Genezen in een oude goudmijn Tussen doodsdrift en liefdesverlangen 'Aas': opgeklopte onechtheid Monda Heshusius schrijft boek over Europese kuuroorden Literaire potloodventer Buddingh' in handen van onverlaat Een kind als sociaal werker WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1990 ERATUUR Het leven van Peter Sanders, hoofd personage in Sisyfus verliefd, speelt zich af tussen twee zinnen: "Er be staat maar één werkelijk ernstig fi losofisch probleem: de zelfmoord" en hij leefde "nog vele jaren aan de baai, bij de lichtende zee, op de glimlachende aarde". Citaten af komstig uit het essay 'De mythe van Sisyfus', in 1943 verschenen en ge schreven door Nobelprijswinnaar Albert Camus. Een essay dat, letter lijk, de basis vormt van de tweede roman van Ton Anbeek, in het dage lijks leven hoogleraar moderne Ne derlandse letterkunde in Leiden. De mythe van Sisyphus, of Sisup- hos, vertelt het verhaal van de ab surde mens. De trotse veelweter Si syphus, koning van Korinthe, die zelfs de dood in de maling weet te nemen, wordt uiteindelijk veroor deeld tot zinloze arbeid. Zijn straf: het tegen een helling naar boven du wen van een steen. Zijn lot: ooven- op aangekomen, rolt de steen terug en moet hij opnieuw beginnen. Het meest frustrerende dat er is: inspan ningen die voor niets worden ge daan. De geschiedenis van Peter Sanders is te vergelijken met die van zijn mythologische voorganger. Zijn 'steen' is de vrouw, of liever een aantal vrouwen. Zijn berg is het leven, een metafoor die overigens regelmatig voorkomt in de litera tuur. Vanaf zijn pubeijaren aefent het andere geslacht een oiweer- staanbare aantrekkingskracit uit op Sanders. Maar telkens bLjft hij met lege handen achter, net als Si syphus die de steen voor zjjrs ogen weg ziet rollen. Van de puberdie in een opwelling zelfmoord wl ple gen, een daad wil stellen die gezien zal worden, verwordt hij tct een vroegoude en ziekelijke cla;sicus die de rest van zijn leven slit met het spelen van tennispartijtps op een vulkanische wrat in de Alanti- sche Oceaan. Het thema van de absurde mens, niet uitgevonden maar wel uitge diept door schrijvers die met 'existentialisten' worden aange- 'Sisyfus verliefd': diepgang van surfplank Hoogleraar Ton Anbeek: hoe Peter in duid, is een reproduktief thema. Het zinloze gevecht van de mens met het bestaan is van alle tijden. Anbeek heeft iets aan 'het geval Sanders' willen toevoegen: hij plaatst Peter tegen steeds wisselen de decors. Zo wordt met het levens verhaal van een individu tegelijker tijd de geschiedenis van een tijd perk verteld. Een periode die begon met de wederopbouw van wat door de oorlog verloren was gegaan, ge volgd door een groeiende welvaart. Peters vader leeft van deze econo mische 'boom': hij is garagehouder. Toen het materieel beter ging, kreeg men weer tijd om zich meer om on stoffelijke zaken te bekommeren: "Zuerst kommt das Fressen, dann kommt die Moral". Peter wordt, als leraar klassieke talen, politiek aktivist in een tijd waarin jongeren genoeg kregen van een vrouw beukt, (foto Luuk Gosewehr) gezag en opgelegde voorschriften. Het waren jaren waarin de jeugd haar rechten opeiste voor een wer kelijke demokratie. 