Een spotvogel in 'n gouden kooi
OEKEN
Klaaglijke zucht, natte wind, hiksolo
Kummer en kwel
Een vrouwelijke Indiana Jones
Méér Rood
Rood graag!
Lessing: mijn
katje is alles
DONDERDAG 4 OKTOBER 1990
PAGINA 21
Leidse journaliste-'diplomatenvrouw' Betsy Udink over Saudi-Arabië
LEIDEN Journaliste Bet
sy Udink schrijft de laatste
tijd veel in kranten en week
bladen over de landen in het
Golfgebied zij is een des
kundige. Drie jaar lang
woonde zij in Saudi-Arabië,
samen met haar man, die als
'tweede man' in dienst was
van de Nederlandse ambas
sade in Riaad. Aan den lijve
maakte zij mee hoe het is om
vrouw te zijn in een funda-
mentalistisch-islamitisch
land. Udink, die nu in Lei
den woont, schreef daarover
het boek Achter Mekka. "Het
is een wonder dat ik daar in
Saudi-Arabië nog niet van
woede ben gestikt".
Mochten de Amerikaanse soldaten
in Saudi-Arabië daadwerkelijk
slaags raken met soldaten uit Irak,
dan kan het toch al absurde
schouwspel van een oorlog nog ab
surdere taferelen opleveren. Een
katholiek soldaat die in de woestijn
op sterven ligt, kan niet het laatste
sacrament ontvangen. Andere reli
gieuze uitingen dan die van de islam
zijn in Saudi-Arabië verboden.
"Als je de verboden in Saudi-Ara
bië tot in het extreme doortrekt, is
zoiets mogelijk. De religieuze on
verdraagzaamheid daar druist in te
gen alle humanitaire omgangsvor
men", zegt Betsy Udink. "Kerst
feest bijvoorbeeld is voor mijzelf en
mijn gezin een familiefeest, geen re
ligieus feest Maar het is verboden
het openlijk te vieren. Het kan al
leen stiekem, achter gesloten deu
ren".
'De Sleutelbewaarder van de
Twee Heilige Plaatsen', zoals ko
ning Fahd in Saudi-Arabië officieel
heet, is een 'bevriend staatshoofd'
van het Westen. Hij heeft Ameri
kaanse soldaten op zijn grondge
bied toegelaten, draait de oliekraan
verder open nu er een energietekort
dreigt in de industrielanden en zijn
land lijkt een oase van beschaving
in de grimmige wereld die een vij
and als Saddam Hussein herbergt.
"Het beeld hier van Saudi-Arabie is
dat van een gematigd land, en in de
buitenlandse politiek is het dat na
tuurlijk ook", zegt Udink.
Zij prikt dat beeld trefzeker door
in haar boek Achter Mekka: Saudi-
Arabië is in werkelijkheid "een on
verdraagzame samenleving".
Het land wordt geregeerd door de
familie van de El-Sauds. De koning
is een absoluut monarch, en door de
moslimse schriftgeleerden, die met
hun uitleg van de islam (de sharia)
de bevolking in een uiterst nauw
keurslijf persen. Vrouwen leven in
een soort apartheidssysteem, de ve
le buitenlandse gastarbeiders wor
den geminacht en vaak uitgebuit,
dieven wordt de hand afgehakt, en
verder is alles wat God verboden
heeft alcohol, overspel ook
werkelijk ten strengste verboden.
Reli-politie
Van 1986 tot 1989 verbleef Betsy
Udink in Saudi-Arabië als vrouw
van de tweede man van de Neder
landse ambassade. Als journaliste
had zij reeds eerder gewerkt in de
Verenigde Staten, Egypte en Syrië,
maar in Saudi-Arabië kon zij haar
vak niet uitoiefenen. "Ik kreeg als
vrouw nergens toegang. Met Joop
van Tijn, adjunct-hoofdredacteur
van Vrij Nederland, had ik afge
sproken om notities te maken over
mijn ervaringen. Maar publikatie
daarvan, terwijl wij daar wij nog
woonden, bleek te gevaarlik voor de
diplomatieke betrekkingen tussen
Nederland en Saudi-Arabië. Uitein
delijk heb ik die aantekeningen uit
gewerkt in een boek".
