Él
Zevende Leidse Uitdag
stimuleert amateurs
'Tempel' voor Kees Verwey in Haarlem
Büch 'verboden'
in Enschede
Quasi-kurist in LAK
Violisten Krebbers en Olof
weer samen op podium terug
Thiemeprijs voor Dick Bruna
Nieuwe dépendance van Frans Halsmuseum een uitkomst
Ppl Mnjfl
.s „ïiS
DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1990
PAGINA 23
"Satori" van Suzy Blok en Christopher Steel
(choreografie en concept). Regie Monica
Blok. Gezien op 19 september in hefLAK-
theater alwaar nog vanavond.
LEIDEN - Er was eens een jonge
vrouw die zich verveelde, die haar
zelfbeeld in de weg zat en geen
mening had. Zij wendt zich tot
deze ene verlegen jongeman en
vraagt hem haar te temmen. Ach
ja, hij is ook de beroerdste niet en
hij gaat met haar mee. Dit ver
haal. je zou het een variant op
Shakespeare's Getemde Feeks
kunnen noemen, ligt ten grond
slag aan de voorstelling 'Satori'
van de dansers Suzy Blok en
Christopher Steel. Actrice Anny
Mokotow vertelt het verhaal, de
dansers dansen het. Ieder op een
eigen manier, maar beiden niet
bijster interessant.
De in leguaanachtige pakken
gestoken dansers en de als vod-
denheks verklede actrice beklim
men en beslingeren de steiger-
pijpconstructie op het toneel.
Hangend vertelt ze van de ont
moeting, de vlammende seks, de
toeslaande gewenning en de
scheiding der geesten. Vaak lo
pen bewegingen en tekst parallel:
"Zij deed drie stappen terug" en
de danseres doet inderdaad drie
stappen terug. Het moet dienen
als komisch commentaar, maar
het gebeurt te vaak.
Waar het abstract wordt en de
acrobatische bewegingen de
overhand krijgen, verslapt de
spanning, die toch al niet groot is,
want verrassend zijn de bewe
gingsthema's niet. Slechts als de
bewegingen theatraal zijn, bij
voorbeeld waar het de danseres
onmogelijk gemaakt wordt haar
arm te bewegen, krijgt 'Satori'
iets van lading en emotie. De rest
van de tijd is het óf het traditione
le aantrekken en afstoten, öf wat
soloïstisch pseudo-trendy geneu
zel op de vierkante meter. Door
de voorstelling ook nog eens in
het Engels te presenteren, krijgt
het geheel zogenaamd iets heel
kunstzinnigs, terwijl het een hol
vat is. Een excuus: de makers zijn
jong. Zo zijn ze tot de conclusie
gekomen dat de waarheid niet
meer is dan de tijd die verstrijkt.
Alsof dat de filosofische ontdek
king van de eeuw is, vertelt de ac
trice het de toeschouwers. Ach,
oost west, thuis best.
INGRID
VAN FRANKENHUYZEN
Van onze redacteur
Emiel Fangmann
LEIDEN Het Russisch
Staatspoppentheater uit Minsk
vormt een van de klapstukken op
de Leidse Uitdag, die aanstaande
zaterdag wordt gehouden. Dan pre
senteren zich in de Pieterskerk zo'n
tachtig verenigingen, groepen en
gezelschappen uit Leiden en omge
ving die zich bezighouden met
kunst en cultuur. Onder het motto
"De Leidse Uitdag brengt de ama
teuristische kunst tot grote hoogte"
openen 's ochtends om 11.00 uur
burgemeester C.H. Goekoop en
Yvonne van Baarle, hoofd directie
kunst en cultuur van de gemeente,
deze zevende Uitdag. Dit jaar zijn
voor het eerst openbare lessen in
het programma van de Uitdag opge
nomen. die voor belangstellenden
uit het publiek door twintig vereni
gingen gegeven worden.
