Él Zevende Leidse Uitdag stimuleert amateurs 'Tempel' voor Kees Verwey in Haarlem Büch 'verboden' in Enschede Quasi-kurist in LAK Violisten Krebbers en Olof weer samen op podium terug Thiemeprijs voor Dick Bruna Nieuwe dépendance van Frans Halsmuseum een uitkomst Ppl Mnjfl .s „ïiS DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1990 PAGINA 23 "Satori" van Suzy Blok en Christopher Steel (choreografie en concept). Regie Monica Blok. Gezien op 19 september in hefLAK- theater alwaar nog vanavond. LEIDEN - Er was eens een jonge vrouw die zich verveelde, die haar zelfbeeld in de weg zat en geen mening had. Zij wendt zich tot deze ene verlegen jongeman en vraagt hem haar te temmen. Ach ja, hij is ook de beroerdste niet en hij gaat met haar mee. Dit ver haal. je zou het een variant op Shakespeare's Getemde Feeks kunnen noemen, ligt ten grond slag aan de voorstelling 'Satori' van de dansers Suzy Blok en Christopher Steel. Actrice Anny Mokotow vertelt het verhaal, de dansers dansen het. Ieder op een eigen manier, maar beiden niet bijster interessant. De in leguaanachtige pakken gestoken dansers en de als vod- denheks verklede actrice beklim men en beslingeren de steiger- pijpconstructie op het toneel. Hangend vertelt ze van de ont moeting, de vlammende seks, de toeslaande gewenning en de scheiding der geesten. Vaak lo pen bewegingen en tekst parallel: "Zij deed drie stappen terug" en de danseres doet inderdaad drie stappen terug. Het moet dienen als komisch commentaar, maar het gebeurt te vaak. Waar het abstract wordt en de acrobatische bewegingen de overhand krijgen, verslapt de spanning, die toch al niet groot is, want verrassend zijn de bewe gingsthema's niet. Slechts als de bewegingen theatraal zijn, bij voorbeeld waar het de danseres onmogelijk gemaakt wordt haar arm te bewegen, krijgt 'Satori' iets van lading en emotie. De rest van de tijd is het óf het traditione le aantrekken en afstoten, öf wat soloïstisch pseudo-trendy geneu zel op de vierkante meter. Door de voorstelling ook nog eens in het Engels te presenteren, krijgt het geheel zogenaamd iets heel kunstzinnigs, terwijl het een hol vat is. Een excuus: de makers zijn jong. Zo zijn ze tot de conclusie gekomen dat de waarheid niet meer is dan de tijd die verstrijkt. Alsof dat de filosofische ontdek king van de eeuw is, vertelt de ac trice het de toeschouwers. Ach, oost west, thuis best. INGRID VAN FRANKENHUYZEN Van onze redacteur Emiel Fangmann LEIDEN Het Russisch Staatspoppentheater uit Minsk vormt een van de klapstukken op de Leidse Uitdag, die aanstaande zaterdag wordt gehouden. Dan pre senteren zich in de Pieterskerk zo'n tachtig verenigingen, groepen en gezelschappen uit Leiden en omge ving die zich bezighouden met kunst en cultuur. Onder het motto "De Leidse Uitdag brengt de ama teuristische kunst tot grote hoogte" openen 's ochtends om 11.00 uur burgemeester C.H. Goekoop en Yvonne van Baarle, hoofd directie kunst en cultuur van de gemeente, deze zevende Uitdag. Dit jaar zijn voor het eerst openbare lessen in het programma van de Uitdag opge nomen. die voor belangstellenden uit het publiek door twintig vereni gingen gegeven worden. De Leidse Uitdag, vroeger Leidse Uitmarkt geheten, wordt door een werkgroep van vijftien vrijwilligers georganiseerd. De wijze waarop dat de afgelopen jaren gedaan werd, le verde de organisatie verleden jaar de nationale Marga Klompé-prijs voor vrijwilligerswerk op. Dit jaar verwacht men. op grond van erva ring in vorige jaren, een kleine twin tigduizend bezoekers naar de gratis toegankelijke kerk en naaste omge ving te kunnen trekken. De Pieterskerk zet haar deuren wagenwijd open, zodat de vereni gingen vanachter marktkramen het publiek alle informatie zullen kun nen verstrekken. Drie opgestelde podia, waarvan een op het