i De herinnering aan een bezeten monnik h Gelovigen staan stil bij 800ste geboortedag Bernard van Clairvaux r i VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1990 PAGINA 19 Als derde zoon van Tescelin de Chatillon-sur-Seine en Aleth de Montbard werd Bernard van Clairvaux in 1190 in Fontaine-les- Dijon geboren. Zijn vader, een ridder, was het hoofd van een gezin dat daar een machtig slot bewoonde. Bernard had vijf broers en een zuster. Hij praatte ze allemaal het klooster in, omdat hij het ridderleven poenig en gewelddadig vond. En omdat de later heilig verklaarde Bernard dit jaar 800 jaar geleden geboren werd, wordt dat in Frankrijk door de gelovigen met colloquiums en een son etlumière in Clairvaux gevierd. Nooit is vast komen te staan hoe hij er precies heeft uitgezien, destijds. Wat wel zeker is: Bernard voedde zich met in water gedompelde beukebladeren en oude stukken brood. "Hij had afstand gedaan van elke vorm van genot, met het gevolg dat hij niet meer wist of hij water dan wel olie dronk". De herinnering aan een man die zijn lichaam als het ware opofferde om een constante dialoog met God te hebben. door Rudolph Bakker Tijdens haar zwangerschap had ridders vrouw Aleth een droom. Ze droomde dat diep in haar lichaam een witte hond met rode vlekken groeide, die onophoudelijk blafte. Door deze droom in de war ge bracht, klopte Aleth bij een wijze man aan voor raad. Deze voorspelde dat "haar kind altijd precies zou zeggen wat hij dacht" en tevens dat hij "de vijanden Gods onophoudelijk achter hun broek zou zitten". Bernard zelf zag zich later graag als hartstochtelijk blaffende hond. Hij was toen de inspirerende leider van de Cister ciënzers, een toen nieuwe Orde die zich in zijn dagen over heel West-Europa ver spreidde. Met zijn 'broeders' koos hij de witte pij die hem als een (honde-)huid paste. Op de rode vlekken na, waarover men nog steeds in het duister tast, was de droom helemaal uitgekomen. Bernard werd als derde zoon van Tes celin de Chatillon-sur-Seine en Aleth de Montbard in 1190 geboren. Dat was in Fontaine-les-Dijon op de hoge heuvel waar zijn vader als ridder met zijn gezin in een machtig slot woonde. Bernard had vijf broers en een zuster. Hij praatte ze al lemaal het klooster in omdat hij het rid derleven poenig en gewelddadig vond. En omdat de later heilig verklaarde Ber nard dit jaar 800 jaar geleden geboren werd, wordt dat in Frankrijk door de ge lovigen met colloquiums en een son et lu- mière in Clairvaux gevierd. Niemand weet hoe Bernard er in het echt moet hebben uitgezien. De miniatu ren waarop hij staat geven daarover geen uitsluitsel. Voor een leek lijken alle man netjes op die miniaturen op elkaar. Ze hebben spitse neuzen en bewegen hun armen en benen als marionetten. Symbolentaal Alleen experts weten aan de hand van een figuratieve symbolentaal de bedoe lingen van die schilder-monniken te ver klaren. Maar omdat van Bernard ontzet tend veel van zijn opgeschreven gedach ten en ook van zijn preken, brieven en toespraken bewaard gebleven is, kan aan de hand van dat machtige oeuvre enigszins een beeld worden gevormd van het uiterlijk van die 'altijd blaffende hond'. Het moet een man met een scherp, mager gezicht zijn geweest waarvan de intelligentie afstraalde: een asceet en waarschijnlijk net als al die andere later heilig verklaarde jongemannen uit de vroege middeleeuwen een rasechte hys tericus. Toen Bernard 800 jaar geleden werd geboren, was de wereld om hem heen be zig op een machtige manier te ontluiken. Na de val van het