'Hè, jasses Jaap, niet van die triviale troep'
'Ze schrijven: ik wou dat u m'n opa was'
J8.
'De Eikelvreters' terecht bekroond met Gouden
Laat deze gouden kelk
aan mij voorbijgaan
Griffel
KINDERBOEKENWEEK
Waarom mag
het jeugdboek
niet op de
literatuurlijst?
Geneviève Waldmann, uitgeefster Dick Bruna, over lezertjes
FEESTMIDDAG
1
WOENSDAG 10 OKTOBER 1990
PAGINA 9
10 T/M 20 OKTOBER 1990
De verplichte literatuurlijst
is de laatste maanden bin
nen onderwijskringen on
derwerp van hevige discus
sie geweest. Het jeugdboek
bleef daarbij onbesproken.
Als we dan toch bezig zijn, zo
vraagt Casper Markesteijn
zich af, waarom mag het goe
de jeugdboek dan niet op de
literatuurlijst? Bij dat jeugd
boek begint het toch alle
maal?
Een kritische beschou
wing.
Even leek het erop, maar zoals va
ker: schijn bedriegt. In 1975 ver
scheen er van de hand van Ton An-
beek en Jan Fontijn een boekje met
de titel Ik heb een boek. Het analy
seren van jeugdboeken, lectuur en
literatuur. Anbeek en Fontein wa
ren weliswaar nog niet de literaire
goeroes die ze heden ten dage zijn,
maar toch. Jeugdboeken leken er
volgens de ondertitel van het
schoolboek gewoon bij te horep. Dit
betekende misschien de doorbraak
voor stiefkind Jeugdboek. Nog al
tijd zat het achteraf te miezemuizen
in een verdomhoekje. Het was zich
al wel bewust van eigen kwaliteit,
maar durfde nog niet erg. Immers,
literatuur was: boeken voor volwas
senen. Literatuur betekende: on
derzoek aan de U-ni-ver-si-teit en
besprekingen in krant en tijd
schrift. Onsterfelijkheid verkreeg
het grote-mensen-boek via de litera
tuurgeschiedenis.
Maar nu, Anno Domini 1975, zou
den deze twee literatuuronderzoe
kers er en passant voor zorgen dat
binnen de kortste keren het jeugd
boek gemeengoed in het voortgezet
onderwijs zou zijn. De leraar Neder
lands met nog een sprankje liefde
voor het vak in zijn donder zou zich
ongetwijfeld op Roald Dahl, Jan
Terlouw, Thea Beekman, Otfried
Preussler, Astrid Lindgren, Tonke
Dragt, Paul Biegel en de jeugdboe-
kenklassiekers storten om door het
voorlezen van prachtige fragmen
ten de slaperige leerling wakker te
schudden uit zijn door ontleedkun
de ontstane lethargie.
Jammer, maar helaas, het mocht
niet zo zijn. Uit zijn eigen jeugd her
innerde Ton Anbeek zich nog net
De A.F.C.-ers van J.B. Schuil (ja,
ook die van de Katjangs) dat onder
het stof bij moeder op zolder lag.
Eén passage daaruit kon geen
kwaad. Verder werd "de bekende
kinderboekenschrijver W.G. van
der Hulst" uit de kast getrokken om
als voorbeeld te dienen van een
schrijver die speculeert op de more
le verontwaardiging van de lezer en
wordt Enid Blyton als "moderne
jeugdboekenschrijfster" genoemd.
In de opdrachten werden, dat moet
gezegd, Dragt, Terlouw, Lindgren
en Arendsoog genoemd, maar daar
mee was de koek op. Geen treffende
stukjes om de gebruiker nieuwsgie
rig te maken, geen citaten om daar
mee aan de slag te gaan.
Jeugdzonde
Akkoord, een jeugdzonde. Alle ge
legenheid om het goed te maken, als
je als lid van een illuster trio boeken
mag aanbevelen die je als kind gele
zen moet hebben vóór je de wrange
wereld der volwassenen mag bin
nenstappen. Stel je voor: de haast
op een ruzie uitlopende discussie
tussen Goedegebuure en Anbeek
over de vraag of Cynthia Voigt nu
wel of niet op de lijst moet.
G.: "Maar, Ton, we hadden toch
afgesproken dat we ons tot de Ne
derlandse canon zouden beperken
A.: "Ja, Jaap, maar Vader Jacob
kent iedereen toch al, dat hoeft niet
meer gelezen".