Pieters kerkplein, leveren de mogelijkhe den voor uitgebreide presentatie. Voor kinderopvang is gezorgd in de vorm van een speciaal ingerichte LEGO-hoek. De mooiste ontwer pen die daar worden gemaakt, zul len aan het einde van de middag door een jury met enkele prijzen be kroond worden. De Leidse Uitdag bestaat uit een clag en een avondgedeelte. Overdag presenteren de verenigingen zich, die uiteenlopende vormen van kunst- en cultuurbeoefening verte- genoordigen als bijvoorbeeld klas sieke en populaire muziek, toneel, ballet, operette, fotografie, archeo logie en oudheidkunde. Op de po dia hebben gedurende de dag onder andere vele ballet- en dansvoorstel lingen en uitvoeringen van wester se en oosterse muziek plaats. De openbare lessen worden gege ven in de lokalen van het schoolge bouw aan het Pieterskerkplein. Twintig verenigingen geven dan aan geïnteresseerden lessen van een half uur. Zo wordt om elf uur met een fotografieles gestart in het ene en een majoretteles in het ande re lokaal. Daarna volgen onder an dere taal- en balletlessen. Ter voorbereiding op het avond gedeelte is de kerk tussen zes uur en kwart voor acht gesloten. Daarna treden achtereenvolgens op de drumband 'Matilo'. het Russisch Staats Poppentheater uit Minsk en de rock -n' roll band 'De Gigantjes'. Het in 1938 opgerichte poppenthea ter, dat traditionele vormen van poppenspel aan moderne paart, voert vanaf 20.40 het sprookje 'De oude man en de kraanvogel' op. Daarin worden teksten van witrus- sische volksliederen gebruikt. 'De Gigantjes', die vanaf 22.00 het podi um betreden en de Uitdag rond middernacht afsluiten, hebben on der leiding van de opvallend gekap te Mieke Stemerdink inmiddels vooral een grote live'-reputatie op bouw"6'11 Van r0°k n ?p£e" De Gigantjes besluiten zaterdagavond de Leidse Uitdag. HAARLEM/BUSSUM (GPD) - Herman Krebbers en Theo Olof, beiden oud-concertmeester van het Concertgebouworkest, gaan weer samenwerken. Krebbers viert zijn come-back in januari 1991 in de Grote Kerk van Naar- den na een lange periode van in activiteit ten gevolge van een blessure. Dat Herman Krebbers zijn be scheiden come back 'viert' met zijn vroegere partner en leeftijd genoot Theo Olof in dubbelcon certen van Bach en Vivaldi is voor hen die de glorietijd van dit befaamde duo hebben meege maakt een nostalgische verras sing. Krebbers-Olof vormden al vanaf hun studietijd bij Oskar Back een soort Siamese twee ling, dat prijzen won op con coursen, furore maakte in dub belconcerten van Bach en Ba- dings, de eerste lessenaars be zette van het Residentie Orkest en het Concertgebouworkest. Als twee verschillend geaarde muzikanten vulden zij elkaar al tijd perfect aan. Toen Herman Krebbers elf jaar geleden na een zeiltocht een armblessure opliep scheen voorgoed een eind aan zijn con certpraktijk te zijn gekomen. Niet alleen moest hij zijn plaats als eerste concertmeester van het Concertgebouworkest vaar wel zeggen, ook de engagemen ten voor solo-optredens moes ten van de ene op de andere dag worden geannuleerd. Krebbers is toen niet bij de pakken gaan neerzitten. Hij is zijn pedagogische werk gaan in tensiveren. Behalve als hoofdle raar aan het Sweelinck Conser vatorium van Amsterdam en het Robert Schumann Institut in Dusseldorf werd hij actief als docent op meestercursussen in binnen- en buitenland. Studen ten uit alle delen van de wereld kwamen naar hem toe om les van hem te krijgen. Zo heeft hij in de lijn van zijn leermeester Oskar Back veel jong talent tot ontwikkeling weten te brengen. Ook nam hij plaats in jury's bij vioolconcoursen over de gehele wereld. Het grote podium was voor hem weliswaar taboe geworden maar stilaan trad hij incidenteel op in kleine (koffiejconcertjes, waarop hij zijn leerlingen pre senteerde en over zijn werk als pedagoog vertelde. Nu