Romeinse rijk, werd rond het jaar 1000 een begin gemaakt met de ontginning van bossen. Er ston den nieuwe nederzettingen, troubadours stemden hun snaren, het landschap werd bebouwd naar de ideeën van een nieuwe architectuur. De ene na de ande re kerk verrees in de romaanse stijl; het kerkelijk leven leefde meer dan ooit. Het centrum van dat kerkelijk leven in Frankrijk was de abdij van Cluny, in de Bourgogne. Het magistrale gebouwen complex van Cluny, met al zijn inwendi ge en uitwendige rijkdom, was de trots van de Benedictijnen. Deze Benedictij nenorde stamde af van de Heilige Bene- dictus van Nursia, die in 529 de beroem de abdij stichtte van Montecassino. Voor innerlijke en uiterlijke rijkdom in zijn klooster voelde Benedictus van Nursia voelde absoluut niets. Rond de elfde eeuw waren macht, in vloed en rijkdom de Benedictijnen in Cluny naar hun geschoren hoofden ge stegen. Ze meenden zelfs dat de ooie vaars die er op hun dak hun nesten had den in de herfst hun reis naar het warme zuiden niet eerder aanvingen dan na door vader-overste te zijn gezegend. De geschiedenis van de meeste ordes ging die kant op: na aanvankelijke soberheid kwamen de jaren c.q. eeuwen, waarin de monniken en de nonnen genoeg kregen van al die gestrengheid. En daarop kwam dan weer de reactie van nieuwe stijfkoppen, die de orde en netheid van weleer wilden herstellen. Citeaux Uit protest tegen het uit de hand gelopen Cluny legden de Benedictijner monnik Robert van Molesme en een handvol vrienden op 21 maart 1098 de eerste steen voor een nieuw klooster in het weinig gastvrije Citeaux. De monniken rond Robert de Molesmes zwoeren 'kuisheid, armoe en gehoorzaamheid'. Citeaux lag middenin de bossen, in een streek vol riviertjes en moerassen. Robert de Molesmes en zijn aanhang noemden zich Cisterciënzers naar de plek waar ze niet alleen hun eigen kloos ter bouwden, ze legden ook de moeras sen droog en kapten de bossen om er bouwland van te maken. "Heel de wereld bewondert de heiligheid van deze mon niken", schreef een ooggetuige, "maar met een gevoel van ontzetting". De ontzetting was zo groot dat Robert niet veel nieuwe aanhangers kreeg en ook zijn ppvolger, de Brit Etienne Har din, hield er zelfs al rekening mee dat de hele onderneming op niets uitliep. Op dat dramatische moment verscheen Ber nard van Fontaine-les-Dijon met zijn fa milieleden en vrienden op het toneel. Dat gebeurde in het jaar 1112; amper 22 jaar was Bernard toen. Met stijgende if f a tt - SSl- 'V* Jb De ruïne van de veertiende eeuwse abij van Citeaux, bolwerk van kuisheid, armoe en gehoorzaamheid. Bernard van Claiwaux slaagde erin vele monniken aan te zetten tot een levenswijze, puriteinser dan ooit. «oio <;pd> De plaats waar Bernard van Clairvaux 800 jaar geleden zou zijn geboren, de niet gewijde basiliek van Fontaine-les Dijon. verbazing zag Etienne Harding aan hoe de ridderzoon erin slaagde zijn broeder monniken aan het werk te zetten, met een bezieling die niet van deze aarde was. Hij hoefde zijn mond maar open te doen, en iedereen luisterde. En wat de strenge regels van de Cisterciënzers betrof volg de Bernard die het trouwst. Het ging zelfs zo voorspoedig met Ber nard dat Etienne Harding de bezeten monnik er al in 1115 op uitstuurde om een eigen abdij te beginnen en nieuwe zielen en gebieden te ontginnen. Ber nard koos Clairvaux. Het was en is nog steeds een armelijk en weinig inspire rend gebied met dennen- en eikenbos- sen, waar de Champagne aan Bourgon- dië grenst. Wonder Wat Bernard in Clairvaux voor elkaar kreeg, kan