Dat boek geeft een uiterst kleur
rijk tableau vivant van het leven in
Saudi-Arabië en de diplomaten al
daar. De Zwitserse vlag (een kruis
immers) wordt soms in beslag geno
men, in kranten staan discussies
over het probleem van de oudere
ongehuwde vrouw. Blote armen in
reclame-folders worden met een
stift zwartgemaakt en door de inge
wikkelde tijdsrekening kan de bui
tenlander er maar niet achter ko
men wanneer de melk bederft. In
dit wereldje figureren personages
met namen zoals Protocol (verzon
nen) van de ambassade en de Ver
eniging tot Bevel van het Doen-
zoals-het-hoort en het Weerhouden
van het Kwade (had verzonnen kun
nen zijn), de zogenaamde religieuze
politie.
Betsy Udink is hierin zoals ze
consequent schrijft een 'vrouw
van', een term die haar rol aan de zij
lijn goed weergeeft: verlengstuk
van een diplomaat en vrouw. Voor
de onwetende lezer is het vooral
schokkend om te lezen over de
apartheid van de vrouw in Saudi-
Arabië.
De gelovige moslims in Saudie-
Arabië is er zijn hele leven uitslui
tend op gericht een goed islamiet te
zijn, die zich aan alle regels houdt
en zich niet laat verleiden door het
kwade. Dat kwade ligt grotendeels
verscholen in de vrouw, die bij de
man lusten kan opwekken die hem
van het rechte pad afbrengen. De
vrouw mag om die reden onder
meer nooit alleen zijn met een man
die niet haar echtgenoot is, moet
zich op straat nagenoeg volledig be
dekken en mag zelfs niet de ogen
opslaan naar een man. Haar leven is
volledig gescheiden van dat van de
Soms maakt dat Udink razend:
"Het is een wonder dat,ik hog niet
van woede ben gestikt...Kots in de
keel. Suizende oren. hartkloppin
gen". Nu zegt zij: "Ik was toen zo
boos, het was de druppel die de em
mer deed overlopen, en ik heb mij
niet ingehouden. Ik wilde een jog
gingpak kopen, maar ik mocht het
niet eerst passen in de winkel, om
dat ik een vrouw was, terwijl dc
mannen het wel mochten".
Onthoofding
Dergelijke uitvallen zijn overigens
zeldzaam in het boek, dat verder'
zeer ingetogen van toon is. Betsy
Udink verklaart: "Ik probeer mijn
woede juist te beheersen en de din
gen zo zorgvuldig mogelijk op te
schrijven; dan is het effect sterker.
In het boek staat een hoofdstuk
over een onthoofding. Als ik had ge
schreven hoe het bloed uit het li
chaam gulpte, was het verhaal een
soort politie-rapport geworden. Als
je iets een beetje literair wilt op
schrijven, moetje de walging van de
toeschouwer onder woorden zien te
brengen".
Udink heeft daarvoor een mooie
en doeltreffende stijl ontwikkeld.
De beschrijvingen zijn vol nuchtere
observaties "Plof deed onze auto
tegen een verkeersbord" ('No U-
turn'), understatements "De
voornaamste attractie bestond uit
twee mongooltjes die een touwtje in
een lus probeerden te krijgen", en
veel ironie "het onvermijdelijke
bezoek dat ministers en prinses
sen moeten brengen aan zielige
mensen".
Met dezelfde trefzekerheid
schetst zij het 'ghetto' van de diplo
maten en andere buitenlanders, die
hun tijd doden rond het zwembad,
met welgestelde Saudiers hun zelf
gemaakte alcoholische dranken
consumeren en 'islamitische straf
spelen met rotte tomaten en een
schandpaal. "Daar heerste een
beetje de sfeer die je hier ook wel
hebt wanneer een hele groep een
barbecue houdt op de camping",
zegt Udink.
Zelf is Udink ook een gevangene
geweest van deze 'gouden kooi'.
