid Lindgren, Tonke Dragt, Paul Biegel en de jeugdboe- kenklassiekers storten om door het voorlezen van prachtige fragmen ten de slaperige leerling wakker te schudden uit zijn door ontleedkun de ontstane lethargie. Jammer, maar helaas, het mocht niet zo zijn. Uit zijn eigen jeugd her innerde Ton Anbeek zich nog net De A.F.C.-ers van J.B. Schuil (ja, ook die van de Katjangs) dat onder het stof bij moeder op zolder lag. Eén passage daaruit kon geen kwaad. Verder werd "de bekende kinderboekenschrijver W.G. van der Hulst" uit de kast getrokken om als voorbeeld te dienen van een schrijver die speculeert op de more le verontwaardiging van de lezer en wordt Enid Blyton als "moderne jeugdboekenschrijfster" genoemd. In de opdrachten werden, dat moet gezegd, Dragt, Terlouw, Lindgren en Arendsoog genoemd, maar daar mee was de koek op. Geen treffende stukjes om de gebruiker nieuwsgie rig te maken, geen citaten om daar mee aan de slag te gaan. Jeugdzonde Akkoord, een jeugdzonde. Alle ge legenheid om het goed te maken, als je als lid van een illuster trio boeken mag aanbevelen die je als kind gele zen moet hebben vóór je de wrange wereld der volwassenen mag bin nenstappen. Stel je voor: de haast op een ruzie uitlopende discussie tussen Goedegebuure en Anbeek over de vraag of Cynthia Voigt nu wel of niet op de lijst moet. G.: "Maar, Ton, we hadden toch afgesproken dat we ons tot de Ne derlandse canon zouden beperken A.: "Ja, Jaap, maar Vader Jacob kent iedereen toch al, dat hoeft niet meer gelezen". G.: "Ik bedoel de toppers van het Nederlandse taalgebied, niet de kin derliedjes. Wel of niet Jip en Janne- ke, daar gaat het om". A.: "Voigt is groter. Bovendien Amerikaans. Vertelkunst in optima forma. Kan prima verfilmd wor den. Een moderne Odysseus, haar Tillerman boeken. Spreekt boven dien veel vrouwen aan. Mijn vrien din is er dol op". G.: "Oké, maar dan wil ik een beetje historisch bewustzijn erbij. Willard misschien, met Opkomst en ondergang van Mantlemass of iets van Leon Garfield". Illustratie van Anthony Browne uit zijn met een Griffel bekroonde boek 'De Tunnel'. Vindt de jeugdliteratuur ooit zijn weg naar de 'deftige' literatuur, zal de geheime doorgang ooit worden gevonden? (foto pr) A.: "Hè, jasses, nee Jaap, niet van die triviale troep en Willard is te veel. Dat kun je die leraren niet aan doen. Die schrikken zich toch al een dubbele bréuk bij het idee dat ze aan het lezen moeten". Helaas, zo is het niet gegaan. Op de lijst van de 21 verplichte boeken, een loijst die inmiddels gelukkig is verworpen, staat geen enkel jeugd boek. Niks jeugdproza, niks jeugd poëzie. Op het onzalige idee van die 21 verplichte boeken is al genoeg te rechte kritiek geleverd. Het enige voordeel is de opleving van een dis cussie over literatuuronderwijs ge weest. Echter, in alle discussies en ingezonden brieven ben ik tot nu toe niet een jeugdboek tegengeko men. A priori wordt er vanuit ge gaan dat literatuuronderwijs alleen beoefend kan worden met behulp van boeken voor volwassenen. Vrij wel alle critici zijn het er over eens dat het bijbrengen van leesplezier een belangrijke doelstelling moet zijn. Als het om de kwaliteit gaat, vindt zelfs zo'n pennewip als K.L. Poll (N.R.C. 31-8-90) dat het inspire ren van leerlingen voor elke leraar het richtsnoer zou moeten zijn: "duidelijk maken dat een gedicht, verhaal, betoog een beroep moet doen op emoties en opinies". Katechismus Literatuurlessen zijn volgens hem levenslessen en literatuur een plaatsvervangende katechismus. Met die literaire katechismus kan de lezer alle kanten op. Poll noemt dan onder andere Multatuli, Reve, Gerhardt, Faverey, Jan de Hartog en Kruimeltje. Waarom hij in zijn rijtje niet konsekewent is en daar als laatste ook de auteur noemt, is me een raadsel. Misschien denkt hij wel dat kinderboeken geen auteur hebben. Ook Tarzan en Jaap Holm bijvoorbeeld dicht