'Burger: het meest verschrikkelijke scheld woord dat je iemand kon toeslinge ren. In muziek en literatuur werden taboes aan de lopende band door broken. Peter legt zich niet neer bij die rust en houdt voor zichzelf de anarchie in stand. Zijn grootste wens als hij midden dertig is: voor pooier spelen. Het is één van zijn pogingen vast te houden aan een tijd waarin het leven nog groots en meeslepend was. Aan het einde van het boek geeft Peter zich over: het zal nooit meer zo worden als het eens is geweest. Niet voor niets draagt het laatste hoofdstuk van de roman de titel 'Sisyfus bevrijd'. De volgende passage zegt eigenlijk al genoeg: "Misschien moeten we de seks maar afschaffen, zei Peter. (...)Er zijn belangrijker dingen in het leven". De bronstijd is voorbij, op zoek nu naar de hogere waarden. Het had zo'n goed boek kunnen worden. Maar Anbeek wil laten zien dat de term 'academisten' niet zo maar werd uitgevonden. Sisyfus verliefd gaat gebukt onder een in- tellektuele last, zoals de mythologi sche naamgever gebukt ging onder zijn rotsblok. Kellendonk en De Jong zijn schrijvers die hun intel- lektuele bagage subtiel, op een lite raire manier dus, kunnen wegmof felen. Anbeek behoort tot de groep literaire exhibitionisten: een kijkje in het hoofd in plaats van onder de jas. Aan de andere kant, eigenlijk vreemd, is Sisyfus verliefd vaak vre selijk oppervlakkig. Het thema van de absurde mens verdwijnt onder een dikke laag irrelevante details, waarmee net zo kwistig wordt ge strooid als met de bekende namen uit de wereld der Cultuur. Discus- sie's die in de roman worden ge voerd, hebben vrijwel steeds de diepgang van een suurfplank. Dat Peter met de Vlaamse sektijgerin Thea, inderdaad een Wendy die van wanten weet met een foto in Chick, geen doorwrochte gesprekken voert is te verdedigen. Maar dat de briefwisseling van twee intelligente mensen als Peter en Ellen beschre ven in het hoofdstuk 'Echo', wemelt van de platitudes is volkomen mis plaatst. Evenzeer misplaatst is het om binnen 46 pagina's driemaal te schrijven hoe Peter in een vrouw 'beukt'. Anbeek is weliswaar beter, in de zin van verzorgder, gaan schrijven in vergelijking met zijn eersteling Gemeenschap, de vreemde discre pantie is echter blijven bestaan. Tussen de pretentieuze opzet en de platte, magere uitwerking van het verhaalgegeven van beide romans gaapt een kloof. Misschien dat hij deze in zijn derde roman kan dich ten. REINOLD VUGS Ton Anbeek, Sisyfus verliefd. Uitg. De Arbeiderspers. Ook na hun dood kunnen we som mige schrijvers niet met rust laten. Tijdens hun leven hebben zij een schare trouwe fans rond zich verza meld, wier hartstocht over het graf heen reikt. Het afscheid duurt eeu wig. Uifgeverijen, bloemlezers en nazaten haken met de gretigheid van aasgieren in op die verwonder lijke passie voor - met alle respect - toch marginale auteurs als Bomans, Carmiggelt en C. Buddingh'. Van laatstgenoemde, in 1985 ver scheiden dichter en dagboekschrij ver, is nu weer verschenen Bud dingh' van A tot Z, waaronder de ge zwollen toelichting 'Ontmoetingen met Nederlandse en Vlaamse letter kundigen, door de schrijver zelf ge boekstaafd en verzameld door Ares Koopman'. Deze Buddingh'-verza- melaar en -deskundige zou zich moeten schamen voor zijn overbo dige boekwerkje. Zich baserend op een nooit van de grond gekomen idee van de auteur "om een boek te maken met herinneringen aan alle Nederlandse en Vlaamse schrijvers die ik gekend heb en dan gewoon in alfabetische volgorde", heeft Koop man Buddingh's bestaande dagboe knotities en gedichten nagevlooid op dergelijke ontmoetingen. Het re sultaat is beschamend. Alle versjes en fragmenten waar in maar de naam van een literator door Buddingh' wordt genoemd, hebben een plekje in het alfabet ge kregen. Afgezien nog van het feit dat de auteur zulke literaire me moires veel uitvoeriger en prachti ger