"Omdat ik niet met Saudiers in con
tact kon komen, las ik de rubrieken,
waarin religieuze raadslieden ant
woord gaven op vragen van lezers.
Zo kreeg ik een beetje een beeld van
de dingen waarmee de Saudiërs
zich bezighouden. Zoals je hier
vroeger in de Libelle de Lieve Lita-
rubrieken had voor vragen over op
voeding en seksualiteit".
Deze vaak theoretische stukjes
missen echter de levendigheid van
de rest van het boek en zijn soms ta
melijk saai. Udink is op haar best
wanneer ze erop uit trekt en een di
plomaat uithoort over de belabber
de positie van de Aziatische dienst
meisjes of wanneer ze zich laat uit
nodigen door een dichteres en met
de vrouwen praat over borsten
maar ook over hun positie achter de
sluier. Dus eigenlijk wanneer zij
meer journalist is dan diplomaat.
Burleske inteelt-gemeenschap in Cela's 'Mazurka voor twee doden'
Je stapt wel eens in bed met een
boek, niet om het echt te gaan lezen
- daarvoor ben je of te moe of te ge-
troubleerd - maar om er alvast wat
vrijblijvend kennis mee te maken.
Het serieuze gesprek komt dan de
volgende dag wel, bij de hernieuw
de kennismaking.
Een heel enkele keer echter loopt
het anders: bij de eerste ontmoeting
lost de vermoeidheid zich op, de al
cohol verdampt en je praat alsof je
elkaar al jaren kent. Nachtrust ver
wordt dan tot tijdverspilling.
Het overkwam me met 'Mazurka
voor twee doden', de laatste roman
van Camilo José Cela, de Spaanse
schrijver die vorig jaar de Nobel
prijs voor literatuur kreeg uitge
reikt. Ik was eraan verknocht al
lang voordat ik dit las: "De mens is
een raar dier dat alles averechts
doet, een dier dat zich tegenwerkt
vanaf zijn geboorte. Voel je wat voor
die slanke vrouw die in de rivier
gaat wassen, de vrouw met de
vlecht? Ja? Trouw haar en je zult
zien dat ze de hele dag winden loopt
te laten, vrouwen beginnen winden
te laten zodra ze trouwen, of als ze
een poosje getrouwd zijn, niemand
weet de oorzaak, misschien is het
een natuurwet".
Het is prettig iemand te ontmoe
ten met wie je je overtuigingen kunt
delen en die daarbij nog kennissen
heeft als Dona Maria Auxiliadora
Mourence, "de weduwe van Porras
een hele dikke dame met
knobbels op haar voeten en een
waggelende gang, die haar re
flexen, bijzondere eigenschappen
en diverse uitwasemingen iso-
chroon wist te ordenen, te weten:
twee stappen, vijf hartslagen,
natte wind. rust. hoestbui, knette
rende scheet, tic met haar mond,
rust, half onderdrukte boer,
klaaglijke zucht, hiksolo. rust, en
zo de hele dag door, de hele maand
door. het hele jaar door, zolang het
God behaagde".
Kastanjes
Ze is in het bizarre gezelschap niet
de meest opvallende: de verteller
bijvoorbeeld kan geen viool ol
mondharmonica spelen en omdat
de doedelzak binnen niet mag. ligt
hij de hele avond in bed "vies te
doen met Benicia, de vrouw met de
tepels als kastanjes". Hij doet dat,
Em. Kummer: 'En uitgeluid ben je'.
"Veel keus heb je niet. 't Is het natte
of het droge seizoen, 't stortregent
of er valt geen druppel en uitgeluid
ben je". De eerste zin verraadt hoe
de rest van het boek zal zijn: uitbun
dig.
In elk artikel over 'Afscheid in
Meudon', het literaire debuut van
de Leidse schrijver Em. Kummer,
wordt vermeld dat hij vertaler is van
de Franse auteur Louis Ferdinand
Céline. Het moet gezegd: 'Reis naar
het einde van de nacht' was dan ook
een erg goede vertaling van 'Voyage
au bout de la nuit'. Maar daarnaast
bespeurt iedereen een stilistische
overeenkomst tussen Kummers de
buut en het werk van Céline. Die
overeenkomst valt niet te looche
nen. Maar daarmee is Kummers ro
man zeker geen slap Nederlands af
treksel van het weelderige scheld-
proza van Céline geworden.