De Leidse Uitdag, vroeger Leidse
Uitmarkt geheten, wordt door een
werkgroep van vijftien vrijwilligers
georganiseerd. De wijze waarop dat
de afgelopen jaren gedaan werd, le
verde de organisatie verleden jaar
de nationale Marga Klompé-prijs
voor vrijwilligerswerk op. Dit jaar
verwacht men. op grond van erva
ring in vorige jaren, een kleine twin
tigduizend bezoekers naar de gratis
toegankelijke kerk en naaste omge
ving te kunnen trekken.
De Pieterskerk zet haar deuren
wagenwijd open, zodat de vereni
gingen vanachter marktkramen het
publiek alle informatie zullen kun
nen verstrekken. Drie opgestelde
podia, waarvan een op het Pieters
kerkplein, leveren de mogelijkhe
den voor uitgebreide presentatie.
Voor kinderopvang is gezorgd in de
vorm van een speciaal ingerichte
LEGO-hoek. De mooiste ontwer
pen die daar worden gemaakt, zul
len aan het einde van de middag
door een jury met enkele prijzen be
kroond worden.
De Leidse Uitdag bestaat uit een
clag en een avondgedeelte. Overdag
presenteren de verenigingen zich,
die uiteenlopende vormen van
kunst- en cultuurbeoefening verte-
genoordigen als bijvoorbeeld klas
sieke en populaire muziek, toneel,
ballet, operette, fotografie, archeo
logie en oudheidkunde. Op de po
dia hebben gedurende de dag onder
andere vele ballet- en dansvoorstel
lingen en uitvoeringen van wester
se en oosterse muziek plaats.
De openbare lessen worden gege
ven in de lokalen van het schoolge
bouw aan het Pieterskerkplein.
Twintig verenigingen geven dan
aan geïnteresseerden lessen van
een half uur. Zo wordt om elf uur
met een fotografieles gestart in het
ene en een majoretteles in het ande
re lokaal. Daarna volgen onder an
dere taal- en balletlessen.
Ter voorbereiding op het avond
gedeelte is de kerk tussen zes uur en
kwart voor acht gesloten. Daarna
treden achtereenvolgens op de
drumband 'Matilo'. het Russisch
Staats Poppentheater uit Minsk en
de rock -n' roll band 'De Gigantjes'.
Het in 1938 opgerichte poppenthea
ter, dat traditionele vormen van
poppenspel aan moderne paart,
voert vanaf 20.40 het sprookje 'De
oude man en de kraanvogel' op.
Daarin worden teksten van witrus-
sische volksliederen gebruikt. 'De
Gigantjes', die vanaf 22.00 het podi
um betreden en de Uitdag rond
middernacht afsluiten, hebben on
der leiding van de opvallend gekap
te Mieke Stemerdink inmiddels
vooral een grote live'-reputatie op
bouw"6'11 Van r0°k n ?p£e" De Gigantjes besluiten zaterdagavond de Leidse Uitdag.
HAARLEM/BUSSUM (GPD) -
Herman Krebbers en Theo Olof,
beiden oud-concertmeester van
het Concertgebouworkest, gaan
weer samenwerken. Krebbers
viert zijn come-back in januari
1991 in de Grote Kerk van Naar-
den na een lange periode van in
activiteit ten gevolge van een
blessure.
Dat Herman Krebbers zijn be
scheiden come back 'viert' met
zijn vroegere partner en leeftijd
genoot Theo Olof in dubbelcon
certen van Bach en Vivaldi is
voor hen die de glorietijd van dit
befaamde duo hebben meege
maakt een nostalgische verras
sing. Krebbers-Olof vormden al
vanaf hun studietijd bij Oskar
Back een soort Siamese twee
ling, dat prijzen won op con
coursen, furore maakte in dub
belconcerten van Bach en Ba-
dings, de eerste lessenaars be
zette van het Residentie Orkest
en het Concertgebouworkest.
Als twee verschillend geaarde
muzikanten vulden zij elkaar al
tijd perfect aan.
