De verschoppelingen van Rio Roest, een dure ijzervreter 'Als ik niet steel, dan heb ik helemaal niets te eten' ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1990 EXTRA PAGINA 37 Er gaat geen dag voorbij of er wordt in Brazilië ten minste één kind vermoord. Dat blijkt uit een statistiek van Braziliaanse mensenrechtenorganisaties op basis van kranteberichten. Volgens een opgave van Amnesty International is een op de vijf kinderen in het geheim geëxecuteerd. Doodseskaders houden vooral op verzoek van de middenstand de straat "schoon" van mogelijke dieven. Zo werd vorig jaar in de sjieke strandwijk Ipanema in Rio de Janeiro het lijk van een negenjarige jongetje gevonden. Op zijn lichaam werd een briefje gevonden met de volgende tekst: "Ik heb je vermoord omdat je niet naar school ging en geen toekomst had. Dat de straten van de stad worden bevolkt door straatkinderen zou de regering moeten verbieden". door Ineke Holtwijk De stelling van Peixinho (Visje) is zo dui delijk als wat. "Als ik niet steel, heb ik niets te eten". Wat dat betekent is ook zonneklaar. Hij, Indio (Indiaan) en de twee andere jongens van het groepje houden het trottoir nauwlettend in de ga ten. Toeristen met een horloge, een handtasje of geld in het borstzakje van het overhemd zijn een dankbare prooi. Autobestuurders die voor het stoplicht wachten en het raam open hebben kun nen eveneens rekenen op hun warme be langstelling. Peixinho, Indio en hun twee maten le ven op straat en van de straat. Ze zijn nog geen vijftien, maar ze hebben al heel wat van het leven gezien. Als het rustig is op het trottoir, snuiven ze lijm in een plastic zak. Vanzelfsprekend voor hen is dat even als dat andere kinderen thuis tus sen de middag een boterham wegtrap pen. Copacabana, de strandwijk van Rio de Janeiro, is tenslotte ook hun huis. Peixinho liep weg van huis nadat zijn vader hem in elkaar had geslagen. Indio is minder spraakzaam over zijn verleden. Hij leeft al meer dan vier jaar op straat. Zijn stakige, in een bermuda gestoken benen worden ontsierd door donkere lit tekens. De jongens hebben hun vaste plek, op een steenworp afstand van het strand. Da's praktisch in verband met het wassen, zegt Peixinho. Soms als het regent, verhuizen ze naar de portiek van de bioscoop Roxy verderop. Territoriumstrijd Achter de statistieken van het rapport van Amnesty International over de kin dermoorden in Brazilië schuilt een com plexe werkelijkheid. De territorium- strijd tussen drugsbendes, de kloöf tus sen arm en rijk, het toenemende gevoel van onveiligheid, angst en ook vooroor delen spelen een rol. Peixinho, Indio en hun maten horen bij een leger van zeven miljoen Brazi liaanse kinderen en pubers die volgens officiële schattingen op straat zwerven. De Peixinho's en Indio's bivakkeren langs het strand, bij tunnels, op kruis punten en parkeerplaatsen. Net zo goed in Rio de Janeiro als in Manaüs of Recife. Ze verkopen snoep of kranten, ze bewa ken auto's of sjouwen dozen. Ze liepen van huis weg of werden weggestuurd om geld te verdienen. Maar altijd komen ze uit de arme wijken. Ze slapen buiten in een dunne deken, op een bankje of in een kartonnen doos. Als ze geld hebben kopen ze een ham- •burger bij MacDonald's of Bob's. Anders bedelen ze bij de keukens van hotels om eten. De scheiding tussen wat mag en wat niet mag is vliesdun. Sommigen ste len om in hun levensonderhoud te voor zien. Een dag kranten verkopen in de uit laatgassen van auto's levert hooguit twee gulden op. Een goed horloge minstens vijf keer zoveel. Heet het stelen als je honger hebt? Nood breekt toch wetten. Trouwens, wiens wetten? "Zelfs water kost geld. Dat kan hen, de rijken, niks schelen. Dat alles elke week duurder wordt, kan ze ook niks schelen", zegt Indio bitter. "De rijken stelen". In Rio de Janeiro, dat 8 miljoen inwo ners telt, wordt gemiddeld iedere vijf da gen iemand gegijzeld of