In het begin van de roman lijkt
het daar erg op: sappig soldatenbar-
goens, een hoop heen-en-weer-
geouwehoer, beschrijvingen van de
oorlog in Cambodja en een ondanks
alles sympathieke hoofdfiguur, de
Franse soldaat Jean Patrick Lasal
le.
'Afscheid in Meudon' bestaat uit
drie delen. Lasalle begint als sol
daat rond 1950 in een vuile oorlog in
Cambodja, wordt daarna burger
(koopman) in Parijs en ontpopt zich
in het roerige jaar 1968 als intellec
tueel in datzelfde Parijs. Het eerste
deel van de roman, waarin een
nachtelijke zoektocht naar 'die
zwarte pyama's' wordt beschreven,
is het meest levendig. Kummer
maakt de spanning die soldaat
Lasalle ondergaat goed voelbaar.
juist door de manier waarop hij
Lasalle laat praten. Als zijn maatje
Renaut gedood wordt, wordt het
taalgebruik pas echt exuberant: een
mitrailleurzin van één pagina lang.
Het tweede deel van de roman is
niet zo levendig: met een extreem
rechtse samenzwering probeert
Kummer de spanning erin te hou
den. De vertelinstantie wordt,
enigszins overbodig, in het laatste
deel aan de kant gezet. Lasalle ver
telt zogenaamd over zijn aandeel in
de Parijse studentenopstand in
1968. Het mag duidelijk zijn. de con
structie van het boek is aan mij niet
besteed.
Waarom is deze roman dan toch
de moeite waard? Het onderwerp is
interessant: een soldaat die gaat na
denken en twijfelt aan het nut van
'zijn' oorlog. Gerrit Kouwenaar
schreef in 1951 de te weinig gepre
zen roman 'Ik was geen soldaat'.
Verder kent de Nederlandse litera
tuur maar enkele romans die vanuit
dit gezichtspunt geschreven zijn.
Mooi dus: eindelijk eens geen huis
kamers en spruitjeslucht. Hoe
Kummer ons Nederlanders te kak
ken zet! "Niets te veel, niets te wei
nig, maat houden, rustig aan dan
breekt het lijntje niet, even aanzien,
het geld groeit niet op mijn rug,
geen dief van je eigen portemonnee.
Totdat 't helemaal mis gaat, 't te laat
is. radeloosheid troef is. dan staan
we langs de weg te snikken, volk
van dwergen".
JOS DAMEN
Em. Kummer. Afscheid in Meudon. Ro
man. 1'itg. Nijgh Van Ditmar, Am
sterdam. 29,90.
De Spaanse schrijver Camilo José Cela (links) proost met zijn vriendin
Marina nadat hem de Nobelprijs is toegekend. (foto epa
net als alle anderen, met een menge
ling van nonchalance en gedreven
heid die kan omslaan in agressie
wanneer een van beide partijen zich
tekort gedaan voelt, zoals in het ge
val van dona Rita: toen don Rosen-
do hem op 'n dag niet omhoog
kreeg, trok ze zo hard van leer dat de
arbeiders van een nabijgelegen fa
briek onder aanvoering van de be
drijfsleider tussenbeide moesten
komen. Agressie, leven dood,
seks, al deze motieven spelen een
belangrijke en bij tijd en wijle hilari
sche rol:
"Tegenwoordig hoor je vaak
over seks praten, over het seksue
le probleem: dat komt door de
seks, dat is de schuld van het
seksuele probleem en zo.
- Vindt u dat?
- Nee. ik niet, maar u zult moe
ten toegeven dat het vaak wordt
gezegd".
Is het boek nu zo hartveroverend
vanwege al deze burleske portret
ten? Zeker, maar er is meer. Ook de
verhaalde geschiedenis en de ma
nier waarop die verteld wordt, boei
en van begin tot eind.