hij verder in zijn artikel geen schepper toe. De leraar, vindt Poll, moet door wat hij weet aan te vullen met wat hij vindt zijn betrokkenheid laten blijken. Bij literatuur, bedoelt hij, niet bij de kinderen die hij lesgeeft, want "hij richt zich vooral naar de emotionele en intellectuele ontvan kelijkheid van de vier of vijf meest geïnteresseerde leerlingen". En door veel voor te lezen. De smaak en het oordeel van kinderen moeten aan bod komen via besprekingen van boeken die door de hele klas ge lezen zijn. Via bijvoorbeeld Abby van Hadly Irwin, een boek dat jonge lezers en oudere) zal aanspreken? Wat vind ik van de structuur van het verhaal? Hoe is het thema incest uit gewerkt door de schrijfsters? Waar om vind ik het boek ontroerend of juist niet? Komen de personages van het verhaal tot leven of blijven ze Amerikaanse clichétypes? Niets. Wil Poll, rijm, metrum, beeld spraak, assonantie, enjambement, alliteratie en symbolen van een ge dicht misschien bespreken aan de hand van de (jeugd) poëzie van Wil lem Wilmink, Johanna Kruit, Rem- co Ekkers? Neen. Geen woord over hoe boeken van Aidan Chambers als Je moet dan sen op mijn graf of Nu weet ik het tot prachtige gesprekken in een ha vo 5-kIas zouden kunnen leiden. Geen buitenlandse literatuur op de lijst? Commissie 3 (voor het lite ratuuronderwijs zelf) stelt voor tot een maximum van 40 procent van de lijst te laten kiezen uit de Eu ropese en Wereldliteratuur. Is Wam de Moor (oonder meer hoofddocent literatuurdidactiek aan de KUN) dan misschien pleitbe zorger van het jeugdboek? Noemt hij wellicht in zijn "mixture" die hij voorstelt in een groot ingezonden stuk in de NRC een onderwerp als "het dierenverhaal in de jeugdlite ratuur"? Houdt hij ergens een pleidooi voor het lezen van boeken van Els Pelgrom, Wim Hofman, Im- me Drost, Ton van Reen, Peter van Gestel als voorbeelden van geschik te Nederlandse auteurs voor de lijst? Helaas niet. Blijkbaar weet de literatuurdidactiek (voor het voort gezet onderwijs) niet van het be staan van jeugdliteratuur. Koekenbakker Oordelen leren geven over litera tuur, voorlezen, liefde voor het boek wekken, het bespreken van thema's en symbolen, literatuurgeschiede nis geven, praten over de macht en kracht van de taal, belangstelling ontwikkelen: het gaat misschien niet beter, maar wel makkelijker via die enorme hoeveelheid prachtige jeugdboeken die sinds jaar en dag op de markt zijn. De identificatie van veel scholieren uit het voortge zet onderwijs met de verhaalfiguren en hun problemen in jeugdlitera tuur is immers stukken groter dan met de romanfiguren van Hermans, Reve, Claus, Nooteboom, Emants of Hildebrand. Die hoeven niet per se voortaan in de kast te blijven. Het gaat niet om of ..of. Het gaat om en...en. De mogelijkheden voor een leraar zijn niet minder. Die worden eerder meer. Hij moet natuurlijk wel meer op de hoogte raken. Dat betekent lezen. Geen genoegen ne men met een aftreksel van een uni versitaire studie letteren en met re produceren van wat je ooit zelf be studeren moest, maar lezen. En bly- ven lezen. En als je daar niet van houdt als leraar Nederlands, dan kun je beter stroopwafels gaan bakken. Dan ben je tenminste een echte koekenbak ker. Heb je dan fijn wat twaalf-plus goud en zilver achter de kiezen en daar enthousiast uit voorgelezen in de klas, dan komen die 21 lijstboe- ken daarna vanzelf wel. Met in hun kielzog misschien de hele beweging van '80, de 50'ers, de na-oorlogse ro man en alle debuten van de afgelo pen tien jaar. Als Anbeek, Goedegebuure. Bek kering, Poll, De Moor c.s. zich nog eens over lijsten en literatuuronder wijs buigen, laten ze dan ook de gids Boek en Jeugd even raadple gen. Een nieuw lijstje van 21 of meer is daar wel uit te halen. Eerst effe lezen natuurlijk. Sabbelvast "Volgende week komt Dick zijn nieuwe boek hier presenteren. Daar maken we dan een beetje een