ontvoerd. Om al dus een gepeperd bedrag aan losgeld af te dwingen. Rijken verschansen zich daarom in appartementgebouwen met portier, een intern televisiecircuit en een garagedeur die met een zendertje vanuit de auto kan worden bediend. Juliana Barreto, vroeger mode-ont werpster in Rio, werd vier keer overval len. Ze heeft er een trauma aan overge houden. "Als ik op straat loop, ben ik me er voortdurend van bewust wie er achter me loopt. Als ik op het strand lig, denk ik eraan. Ik loop nooit meer door een don kere straat. Als iemand me aankijkt, steek ik over". Geweld Armen hebben hun eigen trauma. Wie kan een gezin van vier kinderen onder houden met een minimumloon van ruim 5000 cruzeiros (nog geen 120 gulden) per maand? Meer dan de helft van daarvan gaat op aan het transport van en naar de stad. Ook de arme wijken kennen ge weld; zij zitten klem in de strijd tussen de drugsbendes die elk vanuit een sloppen wijk opereren. "Elk weekeinde worden er in Rio de Ja neiro veertig mensen vermoord, een groot gedeelte door rivaliserende drugs handelaren en hun hulpjes. Daarnaast ti- raniseren ordebewakingsdiensten of doodseskaders de buurt. Uit angst durft niemand een aanklacht in te dienen te gen de huurmoordenaars. Angst regeert. Teresinha Moura, een huishoudelijke hulp, die al vijftien jaar in de arme wijk Vila Pauline, woont, hoeft dan ook geen ogenblik na te denken. Ze zou veel liever een politiebureau in de buurt willen dan een school of een ge- zondheidspost. "We hebben bescher ming nodig", legt ze uit. "De kinderen weten niet beter dan dat alles geweldda dig is". Kinderen die op straat aan de kost moeten komen, ontkomen bijna niet aan het geweld. Jeugdigen die hand- en spandiensten verlenen aan drugshande laren, liggen het eerst in de vuurlinie. Jongens van veertien jaar en ouder wor den vaak ingezet als koerier of als bewa ker voor een boca-de-fumo, een huis-waar drugs wordt verhandeld. Omdat jonge kinderen geen gevangenisstraf kunnen krijgen worden sommigen van hen ge ronseld om mensen te liquideren. Driekwart van de doden uit het door Amnesty International geciteerde onder zoek waren evenwel jongeren zonder strafblad. Wie zwart of gekleurd is en ar moedig gekleed, is bij voorbaat ver dacht. "Natuurlijk schiet ik als iemand probeert een tas te roven", zegt de poli- tie-agent die voor de veiligheid van toe risten meereist op het historische tram metje naar de hooggelegen stadswijk Santa Tereza in Rio de Janeiro. "Als ik niet schiet, schieten zij. Het is gespuis". Vooroordelen en angst vertroebelen het beoordelingsvermogen. De 19-jarige Marcelos Domingos de Jesus werd nog De verschoppelingen van Rio slapen op, en leven van de straat. Er geldt maar een regel en dat is die van Peixinho (onder): "Als ik niet steel, heb ik he lemaal nietS te eten". (foto's GPD/Peter Wery) geen jaar geleden doodgeschoten in de metro van Sao Paulo. Hij maakte samen met elf andere zwarte jongens 'rap'-mu- ziek in een van de wagons. Volgens de jongens vuurde een van de agenten onmiddellijk nadat hij de wagon binnenkwam. Marcelos werd in het hoofd getroffen. Volgens de politie had hij op een verdachte wijze naar zijn heup getast. Het leek alsof hij een pistool wilde grijpen. Geen van de jongens was gewapend. Vooroordelen Vooroordelen leven over en weer. De fo tograaf die de foto's voor deze reportage maakte, kreeg stenen naar zijn hoofd. Hij werd aangezien voor een vertegenwoor diger van de sensatiepers. Die roept voortdurend op korte metten te maken met de verloedering van de stad en de trottoirs. Anderhalf jaar geleden zag het dag blad O Povo na Rua (Het volk in de straat) het licht. Dagelijks opent O Povo met foto's van verminkte hoofden, slachtoffers die levenloos en heftig bloedend over het stuur van een auto hangen na een overval en andere met ko gels doorzeefde lichamen. De oogst van een dag politienieuws uit de grote