gestalte zou hebben gegeven, leidt die plukzucht tot veel belache- CEES BUDDINGH' (1918-1985) PRINSJESDAG Jan Hanlo was hier gisteren nog even. Hij was naar Prinsjesdag geweest. Dat doet hij elk jaar. Een oud vrouwtje was buitengesloten ergens in Den Haag, terwijl de familie naar de optocht was. Ze begon tegen Jan te praten, wat moest ze doen. Jan heeft toen bij de buren gebeld en gevraagd of ze een stoel voor haar hadden, dan kon ze zolang buiten zitten. Het was mooi weer. Ze deden het en later bracht hij haar nog een rolletje King. Leve de koningin! Laten wij trots ken wij ons niks van aan. Vandaar zijn dat wij nog een vorstin bezit- in deze rubriek dit gedicht van ten. En dan kunnen kwade tong- Buddingh'. Het staat in de bloem en wel beweren dat bij een troon lezing 'Dichters door dichters' een tronie hoort, maar daar trek- (Bzztóh, 1986, ISBN 906291215X). Camille is het derde boek van le Franse Mireille Best. Een boek cat om verschillende redenen bewon dering afdwingt. Het is een tragis:h familieverhaal gesitueerd in een so ciaal onderbedeelde omgevirg, maar ook een liefdesdrama met ho moseksuele kanttekeningen. Het heeft qua opbouw en stijl een expe rimenteel karakter en zou binnm de vrouwenbeweging als femins- tisch portret geen slechté beurt na ken. De omlijsting van citaten lit bijbel en uit Samuel Becketts 'Het onnoembare' brengt in combinaie met de gebeurtenissen een stroan van emoties op gang. Mireille Best is ook in haar deiie boek op zoek naar wat mensn bindt en scheidt, naar hoe mensen elkaar en zichzelf kunnen leren ktn- nen. De moeders in haar verhaal lij voorbeeld komen dagelijks bijen op hun koffieuurtjes, waar hun ont reddering blijkt uit oeverloze ,'e- sprekken over man en kinderenen huishouden en dromen en zorgm. Toch weten ze maar weinig vanel- kaar. Misschien nog minder nan zichzelf. Maar ze zijn te moe en afce- stompt en te ontredderd om de hand aan zichzelf te slaan. En al: ze thuiskomen is daar steeds weer een scheldende, dronken echtgenoot. Een weinig aantrekkelijk leven dat de drie kinderen, Camille, Ariane en Abel, als model voorgeschoteld krijgen. Camille probeert daar via school en studie aan te ontsnappen. Voor Ariane is fantasie het ontsnap pingsmiddel bij uitstek. Het the atraal naspelen van de koffiege- sprekken der moeders, dromen over romantische liefdes en tenslot te op vijftienjarige leeftijd weglo pen met een man wiens kind zij on der het hart draagt, vormen haar le vensdraad. Terwijl Abel zich aan het leven onttrekt in aanvallen van epilepsie en razernij. Alle gebeurtenissen zijn doortrokken van de emotie dat er voor niemand of niets plaats is.De kinderen voelen zich niet gewenst, al dood voordat zij geboren waren. Er zijn weinig mogelijkheden tot contact en als Camille toenadering zoekt tot de al evenmin gelukkige vrouw van de tandarts, wordt ze af gewezen. Het waas van moord en doodslag dat over dit alles heen hangt, is ze ker niet misplaatst. De kinderen en vooral Camille projecteren hun le- vensdfift in dromen over het ver moorden van hun vader, het stuk verdriet dat hun geluk in de weg lijkt te staan. Als Abel later verdr inkt, is Camille ervan overtuigd dat zij schuldig is aan zijn dood. Die geur van dood heeft alles te maken met het voortdurend mis lukken van elke levenskiem. Aria- ne's leven heeft weinig kans van sla gen als zij op vijftienjarige leeftijd zwanger wordt. Camille boekt weliswaar successen met haar stu die geschiedenis maar voelt zich daardoor op alle fronten een mis plaatste. Voor haar intelligentie is thuis geen begrip en ruimte en on der haar medestudenten is zij het vreemde eendje. Haar lesbische aard wordt nog minder gewaar deerd en begrepen. Haar geliefde idool, -de mooie vrouw van de tand arts - durft het engagement niet aan en wijst haar af. Haar enige houvast, is de verantwoordelijkheid voor haar broer en zus. 