feestje van, want het is een belangrijk mo ment. We weten dat dit boekje over een gehandicapt meisje gaat, maar daar houdt het ook mee op. Wij be moeien ons helemaal niet met de tekst of met de illustraties. Ook niet met de kleuren. Het enige dat wij bij wijze van spreken nog hoeven te doen om het boek af te maken, is de copyright-vermelding". In één opzicht heeft de uitgever van Dick Bruna het bijzonder mak kelijk, en dat is in de kontakten met de boekhandel. Nieuwe Bruna- boekjes worden 'blind' aangeboden en ingekocht, er hoeft nooit mee ge leurd te worden. Wat dat betreft zit Unieboek op rozen. Waar Geneviève wel veel werk aan heeft, is het coördineren van de buitenlandse boekuitgaven. Want ook in onder meer Japan, Frankrijk, Duitsland, België, Portugal, Joego slavië, China, en Korea verschijnen Bruna-boekjes. Ook wil Dick Bruna graag weer boekjes in het Arabisch laten verschijnen. Het is duidelijk dat het kontrole- ren van de kwaliteit in alle windstreken moeilijk is. Het is dan ook in het verleden op diverse ma nieren misgegaan. Soms waren de kleuren te flets, de tekst deugde niet of de belettering was lelijk. Het streven van De Cocon is om alle Bruna-boeken, ook de buiten landse, in Nederland te produceren. Zodoende kan de kwaliteit bewaakt worden. Het drukken overigens zal wel in andere landen blijven plaats vinden. De uitgeverij heeft een eigen ont werpster, Francine Oomen, die zich met Bruna-produkten bezig houdt. Zij heeft de hand in alle book-rela ted products. Dit zijn boeken met Bruna-tekeningen die zijn samen gesteld uit het bestaande werk van Bibliotheek Leiden DEKKER ...uw Librti bockhandel KOOYKER zandvliet v. namioBn Kinderboekenweek 1990 vrijdag 19 oktober Antonius clubhuis Lange Mare 43 13.30 uur 14.00-15.00 uur Zaal open Monique Copper Piano. Dia-projectie, Vertelling 15.00-15.30 uur Pauze 15.30-16.30 uur Programma rondom Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp Met o.a. Prijsuitreiking van de kleur- en verhalen wedstrijd Ook is er de mogelijkheid boeken te kopen en te laten signeren door Annie M.G. Schmidt en Rep Westendorp Kaarten 3,50 (incl. consumptie) KAARTVERKOOP ADRESSEN: Boekhandel Zandvliet: Haarlemmerstraat 117. lel 120421 Boekhandel Kooyker: Breeslraal 93, lel 160500 Academisch Ziekenhuis, leidse Plein Gebouw 1. tel 160515 Openbare bibliotheek Centrale - Nieuwstraat 4, tel 149943 Merenwjk - Rosmolen 4, iel 211666 Morskwartier - Robijnstraat 4. ld 764305 Zuid-Wesl - Ed van Beinumslraal 2. lel 761441 'I Spoorlie - Bernhardkade 38. lel 221695 Stevenshol - Tri* Terwindtstraal 6. tel 318100 'De Eikelvreters' van Els Pelgrom, het boek dat werd bekroond met een Gouden Griffel, is een roman over een jongen die opgroeit in An- dalusië, in het zuiden van Spanje. Santiago heet hij, maar hij wordt vaak Curro genoemd. Curro bete kent 'elegant, sierlijk, knap'. Zijn fa milie woont, net als veel andere ar me mensen in die streek en in die tijd, in een grotwoning. Het is er vochtig en vaak koud. Santiago moet op zijn achtste jaar van school af omdat hij moet mee helpen om geld te verdienen voor het kinderrijke gezin. "Vanaf die dag veranderde mijn leven. Ik werd een jongen van bij de weg, dat is toen begonnen en dat is altijd zo gebleven. Thuis kwam ik alleen nog om te eten en te slapen. Er was zoveel te doen. Als je een kind bent, wil je wel eens een poosje dicht bij je moeder zitten en als je buikpijn hebt hang je dan wat tegen haar aan. Zo was ik ook tot aan die winter. Van toen af bleef ik zelfs met de ergste buikpijn niet meer thuis. Mijn voornaamste gezelschap bestond uit onze twee varkens, de ezel en de geit. Daarna kwamen de jongens die net zo waren als ik, jon gens van bij de weg, en daarna de mannen in het café van Antonio. Vrouwen kwamen pas latër weer in mijn leven toen ik zelf naar ze op zoek ging. Maar dat kwam later". In dit citaat staat precies