de inmiddels 67-jarige Herman Krebbers van zijn bles sure hersteld~is wil hij aan een korte serie concerten meewer ken, en wel om twee redenen. Ten eerste om met een optre den in de Grote Kerk van Naar- den op 19 januari 1991 een bij drage te leveren aan 'fundrai- sing' voor de Gooise Culturele Kring, een stichting die onge subsidieerd al jarenlang klassie ke concerten in Het Gooi organi seert en die hij een warm hart toedraagt. Ten tweede om in hetzelfde voorjaar met een herhaling van dit concert in Utrecht, Amers foort, Tilburg, Zutphen, Leiden, Bergen op Zoom, Heerlen en Enschede te zorgen voor finan ciële steun voor de door hem op gerichte Herman Krebbers Stichting, die talentvolle kun stenaars begeleidt bij hun po gingen op de grote concertpodia te verschijnen. De twee meesterviolisten zul len op het genoemde concert ook afzonderlijk te horen zijn. Krebbers in De Winter uit De vier jaargetijden van Vivaldi, Olof in Bachs Vioolconcert in E. Zij worden begeleid door het Concertgebouw Kamerorkest onder leiding van Charles de Wolff. Erkenning talent komt laat Van onze correspondent Ruud Buurman UTRECHT (GPD) - 'Nijntje' is we reldberoemd en toch leek de maker ervan, de Utrechtse kinderboeken tekenaar en -schrijver Dick Bruna, een beetje onzichtbaar te blijven. Niet voor het grote publiek, dat zich zijn werk direct toeeigent, maar - zo bieek tot voor kort - wel voor jury's die de grote prijzen in de boekenwe reld verdelen. Ook daarin is dit jaar voor Bruna, inmiddels ruim zestig jaar oud. verandering gekomen. Nadat hem eerder dit jaar de Gou den Penseel 1990 werd uitgereikt, ontving hij gisteren in de Domkerk de 'D.A. Thiemeprijs'. Een prijs van de 'Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels' welke onregelmatig wordt uitge reikt aan een auteur of uitgever die zich bijzonder heeft onderscheiden in het boekenvak. Bruna kreeg hem uitgereikt door de Arnhemse muse umdirecteur Pierre Janssen. Een wat 'late erkenning' zo gaf ook de jury in haar rapport toe. Maar het juryrapport vindt het nu toch zinvol dat de vereniging van de gezamenlijke erkende boekhande laren en uitgevers Bruna alsnog be kroont. Want de vereniging vierde gisteren tegelijk het 175-jarig be staan en volgens de jury is het be stuur ervan al die jaren al vertrouwd geraakt met het nemen van beslui ten die tegelijk te groot en te klein, te laat en te vroeg zijn. Ten opzichte van Bruna lijkt de vereniging met de lange naam enigszins be schroomd een foutje toe te geven. Een trotse Dick Bruna neemt de prijs in ontvangst uit handen van de voorzitter van VBBBW.E. Steunenberg. (foto anp» Maar de prijswinnaar zelf is geen man die daar een punt van maakt. In 1990 is er ineens wel eenstem migheid in de boekenwereld over de auteur, tekenaar, grafisch vorm gever en uitgever Dick Bruna. In middels heeft hij zeventig prenten boeken op zijn naam staan, talrijke boekaffiches en tweeduizend veel geprezen boekomslagen. Zijn werk is in vele talen te koop over de hele wereld. Zo trefzeker weet Bruna in het 'beeldgeheugen' van bijna ie dereen door te dringen, dat het moeilijk is ons voor te stellen dat dit het werk van slechts één man is. En zyn ontwerpen zijn zó bedriegelijk eenvoudig dat velen wel eens willen vergeten dat er een kunstenaar ach ter zit. Dat is de jarige 'Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels' ook min of meer overkomen. Een vereniging met een statige en deftige uitstraling, wiens naam sinds gisteren nóg lan ger is geworden. De komende vijf entwintigjaar mag ze het predikaat 'Koninklijk' voeren. Of, om het in de stijl van de club te omschrijven: „Het heeft Hare Majesteit de Konin gin behaagt de Vereeniging ter Be vordering van de Belangen des Boekhandels voor een periode van 25 jaar het predikaat 'Koninklijk' te verlenen. Wel