G.: "Ik bedoel de toppers van het
Nederlandse taalgebied, niet de kin
derliedjes. Wel of niet Jip en Janne-
ke, daar gaat het om".
A.: "Voigt is groter. Bovendien
Amerikaans. Vertelkunst in optima
forma. Kan prima verfilmd wor
den. Een moderne Odysseus, haar
Tillerman boeken. Spreekt boven
dien veel vrouwen aan. Mijn vrien
din is er dol op".
G.: "Oké, maar dan wil ik een
beetje historisch bewustzijn erbij.
Willard misschien, met Opkomst en
ondergang van Mantlemass of iets
van Leon Garfield".
Illustratie van Anthony Browne uit zijn met een Griffel bekroonde boek 'De Tunnel'. Vindt de jeugdliteratuur
ooit zijn weg naar de 'deftige' literatuur, zal de geheime doorgang ooit worden gevonden? (foto pr)
A.: "Hè, jasses, nee Jaap, niet van
die triviale troep en Willard is te
veel. Dat kun je die leraren niet aan
doen. Die schrikken zich toch al een
dubbele bréuk bij het idee dat ze aan
het lezen moeten".
Helaas, zo is het niet gegaan. Op
de lijst van de 21 verplichte boeken,
een loijst die inmiddels gelukkig is
verworpen, staat geen enkel jeugd
boek. Niks jeugdproza, niks jeugd
poëzie. Op het onzalige idee van die
21 verplichte boeken is al genoeg te
rechte kritiek geleverd. Het enige
voordeel is de opleving van een dis
cussie over literatuuronderwijs ge
weest. Echter, in alle discussies en
ingezonden brieven ben ik tot nu
toe niet een jeugdboek tegengeko
men. A priori wordt er vanuit ge
gaan dat literatuuronderwijs alleen
beoefend kan worden met behulp
van boeken voor volwassenen. Vrij
wel alle critici zijn het er over eens
dat het bijbrengen van leesplezier
een belangrijke doelstelling moet
zijn. Als het om de kwaliteit gaat,
vindt zelfs zo'n pennewip als K.L.
Poll (N.R.C. 31-8-90) dat het inspire
ren van leerlingen voor elke leraar
het richtsnoer zou moeten zijn:
"duidelijk maken dat een gedicht,
verhaal, betoog een beroep moet
doen op emoties en opinies".
Katechismus
Literatuurlessen zijn volgens hem
levenslessen en literatuur een
plaatsvervangende katechismus.
Met die literaire katechismus kan
de lezer alle kanten op. Poll noemt
dan onder andere Multatuli, Reve,
Gerhardt, Faverey, Jan de Hartog
en Kruimeltje. Waarom hij in zijn
rijtje niet konsekewent is en daar
als laatste ook de auteur noemt, is
me een raadsel. Misschien denkt hij
wel dat kinderboeken geen auteur
hebben. Ook Tarzan en Jaap Holm
bijvoorbeeld dicht hij verder in zijn
artikel geen schepper toe.
De leraar, vindt Poll, moet door
wat hij weet aan te vullen met wat
hij vindt zijn betrokkenheid laten
blijken. Bij literatuur, bedoelt hij,
niet bij de kinderen die hij lesgeeft,
want "hij richt zich vooral naar de
emotionele en intellectuele ontvan
kelijkheid van de vier of vijf meest
geïnteresseerde leerlingen". En
door veel voor te lezen. De smaak en
het oordeel van kinderen moeten
aan bod komen via besprekingen
van boeken die door de hele klas ge
lezen zijn. Via bijvoorbeeld Abby
van Hadly Irwin, een boek dat jonge
lezers en oudere) zal aanspreken?
Wat vind ik van de structuur van het
verhaal? Hoe is het thema incest uit
gewerkt door de schrijfsters? Waar
om vind ik het boek ontroerend of
juist niet? Komen de personages
van het verhaal tot leven of blijven
ze Amerikaanse clichétypes?
Niets.
Wil Poll, rijm, metrum, beeld
spraak, assonantie, enjambement,
alliteratie en symbolen van een ge
dicht misschien bespreken aan de
hand van de (jeugd) poëzie van Wil
lem Wilmink, Johanna Kruit, Rem-
co Ekkers? Neen.
Geen woord over hoe boeken van
Aidan Chambers als Je moet dan
sen op mijn graf of Nu weet ik het
tot prachtige gesprekken in een ha
vo 5-kIas zouden kunnen leiden.