'Ben ik mijn broe ders hoeder?' Maar ook in dit op zicht faalt ze. In vier hoofdstukken waarin de volgorde van de gebeurtenissen be hoorlijk door elkaar gegooid zijn, volgen we de groei van Camille van af haar twaalfde tot haar negentien de jaar. Hoogtepunten daarin zijn de bezwerende opsommingen (meestal zonder interpunctie) van gevoelens en subtiel beschreven liefdsscenes. Er is ook een geraffi neerd spel van motieven en symbo len. Mireille Best brengt geen opbeu rende boodschap. Maar haar voor stelling om een plaatsje te vinden op deze aardkloot is universeel, her kenbaar en meeslepend. Moet niet ieder in het leven zijn/haar eigen draad vinden/volgen? Wie daarbij 'aan de andere kant' terecht komt, zal zelf het antwoord moeten formu leren. Bij Mireille Best ziet dat ant woord er uit als een vraag naar de zin van het bestaan. 'Wie of wat ben ik? Waar bevind ik me/ Waar ga ik heen?' Alleen al het stellen van die vragen houdt een belofte in voor het ontsnappen aan de dodelijke verve ling van de dronkenschap van de vaders of de eindeloze koffieuurtjes van de moeders. JOKE LINDERS Hoe ouder de kinderen, hoe sterker de behoefte ontstaat om, ook al is het met de budgetbus, opeigen be nen de wereld te verkennen. Dat kan simpelweg ook met een boek. Gedurende een paar uur kun je bij voorbeeld spannende avonturen beleven op het platteland van Wales met Het teken van de leeuw van Ann Pilling. Het begin bij Pilling is lastig. Bin nen enkele alinea's worden zes na men geïntroduceerd. Blijkbaar wil Ann Pilling zo snel mogelijk de fi guren opvoeren die in het verhaal een rol spelen, maar wie wie is, weet je daarna zo slecht dat je een aantal malen moet terugslaan naar de eer ste bladzijde. Wat daarna komt, is voor kinderen van een jaar of twaalf een aantrekkelijk verhaal. Geheimzinnige zaken, spannen de avonturen en een tikje melodra ma zijn genoeg goede ingrediënten om een smakelijk geheel te maken. Een oud huisje met dikke stenen muren op het platteland van Wales biedt voor de dertienjarige Robert allerlei mogelijkheden om zijn fan tasie op los te laten. Samen met de rest van zijn gezin brengt hij daar de vakantie door. Behalve een intrige rende geschiedenis, bezit het huisje volgens Robert ook een geheime ruimte die door hem blootgelegd zal worden. De ongeveer even oude Gareth woont op een naburige boerderij. Hij is niet bepaald toeschietelijk als Robert contact met hem zoekt. Hij schiet zelfs met een pistool. De lezer moet uit zijn leefomstandigheden opmaken hoe dat komt. Gareth is moederloos, wordt verzorgd door een oude oma en heeft een botte, ru we, drinkende vader. Hier heeft Ann Pilling het melo dramatische element niet ge schuwd. Ondanks alles houdt Ga reth van zijn vader. Op zich is dat niet zo verwonderlijk, maar wel het feit dat de schrijfster Gareth hardop laat uitspreken tegen Robert: "Ga reth schudde zijn hoofd. 