Toen Herman Krebbers elf
jaar geleden na een zeiltocht een
armblessure opliep scheen
voorgoed een eind aan zijn con
certpraktijk te zijn gekomen.
Niet alleen moest hij zijn plaats
als eerste concertmeester van
het Concertgebouworkest vaar
wel zeggen, ook de engagemen
ten voor solo-optredens moes
ten van de ene op de andere dag
worden geannuleerd.
Krebbers is toen niet bij de
pakken gaan neerzitten. Hij is
zijn pedagogische werk gaan in
tensiveren. Behalve als hoofdle
raar aan het Sweelinck Conser
vatorium van Amsterdam en het
Robert Schumann Institut in
Dusseldorf werd hij actief als
docent op meestercursussen in
binnen- en buitenland. Studen
ten uit alle delen van de wereld
kwamen naar hem toe om les
van hem te krijgen. Zo heeft hij
in de lijn van zijn leermeester
Oskar Back veel jong talent tot
ontwikkeling weten te brengen.
Ook nam hij plaats in jury's bij
vioolconcoursen over de gehele
wereld.
Het grote podium was voor
hem weliswaar taboe geworden
maar stilaan trad hij incidenteel
op in kleine (koffiejconcertjes,
waarop hij zijn leerlingen pre
senteerde en over zijn werk als
pedagoog vertelde.
Nu de inmiddels 67-jarige
Herman Krebbers van zijn bles
sure hersteld~is wil hij aan een
korte serie concerten meewer
ken, en wel om twee redenen.
Ten eerste om met een optre
den in de Grote Kerk van Naar-
den op 19 januari 1991 een bij
drage te leveren aan 'fundrai-
sing' voor de Gooise Culturele
Kring, een stichting die onge
subsidieerd al jarenlang klassie
ke concerten in Het Gooi organi
seert en die hij een warm hart
toedraagt.
Ten tweede om in hetzelfde
voorjaar met een herhaling van
dit concert in Utrecht, Amers
foort, Tilburg, Zutphen, Leiden,
Bergen op Zoom, Heerlen en
Enschede te zorgen voor finan
ciële steun voor de door hem op
gerichte Herman Krebbers
Stichting, die talentvolle kun
stenaars begeleidt bij hun po
gingen op de grote concertpodia
te verschijnen.
De twee meesterviolisten zul
len op het genoemde concert
ook afzonderlijk te horen zijn.
Krebbers in De Winter uit De
vier jaargetijden van Vivaldi,
Olof in Bachs Vioolconcert in E.
Zij worden begeleid door het
Concertgebouw Kamerorkest
onder leiding van Charles de
Wolff.
Erkenning talent komt laat
Van onze correspondent
Ruud Buurman
UTRECHT (GPD) - 'Nijntje' is we
reldberoemd en toch leek de maker
ervan, de Utrechtse kinderboeken
tekenaar en -schrijver Dick Bruna,
een beetje onzichtbaar te blijven.
Niet voor het grote publiek, dat zich
zijn werk direct toeeigent, maar - zo
bieek tot voor kort - wel voor jury's
die de grote prijzen in de boekenwe
reld verdelen. Ook daarin is dit jaar
voor Bruna, inmiddels ruim zestig
jaar oud. verandering gekomen.
Nadat hem eerder dit jaar de Gou
den Penseel 1990 werd uitgereikt,
ontving hij gisteren in de Domkerk
de 'D.A. Thiemeprijs'. Een prijs van
de 'Vereeniging ter Bevordering
van de Belangen des Boekhandels'
welke onregelmatig wordt uitge
reikt aan een auteur of uitgever die
zich bijzonder heeft onderscheiden
in het boekenvak. Bruna kreeg hem
uitgereikt door de Arnhemse muse
umdirecteur Pierre Janssen.
Een wat 'late erkenning' zo gaf
ook de jury in haar rapport toe.