zonder spotten een wonder worden genoemd. Al snel breidden de kloosters zich volgens de Cisterciënzer- regels uit over heel Bourgondië. En daar na over Italië, Spanje, Engeland en de Lage Landen. Het moeder-klooster werd de kweekplaats van pausen en andere kerkvaders. Door heel Europa was Ber nard de raadsman van koningen en zeker ook van het Vaticaan. Anders dan de Benedictijnen in Cluny maar Bernard bleef in de grond van de zaak evengoed een Benedictijn lieten de Cisterciënzers zich niet door het suc ces verleiden om naast hun schoenen te gaan lopen. Bernard overleed in 1153; 64 jaar was hij toen. Allerwegen wordt nu aangenomen dat zijn dood werd verhaast door zijn wat al te drastisch doorgevoer de ascese. Legio zijn de verhalen die de ronde doen over de manier waarop Bernard zich voedde. In water gekookte beuke- blaren en oude stukken brood waren zijn dagelijkse kost. "Hij had tenslotte zo lang van iedere vorm van genot afstand gedaan dat hij niet meer wist of hij water dan wel olie dronk", zo staat in de kronie ken te lezen. Bernard leed dan ook con stant aan een gestoorde spijsvertering, aan gastritis en aan maagzweren. De snel verouderende Bernard was een man die alle eisen van het lichaam had ingeruild voor een constante dialoog van zijn geest met God. Bernard ging daarin zó op, dat hij ten slotte als een dodelijk wrak door het leven ging. Bernard was overigens verre van vol maakt. Nu nog worden tegen hem drie bezwaren aangevoerd. In 1139 begon zijn controverse met Abelard, de ongelukki ge minnaar van Heloise. Abelard vond dat je er recht op had je intellect te ge bruiken als je de Openbaring beter wilde doorgronden. De denkmethode die Abe lard had ontwikkeld, heette de scholas tiek. Het was een geraffineerde redeneer kunst die overigens nooit tot meer leidde dan tot redeneren. Bernard was daar te gen. Hij was een "intellectuele anti-intel lectueel" en vond dat er "in bossen meer te vinden is dan in boeken". Opzienbarend De methode waarvan Bernard zich meende te moeten bedienen om de bij zijn Parijse studenten ongelooflijk popu laire Abelard weg te werken, zou eerder bij een despoot dan bij een geestelijke hebben gepast. En dat terwijl Abelard geenszins als een afvallige kon worden aangemerkt. Een opzienbarende onderneming van Bernard was ook zijn reis naar de Lan- guedoc, het land van de Catharen, waar hij in de kathedraal van Albi gigantisch tekeer ging tegen de 'afvalligen'. Tijdens zijn eerste preek waren er maar dertig mensen, de volgende dag puilde de kerk al uit. In zijn preken schreeuwde Ber nard het uit hoe rottig het met de Moe derkerk was gesteld, een omstandigheid die natuurlijk zijn eigen streven naar ar moe en kuisheid rechtvaardigde. Ook las hij de Catharen op vlammende toon de les. Net als Abelard eisten de Catharen het recht voor zich op te leven overeenkom stig hun eigen opvattingen van het ge loof. Dat mocht niet van de kerk. Zestig jaar na Bernards preek liet de koning van Frankrijk op Pauselijk bevel de Catha ren tot de laatste man uitmoorden. Toehoorders van Bernard bekenden openlijk dat de magere Cisterciënzer uit gesproken hysterische tonen wist aan te slaan. Dat gebeurde ook weer in Vezelay; op verzoek van de Paus predikte Ber nard daar de Tweede Kruistocht. Op Paasdag van het jaar 1146 was dat. "Dieu le veut", riep Bernard verbeten uit, "het is de wil van God". Gezegd wordt dat er ten minste 200.000 soldaten en ridders aan zijn lippen hebben gehangen; op een inderhaast in elkaar getimmerd podium torenden de koning en de koningin