aangege ven waarover De Eikelvreters gaat: de periode tussen het eind van het kind-zijn en het begin van de vol wassenheid. Zodra Curro van school gehaald wordt, krijgt hij ver en heeft zijn vrouw Irene haar fiat gegeven, dan pas gaat hij ermee naar de uitgever. antwoordelijkheid, en dus is hij geen kind meer. Het verhaal eindigt op het moment dat Curro voor het eerst met een meisje naar bed gaat. Dan is hij ook in seksueel opzicht geen kind meer. Naast al het andere is De Eikel vreters vooral een krachtig, span nend, en onsentimenteel verhaal over armoede, over overleven, en over trots. Als Curro iets heeft ge daan dat op bedelen lijkt, krijgt hij van zijn vader een ongenadig pak slaag. Omdat "bedelen voor een arm mens het einde is". Bruna. Zo zullen er in het voorjaar vier 'vensterboeken' uitkomen (boekjes met uitsparingen in de pa gina's), een kookboek, pop-up boekjes, en een rammelaar-boekje. Het laatste moet een boek-achtig babyspeeltje worden, natuurlijk met de bekende Bruna-figuurtjes erop. De kwaliteit moet in dit geval sabbelvast en bijtbestendig zijn. Geneviève Waldmann mag een zakelijke uitstraling hebben, ze praat over Nijntje, Betje Big, Knor retje en Snuffie alsof ze bij haar om de hoek wonen. Oprecht verbaasd reageert ze als ik niet meteen besef dat Nijntje (geboren in 1955), als achternaam Pluis heeft. "Ja, dat is haar familienaam. Je hebt toch ook opa en oma Pluis?" Opa "Nijntje is wel veranderd in de loop van de tijd, niet alleen om te zien. In de eerste boekjes doet ze alles nog samen met haar vader en moeder, maar later gaat ze ook fietsen en uit logeren. Ze is wat ondernemender geworden". De uitgeefster heeft op scholen onderzoek gedaan naar wat kinde ren van de Bruna-boeken vinden. "Want ik vond het jammer dat altijd alleen door volwassenen wordt uit gelegd waarom het werk van Dick zo goed is. Uit tekeningen van kin deren zelf bleek dat ze de essentiële kenmerken feilloos oppakken: de primaire kleuren, de contourlijnen, en vaak zetten ze ook één figuur centraal op een pagina. Kinderen fantaseren ook heel veel naar aan leiding van zijn boekjes". "Een Japans meisje heeft als ca deau voor Dick eens een heel mooi boekje gemaakt over zijn leven. Daarin zie je de figuren die hij heeft bedacht een voor een uit een raam tuimelen. Kinderen hebben Dick vaak geportretteerd op hun teke ningen. Ze maken er altijd een hele gezellige man van. Hij heeft ook een hele lieve uitstraling. Kinderen zul len nooit bang voor hem zijn. Ze schrijven wel eens: 'ik wou dat u mijn opa was'". Eigenlijk is iedere goede jeugdro man ook voor een volwassen lezer de moeite waard. Voor 'De Eikel vreters' geldt dit dubbel en dwars. Wie uitgekeken is op veel 'volwas sen' Nederlandse auteurs, zou met het werk van Pelgrom. die eerder al twee Gouden en twee Zilveren Grif fels kreeg toegekend, wel eens een heel goede greep kunnen doen. INGE VAN DEN BLINK EU PclfTom, De Eikelvreter*. Ultf. Qucrldo, priji fl. 25,-, vanaf 12 Jaar Het verhaal van 'De Gouden Kelk' speelt zich af in een fictieve wereld ergens in de verre toekomst. De aar de is door een ramp in drie delen uiteen gevallen: Joeran, Ithar en Canbia. Hoofdpersonen uit het boek zijn Zia, een meisje van ad< I, haar vriend Joeran en de lijfeigene Youri. Zij streven naar een betere en meer rechtvaardige wereld en la ten zich in dat streven leiden door de legende van De Gouden Kelk. Het land van Zia en Youri wordt be dreigd door een afschuwelijke uit vinding uit Canbia en zij besluiten daarom de formule van deze vin ding te stelen. Alleen zó kunnen ze hun eigen land beschermen. Een maal in Canbia raken ze in een maalstroom van gebeurtenissen steeds verder van hun doel verwij derd. Het lezen van 'De gouden kelk' is niet voor iedereen weggelegd. De eerste tien bladzijden zijn eigenlijk taai te noemen. De ene vreemde naam na de andere wordt opge voerd. Voortdurend bekruipt je het gevoel door de bomen het bos niet meer te zien. Diegenen die moeite hebben niet-gangbare namen te onthouden, kunnen beter nu t na het boek beginnen. De schrijftrant van Heinemann is origineel en kan je dus liggen Of Jllift nllt Da inl van vertellen komt wat fragmenta risch en daarmee clean en koel over. De vergelijking met Tolkiens 'In de ban van de ring', eveneens een roman vol avonturen in een vreem de wereld, valt wat mij betreft dui delijk in het voordeel van Tolkien uit Van 'In de ban van de ring' raak je werkelijk in de ban. 