Maar het juryrapport vindt het nu
toch zinvol dat de vereniging van de
gezamenlijke erkende boekhande
laren en uitgevers Bruna alsnog be
kroont. Want de vereniging vierde
gisteren tegelijk het 175-jarig be
staan en volgens de jury is het be
stuur ervan al die jaren al vertrouwd
geraakt met het nemen van beslui
ten die tegelijk te groot en te klein,
te laat en te vroeg zijn. Ten opzichte
van Bruna lijkt de vereniging met
de lange naam enigszins be
schroomd een foutje toe te geven.
Een trotse Dick Bruna neemt de prijs in ontvangst uit handen van de
voorzitter van VBBBW.E. Steunenberg. (foto anp»
Maar de prijswinnaar zelf is geen
man die daar een punt van maakt.
In 1990 is er ineens wel eenstem
migheid in de boekenwereld over
de auteur, tekenaar, grafisch vorm
gever en uitgever Dick Bruna. In
middels heeft hij zeventig prenten
boeken op zijn naam staan, talrijke
boekaffiches en tweeduizend veel
geprezen boekomslagen. Zijn werk
is in vele talen te koop over de hele
wereld. Zo trefzeker weet Bruna in
het 'beeldgeheugen' van bijna ie
dereen door te dringen, dat het
moeilijk is ons voor te stellen dat dit
het werk van slechts één man is. En
zyn ontwerpen zijn zó bedriegelijk
eenvoudig dat velen wel eens willen
vergeten dat er een kunstenaar ach
ter zit. Dat is de jarige 'Vereeniging
ter Bevordering van de Belangen
des Boekhandels' ook min of meer
overkomen. Een vereniging met
een statige en deftige uitstraling,
wiens naam sinds gisteren nóg lan
ger is geworden. De komende vijf
entwintigjaar mag ze het predikaat
'Koninklijk' voeren. Of, om het in
de stijl van de club te omschrijven:
„Het heeft Hare Majesteit de Konin
gin behaagt de Vereeniging ter Be
vordering van de Belangen des
Boekhandels voor een periode van
25 jaar het predikaat 'Koninklijk' te
verlenen. Wel laat, na 175 jaar, maar
de mededeling van voorzitter W.E.
Steunenberg werd met instem
mend applaus begroet.
Voordat Dick Bruna de Thieme
prijs in ontvangst na, overhandigde
Pieter Hagers het eerste exemplaar
van het jubileumboek 'Het doel der
Vereeniging is vereniging' aan de
schrijfster Hella S. Haasse. Hon-
derddvijfenzeventig jaar Vereeni
ging in woord en beeld. Mooi ge
bonden, prachtig vormgegeven en
gedrukt, maar wie had anders ver
wacht van een club van honderden
boekhandelaren en uitgevers.
HAARLEM (GPD) - Vaak gebeurt
het dat de realisering van mooie
plannen lang op zich laat wachten.
Al in de jaren zestig werd in Haar
lem gesproken over een tentoon
stellingsruimte op de verdieping
van het pand Vermeulen op de hoek
van de Grote Markt en de Grote
Houtstraat. Nu dan, in het culturele
seizoen 1990-1991, lijkt in het hart
van Haarlem de derde museumhal
naast de Vis- en Vleeshal er einde
lijk te komen. En wel als 'Kees Ver-
wey-hal', genoemd naar de even
spraakmakende als populaire Haar
lemse schilder, wiens collectie de
basis zal vormen voor deze nieuwe
dependance van het Frans Halsmu
seum.
De naam 'Kees Verwey-hal' kan
misverstanden oproepen. Is het
vierde kunstenaar te zien zal zijn?
Nee, beweren de betrokkenen in
koor. Wiek Röling, de voormalige
stadsarchitect die het ontwerp voor
de nieuwe kunsthal zal leveren, is
een goede bekende van Verwey:
"Kees Verwey heeft altijd gezegd,
althans tegen mij en ik denk dat hij
het tegen iedereen heeft gezegd: het
moet beslist niet een Kees Verwey-
zaal worden, nee, een zaal voor 20ste
eeuwse kunst waar ik in pas. En dat
vind ik een begrijpelijke en ook ver
standige wens".