'Nee, ik zou hem nooit in de steek laten.' Toen voegde hij er aan toe: 'Ik houd van mijn vader." Zo laat de auteur haar hoofdfigu ren wel vaker praten en denken op een manier die niet van dertienjari gen is. Ook op andere plaatsen in het boek maakt Robert de indruk niet een dertienjarige jongen te zijn, maar een sociaal werker die zich met een probleemgezin bezig houdt. Dit soort quasi-volwassen overpeinzingen over nogal droevige zaken vinden veel kinderen juist "mooi". De combinatie met avon tuur is dan toch voldoende garantie voor enkele uren leesplezier. CASPER MARKESTEIJN Ann Pilling: Het teken van de leeuw. Uitg. Plocgsma. lijks. Van maar heel weinig auteurs komen we meer te weten dan dat ze "gezellig" of "allergenoeglijkst" kunnen keuvelen. Een aantal heeft Buddingh', getuige de fragmenten, zelfs nooit ontmoet en weer andere auteurs zijn domweg opgenomen omdat hun naam wordt genoemd. Zo worden in het stuk over Nico Scheepmaker ook gemeld: Boekowski, Jana Beranova, Philip Roth, Jacques Bloem en Bert Schierbeek. Allen zouden op basis van de opzet recht kunnen doen gel den op dit fragment! Niets is ergerlijker dan gesol met een dode en zijn nalatenschap, alle goede bedoelingen en nostalgie ten spijt. ROB VOOREN Arcs Koopman. Buddingh' van A tot Z. Uitg. Dc Bezige Bij. Wanproduct van Paul de Geeuw Met de uitroep 'Hallooow Bop- perrrs' wist de erkende leutigaard Paul de Leeuw zgn creatie Bob de Rooy enige maanden geleden voor velen op maandagochtend onder werp van gesprek te maken. Een aantal zondagavonden terroriseer de klefkees Bob op de televisie be jaarden, begrafenisondernemers en andere buitenmaatschappelijken. Helaas heeft De Leeuw gemeend een graantje mee te moeten pikken van de n^jaarsaanbiedingen van het Nederlandse uitgeverswezen door Bob de Rooy een dagboek te laten schrijven. 'De dagboeken van Bob de Rooy en Annie staat er achter' is een tot geeuwens toe vervelend leuter boekje met van-dik-hout-zaagt- men-planken onderbroekenlol. Bob de Rooy vormt samen met zijn Annie een artiestcnduo dat op treedt voor kinderen. Na verloop van tijd stapt kinderhater Bob we gens gebrek aan succes over op be jaarden-vertier. Van 'Kleutercorner Pinokkio', tot bejaardenhuis 'Het eindstationnetje zonder wissel'. In "BS de buren buurten" be schrijft Bob zSn verblSf op cam ping Zonneklepje in Haamstede. "Zijn het Amsterdammers. HS ge lijk van: 'Zeg maar Joop en noem haar maar Ineke'. Daarna volgt zo'n flinke slag op de rug dat je nieren bSna je kont uit vliegen. ZS ziet er uit als Tante Leen in lichte staat van ontbinding en hg is net zo leuk als vader Abraham en die heb ik nooit leuk gevonden". Leuk? 'Tk ga even mSn hond uitlaten', meldt Bob zSn vrouw. "Annie werd even gek. 'Je hebt geen hond'. An nie, ik bedoel dat ik ga zeiken! Als je dat netjes wil zeggen kun je ook zeg gen dat je je hond even gaat uitla ten!'. 'Wat een leuke omschrijving. Sorry Bob, ga jij maar even je dwergpoedeltje uitlaten'". Deze ranzige schrijfsels, deze op gelegde leuk-doenerS, zijn zelfs het tot droefenis stemmende literair knutselwerk van Freek de Jonge in treurnis ver voorbS- (En daar zou ook niemand notie van nemen als deze voormalige cabaretier niet in een vorig leven leuk was geweest, maar dit terzSde). Zo, dat lucht op. Niet kopen dus. ERIC-JAN WETERINGS 'De hitte van de felle augustuszon drukte tegen zijn ogen als de dui men van een prijsvechter'. Een ci taat, geplukt van de eerste bladzij den van de thriller 'Aas' van Tom Kakonis. Ik kan mij niet herinneren ooit eerder iets te hebben gelezen van deze Amerikaanse auteur, die vaak en vlot vlucht in vette vergelij kingen. Hg legt een duidelijke voor keur voor gespierde taal aan de dag. Mij af en toe te gespierd. Tegen het vulgaire aan. Ik kan mij voorstellen dat ongelikte huurmoordenaars on der elkaar geen salonconversatie voeren. Zij zullen best goed grof te keer