stad. Genoeg om het bioscoopje maar te laten zitten, de sleutel in de voordeur nog een extra slag om te draaien. Veel van het geweld dat in Rio wordt ontketend haalt niet eens de krant. Op hun vaste hoek, daar waar de Avenida Atlantica en de Rua Bolivar samenko men, kent iedereen Peixinho en zijn vrienden. "Zoëven overvielen ze een be stuurder van een personenauto", vertelt de eigenaresse van een strandkiosk. "We zien veel", voegt ze er veelbetekend aan toe. "Maar wat kan je doen. Het aangeven en dan een kogel in je nek krijgen?" Ook in de sjiekere Zona Sul geldt de lei do silencio, de wet van de stilte. Maar Peixinho durft tegenover een buitenlandse journalist wel een boekje open te doen. Hij beklaagt zich over Co bra, een politieagent van het buurtbu- reau, die hen belaagt. "We kunnen niet eens rustig slapen. Hij slaat en schopt ons keihard. En als hij ziet dat we wat ge stolen hebben, pikt hij het voor zichzelf in". Peixinho zucht. "Shit man, je slooft je uit om te kunnen overleven en dan heb je uiteindelijk niks". Indio heeft nog een tip voor de verslag gever. Die politieman "met die bril daar", die heeft een van de jongens die al tijd voor de MacDonald slaapt bijna ver dronken. Hij hield hem net zolang in zee dat hij zowat stikte. "Weet je", vervolgt hij. "Die hotels willen ons weghebben hier. Ze zijn bang dat de toeristen weg blijven. Voor hen zijn rijken mensen en armen beesten". Nagel Soepenberg en Blekkenhorst: "Roestvrij staal bestaat niet". Roest, zo blijkt uit verschillende bere keningen, kost de samenleving een vermogen. In Nederland lopen de kosten die samenhangen met roest tegenwoordig op tot een slordige twintig miljard gulden per jaar, ofte wel vijftien cent per uur per inwoner. door Maurice Wilbrink Bij Hoogovens in IJmuiden wordt on derzoek gedaan naar de mogelijkheid ijzer en staal tegen roest te beschermen. Bij de groep Corrosie Technologie van het research-laboratorium wordt Lo- chem altijd als voorbeeld genomen van een 'milde' plaats voor staal. Het Gelder se dorp heeft relatief weinig te lijden van luchtverontreiniging en de zee is ver weg. De Rijnmond daarentegen en ook het IJmondgebied, waar de Hoogovens staan, staan bekend als roestige streken. Maar de "corrosieve klimaten" mogen niet zomaar op één hoop worden ge veegd, zegt ir. F. Blekkenhorst, hoofd van de afdeling Corrosie Technologie van Hoogovens. "Alleen al op het Hoog oventerrein zelf zien we verschillende micro-klimaatjes waar staal meer of min der kwetsbaar is voor corrosie. Dat geldt in feite voor heel Nederland. En dat nu maakt het onderzoek naar de bestrijding van roest zo ingewikkeld". Om de zaken nog wat ingewikkelder voor te stellen: de autobezitter in IJmui den zou sneller geplaagd moéten worden door een roestende carrosserie dan zijn mede-weggebruiker in Lochem. Maar aan de kust zijn de wegen 's winters min der vaak glad en wordt veel minder strooizout gebruikt. Landinwaarts vreet dit zout zich dus weer in grotere hoeveel heden door het staal. Maar in het alge meen kan worden gesteld dat de kans op roest vlak aan zee veel groter is, meent Blekkenhorst. Onderschat Aan de vretende werking van corrosie in metaal, en de daaruit voortvloeiende kosten, is lange tijd achteloos voorbijge gaan. Veel autofabrikanten produceer den tot in de jaren tachtig wagens die vooral werden aangeprezen vanwege hun hoge snelheid, hun goede stroomlij ning en hun lage energieverbruik. Roest en de daarmee samenhangende aspecten van kosten en veiligheid zijn eigenlijk pas sinds een jaar of vijf een verkoop- item geworden. In de bouw bestaat al langer zorg om de gevolgen van corrosie, die soms de sastreus kunnen zijn. In Zwitserland kwam enkele jaren geleden het dak van een zwembad, dat aan stalen beugels was opgehangen, naar beneden. Door een verkeerde constructie was de ophanging zeer gevoelig geworden voor soest. Het ongeluk eiste acht