Met nadruk moet geschreven
worden dat de Verwey-hal er 'lijkt'
te komen, want aan de verbouwing
van het pand Vermeulen tot exposi
tieruimte moeten het College van
Burgemeester en Wethouders en de
gemeenteraad van Haarlem nog
hun goedkeuring verlenen. Het
voorlopige budget voor de verbou
wing bedraagt tussen de 4 en 5 ton.
wat vooralsnog aan de krappe kant
lijkt. Hans van der Tweel, hoofd
Culturele Zaken, verwoordt echter
de mening van degenen die op het
hoogste niveau bezig zijn met de
voorbereidingen, wanneer hij zegt
dat "die hal er gewoon komen
moet".
Van der Tweel erkent echter dat,
zoals te verwachten bij een project
van die omvang en betekenis, de fi
nanciën een probleem kunnen vor
men. "maar ik heb aanwijzingen ge
noeg om te weten dat het gemeente
bestuur zich uit cultuurhistorisch
oogpunt en ook vanwege het be
lang van de schilder Verwey ge
stimuleerd voelt om dit door te la
ten gaan. Volgens mij is de politiek
er behoorlijk voor 'in' om die keuze
te maken, ondanks het feit dat het
geld een probleem kan zijn. Per
soonlijk vind ik het inhoudelijk te
recht en bovendien zijn er bestuur
lijk zodanige afspraken gemaakt
dat je niet meer terug kan zonder
prestigeverlies".
Derk Snoep, directeur van het
Frans Halsmuseum, wil wel ingaan
op het beleid dat zal worden ge
voerd, hoewel hij beklemtoont dat
nog niets vaststaat. "We zullen een
heel evenwichtige verdeling moe
ten maken tussen het werk van Ver
wey en onze overige moderne
kunst. Kijk, er zijn verschillende be
langen. Het belang van het museum
is een zo duidelijk mogelijk ten-
toonstellingsbeleid rond het Ver-
wey-bezit te voeren en dit in over
eenstemming te brengen met expo-
sitiés van andere 20ste-eeuwse
kunst. Als het aan mij ligt wordt het
werk van Verwey opgenomen in het
museumbeleid. Maar er is nog niets
afgesproken, noch met Verwey,
noch met de Verwey-stichting, dat
is ook nog veel te vroeg. Pas als de
hal klaar is en de inrichting bekend
is kun je tot harde afspraken ko
men".
"Het aardige is natuurlijk datje Ver
wey in z'n context kunt plaatsen.
Het zogenaamde Hollandse impres
sionisme, waartoe Verwey valt te re
kenen, is een onderdeel van onze
collectie. Het Verwey-bezit versterk
een wezenlijke kern in onze verza
meling, die bestaat uit 20ste-eeuwse
kunstenaars als Sluyters, Boot.
Kruyder, Gestel, de Bergense
School, maar ook de beeldhouwer
Mari Andriessen, wiens erven on
langs een belangrijke collectie wer
ken in bruikleen hebben afgestaan
aan het museum. En natuurlijk heb
ben we in ons gebouw aan het Groot
Heiligland al een aparte Van Looy-
zaal, wat een relatie is die heel be
langrijk is. Op deze manier ontstaat
er een heel duidelijke samenhang in
onze collectie".
Snoep vindt het een groot voor
deel dat dankzij de Verwey-hal de
expositiemogelijkheden van het
Frans Halsmuseum aanzienlijk
worden uitgebreid, wat een langge
koesterde wens van Haarlems ste
delijk museum is. Snoep: „Dat is
een van de aantrekkelijke aspecten.
Eigenlijk ga ik er vanuit dat we daar
niet alleen schilderkunst laten zien,
maar ook beeldhouwkunst en gra
fiek. Ja, we hebben deze extra ruim
te volstrekt nodig, vooral ook om
dat nu de druk op de exposities van
eigentijdse kunst misschien iets
vermindert".