Geen buitenlandse literatuur op
de lijst? Commissie 3 (voor het lite
ratuuronderwijs zelf) stelt voor tot
een maximum van 40 procent van
de lijst te laten kiezen uit de Eu
ropese en Wereldliteratuur.
Is Wam de Moor (oonder meer
hoofddocent literatuurdidactiek
aan de KUN) dan misschien pleitbe
zorger van het jeugdboek? Noemt
hij wellicht in zijn "mixture" die hij
voorstelt in een groot ingezonden
stuk in de NRC een onderwerp als
"het dierenverhaal in de jeugdlite
ratuur"? Houdt hij ergens een
pleidooi voor het lezen van boeken
van Els Pelgrom, Wim Hofman, Im-
me Drost, Ton van Reen, Peter van
Gestel als voorbeelden van geschik
te Nederlandse auteurs voor de
lijst? Helaas niet. Blijkbaar weet de
literatuurdidactiek (voor het voort
gezet onderwijs) niet van het be
staan van jeugdliteratuur.
Koekenbakker
Oordelen leren geven over litera
tuur, voorlezen, liefde voor het boek
wekken, het bespreken van thema's
en symbolen, literatuurgeschiede
nis geven, praten over de macht en
kracht van de taal, belangstelling
ontwikkelen: het gaat misschien
niet beter, maar wel makkelijker via
die enorme hoeveelheid prachtige
jeugdboeken die sinds jaar en dag
op de markt zijn. De identificatie
van veel scholieren uit het voortge
zet onderwijs met de verhaalfiguren
en hun problemen in jeugdlitera
tuur is immers stukken groter dan
met de romanfiguren van Hermans,
Reve, Claus, Nooteboom, Emants
of Hildebrand. Die hoeven niet per
se voortaan in de kast te blijven. Het
gaat niet om of ..of. Het gaat om
en...en. De mogelijkheden voor een
leraar zijn niet minder. Die worden
eerder meer. Hij moet natuurlijk
wel meer op de hoogte raken. Dat
betekent lezen. Geen genoegen ne
men met een aftreksel van een uni
versitaire studie letteren en met re
produceren van wat je ooit zelf be
studeren moest, maar lezen. En bly-
ven lezen.
En als je daar niet van houdt als
leraar Nederlands, dan kun je beter
stroopwafels gaan bakken. Dan ben
je tenminste een echte koekenbak
ker.
Heb je dan fijn wat twaalf-plus
goud en zilver achter de kiezen en
daar enthousiast uit voorgelezen in
de klas, dan komen die 21 lijstboe-
ken daarna vanzelf wel. Met in hun
kielzog misschien de hele beweging
van '80, de 50'ers, de na-oorlogse ro
man en alle debuten van de afgelo
pen tien jaar.
Als Anbeek, Goedegebuure. Bek
kering, Poll, De Moor c.s. zich nog
eens over lijsten en literatuuronder
wijs buigen, laten ze dan ook de
gids Boek en Jeugd even raadple
gen. Een nieuw lijstje van 21 of
meer is daar wel uit te halen. Eerst
effe lezen natuurlijk.
Sabbelvast
"Volgende week komt Dick zijn
nieuwe boek hier presenteren. Daar
maken we dan een beetje een feestje
van, want het is een belangrijk mo
ment. We weten dat dit boekje over
een gehandicapt meisje gaat, maar
daar houdt het ook mee op. Wij be
moeien ons helemaal niet met de
tekst of met de illustraties. Ook niet
met de kleuren. Het enige dat wij bij
wijze van spreken nog hoeven te
doen om het boek af te maken, is de
copyright-vermelding".
In één opzicht heeft de uitgever
van Dick Bruna het bijzonder mak
kelijk, en dat is in de kontakten met
de boekhandel. Nieuwe Bruna-
boekjes worden 'blind' aangeboden
en ingekocht, er hoeft nooit mee ge
leurd te worden. Wat dat betreft zit
Unieboek op rozen.
Waar Geneviève wel veel werk
aan heeft, is het coördineren van de
buitenlandse boekuitgaven. Want
ook in onder meer Japan, Frankrijk,
Duitsland, België, Portugal, Joego
slavië, China, en Korea verschijnen
Bruna-boekjes. Ook wil Dick Bruna
graag weer boekjes in het Arabisch
laten verschijnen.