gaan. Maar voor mij behoeft de auteur niet in dezelfde toonzetting zijn literaire weg te vervolgen. Tom Kakonis heeft het ook niet nodig. Hij kan zonder zulke effecten ook goed uit de voeten. Dat blgkt uit zgn boek. dat twee jaar geleden in New York uitkwam onder de titel 'Michigan Roll'. Met die kreet be doelen Amerikanen een dikke rol bankbiljetten van één dollar met aan de buitenkant een paar briefjes van grotere waarde. Het lijkt dus meer dan het is. In de nu versche nen Nederlandse editie heeft de ver taler Johannes Melchior er 'Aas' bo ven gezet. Maar ik prefereer bij ver re de Amerikaanse titel: veel ge schreeuw weinig wol. Een beetje zeurderig verhaal. Het begint bij een al afgegleden rijke luiszoontje, die zich plotseling wil waarmaken en er met een partg drugs vandoor gaat. Zijn 'bazen' la ten zich dat uiteraard niet aanleu nen en sturen een koppel huftenge huurmoordenaars op hem af. Mg heeft het allemaal niet zo kunnen boeien. Opgeklopte onwaarschijn lijkheid. Grofheden in hand en mond kunnen dat niet verbloemen. 'Michigan Roll" het belooft meer dan het heeft te bieden. KOOS POST Van onze redacteur Jan Preenen AMSTERDAM - Kuren zonder zon en met het licht uit. Monda Heshusius deed die 'bizarre' erva ring op in het Oostenrijkse Bad Gas- tein, een plaats met 5400 inwoners waar jaarlijks 120.000 mensen loge ren. Werkend aan haar boek over Europese kuuroorden daalde ze met reuma-patiënten af in een oude mijn waar radio-actief radongas de ergste spierpijn verdrijft. "Alsof je aan de Costa Brava op het strand ligt te bakken, maar dan midden in de nacht", zo kijkt de Amsterdamse terug op haar opval lendste kuur m de afgelopen drie jaar. "Die mijn moetje zien als een heel wonderlijk ziekenhuis. Er zijn vier stations met perrons waar bed den staan. De temperatuur verschilt per station. Zelf ben ik naar het warmste plateau gegaan waar het 42 graden is. Daar lig je dan een uur. Te zweten, zeg maar gerust te smoren. Het is echt afzien. Niemand zegt wat. Je gooit alles van je af. Na af loop kun je je badjas en je handdoek uitwringen. Ik was blij dat ik maar één keer meeging. Anderen moes ten de volgende dag wéér". De heilzame werking van de oude goudmijn werd bij toeval ontdekt in de Tweede Wereldoorlog. De mijn gangen werden uitgegraven door krijgsgevangenen. Goud werd er niet meer gevonden, wél een andere schat. Het viel op dat de gevange nen zo gezond werden. Onderzoek wees uit dat zich op tweeduizend meter diepte radio-actief radongas bevond dat door bronwater pas echt wordt geactiveerd. Consumentengids Heshusius trok de gangen na van de patiënten, die door artsen aan hun lot waren overgelaten en zelf uit dokterden dat in de 'Gasteiner Heilstollen' nieuwe kracht kan wor den aangeboord. "Ik stel hen altijd als voorbeeld als me wordt ge vraagd wat dat kuren nu eigenlijk voorstelt. Die mensen werken een heel zwaar programma af. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Ik heb daar heel veel bewondering voor". "Van artsen hebben ze te horen gekregen dat niets meer voor hen kan worden gedaan. Ze moeten maar leren leven met hun ziekte. Dat weigeren ze echter. Daarom hebben ze zelf het initiatief geno men, ook al is tegen hen gezegd dat ze dan niet meer bij hun dokter hoe ven terug te komen. Eenvoudig om dat zo'n dokter niets in een kuur oord ziet". Bewustwording speelt in het reis boek een grote rol, ook waar het Monda Heshusius zelf betreft. Tot drie jaar geleden wist ook zij nauwe lijks van het bestaan van kuuroor den af. Een bezoek aan een kuur oord