"De kern, de 'nucleus', van de
nieuwe kunsthal vormt een verza
meling van zo'n 1500 schilderijen,
aquarellen en tekeningen van Ver
wey, die een geschatte waarde van
een slordige tien miljoen gulden
vertegenwoordigt. De bejaarde
Haarlemse kunstenaar heeft in zijn
testament laten vastleggen dat na
zijn overlijden deze collectie aan de
Stichting Kees Verwey toevalt. Op
haar beurt heeft deze stichting met
de gemeente Haarlem afgesproken
dat het Frans Halsmuseum daarop
de verzameling in langdurige
bruikleen krijgt, wat in de praktijk
eeuwigdurend is. Van der Tweel:
„De Stichting heeft daarover harde
toezeggingen gedaan aan het Colle
ge van B. en W".
Wiek Röling heeft zijn eerste ont
werp voor de Verwey-hal getekend
op basis van een pakket van eisen
dat door het Frans Halsmuseum is
opgesteld. De komende tijd zal zijn
plan worden doorgepraat met de ge
meente Haarlem (die Rölings feite
lijke opdrachtgever is), het Frans
Halsmuseum, de Stichting Keews
Verwey (die Röling als architect
naar voren heeft geschoven) en na
tuurlijk de 90-jarige meesterschil
der zelf, immers de sluitsteen van
'zijn eigen' museumhal.
Mooi punt
In zijn tijd als stadsarchitect hield
Roling kantoor op de verdieping
van Vermeulen, waar overigens op
dit moment nog de afdeling Cultu
rele Zaken is gehuisvest: "Afgezien
van de ideale vorm die de grote mu
seumzaal heeft, is er het extra van
een heel aardig uitzicht op de Grote
Markt. Dat weer ik, omdat ik er 10
jaar heb gewerkt. Op een heel mooi
punt van de stad loop je straks te
kijken naar kunst".
"Om te voorkomen dat we in con
flict komen met het zonlicht", ver
volgt de vroegere stadsarchitect,
„willen we de ruimtes op het zuiden
inrichten als depotruimte. Aan de
ene kant is het jammer van zo'n
prachtig bezond vertrek, maar je
kunt er eventueel een werkboekje
aan toevoegen voor iemand die on
derzoek wil doen. In de depotruim
te zelf kun je zo'n 3000 schilderen
opbergen".
Van onze correspondent
Herman Haverkate
ENSCHEDE - De Enschedese le
raar Nederlands J. Hetterschijt mag
zich sinds kort de persoonlijke vij
and noemen van de auteur Boude-
wijn Büch. De docent aan het plaat
selijke Jacobuscollege dankt dit
twijfelachtige genoegen aan het
verbod dat hij onlangs aan zijn leer
lingen uitgevaardigd zou hebben
om boeken van Büch op hun litera
tuurlijst te zetten. Büch, vorige
week nog in Enschede, haalt in het
Amsterdamse Universiteitsblad Fo
lia Civitatis van vandaag (donder
dag) Hetterschijt ongenadig over de
hekel.
"Voor mij mogen ze hem op
staande voet ontslaan. Wat deze
man gedaan heeft, is absoluut stijl
loos. Idioot gewoon. Ik ben echt ra
zend. Je leerlingen verbieden of
ontraden boeken van een schrijver
te lezen: dat getuigt van een pedan
terie die zelfs in de middeleeuwen
zelden vertoond is", laat een brie
sende Büch desgevraagd weten.
Hij zegt geen idee te hebben wat
de reden voor het Enschedese ver
bod is geweest. "Bij mijn lezing vo
rige week in de Twentse Schouw
burg kreeg ik een briefje van twee
leerlingen in de hand gedrukt. Mon
deling de vraag stellen durfden ze
niet, blijkbaar uit angst voor een
slecht cijfer op hun rapport. Na af
loop van avond heb ik met ze ge
sproken. Ik was echt verbijsterd. In
Brabant en Limburg maak ik dit
wel vaker mee, in een toch be
schaafde stad als Enschede had ik
dit niet verwacht".