Het is duidelijk dat het kontrole-
ren van de kwaliteit in alle
windstreken moeilijk is. Het is dan
ook in het verleden op diverse ma
nieren misgegaan. Soms waren de
kleuren te flets, de tekst deugde niet
of de belettering was lelijk.
Het streven van De Cocon is om
alle Bruna-boeken, ook de buiten
landse, in Nederland te produceren.
Zodoende kan de kwaliteit bewaakt
worden. Het drukken overigens zal
wel in andere landen blijven plaats
vinden.
De uitgeverij heeft een eigen ont
werpster, Francine Oomen, die zich
met Bruna-produkten bezig houdt.
Zij heeft de hand in alle book-rela
ted products. Dit zijn boeken met
Bruna-tekeningen die zijn samen
gesteld uit het bestaande werk van
Bibliotheek
Leiden
DEKKER
...uw Librti bockhandel
KOOYKER
zandvliet
v. namioBn
Kinderboekenweek 1990
vrijdag 19 oktober
Antonius clubhuis
Lange Mare 43
13.30 uur
14.00-15.00 uur
Zaal open
Monique Copper
Piano. Dia-projectie, Vertelling
15.00-15.30 uur Pauze
15.30-16.30 uur Programma rondom
Annie M.G. Schmidt
en Fiep Westendorp
Met o.a.
Prijsuitreiking van de kleur- en verhalen wedstrijd
Ook is er de mogelijkheid boeken te kopen en te
laten signeren door Annie M.G. Schmidt en Rep
Westendorp
Kaarten 3,50 (incl. consumptie)
KAARTVERKOOP ADRESSEN:
Boekhandel Zandvliet: Haarlemmerstraat 117. lel 120421
Boekhandel Kooyker: Breeslraal 93, lel 160500
Academisch Ziekenhuis,
leidse Plein Gebouw 1. tel 160515
Openbare bibliotheek Centrale - Nieuwstraat 4, tel 149943
Merenwjk - Rosmolen 4, iel 211666
Morskwartier - Robijnstraat 4. ld 764305
Zuid-Wesl - Ed van Beinumslraal 2. lel 761441
'I Spoorlie - Bernhardkade 38. lel 221695
Stevenshol - Tri* Terwindtstraal 6. tel 318100
'De Eikelvreters' van Els Pelgrom,
het boek dat werd bekroond met
een Gouden Griffel, is een roman
over een jongen die opgroeit in An-
dalusië, in het zuiden van Spanje.
Santiago heet hij, maar hij wordt
vaak Curro genoemd. Curro bete
kent 'elegant, sierlijk, knap'. Zijn fa
milie woont, net als veel andere ar
me mensen in die streek en in die
tijd, in een grotwoning. Het is er
vochtig en vaak koud.
Santiago moet op zijn achtste jaar
van school af omdat hij moet mee
helpen om geld te verdienen voor
het kinderrijke gezin.
"Vanaf die dag veranderde mijn
leven. Ik werd een jongen van bij de
weg, dat is toen begonnen en dat is
altijd zo gebleven. Thuis kwam ik
alleen nog om te eten en te slapen.
Er was zoveel te doen. Als je een
kind bent, wil je wel eens een poosje
dicht bij je moeder zitten en als je
buikpijn hebt hang je dan wat tegen
haar aan. Zo was ik ook tot aan
die winter. Van toen af bleef ik zelfs
met de ergste buikpijn niet meer
thuis. Mijn voornaamste gezelschap
bestond uit onze twee varkens, de
ezel en de geit. Daarna kwamen de
jongens die net zo waren als ik, jon
gens van bij de weg, en daarna de
mannen in het café van Antonio.
Vrouwen kwamen pas latër weer in
mijn leven toen ik zelf naar ze op
zoek ging. Maar dat kwam later".
In dit citaat staat precies aangege
ven waarover De Eikelvreters gaat:
de periode tussen het eind van het
kind-zijn en het begin van de vol
wassenheid. Zodra Curro van
school gehaald wordt, krijgt hij ver
en heeft zijn vrouw Irene haar fiat
gegeven, dan pas gaat hij ermee
naar de uitgever.
antwoordelijkheid, en dus is hij
geen kind meer. Het verhaal eindigt
op het moment dat Curro voor het
eerst met een meisje naar bed gaat.
Dan is hij ook in seksueel opzicht
geen kind meer.