hoog boven iedereen uit. Bernard sprak de menigte toe op een heuvel buiten de stad. Hoe zo'n man zich in die dagen zonder microfoon verstaan baar heeft kunnen maken mag dan een raadsel zijn, in elk geval was het succes van zijn missie verzekerd. Maar in al zijn dramatiek ontaardde de tweede kruis tocht uit in een bijna komisch debacle. Het ergste was dat Bernard in Vezelay bijvoorbaat al predikte voor een verloren zaak. Toch riep hij op tot het gedoemde ondernemen, louter en alleen omdat de Paus het hem had gevraagd. In West-Europa is nog een groot aantal in hun bescheidenheid machtige Cistercienzer-abdijen bewaard geble ven. Veel van die abdijen hebben geen toren en ook binnenin zijn ze ontdaan van opsmuk. Ze werden als vrijwel ge lijkvormige bouwpakketten opgetrok ken in ruige en eenzame streken. Ber nard vond immers dat uiterlijke schijn maar van de communicatie met God ver vreemdde. Woestijn Maar alsof de duivel ermee heeft ge speeld is noch van Clairvaux noch van Citeaux erg veel over. De enige Cister ciënzer abdijen die sinds de twaalfde eeuw zijn blijven staan, en die nog door monniken worden bewoond, kunnen worden aangetroffen in Aiguebelle en Snanque, in de Provence. Een van de oudste en beroemdste is Fontenay in de Bourgogne, maar die is in particuliere Hoe Bernard van Clairvaux er destijds uitzag, daarover bestaat geen volle dige zekerheid. Dit portret wordt beschouwd als het meest betrouwbare. handen en wordt als museum geëxploi teerd. Ook van het geboortehuis van Bernard is niets over. Op de heuvel van Fontaine- les-Dijon staat een half afgemaakte en niet ingezegende basiliek, waar naast een pilaar een onhandig bordje de plaats van Bernards wieg suggereert. In Citeaux waar alles begon, leven nu de Trappisten. Als orde zijn ze een af splitsing van de Cisterciënzers die na de verstrooiing tijdens de Franse Revolutie ontstond. Van de oude gebouwen is niets anders over dan een indrukwekkende bi bliotheek uit de veertiende eeuw die er wat verloren tussen de tomatenplanten oprijst. De nog jeudige Pere-Pneur de rechterhand van de Pere-Abbe. oftewel de abt - heet Jean-Francois. Hij geeft een rondleiding door wat de monniken graag "le désert" oftewel woestijn noe men. Het is daar waar ze naar eigen keu ze hun leven biddend doorbrengen, in volledige afzondering van de buitenwe reld. Het dagelijkse bestaan begint in alle vroegte om drie uur 's nachts met geza menlijke godsdienstoefeningen. Over dag houden de Trappisten zich bezig met de fabricage van regionaal verkochte kaas (in andere Trappistenkloosters! in Frankrijk maken ze honingbonbons en likeur). Sinds het Concilie van een gcfcie kwart eeuw geleden kunnen er bij tijden wijle hoorbare tekens van leven worden waargenomen in "de woestijn"; op ^'n tijd mogen de monniken nu met elkaar van gedachten wisselen. De schaarse ge sprekken kennen overigens een telkens terugkerend thema: het leven van hun ziel. Dat is opgelegd pandoer. Gevangenis Bernards trotse Clairvaux is nu een van de strengste strafgevangenissen van Frankrijk. Van de oorspronkelijke ge bouwen staan nog maar een paar stenen op elkaar. Ze kunnen uitsluitend w orden bewonderd door de gevangenen die er meestal levenslang opgeborgen zijn. Tegen de deur van het stationnetje van Clairvaux zit tussen een kanten gordijn tje en de ruit een briefje geprikt Daarop staat te lezen dat het station sinds juli 1990 "voor altijd" gesloten zal zijn Nog altijd heeft in Clairvaux alleen de eeu wigheid waarde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 19