mensenlevens. Roest was er ook de oorzaak van dat ooit het dak en de voorgevel van de Westberlijn- se congreshal naar beneden kwamen. De gigantische financiële consequen ties die voortvloeien uit corrossie zijn voor het eerst in 1970 in kaart gebracht. In het Britse Hoar-rapport, dat jarenlang verplichte kost was voor corrosie-des- kundigen, werd gesteld dat door allerlei vormen van roest jaarlijks ongeveer vier procent van het Bruto Nationaal Pro- dukt verloren ging. Dat percentage heeft volgens ir. E. Nagel Soepenberg, senior scientist bij Hoogovens, in de daaropvol gende twintig jaar nauwelijks wijziging ondergaan, ondanks de vorderingen die er zijn gemaakt bij de bestrijding van roest. Nagel Soepenberg: "We zijn er met heel veel onderzoeksinspanning in ge slaagd de kosten van corrosie met 20 30 procent terug te dringen. Maar het milieu is agressiever geworden. Door de toege nomen luchtverontreiniging raken we die kostenbesparing weer kwijt". Zink Corrosie wordt steeds vaker bestreden door staal te voorzien van een laagje zink, een procédé dat overigens al heel lang bekend is. Twintig jaar geleden, vertelt L.A. Kraak van de Stichting Doelmatig Verzinken, gingen verzinkte vangrails in de Rijnmond ten minste vijftien tot twin tig jaar mee. Nu is dat door de vervuilde lucht nog maar acht tot twaalf jaar. Ook de levensduur van auto's is niet wezenlijk verlengd, ondanks alle inves teringen die de auto-industrie nu doet. Toch is de roestbestendigheid van auto's flink toegenomen, hoewel in mindere mate dan tien a twintig jaar geleden werd voorzien. De Franse auto-industrie, die lange tijd vasthield aan produktiemetho- den die haar auto's een roestig imago ga ven, is sinds het midden van de jaren tachtig druk doende het corrosie-pro- bleem aan te pakken. De 'Renault Espace' was een van de eerste wagens met een verzinkte carrosserie en chassis. Nagel Soepenberg: "Volkswagen, altijd al goed geweest in het bestrijden van roest, moet zich tegenwoordig flink in spannen om de ontwikkelingen bij te houden en voorop te blijven lopen". Het roesten van binnenuit zal steeds minder voorkomen, verwachten de des kundigen. Nu al garanderen sommige auto-fabrikanten dat hun produkten de eerste zes jaar vrij zijn van roest van bin nenuit, iets dat tien jaar geleden ondenk baar was. Nagel Soepenberg van Hoogovens denkt dat in Nederland vooral de toepassing van de fundamentele kennis terzake nog moet worden verbeterd. "De kwaliteit van ons onderzoek is vrij goed, maar Ne derland ligt achter als het gaat om het vertalen van die kennis naar de prak tijk". Hoogovens heeft de afgelopen jaren een systeem van laboratoriumtests ont wikkeld, door middel waarvan binnen enkele weken kan worden vastgesteld hoe kwetsbaar een automateriaal is voor corrosie. Als enige bedrijf in Nederland mag Hoogovens nu participeren in een groot internationaal onderzoeksproject. Daarmee wordt beoogd een wereldwijd bruikbare standaardtest voor corrosie te ontwikkelen. Blekkenhorst: "Bij Hoogovens zijn we nu in staat binnen tien weken een voor spelling te doen over het gedrag van ma teriaal onder bepaalde omstandigheden. Als het ging om maritieme materialen gingen daar tot nu toe jaren overheen". Tijdwinst Het voordeel van de enorme tijdswinst is duidelijk in de toekomst zai vaker voor de juiste staalsoorten en legeringen worden gekozen. Bovendien kan veel eerder worden vastgesteld hoe nieuwe materialen zich zullen houden, Dit bete kent overigens niet dat roest op den duur zal worden uitgebannen Roestvrij staal bestaat niet en zal nooit worden ontwikkeld ook, menen de cor- rosie-specialisten. Liever spreken ze van roestvast staal, een produkt dat een vrij hoge weerbaarheid heeft tegen aantas ting van buitenaf. Blekkenhorst: "Corro sie zal er altijd bleven. Immers, de na tuurlijke toestand van ijzer is roest".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 37