Naast al het andere is De Eikel
vreters vooral een krachtig, span
nend, en onsentimenteel verhaal
over armoede, over overleven, en
over trots. Als Curro iets heeft ge
daan dat op bedelen lijkt, krijgt hij
van zijn vader een ongenadig pak
slaag. Omdat "bedelen voor een
arm mens het einde is".
Bruna. Zo zullen er in het voorjaar
vier 'vensterboeken' uitkomen
(boekjes met uitsparingen in de pa
gina's), een kookboek, pop-up
boekjes, en een rammelaar-boekje.
Het laatste moet een boek-achtig
babyspeeltje worden, natuurlijk
met de bekende Bruna-figuurtjes
erop. De kwaliteit moet in dit geval
sabbelvast en bijtbestendig zijn.
Geneviève Waldmann mag een
zakelijke uitstraling hebben, ze
praat over Nijntje, Betje Big, Knor
retje en Snuffie alsof ze bij haar om
de hoek wonen. Oprecht verbaasd
reageert ze als ik niet meteen besef
dat Nijntje (geboren in 1955), als
achternaam Pluis heeft. "Ja, dat is
haar familienaam. Je hebt toch ook
opa en oma Pluis?"
Opa
"Nijntje is wel veranderd in de loop
van de tijd, niet alleen om te zien. In
de eerste boekjes doet ze alles nog
samen met haar vader en moeder,
maar later gaat ze ook fietsen en uit
logeren. Ze is wat ondernemender
geworden".
De uitgeefster heeft op scholen
onderzoek gedaan naar wat kinde
ren van de Bruna-boeken vinden.
"Want ik vond het jammer dat altijd
alleen door volwassenen wordt uit
gelegd waarom het werk van Dick
zo goed is. Uit tekeningen van kin
deren zelf bleek dat ze de essentiële
kenmerken feilloos oppakken: de
primaire kleuren, de contourlijnen,
en vaak zetten ze ook één figuur
centraal op een pagina. Kinderen
fantaseren ook heel veel naar aan
leiding van zijn boekjes".
"Een Japans meisje heeft als ca
deau voor Dick eens een heel mooi
boekje gemaakt over zijn leven.
Daarin zie je de figuren die hij heeft
bedacht een voor een uit een raam
tuimelen. Kinderen hebben Dick
vaak geportretteerd op hun teke
ningen. Ze maken er altijd een hele
gezellige man van. Hij heeft ook een
hele lieve uitstraling. Kinderen zul
len nooit bang voor hem zijn. Ze
schrijven wel eens: 'ik wou dat u
mijn opa was'".
Eigenlijk is iedere goede jeugdro
man ook voor een volwassen lezer
de moeite waard. Voor 'De Eikel
vreters' geldt dit dubbel en dwars.
Wie uitgekeken is op veel 'volwas
sen' Nederlandse auteurs, zou met
het werk van Pelgrom. die eerder al
twee Gouden en twee Zilveren Grif
fels kreeg toegekend, wel eens een
heel goede greep kunnen doen.
INGE VAN DEN BLINK
EU PclfTom, De Eikelvreter*. Ultf.
Qucrldo, priji fl. 25,-, vanaf 12 Jaar
Het verhaal van 'De Gouden Kelk'
speelt zich af in een fictieve wereld
ergens in de verre toekomst. De aar
de is door een ramp in drie delen
uiteen gevallen: Joeran, Ithar en
Canbia. Hoofdpersonen uit het
boek zijn Zia, een meisje van ad< I,
haar vriend Joeran en de lijfeigene
Youri. Zij streven naar een betere
en meer rechtvaardige wereld en la
ten zich in dat streven leiden door
de legende van De Gouden Kelk.
Het land van Zia en Youri wordt be
dreigd door een afschuwelijke uit
vinding uit Canbia en zij besluiten
daarom de formule van deze vin
ding te stelen. Alleen zó kunnen ze
hun eigen land beschermen. Een
maal in Canbia raken ze in een
maalstroom van gebeurtenissen
steeds verder van hun doel verwij
derd.
Het lezen van 'De gouden kelk' is
niet voor iedereen weggelegd. De
eerste tien bladzijden zijn eigenlijk
taai te noemen. De ene vreemde
naam na de andere wordt opge
voerd. Voortdurend bekruipt je het
gevoel door de bomen het bos niet
meer te zien. Diegenen die moeite
hebben niet-gangbare namen te
onthouden, kunnen beter nu t na
het boek beginnen. De schrijftrant
van Heinemann is origineel en kan
je dus liggen Of Jllift nllt Da inl
van vertellen komt wat fragmenta
risch en daarmee clean en koel over.