laat, na 175 jaar, maar de mededeling van voorzitter W.E. Steunenberg werd met instem mend applaus begroet. Voordat Dick Bruna de Thieme prijs in ontvangst na, overhandigde Pieter Hagers het eerste exemplaar van het jubileumboek 'Het doel der Vereeniging is vereniging' aan de schrijfster Hella S. Haasse. Hon- derddvijfenzeventig jaar Vereeni ging in woord en beeld. Mooi ge bonden, prachtig vormgegeven en gedrukt, maar wie had anders ver wacht van een club van honderden boekhandelaren en uitgevers. HAARLEM (GPD) - Vaak gebeurt het dat de realisering van mooie plannen lang op zich laat wachten. Al in de jaren zestig werd in Haar lem gesproken over een tentoon stellingsruimte op de verdieping van het pand Vermeulen op de hoek van de Grote Markt en de Grote Houtstraat. Nu dan, in het culturele seizoen 1990-1991, lijkt in het hart van Haarlem de derde museumhal naast de Vis- en Vleeshal er einde lijk te komen. En wel als 'Kees Ver- wey-hal', genoemd naar de even spraakmakende als populaire Haar lemse schilder, wiens collectie de basis zal vormen voor deze nieuwe dependance van het Frans Halsmu seum. De naam 'Kees Verwey-hal' kan misverstanden oproepen. Is het vierde kunstenaar te zien zal zijn? Nee, beweren de betrokkenen in koor. Wiek Röling, de voormalige stadsarchitect die het ontwerp voor de nieuwe kunsthal zal leveren, is een goede bekende van Verwey: "Kees Verwey heeft altijd gezegd, althans tegen mij en ik denk dat hij het tegen iedereen heeft gezegd: het moet beslist niet een Kees Verwey- zaal worden, nee, een zaal voor 20ste eeuwse kunst waar ik in pas. En dat vind ik een begrijpelijke en ook ver standige wens". Met nadruk moet geschreven worden dat de Verwey-hal er 'lijkt' te komen, want aan de verbouwing van het pand Vermeulen tot exposi tieruimte moeten het College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad van Haarlem nog hun goedkeuring verlenen. Het voorlopige budget voor de verbou wing bedraagt tussen de 4 en 5 ton. wat vooralsnog aan de krappe kant lijkt. Hans van der Tweel, hoofd Culturele Zaken, verwoordt echter de mening van degenen die op het hoogste niveau bezig zijn met de voorbereidingen, wanneer hij zegt dat "die hal er gewoon komen moet". Van der Tweel erkent echter dat, zoals te verwachten bij een project van die omvang en betekenis, de fi nanciën een probleem kunnen vor men. "maar ik heb aanwijzingen ge noeg om te weten dat het gemeente bestuur zich uit cultuurhistorisch oogpunt en ook vanwege het be lang van de schilder Verwey ge stimuleerd voelt om dit door te la ten gaan. Volgens mij is de politiek er behoorlijk voor 'in' om die keuze te maken, ondanks het feit dat het geld een probleem kan zijn. Per soonlijk vind ik het inhoudelijk te recht en bovendien zijn er bestuur lijk zodanige afspraken gemaakt dat je niet meer terug kan zonder prestigeverlies". Derk Snoep, directeur van het Frans Halsmuseum, wil wel ingaan op het beleid dat zal worden ge voerd, hoewel hij beklemtoont dat nog niets vaststaat. "We zullen een heel evenwichtige verdeling moe ten maken tussen het werk van Ver wey en onze overige moderne kunst. Kijk, er zijn verschillende be langen. Het belang van het museum is een zo duidelijk mogelijk ten- toonstellingsbeleid rond het Ver- wey-bezit te voeren en dit in over eenstemming te brengen met expo- sitiés van andere 20ste-eeuwse kunst. Als het aan mij ligt wordt het werk van Verwey opgenomen in het museumbeleid. Maar er is nog niets afgesproken, noch met Verwey, noch met de Verwey-stichting, dat is ook nog veel te vroeg. Pas als de hal klaar is en de inrichting bekend is kun je tot harde afspraken ko men". "Het aardige is natuurlijk datje Ver wey in z'n context kunt plaatsen. Het zogenaamde Hollandse impres sionisme, waartoe Verwey valt te re kenen, is een onderdeel