aan de Dode Zee betekende voor haar echter het begin van een schier eindeloze reis langs oorden, artsen, kuurgasten, managers en touroperators, waarbij ze bijna al haar vrije tijd als hoofd voorlichting en mede-directeur van de Neder landse Kankerbestrijding opoffer de. Het resultaat is een consumen tengids die de lezer eerst onder dompelt in Griekse en Romeinse bassins en daarna onder meer langs modderbaden in Duitsland, kleiba- den in Italië, zeewierbaden in Fin land en de 'Heilstollen' in Oosten rijk voert. Daarbij staat steeds voor op wat zo'n alternatief ziekenhuis kan betekenen. Niet alleen voor pa tiënten met chronische ziekten en ouderen met gezondheidsklachten, maar ook voor de zogeheten ge zondheidsrecreanten die hun kuren als bij voorbeeld stress proberen weg te baden. Heshusius: "Er is sprake van een heel nieuwe ontwikkeling. Het mas satoerisme naar de stranden neemt af, de doe-vakanties zijn in opmars. Daar valt ook het verblijf in de kuuroorden onder. In totaal gaan nu al ongeveer 100.000 Nederlan ders per jaar naar een kuuroord in het buitenland, terwijl ook het be zoek aan de Nederlandse kuurcen tra sterk toeneemt. Die mensen wil ik helpen door informatie te geven over zaken als prijzen, behandelin gen, faciliteiten, bereikbaarheid en de klimatologische omstandighe den". Dat gebeurt overigens niet in alle gevallen even kritisch. Een halfjaar geleden gooide Heshusius gooide de deur van een kliniek aan het Spaanse Mar Menor nog achter zich dicht met de woorden 'niet schoon en ouderwets'. In haar reisboek vol staat ze echter met de woorden 'een sobere kliniek'. Heshusius: "Bij al les moet je je afvragen wat mensen kunnen uitgeven. De mensen daar waren heel tevreden. Achteraf vond ik het niet reëel om zelf bepaalde maatstaven aan te leggen. Aan alles hangt een prijskaartje. Dat neemt niet weg dat ik wel degelijk een groot aantal kuuroorden heb weg gelaten, die het vermelden niet waard zijn. Óf omdat ze niet goed zijn, óf omdat ze niet zijn ingesteld op buitenlanders. In totaal zijn er 2500 kuuroorden in Europa. Daar van is slechts een klein gedeelte ge schikt voor buitenlanders". Boedapest Dat geldt in de ogen van Monda Bechterew-patiènten in de Gasteiner Heilstollen: een uur in de verzengende hitte. uoto Mond» Hc»huitu«> Heshusius vooral voor het kuurcen- schans. Up zich is het een prima zeker niet mijn bedoeling. Als je een trum op het Margaretha-eiland in kuuroord, maar je hebt wél te ma- tijd hard hebt gewerkt, of niet kunt Boedapest dat eerste staat op haar ken met het Nederlandse klimaat slapen, is het heerlijk om met een top-tien: "De behandeling is goed, en bovendien zit je daar in een nie- muziekje aan in zo'n bad te gaan lig- artsen nemen de tijd voor je, er is mandsland". 6^n. Daardoor kun je de effecten een uitstekend hotel, het centrum van het kuren in het buitenland bij- beschikt over moderne baden en fy- Desondanks prijkt op de bestsel- houden. Of het helpt? Je moet er in siotherapeutische voorzieningen en lerslijst ook een Nederlands oord: het hotel ligt op een schitterende 'een klei-zwavelbad in.mijn eigen plek, midden in de Donau. Met al badkamer'. Het lijkt aan het eind Rcisbock Kuuroorden in Europa die historie en restaurants in die van het boek een poging van Monda door >ionda Heshusius. uitgegeven stad kun je daar als een vorst leven. Heshusius om de betrekkelijkheid door Bosch en Kcuning in Baarn Prijs Dat is het verschil met Nieuwe- van het kuren aan te geven. "Dat is 34.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 21