"Ik snap al dat huidige gedonder
over die literatuurlijsten niet. Waar
om toch in hemelsnaam kinderen
voorschrijven wat ze wel en wat ze
niet mogen lezen? Ben je als schrij
ver soms minder omdat je op televi
sie verschijnt of over homoseksuali
teit schrijft. In Zuid-Nederland is
dat laatste vaak de reden om boe
ken van mij te verbieden. Hoe idioot
dat ook is: het is tenminste nog een
reden. Maar wat die Hetterschijt be
weegt, is mij volmaakt onduidelijk.
Ik daag hem uit mij duidelijk te ma
ken wat literatuur is"
Hetterschijt zelf is terughoudend
in zijn commentaar. Volgens hem is
er van een verbod geen sprake. "Het
gaat om zegge en schrijve één leer
ling die een speciaalstudie aan
Büch wilde wijden. Dat hebben wij
die leerling ontraden. Büch praat
over iets waar hij het fijne niet van
weet".
"Bij ons op school mag iedereen
lezen wat hij wil. Voor de lijst echter
hanteren we bepaalde regels. Dat is
ook logisch. Zeker ten aanzien van
de meer recentere literatuur geldt
datje niet alles zo maar kunt accep
teren. Op zijn minst zal het docent
het boek moeten kennen. Is dat niet
het geval, dan zal de leerling moeten
aangeven waarom hij dat boek zo
graag op de lijst wil hebben".
Hetterschijt geeft toe zijn twijfels
te hebben over het literaire gehalte
van Buchs werk. "Ik mis bij hem
het originele, het verrassende. Bo
vendien is zijn taalgebruik hoogst
bedenkelijk. Als ik een leerling aan
het lezen zet, wil ik wel graag dat hij
iets leest dat qua Nederlands vlek
keloos is. Welnu, dat is bij Buch ze
ker niet het geval. Ik lees bij hem
zinnen die gewoon niet kloppen"
Een goed boek is volgens hem de
nieuwste roman van Gijs IJlander.
"Zegt Buch dat ik maar eens moet
aangeven wat in mijn ogen litera
tuur is? Nou, ik daag hem uit het
zelfde te doen. Hij moet me maar
eens uitleggen waarom zijn boeken
dan wel literatuur zijn. Met lezingen
over reisliteratuur en ordinaire
scheldpartijen zonder grond kom je
er daarmee natuurlijk niet. Beoor
deling van literatuur is een kwestie
van smaak. En over smaak valt te
twisten. Dat recht kan niemand me
ontnemen".
Stripschapprijs voor Henk Kuijpers
BREDA (ANP) De Stripschap
prijs 1990 gaat naar Henk Kuijpers
voor zijn hele oeuvre. Dat heeft Het
Stripschap woensdag meegedeeld.
Kuijpers (43) heeft vooral met zijn
Franka-reeks blijk gegeven van oog
voor detail en verrassende onder
werpkeuze, aldus de jury. Zijn al
bums zijn verder van een constant
hoge kwaliteit. Kuijpers streeft ook
altijd naar perfectie.
De Stripsschappenning voor Bij
zondere Verdiensten van dit jaar is
voor Joost Swarte, vanwege zijn
"voortrekkersrol voor het stripver
haal". Swarte heeft zelf een heel
klein maar niet te onderschatten
oeuvre. Hij vraagt verder voortdu
rend aandacht voor striptekenaars
van over de grens.
De onderscheidingen worden uit
gereikt tijdens de Stripdagen 1990.
die 12. 13 en 14 oktober in Het Turf
schip in Breda worden gehouden.
Voor de onderscheiding 'Beste
Nederlandse Album' zun drie strip
verhalen genomineerd: 'De wortels
van war" van Fred Julsing, 'Stuif
meel' van Lian Ong en 'Liefde en
verraad' van Van Oudheusden en
Marchall. De winnaar zal tijdens de
Stripdagen worden uitgeroepen.