van onze collectie. Het Verwey-bezit versterk een wezenlijke kern in onze verza meling, die bestaat uit 20ste-eeuwse kunstenaars als Sluyters, Boot. Kruyder, Gestel, de Bergense School, maar ook de beeldhouwer Mari Andriessen, wiens erven on langs een belangrijke collectie wer ken in bruikleen hebben afgestaan aan het museum. En natuurlijk heb ben we in ons gebouw aan het Groot Heiligland al een aparte Van Looy- zaal, wat een relatie is die heel be langrijk is. Op deze manier ontstaat er een heel duidelijke samenhang in onze collectie". Snoep vindt het een groot voor deel dat dankzij de Verwey-hal de expositiemogelijkheden van het Frans Halsmuseum aanzienlijk worden uitgebreid, wat een langge koesterde wens van Haarlems ste delijk museum is. Snoep: „Dat is een van de aantrekkelijke aspecten. Eigenlijk ga ik er vanuit dat we daar niet alleen schilderkunst laten zien, maar ook beeldhouwkunst en gra fiek. Ja, we hebben deze extra ruim te volstrekt nodig, vooral ook om dat nu de druk op de exposities van eigentijdse kunst misschien iets vermindert". "De kern, de 'nucleus', van de nieuwe kunsthal vormt een verza meling van zo'n 1500 schilderijen, aquarellen en tekeningen van Ver wey, die een geschatte waarde van een slordige tien miljoen gulden vertegenwoordigt. De bejaarde Haarlemse kunstenaar heeft in zijn testament laten vastleggen dat na zijn overlijden deze collectie aan de Stichting Kees Verwey toevalt. Op haar beurt heeft deze stichting met de gemeente Haarlem afgesproken dat het Frans Halsmuseum daarop de verzameling in langdurige bruikleen krijgt, wat in de praktijk eeuwigdurend is. Van der Tweel: „De Stichting heeft daarover harde toezeggingen gedaan aan het Colle ge van B. en W". Wiek Röling heeft zijn eerste ont werp voor de Verwey-hal getekend op basis van een pakket van eisen dat door het Frans Halsmuseum is opgesteld. De komende tijd zal zijn plan worden doorgepraat met de ge meente Haarlem (die Rölings feite lijke opdrachtgever is), het Frans Halsmuseum, de Stichting Keews Verwey (die Röling als architect naar voren heeft geschoven) en na tuurlijk de 90-jarige meesterschil der zelf, immers de sluitsteen van 'zijn eigen' museumhal. Mooi punt In zijn tijd als stadsarchitect hield Roling kantoor op de verdieping van Vermeulen, waar overigens op dit moment nog de afdeling Cultu rele Zaken is gehuisvest: "Afgezien van de ideale vorm die de grote mu seumzaal heeft, is er het extra van een heel aardig uitzicht op de Grote Markt. Dat weer ik, omdat ik er 10 jaar heb gewerkt. Op een heel mooi punt van de stad loop je straks te kijken naar kunst". "Om te voorkomen dat we in con flict komen met het zonlicht", ver volgt de vroegere stadsarchitect, „willen we de ruimtes op het zuiden inrichten als depotruimte. Aan de ene kant is het jammer van zo'n prachtig bezond vertrek, maar je kunt er eventueel een werkboekje aan toevoegen voor iemand die on derzoek wil doen. In de depotruim te zelf kun je zo'n 3000 schilderen opbergen". Van onze correspondent Herman Haverkate ENSCHEDE - De Enschedese le raar Nederlands J. Hetterschijt mag zich sinds kort de persoonlijke vij and noemen van de auteur Boude- wijn Büch. De docent aan het plaat selijke Jacobuscollege dankt dit twijfelachtige genoegen aan het verbod dat hij onlangs aan zijn leer lingen uitgevaardigd zou hebben om boeken van Büch op hun litera tuurlijst te zetten. Büch, vorige week nog in Enschede, haalt in het Amsterdamse Universiteitsblad Fo lia Civitatis van vandaag (donder dag) Hetterschijt ongenadig over de hekel. "Voor mij mogen ze hem op staande voet ontslaan. Wat deze man gedaan heeft, is absoluut stijl loos. Idioot gewoon. Ik ben echt ra zend. Je leerlingen verbieden of ontraden boeken van een schrijver te lezen: dat getuigt van een pedan terie die zelfs