Burgeroorlog
De plaats van handeling is het Gali-
cië van rond de Spaanse burgeroor
log. De bewoners stammen allen af
van één illustere voorouder, maar
schalk Pedro de Cela; "de hele bups
wordt Guxinde genoemd, ze lijken
allemaal op elkaar en voeren bevel
over een stevige pik". De dood en
de doden zijn alom tegenwoordig
en het leven is doordesemd van bij
geloof - het aantal recepten met
spinrag, vrouwenpis en kikkerkop
pen ter verdrijving van kwalen en
kwelduivels is talloos - en de eeuwi
ge regen vormt een melancholiek
floers dat de rand van de bergen on
zichtbaar maakt en de streek van de
buitenwereld afschermt. Knuppel
gevechten op de kermis lokken de
vrouwen en bevestigen de groepsi
dentiteit, evenals het voortdurend
ophalen van herinneringen, hoe on
betrouwbaar die ook mogen zijn.
Fysiek geweld met de bijbehorende
verminkingen maken deel uit van
de dagelijkse routine en vreemde
lingen worden wantrouwend beje
gend.
Deze barbaarse maar hechte sa
menleving wordt echter openge
legd en verscheurd door de Spaanse
Burgeroorlog, op het moment dat
de zon het regengordijn opentrekt.
Fabian Minguela alias de Uil Car-
roupo, die net als de andere Car-
roupo's een stukje varkenshuid
(Naevus hypertrichosis) op zijn
voorhoofd heeft en van buiten
komt, dit hoerejong sluit zich aan
bij de fascisten en hij vermoordt
Baldomero Marvis Ventela alias
Durfal zoals lafaards dat doen: met
een schot in de rug. Dan, voor het
eerst, speelt de blinde muzikant de
mazurka 'Ma petite Marianne', om
dat vier jaar later, als de oorlog voor
bij is, nogmaals te doen, nadat de
Guxindes "de wet van de bergen"
ten uitvoer hebben gebracht en
Durfal gewroken is.
De familie-eer blijft zo overeind
maar nooit zal het meer worden als
vroeger: de zon, die de hele Burger
oorlog lang geschroeid heeft, houdt
zich wel weer schuil achter de re
gensluiers, de zang van de merel
echter is anders, "het geluid lijkt af
komstig uit de keel van een spook-
vogel, een vogel die pijn heeft aan
zijn ziel en aan zijn geheugen".
Het boek eindigt met een appen
dix: het sectierapport. De dood van
de Uil wordt toegeschreven aan
wolven - "alle ridderlijkheid werd
door de papierwinkel in de knop ge
smoord".
Ik hoor het sommigen al zeggen:
typisch het produkt van een male
chauvinist pig. overlopend van ma
cho-grollen. Voor de weidenkenden
onder ons: subiet aanschaffen, deze
kolderieke, tragische en met feno
menale stijlbeheersing geschreven
roman.
PEER VAN T ZELFDE
Camilo José Cela. Mazurka voor twee
doden. Vertaald door Ton Ceelcn. l'ilf.
Meulcnhoff.
Muskieten
Schilder jezelf
om ze bij je vandaan te houden,
rood als de inboorlingen.
Ze zullen geen aan lucht
blootgesteld bloed drinken
alleen maar zuiver bloed
diep ingebed in vlees.
Als je hen haat
neurie dan de lage D, het paringslicd.
Ze zullen naar je worden toegetrokken,
vergeten te paren
en alleen maar genieten van
jouw stemgeluid.
Of als er eentje landt
die drinkt uit de rivieren van jouw arm,
maak een gebalde vuist,
en pomp bloed in de dunne naald
van muskiet totdat hij opzwelt
met jouw leven en rood
in de lucht uiteenspat.
Ik zal niet onder netten slapen,
een geel licht
of een citroenkaars laten branden.
Als er eentje zachtjes
rond mijn oren zoemt
zijn knieën buigt op mijn arm,
zal ik doodstil
op de oever staan,
toezien hoe mijn bloed de lucht wordt ingedragen.