De vergelijking met Tolkiens 'In
de ban van de ring', eveneens een
roman vol avonturen in een vreem
de wereld, valt wat mij betreft dui
delijk in het voordeel van Tolkien
uit Van 'In de ban van de ring' raak
je werkelijk in de ban. 'De gouden
kelk' is anders geschreven en daar
mee voor liefhebbers van Tolkien
wellicht moeilijker toegankelijk.
De Gouden kolk is officieel als
jeugdboek uitgekomen, maar lijkt
eerder geschikt voor volwassene^.
In elk geval moeten de lezers fer
vente lezers zijn, anders nemen ze
niet de moeite de eerste paar pagi
na's door te komen.
MONICA WESSELING
Doria Hclncman. De Gouden Kelk.
Van onze correspondent
Inge van den Blink
UTRECHT Geneviève
Waldmann (29) van De Co
con is waarschijnlijk de eni
ge Nederlandse uitgever die
maar één auteur in haar
fonds heeft. Sinds juli dit
jaar heeft zij de touwtjes in
handen wat alle Nederland
se uitgaven van Dick Bruna
betreft. De naam van het
kersverse fonds, een onder
deel van Unieboek, is door
Bruna zelf bedacht. Eerder
werden de boekjes van Dick
Bruna uitgegeven bij De
Harmonie en Van Goor.
Geneviève fs van huis uit kunsthis
torica. Toen ze in 1987 meewerkte
aan de expositie Holland in Vorm in
het Stedelijk Museum, kwam ze in
kontakt met Pieter Brattinga van
Mercis. Mercis is de maatschappij
die de rechten van Bruna beheert en
toezicht houdt op een verantwoord
commercieel gebruik van Bruna-fi-
guurtjes over de hele wereld. De zo
geheten merchandising. Naast haar
baan als uitgever geeft Waldmann
één dag per week les aan de AKI, de
kunstacademie in Enschede, op de
afdeling grafisch ontwerpen.
Waarom werd juist zij de uitgeef
ster van Brunaboekjes? Geneviève:
"Er was nog niet eerder iemand in
huis die alle karakters van Dick
Bruna zo goed kende als ik. Dick
heeft meer dan 2000 tekeningen ge
maakt. Die staan allemaal geregi
streerd, en door mijn ervaring bij
Mercis weet ik ze allemaal snel te
vinden".
"Onlangs belde bijvoorbeeld een
mevrouw op die tandheelkunde
had gestudeerd. Zij wilde bij haar
promotie een tandenpoetsend Bru-
na-figuurtje gebruiken. Of dat er
was. Ja, dat is er, zeg ik dan. En ik
weet waar ik het kan vinden".
Geneviève hééft 'editor', uitgever
Uitgeefster Geneviève Waldmann: "Het volgende boekje van Bruna gaat
over een gehandicapt meisje". foto gpd>
dus, op haar visitekaartje staan,
maar vindt zelf dat ze het vak nog
aan het leren is. Ze maakt niettemin
een uiterst competente en ingevoer
de indruk. Met 'haar' schrijver, een
makkelijk en zeer beminnelijk
mens, heeft ze veelvuldig, in ieder
geval wekelijks, kontakt. Want in
één opzicht is Bruna heel secuur, en
dat is de technische uitvoering van
zijn boeken. Daar houdt hij nauw
lettend toezicht op.
Het is bekend dat Dick Bruna
buitengewoon veel zorg besteedt
aan de kleuren van zijn boekjes. Het
rood, het geel, het blauw en het
groen moet precies de juiste helder
heid, warmte en intensiteit hebben.
"Dick controleert alles zelf: de
drukproeven, de werktekeningen,
de kwaliteit van het papier; aan al
les moet hij zijn goedkeuring geven.
Bij de drukker controleert hij sa
men met iemand van de uitgeverij
de kleurplaten. Gelukkig woon ik
vlak bij hem, in de Utrechtse bin
nenstad, dus ik ga regelmatig 's och
tends om acht uur bij hem langs om
het een en ander door te spreken. Er
gaat hier niets de deur uit dat Dick
niet heeft gezien".
Inhoudelijk echter gaat de teke
naar volkomen zijn eigen gang. De
uitgever heeft in het artistieke ge
deelte geen inbreng. Is Bruna hele
maal klaar met een nieuw boekje,