in de middeleeuwen zelden vertoond is", laat een brie sende Büch desgevraagd weten. Hij zegt geen idee te hebben wat de reden voor het Enschedese ver bod is geweest. "Bij mijn lezing vo rige week in de Twentse Schouw burg kreeg ik een briefje van twee leerlingen in de hand gedrukt. Mon deling de vraag stellen durfden ze niet, blijkbaar uit angst voor een slecht cijfer op hun rapport. Na af loop van avond heb ik met ze ge sproken. Ik was echt verbijsterd. In Brabant en Limburg maak ik dit wel vaker mee, in een toch be schaafde stad als Enschede had ik dit niet verwacht". "Ik snap al dat huidige gedonder over die literatuurlijsten niet. Waar om toch in hemelsnaam kinderen voorschrijven wat ze wel en wat ze niet mogen lezen? Ben je als schrij ver soms minder omdat je op televi sie verschijnt of over homoseksuali teit schrijft. In Zuid-Nederland is dat laatste vaak de reden om boe ken van mij te verbieden. Hoe idioot dat ook is: het is tenminste nog een reden. Maar wat die Hetterschijt be weegt, is mij volmaakt onduidelijk. Ik daag hem uit mij duidelijk te ma ken wat literatuur is" Hetterschijt zelf is terughoudend in zijn commentaar. Volgens hem is er van een verbod geen sprake. "Het gaat om zegge en schrijve één leer ling die een speciaalstudie aan Büch wilde wijden. Dat hebben wij die leerling ontraden. Büch praat over iets waar hij het fijne niet van weet". "Bij ons op school mag iedereen lezen wat hij wil. Voor de lijst echter hanteren we bepaalde regels. Dat is ook logisch. Zeker ten aanzien van de meer recentere literatuur geldt datje niet alles zo maar kunt accep teren. Op zijn minst zal het docent het boek moeten kennen. Is dat niet het geval, dan zal de leerling moeten aangeven waarom hij dat boek zo graag op de lijst wil hebben". Hetterschijt geeft toe zijn twijfels te hebben over het literaire gehalte van Buchs werk. "Ik mis bij hem het originele, het verrassende. Bo vendien is zijn taalgebruik hoogst bedenkelijk. Als ik een leerling aan het lezen zet, wil ik wel graag dat hij iets leest dat qua Nederlands vlek keloos is. Welnu, dat is bij Buch ze ker niet het geval. Ik lees bij hem zinnen die gewoon niet kloppen" Een goed boek is volgens hem de nieuwste roman van Gijs IJlander. "Zegt Buch dat ik maar eens moet aangeven wat in mijn ogen litera tuur is? Nou, ik daag hem uit het zelfde te doen. Hij moet me maar eens uitleggen waarom zijn boeken dan wel literatuur zijn. Met lezingen over reisliteratuur en ordinaire scheldpartijen zonder grond kom je er daarmee natuurlijk niet. Beoor deling van literatuur is een kwestie van smaak. En over smaak valt te twisten. Dat recht kan niemand me ontnemen". Stripschapprijs voor Henk Kuijpers BREDA (ANP) De Stripschap prijs 1990 gaat naar Henk Kuijpers voor zijn hele oeuvre. Dat heeft Het Stripschap woensdag meegedeeld. Kuijpers (43) heeft vooral met zijn Franka-reeks blijk gegeven van oog voor detail en verrassende onder werpkeuze, aldus de jury. Zijn al bums zijn verder van een constant hoge kwaliteit. Kuijpers streeft ook altijd naar perfectie. De Stripsschappenning voor Bij zondere Verdiensten van dit jaar is voor Joost Swarte, vanwege zijn "voortrekkersrol voor het stripver haal". Swarte heeft zelf een heel klein maar niet te onderschatten oeuvre. Hij vraagt verder voortdu rend aandacht voor striptekenaars van over de grens. De onderscheidingen worden uit gereikt tijdens de Stripdagen 1990. die 12. 13 en 14 oktober in Het Turf schip in Breda worden gehouden. Voor de onderscheiding 'Beste Nederlandse Album' zun drie strip verhalen genomineerd: 'De wortels van war" van Fred Julsing, 'Stuif meel' van Lian Ong en 'Liefde en verraad' van Van Oudheusden en Marchall. De winnaar zal tijdens de Stripdagen worden uitgeroepen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 23