Dit gedicht van Linda Hogan ding in de laatste strofe mag ver
komt uit de onlangs verschenen
bloemlezing 'De aarde is ons
vlees' (De Knipscheer, ISBN-
9062652514CIP), waarin werk is
gebundeld van 27 Indiaanse
dichters. Hogan behoort tot de
Chickasaw-indianen. De wen-
rassend worden genoemd. De
plaag wordt op een zeer origine
le manier 'omgebogen' tot een
zegening. Het gedicht komt uit
Hogans bundel 'Calling Myself
Home'.
Van Lloyd Alexander verscheen bij
uitgeverij Facet het vervolg op
'Avontuur in Illyrie'. Het nieuwe,
nu in 'El dorado', met de jonge vrou
welijke Vesper Holly in de hoofdrol,
valt het beste te vergelijken met de
lotgevallen van Indiana Jones, zoals
we die kennen uit de gelijknamige
film. Onmogelijke gebeurtenissen,
intriges, raderboten, schietpartijen,
boeven, ruwe bolsters met blanke
pitten, indianen en uitbarstende
vulkanen.
Dat is bij Alexander geen wonder,
want fantasie, snelle actie, spanning
en avontuur nemen in zijn werk een
centrale plaats in. De Amerikaanse
schrijver van het door Walt Disney
verfilmde Taran en de toverketel'
werd verschillende malen be
kroond, onder meer met de aan
sprekende Newbery Medal.
Het in zun werk regelmatig teruk-
erende thema van de zoektocht van
het individu naar de vrijheid, zelf
standigheid en een eigen plaats is
ook in 'Avontuur in El Dorado' aan
wezig. Dat kan haast niet anders:
het zijn de jaren zeventig van de vo
rige eeuw en Vesper Holly is de jon
ge. vrouwelijke variant van Indiana
Jones. Ze wordt plotseling eigena
res van een vulkaan. Alleen ligt die
vulkaan wel midden in het kleine El
Dorado, een landje dat veel over
eenkomsten vertoont met Panama.
Er moet een kanaal dwars door het
land komen en de Chrica-indianen
zitten in de weg. Wat er dan gebeurt,
laat zich raden Onder de hoede van
haar onhandige voogd professor
Garrett, tevens de verteller, stelt
Vesper zich teweer tegen het kwa
de. En wint natuurlijk. Zo hoort dat
Zo'n avonturenverhaal moet ook le
zen als een trein. En dat doet het ge
lukkig. Arhba!
CASPER MARKESTEIJN
Het duo Rood Rood heeft weer
een psychologisch thrillertje afgele
verd. De tweede. Het is nog maar
net een half jaar geleden dat de jour
naliste-kinderboekenschrijfster Ly-
dia Rood en de publicist-marke
tingadviseur Niels Rood voor een
lekker verfrissend windje zorgde in
de van nature toch wat benauwde
Nederlandse thrillerwereld. Met
hun eersteling onder de naam 'Een
ling' bleven zij ver van de door vele
misdadige padvindersverhalen plat
getreden paden. Traditionele poli
tionele spoorzoeker-spelletjes komt
men in thrillers in alle toonaarden
tegen. Derhalve is elke andere parti
tuur op voorhand welkom. En meer
dan welkom als het om een wellui
dende compositie gaat.
Zoals die 'Eenling' van Rood
Rood. waarin een volwassen één-
eïige tweeling zich verslikt in het fa
voriete jeugdvermaak: eikaars iden
titeit aannemen. Maar ditmaal niet
om het jolijt, maar met duidelijk cri
minele doeleinden. Dat misdadige
is echter een beetje bijzaak. Het
draait om de tweeling. Aan het eind
van het dubbelrode verhaal kan ook
de lezer het tweetal niet meer uit el
kaar.
Dat het sterke korte verhaal geen
toevalstreffer was, bewijst het
Rood-duo met zijn nu al verschenen
tweede boek 'Banden'. Wat de psy
chologische kant betreft, graaft
deze. eveneens korte, thriller zelfs
dieper dan de eerste. Kan de ene
mens via een verhaal op een casset
tebandje een ander de dood inja
gen? Rood Rood gaan er in hun
verhaal van uit dat het kan. Dat een
met een sonore stem voorgedragen
indringend betoog fataal kan zijn.