'De gouden kelk' is anders geschreven en daar mee voor liefhebbers van Tolkien wellicht moeilijker toegankelijk. De Gouden kolk is officieel als jeugdboek uitgekomen, maar lijkt eerder geschikt voor volwassene^. In elk geval moeten de lezers fer vente lezers zijn, anders nemen ze niet de moeite de eerste paar pagi na's door te komen. MONICA WESSELING Doria Hclncman. De Gouden Kelk. Van onze correspondent Inge van den Blink UTRECHT Geneviève Waldmann (29) van De Co con is waarschijnlijk de eni ge Nederlandse uitgever die maar één auteur in haar fonds heeft. Sinds juli dit jaar heeft zij de touwtjes in handen wat alle Nederland se uitgaven van Dick Bruna betreft. De naam van het kersverse fonds, een onder deel van Unieboek, is door Bruna zelf bedacht. Eerder werden de boekjes van Dick Bruna uitgegeven bij De Harmonie en Van Goor. Geneviève fs van huis uit kunsthis torica. Toen ze in 1987 meewerkte aan de expositie Holland in Vorm in het Stedelijk Museum, kwam ze in kontakt met Pieter Brattinga van Mercis. Mercis is de maatschappij die de rechten van Bruna beheert en toezicht houdt op een verantwoord commercieel gebruik van Bruna-fi- guurtjes over de hele wereld. De zo geheten merchandising. Naast haar baan als uitgever geeft Waldmann één dag per week les aan de AKI, de kunstacademie in Enschede, op de afdeling grafisch ontwerpen. Waarom werd juist zij de uitgeef ster van Brunaboekjes? Geneviève: "Er was nog niet eerder iemand in huis die alle karakters van Dick Bruna zo goed kende als ik. Dick heeft meer dan 2000 tekeningen ge maakt. Die staan allemaal geregi streerd, en door mijn ervaring bij Mercis weet ik ze allemaal snel te vinden". "Onlangs belde bijvoorbeeld een mevrouw op die tandheelkunde had gestudeerd. Zij wilde bij haar promotie een tandenpoetsend Bru- na-figuurtje gebruiken. Of dat er was. Ja, dat is er, zeg ik dan. En ik weet waar ik het kan vinden". Geneviève hééft 'editor', uitgever Uitgeefster Geneviève Waldmann: "Het volgende boekje van Bruna gaat over een gehandicapt meisje". foto gpd> dus, op haar visitekaartje staan, maar vindt zelf dat ze het vak nog aan het leren is. Ze maakt niettemin een uiterst competente en ingevoer de indruk. Met 'haar' schrijver, een makkelijk en zeer beminnelijk mens, heeft ze veelvuldig, in ieder geval wekelijks, kontakt. Want in één opzicht is Bruna heel secuur, en dat is de technische uitvoering van zijn boeken. Daar houdt hij nauw lettend toezicht op. Het is bekend dat Dick Bruna buitengewoon veel zorg besteedt aan de kleuren van zijn boekjes. Het rood, het geel, het blauw en het groen moet precies de juiste helder heid, warmte en intensiteit hebben. "Dick controleert alles zelf: de drukproeven, de werktekeningen, de kwaliteit van het papier; aan al les moet hij zijn goedkeuring geven. Bij de drukker controleert hij sa men met iemand van de uitgeverij de kleurplaten. Gelukkig woon ik vlak bij hem, in de Utrechtse bin nenstad, dus ik ga regelmatig 's och tends om acht uur bij hem langs om het een en ander door te spreken. Er gaat hier niets de deur uit dat Dick niet heeft gezien". Inhoudelijk echter gaat de teke naar volkomen zijn eigen gang. De uitgever heeft in het artistieke ge deelte geen inbreng. Is Bruna hele maal klaar met een nieuw boekje,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 9