Schitterend zijn de brokken tekst
waarmee de stem op het bandje zijn
slachtoffer bestookt. Bombastische
lariekoek in de trant van 'Elke keer
dat je inademt voel je de energie en
vitaliteit toenemen. Als je uitademt
voel je de last, de frustatie en de ver
moeidheid je lichaam verlaten'. Hoe
harkje het bij elkaar? Maar volgens
Rood Rood heeft ene Nasole zo
een fiks aantal bandjes vol geleu
terd. Onschuldige oppeppers, die
het bij gevoelige lieden echter wel
doen.
Er is echter een kwade genius in
het geding die om wraak te kunnen
nemen een aantal bandjes heeft ge
stolen en die volstopt met teksten
die sommigen nu net niet kunnen
verwerken. Dat brengt mijnheer
Nasole en de zijnen zwaar in diskre
diet.
Maar gelukkig is daar de doortas
tende politiedochter Ditje Pardoen.
Zij vertrouwt die doden niet cn gaat
direct op onderzoek uit. Uiteraard
lukt het haar de knoop te ontwar
ren. Zo ingewikkeld zat die trou
wens niet in elkaar.
Daar gaat het ook in eerste instan
tie niet om. Het zijn vooral de perso
nen die het verhaal leuk maken.
Kleurrijk ingevulde figuren in het
helaas maar 122 pagina's tellende
Rood Rood-verhaal. Ze zijn
scherp getekende dansers en danse
resjes in een psychologisch ballètje,
dat ons doet verlangen naar een nog
omvangrijker en meer omvattende
choreografie. Rood Sc Rood zijn er
zeker rijp voor.
KOOS POST
De eerste kat die in In 't bijzonder
katten voorzichtig de hoek om
komt. wordt doodgeschoten. Ha.
denk je dan: een schrijver die klein-
burgelijke kattelicfde op de hak
neemt. Een schrijver die werk
maakt van de broodnodige relative
ring en het ultieme bock schrijft
over die luie. domme, harige, lieve,
stinkende en akelig eigenwijze we
zens die met duizenden tegelijk zo
wat elke uithoek van onze aardbol
bevolken.
Niet dat ik zo'n boekje in eerste
instantie van de Britse schrijfster
Doris Lessing had verwacht. Maar
als het dan toch moet. dan zij maar.
Was het immers niet Lessing die
met De barmhartige terroristc een
uitstekende karakterschets wist te
geven van een strijdster tegen het
grootkapitaal? Toegegeven, katten
vormen een heel ander chapiter,
maar de naam Lessing belooft wat.
Nee dus. Na het nog enigszins re
lativerende openingsverhaal dat
speelt in het voormalig Rhodesie,
zakt Lessing weg tot onder het ni
veau van het gemiddelde damesro
mannetje. In de ogen van 'de grijze'
ontdekt zij de vormen van vlinders
terwijl 'de zwarte' zich vooral on
derscheid door bescheidenheid.
Dat laatste verandert overigens als
'de zwarte' katteziekte krijgt en al
leen door een uiterste krachtsin
spanning van Lessing kan worden
gered. Elk heel uur. ook 's nachts,
geeft ze het beestje een medicijn.
Kennelijk verdwijnt daarbij de we
reld om haar heen. want boze part
ners worden in het boek niet opge
voerd Relativeren, ho maar Het
katje is alles.
Onvoorwaardelijke, maar dan be
doel ik ook letterlijk onvoorwaarde
lijke. katteliefhebbers komen bij
Lessing natuurlijk wel aan hun
trekken. Het thema wordt uitput
tend behandeld en over geen kat
een slecht woord. Bovendien heeft
de uitgever er een schitterende,
nieuwe uitgave van gemaakt. Het is
tenslotte alweer bijna Sinterklaas.
Maar ik zal Lessing nooit meer met
dezelfde ogen bekijken
JEROEN DIRKS
Journaliste Betsy Udink: "Het is een wonder dat ik daar in Saudi-Arabië
nog niet van woede ben gestikt". Moto Lock zuyderduim